![](https://media.nature.com/h140/magazine-assets/d42473-019-00148-x/d42473-019-00148-x_16701078.jpg)
De studie includeerde 5567 LARC-patiënten die neoadjuvante CRT en resectie ondergingen. Er waren 1041 patiënten met pCR. Onder deze patiënten waren er 738 die fluoropyrimidine-gebaseerde adjuvante chemotherapie kregen (mediaan vier cycli) en 301 die geen adjuvante chemotherapie kregen. Na 1:3 propensity score matching werden 297 pCR-patiënten zonder adjuvante chemotherapie vergeleken met 712 pCR-patiënten met adjuvante chemotherapie. Er waren geen significante verschillen tussen beide groepen voor drie-jaars OS, DFS, LRFS, en DMFS (p>0,05 voor alle associaties). Dit gold ook bij vergelijking van geen adjuvante chemotherapie versus vijf of meer cycli adjuvante chemotherapie, en bij beperking van de analyse tot baselin hoog-risico patiënten (cT3-4/cN1-2).
De onderzoekers concluderen dat in deze studie adjuvante chemotherapie geen verbetering van de uitkomsten leverde na pCR van LARC op neoadjuvante CRT.
1.He F, Ju H-Q, Ding Y et al. Association between adjuvant chemotherapy and survival in patients with rectal cancer and pathological complete response after neoadjuvant chemoradiotherapy and resection. Br J Cancer 2020; epub ahead of print
Summary: A multicenter study in China evaluated adjuvant chemotherapy after complete response of locally advanced rectal cancer to neoadjuvant chemoradiotherapy. The study found similar outcomes for patients with adjuvant chemotherapy compared to patients without adjuvant chemotherapy.