Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Achterwege laten van postoperatieve radiotherapie na preoperatieve MRI onder patiënten met vroeg mammacarcinoom (0)
2023-12-06 16:00   ( Nieuws )
Tags:  PROSPECT trial
Prof. Gregory Bruce MannAdjuvante borst-radiotherapie als standaard onderdeel van borstsparende behandeling van vroeg-stadium mammacarcinoom (BC) kan voor veel patiënten overbehandeling betekenen. Borst-MRI is de meest sensitieve modaliteit voor het vaststellen van lokale tumorlast. De prospectieve twee-armige niet-gerandomiseerde PROSPECT-studie, in vier centra in Australië, heeft de mogelijkheid geïnventariseerd om met MRI en pathologische resultaten patiënten te identificeren met werkelijk gelokaliseerd BC, voor wie radiotherapie veilig achterwege gelaten kan worden. Prof. Gregory Bruce Mann (The Royal Women’s Hospital, Parkville VIC) en collega’s publiceren de studie in The Lancet.1

PROSPECT includeerde vrouwen in de leeftijd van 50 jaar of ouder met cT1N0 niet-triple negatief BC. Vrouwen met op basis van preoperatieve MRI en postoperatieve tumor-pathologie vastgestelde unifocaal BC ondergingen borstsparende chirurgie (BCS), en in geval van pT1N0 of N1mi werd radiotherapie achterwege gelaten (groep 1). Alle andere vrouwen (groep 2) kregen standaard-behandeling inclusief excisie van de MRI-gedetecteerde additionele tumoren. Alle patiënten werd systemische therapie aangeboden. Het primaire eindpunt was ipsilateral invasive recurrence rate (IIRR) na vijf jaar in groep 1. De analyse voor dit eindpunt werd uitgevoerd nadat de honderdste patiënt in groep 1 vijf jaar gevolgd was.

De studie includeerde 443 patiënten (mediane leeftijd 63,0 jaar). Afgezien van de index-tumoren detecteerde MRI 61 maligne occulte lesies in 48 patiënten (11%). Onder de 201 patiënten in groep 1 die BCS ondergingen zonder radiotherapie was er één met lokaal recidief na 4,5 jaar en één met lokaal recidief na 7,5 jaar; voor een IIRR na vijf jaar van 1,0%. In groep 2 ondergingen negen patiënten mastectomie (2% van het totale cohort), en de vijf-jaars IIRR was 1,7%. De enige afstandsmetastase in het gehele cohort was genetisch verschillend van de index-tumor.

De onderzoekers concluderen dat de resultaten van PROSPECT suggereren dat vrouwen met unifocaal BC op MRI en gunstige pathologie veilig BCS zonder radiotherapie kunnen ondergaan.

1.Mann GB, Rohini Skandarajah A, Zdenkowskit N et al. Postoperative radiotherapy omission in selected patients with early breast cancer following preoperative breast MRI (PROSPECT):; primary results of a prospective two-arm study. Lancet 2023; epub ahead of print

Summary: The prospective PROSPECT trial, at four centers in Australia, found that women with unifocal breast cancer on MRI and favorable pathology can safely avoid radiotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3-studie van sintilimab plus chemotherapie voor niet-resectabel G/GEJ-carcinoom (0)
2023-12-06 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ORIENT-16 trial unresectable gastric or gastroesophageal junction cancer sintilimab
Prof. Jianming XuPatiënten met niet-resectabel carcinoom van de maag of slokdarm-maagovergang (G/GEJ-carcinoom) hebben weinig therapeutische opties. De fase 3-studie ORIENT-16, in 62 centra in China, evalueerde toevoeging van sintilimab (anti-PD-1) aan eerstelijns chemotherapie voor niet-resectabel lokaal-gevorderd of metastatisch G/GEJ-adenocarcinoom. Prof. Jianming Xu (Algemeen Ziekenhuis van het Chinese Volksbevrijdingsleger, Beijing) en collega’s publiceren de studie in JAMA.1

De studie includeerde 650 patiënten, die 1:1 werden gerandomiseerd naar toevoeging van sintilimab (n=327) of placebo (n=323) aan ten hoogste zes cycli XELOX chemotherapie gevolgd door sintilimab of placebo onderhoud. Het primaire eindpunt was overall survival. De mediane OS was 15,2 maanden met sintilimab versus 12,3 maanden met placebo (HR 0,77; p = 0,009). Onder de 397 patiënten met PD-LI combined positive score 5 of hoger was de mediane OS 18,4 maanden met sintilimab versus 12,9 maanden met placebo (HR 0,66; p=0,002). De meest-gerapporteerde graad 3 of hoger adverse events waren verlaagd trombocytengetal (24,7% van de patiënten in de sintilimabgroep en 21,3% in de placebogroep), verlaagd neutrofielengetal (20,1% versus 18,8%), en anemie (12,5% versus 8,8%).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met niet-resectabel lokaal-gevorderd of metastatisch G/GEJ-adenocarcinoom, toevoegen van stintilimab aan eerstelijns chemotherapie geassocieerd was met verbetering van overall survival (visual abstract).

1.Xu J, Jiang H, Pan Y et al. Sintilimab plus chemotherapy for unresectable gastric or gastroesophageal junction cancer. The ORIENT-16 randomized clinical trial. JAMA 2023;330:2064-2074

Summary: The phase 3 ORIENT-16 trial, at 62 centers in China found that among patients with unresectabel locally advanced or metastatic G/GEJ adenocarcinoma, addition of sintilimab to first-line chemotherapy was associated with significantly improved overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Urine-eiwitsignatuur plus klinische informatie voor preoperatieve voorspelling van microvasculaire invasie in HCC-patiënten (0)
2023-12-06 13:00   ( Nieuws )
Tags:  hepatocellular carcinoma microvascular invasion urinary protein signature
Microvasculaire invasie (MVI) is een belangrijke factor voor de prognose van patiënten met levercelcarcinoom (HCC). Een studie in het Cancer Hospital van de Chinese Academie van Medische Wetenschappen (Beijing) heeft gezocht naar eiwitbiomarkers in de urine van HCC-patiënten om preoperatief MVI te kunnen diagnostiseren. Dr. Weiqi Rong en collega’s publiceren de studie in BMC Medicine.1

De studie includeerde 91 HCC-patiënten en 22 gezonde controlepersonen. De onderzoekers voerden kwantitatieve proteoom-analyses in urinemonsters. Uit de analyses bleek dat de gehalten van vier eiwitten (CETP, HGFL, L1CAM, en LAIR2) significant verschillend waren in de urine van patiënten met MVI vergeleken met die in de patiënten zonder MVI. Aan de hand van deze gegevens construeerden de onderzoekers een protein score, die gecombineerd met gegevens over tumordiameter, alfa-fetoproteïne-gehalte en gamma-glutamyltransferase voorspellend was voor de MVI-status. Het nomogram op basis van deze factoren had een concordantie index voor het voorspellen van MVI van 0.809 in het trainingscohort en 0.783 in het testcohort.

De onderzoekers concluderen dat op basis van gehalten van het eiwitsignatuur in de urine van HCC-patiënten, in combinatie met klinische informatie, het mogelijk is preoperatief het risico van MVI in individuele patiënten in te schatten.

1.Wang Y, Meng B, Wang X et al. Noninvasive urinary protein signatures combined clinical information associated with microvascular invasion risk in HCC patients. BMC Med 2023;21:481

Summary: A study at the Cancer Hospital of the Chinese Academy of Medical Sciences (Beijing) found that among patients with hepatocellular carcinoma, the risk of microvascular invasion can be preoperatively determined based on levels of four urinary proteins combined with clinical information.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van eerstelijns talazoparib plus enzalumatide voor HRR-deficiënt mCRPC (0)
2023-12-05 16:00   ( Nieuws )
Tags:  TALAPRO-2 trial HRR-deficient metastatic castration-resistant prostate cancer
Prof. Neeraj AgarwalPreklinische experimenten hebben aanwijzingen laten zien voor een interactie tussen de androgeenreceptor, die een driver is van de groei van prostaatcarcinoomcellen, en poly(ADP-ribose) polymerase. Deze aanwijzingen vormen een rationale voor gecombineerde remming van AR en PARP in de behandeling van metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC). De multinationale fase 3-studie TALAPRO-2 evalueerde eerstelijns enzalutamide met of zonder talazoparib voor mCRPC. Prof. Neeraj Agarwal (University of Utah, Salt Lake City) en collega’s publiceren in Nature Medicine resultaten van de studie onder patiënten met tumoren veranderingen in genen die betrokken zijn bij homologe recombinatie DNA-schadeherstel (HRR-deficiëntie).1

De studie includeerde patiënten in twee cohorten. Cohort 1 telde 805 mCRPC-patiënten, onder wie 169 met HRR-deficiënte tumoren, en cohort 2 omvatte 230 mCRPC-patiënten met alleen HRR-deficiënte tumoren. De nu gepubliceerde analyse heeft betrekking op de 393 patiënten met HRR-deficiëntie uit de beide cohorten. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar talazoparib plus enzalutamide (n=200) of placebo plus enzalutamide (n=199). Het primaire eindpunt was radiografische progressievrije overleving (rPFS).

De figuur laat zien dat de mediane rPFS in de talazoparib plus enzalutamidegroep na 40 maanden follow-up nog niet bereikt was, en in de placebo plus enzalutamidegroep 13,8 maanden bedroeg (HR 0,45; p<0,0001). Gegevens voor het secundaire eindpunt overall survival zijn nog niet matuur maar waren op het moment van de nu gepubliceerde analyse ook gunstiger in de talazoparib plus enzalutamidegroep dan in de placebo plus enzalutamidegroep (niet bereikt versus 33,7 maanden; HR 0,69; p=0,007). Veel-gerapporteerde adverse events in de talazoparib plus enzalutamidegroep waren anemie, vermoeidheid, en neutropenie.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met mCRPC met HRR-genveranderingen toevoegen van talazoparib aan eerstelijns enzalutamide geassocieerd was met significante verlenging van de rPFS.

1.Fizazi K, Azad AA, Matsubara N et al. First-line talazoparib with enzalutamide in HRR-deficient metastatic castration-resistant prostate cancer: the phase 3 TALAPRO-2 trial. Nature Med 2023-02704-x

Summary: The multinational phase 3 TALAPRO-2 trial found that among patients with mCRPC harboring HRR gene alterations, addition of talazoparib to first-line enzalutamide was associated with significantly improved radiographic progression-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Risico van chronische gezondheidsaandoeningen in homoseksuele en biseksuele overlevers van AYA-maligniteiten (0)
2023-12-05 14:30   ( Nieuws )
Tags:  LGB AYACS risk of chronic health conditions
Prof. Michael RothIn de algemene bevolking hebben personen met een niet-heteroseksuele oriëntatie een hogere belasting met chronische gezondheidsaandoeningen. Het is niet duidelijk in hoeverre seksuele oriëntatie geassocieerd is met chronische gezondheidsaandoeningen onder adolescent and young adult cancer survivors (AYACSs). Een analyse van gegevens in de cross-sectionele National Health Interview Survey (2013-2020) database heeft dit onderwerp bestudeerd. Prof. Michael Roth (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de analyse in Cancer.1

De analyse includeerde 170 lesbian, gay, and bisexual (LGB; zelf-gerapporteerd) AYACSs, 1700 LGB personen zonder geschiedenis van een maligniteit, en 1700 heteroseksuele AYACS. Vergeleken met de heteroseksuele overlevers hadden LGB-overlevers een lagere waarschijnlijkheid getrouwd te zijn (p=0,001) en ooit getrouwd geweest te zijn (p<0,001). LGB-overlevers hadden een hogere waarschijnlijkheid een inkomen te hebben tussen 100% en 200% van het federaal armoedeniveau dan LGB-personen zonder geschiedenis van een maligniteit (p=0,012) en heteroseksuele overlevers (p=0,021). LGB-overlevers hadden een hogere waarschijnlijkheid van chronische gezondheidsaandoeningen dan LGB-personen zonder geschiedenis van een maligniteit (OR 2,45; p<0,001) en heteroseksuele AYACSs (OR 2,16; p=0,003).

De onderzoekers concluderen dat LGB AYACSs een verhoogd risico van chronische gezondheidsaandoeningen hebben, zowel vergeleken met LGB-personen zonder geschiedenis van een maligniteit als vergeleken met heteroseksuele AYACSs.

1.Berkman AM, Choi E, Cheung CK et al. Risk of chronic health conditions in lesbian, gay, and bisexual survivors of adolescent and young adult cancers. Cancer 2023.35015

Summary: Analysis of data from the cross-sectional National Health Interview Survey (2013-2020) found that lesbian, gay, and bisexual survivors of adolescent and young adult cancers are at increased risk of having chronic health conditions compared with both LGB individual without a history of cancer and heterosexual survivors of AYA cancers

  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cohortstudie van de associatie van blootstelling aan Agent Orange met risico van levercelcarcinoom onder Vietnam-veteranen (0)
2023-12-05 13:00   ( Nieuws )
Tags:  Agent Orange exposure HCC
Dr. Jihane BenhammouDe incidentie en mortaliteit van levercelcarcinoom (HCC) nemen wereldwijd toe. Bekende risicofactoren voor HCC zijn virale hepatitis en alcoholgebruik. Een retrospectieve cohortstudie onder veteranen die als militair tussen begin 1966 en eind 1975 in Vietnam hebben gediend heeft de associatie geïnventariseerd tussen blootstelling Agent Orange (AO), een herbicide geassocieerd met verscheidene typen maligniteiten, en het HCC-risico. Dr. Jihane Benhammou (University of California Los Angeles) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 295.505 veteranen die in hun vietnamtijd ouder waren dan 18 jaar, en sinds begin 2000 gevolgd werden in het Veterans Affairs (VA)-systeem. Onder deze veteranen was 57% blootgesteld aan AO en had 12,1% cirrose. In een multivariaat competing risk model was AO-blootstelling niet geassocieerd met HCC. De belangrijkste geïdentificeerde risicofactoren voor HCC waren virale hepatitis, niet-alcoholische leververvatting, en gebruik van alcohol en tabak.

De onderzoekers concluderen dat onder veteranen die als militair in de Vietnamoorlog hebben gediend blootstelling aan AO niet geassocieerd was met het risico van HCC.

1.Benhammou JN, Leng M, Shah SC et al. Exposure to Agent Orange and hepatolcellular carcinoma among US military personnel. JAMA Network Open 2023;6:e2346380

Summary: A retrospective cohort study among Vietnam veterans found no association between exposure to Agent Orange and incident hepatocellular carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Model voor voorspellen van respons van metastatische maligniteiten op immuuncheckpointremmers (0)
2023-12-04 16:00   ( Nieuws )
Tags:  metastatic cancers predicting response on ICIs
Dr. Aino RönkäIntroductie van immuuncheckpointremmers (ICIs) heeft geresulteerd in verbetering van de overlevingsuitkomsten in groepen van niet-geselecteerde patiënten met metastatische maligniteiten, maar binnen deze groepen heeft minder dan de helft van de patiënten profijt van de behandeling. Er is behoefte aan een methode om voor aanvang van de behandeling patiënten met waarschijnlijkheid van respons op ICIs te identificeren. Een real-world retrospectieve studie van de Universiteit van Oostelijk Finland (Kuopio) heeft een combinatie van inflammatie-gerelateerde parameters als pretreatment voorspeller van respons op ICIs onder patiënten met metastatische maligniteiten geëvalueerd. Dr. Aino Rönkä en collega’s publiceren de studie in BMC Cancer.1

De studie includeerde 158 patiënten die ICIs kregen voor verschillende typen metastatische maligniteiten. Voor aanvang van de behandeling stonden de patiënten bloedmonsters af, waarin de onderzoekers de gehalten bepaalden van zes parameters: neutrofielen, trombocyten, CRP, erythrocytbezinkingssnelheid (ESR), LDH, en aanwezigheid van anemie (hemoglobine lager dan 120 g/l). Verhoogde niveaus (hoger dan normale range of variance) voor elk van deze factoren scoorde 1 punt. De 109 patiënten met informatie voor alle zes factoren werden onderverdeeld in een groep met laag-risico (0 tot en met 3 punten; n=76) en een groep met hoog risico (4 tot en met 6 punten; n=33).

De overall response rate op ICI-behandeling was 30,3% in de hoog-risicogroep versus 53,9% in de laag-risicogroep (p=0,023). De figuur laat zien dat de score ook voorspellen was voor de progressievrije overleving (mediaan 3,9 maanden versus 6,3 maanden; p=0,002) en de overall survival (mediaan 10,0 maanden versus 27,3 maanden; p<0,001). In multivariate analyse was de risicogroep eveneens voorspellend voor PFS (hoog-versus laag-risico HR 1,79; p=0,035) en OS (3,04; p<0,001).

De onderzoekers concluderen dat ze een eenvoudig beschikbaar praktisch risicomodel hebben ontwikkeld dat patiënten met metastatische maligniteiten en waarschijnlijkheid van respons op ICIs kan identificeren.

1.Tianen S, Nurmela V, Selander T et al. A practical prognostic peripheral blood-based risk model for the evaluation of the likelihood of a response and survival of metastatic cancer patients treated with immune checkpoint inhibitors. BMC Cancer 2023;23:1186

Summary: A retrospective study at the University of Eastern Finland resulted in development of a model, based on inflammation-related parameters, predicting response and survival of metastatic cancer patients treated with immune checkpoint inhibitors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overall survival met eerstelijns tebentafusp versus nivolumab-ipilimumab voor metastatisch uveaal melanoom (0)
2023-12-04 14:30   ( Nieuws )
Tags:  mUM first-line tebentafusp versus nivolumab plus ipilimumab
Dr. Josep PiulatsTebentafusp is een bispecifieke T-cell engager. In de fase 3-studie IMCgp100-202 is gezien dat eerstelijns tebentafusp vergeleken met investigator’s choice (82% pembrolizumab) resulteerde in significant betere overall survival onder HLA-A*02:01+ volwassen patiënten met metastatisch uveaal melanoom (mUM), met één-jaars OS-percentages 73% versus 59%. Er zijn geen studies uitgevoerd waarin eerstelijns tebentafusp voor mUM is vergeleken met de combinatie van nivolumab en ipilimumab (nivo-ipi). In de eenarmige fase 2-studie GEM-1402 was het één-jaars OS-percentage met eerstelijns nivo-ipi voor mUM 52%. Dr. Josep Piulats (Hospitalet de Llobregat, Barcelona) en collega’s hebben op basis van de resultaten van beide studies een propensity-score gewogen analyse uitgevoerd van de verwachte OS met eerstelijns tebentafusp versus nivo-ipi voor mUM. Ze publiceren de analyse in Annals of Oncology.1


De analyse gebruikte propensity-score gebaseerde IPTW voor leeftijd, geslacht, baseline lactaatdehydrogenase, baseline alkalisch fosfatase, ziektelocatie, ECOG status, en tijd tussen primaire diagnose en metastase. De analyse includeerde 240 van 252 patiënten in de tebentafusp-arm van IMCgp100-202 en 45 van 52 patiënten die nivo-ipi kregen in GEM1402. De figuur laat zien dat de IPTW-gecorrigeerde OS-HR voor tebentafusp versus nivo-ipi 0,52 (95%-bti 0,35-0,78) was met één-jaars OS-percentage 73% met tebentafusp en 50% met nivo-ipi. IPTW analyse van pembrolizumab versus nivo-ipi liet geen significant OS-verschil zien (HR 0,72; 95%-bti 0,50-1,06).

De onderzoekers concluderen dat de resultaten van de analyse steun zijn voor gebruik van eerstelijns tebentafusp voor HLA-A*02:01+ volwassen patiënten met mUM.

1.Piulats JM, Watkins C, Cost-Garcia M et al. Overall survival from tebentafusp versus nivolumab plus ipilimumab in first line metastatic uveal melanoma: a propensity score weighted analysis. Ann Oncol 2023.11.013

Summary: Propensity score weighted analysis found that among HLA-A*02:01 adult patients with metastatic uveal melanoma, first line tebetafusp would result in better overall survival when compared with nivolumab plus ipilimumab.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)