Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 1-2 studie van neoadjuvant BMS-813160 plus nivolumab, gemcitabine, en nab-paclitaxel voor PDAC (0)
2025-03-25 16:00   ( Nieuws )
Tags:  pancreatic ductal adenocarcinoma
Dr. Kian-Huat LimIn preklinische modellen van pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC) verbetert behandeling gericht op C-C chemokine receptor (CCR) type 2 de werkzaamheid van chemotherapie. Een fase 1-2 studie van Washington University in St. Louis (MO) heeft de neoadjuvante combinatie van gemcitabine en nab-paclitaxel (GnP) chemotherapie met de CCR2/5-remmer BMS-813160 en nivolumab voor borderline resectabel (BR) en lokaal-gevorderd (LA) PDAC geëvalueerd. Dr. Kian-Huat Lim en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde 8 patiënten die in de neoadjuvant setting alleen vier vier-weekse cycli GnP kregen (controlegroep) en 31 patiënten (29 voor werkzaamheid evalueerbaar) die vier vierweekse cycli de combinatie kregen. Er waren geen graad 3 of 4 toxiciteiten die toegeschreven werden aan BMS-813160 of nivolumab. Na vier neoadjuvante cycli was de ORR 35,7% onder de BR-PDAC patiënten en 16,7% onder de LA-PDAC patiënten, vergeleken met 0% onder de controlepatiënten. Chirurgische resectie kon worden uitgevoerd in 78,6% van de BR-PDAC patiënten en 16,7% van de LA-PDAC patiënten die de studiebehandeling voltooiden. De mediane progressievrije overleving en mediane overall survival waren 14,6 maanden respectievelijk 20,4 maanden onder de BR-PDAC patiënten en 14,7 maanden respectievelijk 17 maanden onder de LA-PDAC patiënten.

De onderzoekers concluderen dat de neoadjuvante combinatie van BMS-813160 met nivolumab en GnP goed verdragen werd en vergeleken met historische controles resulteerde in langere PFS en OS onder patiënten met LA-PDAC.

1.Grierson PM, Wolf C, Suresh R et al. Neoadjuvant BMS-813160, nivolumab, gemcitabine, and nab-paclitaxel for patients with pancreatic cancer. Clin Cancer Res 2025; epub ahead of print

Summary: A phase 1-2 trial at Washington University in St. Louis (MO) found that among patients with borderline resectable or locally advanced PDAC, the neoadjuvant combination of BMS-813160 (CCR2/5 inhibitor), nivolumab, and gemcitabine plus nab-paclitaxel chemotherapy was well tolerated with promising efficacy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Temporele trends in gebruik en uitkomsten van neoadjuvante chemotherapie voor vroeg-stadium TNBC in de Verenigde Staten (0)
2025-03-25 14:30   ( Nieuws )
Tags:  triple-negative breast cancer NACT
Dr. Mariana Chavez-MacGregorTriple-negatief mammacarcinoom is een agressief subtype. Neoadjuvante chemotherapie kan uitkomsten van vroeg-stadium TNBC verbeteren. Een analyse van de National Cancer Database heeft temporele trends in gebruik van neoadjuvante chemotherapie voor vroeg-stadium TNBC geïnventariseerd. Dr. Mariana Chavez-MacGregor (MD Anderson Cancer Center) en collega’s publiceren publiceren de analyse in JCO Oncology Practice.1

In de database identificeerden de onderzoekers 133.437 volwassen patiënten die tussen begin 2010 en eind 2021 chemotherapie kregen voor TNBC, onder wie 30.75% NACT kregen. Gebruik van NACT nam toe van 19,1% in 2010 tot 56,4% in 2021 (p<0,001). Onder de patiënten die NACT kregen nam het percentage met pathologisch complete respons toe van 19,6% in 2010 tot 40,3% in 2021 (p<0,001). Onder patiënten die NACT kregen was pCR geassocieerd met lager risico van overlijden (aHR 0,26; 95%-bti 0,24-0,29). Vergeleken met non-Hispanic White patiënten was de waarschijnlijkheid van ontvangst van NACT (aOR 0,88; 95%-bti 0,85-0,91) en bereiken van pCR (0.90; 0.85-0.95) lager onder zwarte patiënten.

De onderzoekers concluderen dat gebruik van NACT in de Verenigde Staten in het afgelopen decennium aanzienlijk toegenomen is.

1.Jackson I, Lei X, Malinowski C et al. Treatment patterns, trends, and outcomes of neoadjuvant chemotherapy use among patients with early-stage invasive triple-negative breast cancer. JCO Oncology Practice (2025) 24-00871

Summary: Analysis of the National Cancer Database found that use of neoadjuvant chemotherapy for early-stage TNBC has increased considerably in the past decade.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter gerandomiseerde studie van transperineale versus transrectale prostaatbiopsie voor detectie van prostaatcarcinoom (0)
2025-03-25 13:00   ( Nieuws )
Tags:  TRANSLATE trial LATP versus TRUS
Prof. Richard BryantVoor de diagnose prostaatcarcinoom is biopsie vereist. De traditionele methode is transrectaal onder geleide van ultrasound onder lokale anesthesie (TRUS). Transperineale ultrasound-geleide biopsie onder lokale anesthesie (LATP) wordt in toenemende mate toegepast. De gerandomiseerde TRANSLATE-studie, in tien centra in het Verenigd Koninkrijk heeft LATP met TRUS vergeleken voor detectie van Gleason Grade Group (GGG) 2 of hoger. Prof. Richard Bryant (University of Oxford) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde 1126 prostaatbiopsie-naïeve mannen met verdenking van prostaatcarcinoom, die 1:1 werden gerandomiseerd naar TRUS (n=564) of LATP (n=562) biopsie. GGG2 of hoger prostaatcarcinoom werd gedetecteerd in 60% van mannen met biopsieresultaten in de LATP-groep vergeleken met 54% van de mannen met biopsieresultaten in de TRUS-groep (OR 1,32; p=0,031). Infectie binnen 35 dagen die hospitalisatie vereiste werd gezien in twee deelnemers in de LATP-groep en negen deelnemers in de TRUS-groep. Er waren geen statistisch significante verschillen in overall biopsie-gerelateerde complicaties, urineretentie die katheterisatie vereiste, urinaire symptomen, of seksuele functie. Meer deelnemers in de LATP-groep dan in de TRUS-groep rapporteerden de ingreep als pijnlijk en embarrassing te ervaren (38% versus 27%; OR 1,84; 95%-bti 1,40-2,43). Ernstige adverse events vonden plaats in 2% van de deelnemers in de LATP-groep en 4% van de deelnemers in de TRUS-groep.

De onderzoekers concluderen dat onder biopsie-naïeve mannen met verdenking van prostaatcarcinoom LATP-biospie resulteerde in hogere detectie van GGG2 of hoger prostaatcarcinoom dan TRUS-biopsie.

1.Bryant RJ, Marian IR, Williams R et al. Local anaesthetic transperineal biopsy versus transtrectal prostate biopsy in prostate cancer detection (TRANSLATE): a multicentre, randomised, controlled trial. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multicenter randomized TRANSLATE trial in the UK found that among biopsy-naïve individuals being investigated for possible prostate cancer, biopsy with LATP led to greated detection of GGG2 or higher disease compared with TRUS.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Real-world overall survival na lobectomie versus sublobaire resectie voor stadium IA niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2025-03-24 16:00   ( Nieuws )
Tags:  stage IA NSCLC lobectomy versus sublobar resection
Dr. Christopher SederEr is geen duidelijkheid over de overall survival na lobectomie en sublobaire resectie (segmentectomie of wedge resectie) voor vroeg-stadium niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Een retrospectieve analyse van patiënten in de Society of Thoracic Surgeons General Thoracic Surgery Database heeft de real-world uitkomsten na deze ingrepen voor stadium IA NSCLC (≤ 2 cm) geïnventariseerd. Dr. Christopher Seder (Rush Medical Center, Chicago IL) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Thoracic Oncology.1



In de database identificeerden de onderzoekers 32.340 volwassen patiënten die tussen begin 2012 en eind 2022 chirurgie ondergingen voor stadium IA NSCLC. Onder deze patiënten ondergingen 19.778 lobectomie, 4.279 segmentectomie, en 8.238 wedge resectie. De vijf- en tien-jaar percentages voor overall survival waren 71,9% respectievelijk 44,8% na lobectomie; 69,9% respectievelijk 44,2% na segmentectomie, en 66,3% respectievelijk 41,4% na wedge resectie. In multivariate analyse was lobectomie geassocieerd met betere overall survival respectievelijk ziektespecifieke overleving (LCSS) vergeleken met sublobaire resectie (HR 0.87; 95%-bti 0,83-0,92 respectievelijk 0,84; 0,73-0,97). Zowel lobectomie (OS-HR 0,84; 95%-bti 0,80-0,88; LCSS-HR 0,72; 0,56-0,93) als segmentectomie (OS-HR 0,88; 0,81—0,95; LCSS-HR 0,77; 0,66-0,89) waren geassocieerd met betere uitkomsten vergeleken met wedge resectie. Er waren geen significante verschillen in OS of LCSS tussen lobectomie en segmentectomie.

De onderzoekers concluderen dat in de klinische praktijk lobectomie en segmentectomie geassocieerd waren met betere overlevingsuitkomsten dan wedge resectie onder patiënten met stadium IA NSCLC ≤ 2 cm (graphical abstract).

1.Seder CW, Chang S-C, Towe CW et al. Anatomic lung resection is associated with improved survival compared with wedge resection for stage IA (≤ 2 cm) non-small cell lung cancer. J Thor Oncol 2025.03.042

Summary: Retrospective analysis of the Society of Thoracic Surgeons General Thoracic Surgery Database found that in routine clinical practice lobectomy and segmentectomy were associated with improved survival outcomes compared with wedge resection for stage IA NSCLC (≤ 2 cm).


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde studie van micro-ultrasound geleide versus MRI-geleide biopsie voor de diagnose prostaatcarcinoom (0)
2025-03-24 14:30   ( Nieuws )
Tags:  OPTIMUM randomized clinical trial
Prof. Laurence KlotzHoge-resolutie micro-ultrasound (mUS)-geleide biopsie zou een alternatief voor MRI-geleide biopsie voor de diagnose prostaatcarcinoom kunnen zijn. De multinationale gerandomiseerde OPTIMUM-studie heeft de diagnostische waarde van beide methoden vergeleken. Prof. Laurence Klotz (Sunnybrook Health Sciences Center, Toronto) en collega’s publiceren de studie in JAMA.1

OPTIMUM werd uitgevoerd in twintig centra in acht landen. De studie includeerde biopsie-naieve 678 mannen met verdenking van prostaatcarcinoom op basis van verhoogd PSA-niveau en/of abnormaal resultaat van digital rectal examination. De mannen werden gerandomiseerd naar mUS-geleide biopsie (n=121), mUS-/MRI-geleide biopsie waarbij mUS-biopsie werd uitgevoerd voordat de MRI ontblind werd (n=226), of MRI/conventionele US-geleide biopsie (n=331). Alle deelnemers kregen synchrone systematische biopsie. Het primaire eindpunt was verschil in detectie van Gleason Grade Group (GG) 2 of hoger prostaatcarcinoom met mUS plus systematische biopsie versus MRI/conventionele US plus systematische biopsie. Als noninferioriteits-marge werd 10% gekozen. Gleason GG 2 of hoger werd gedetecteerd in 47,1% in de mUS-groep vergeleken met 42,6% in de MRI/conventionele US-groep en 46,9% in de mUS/MRI-groep. mUS-geleide biopsie was noninferieur ten opzichte van MRI-fusiegeleide biopsie voor de detectie van Gleason GG 2 of hoger prostaatcarcinoom (p voor noninferioriteit <0,001).

De onderzoekers concluderen dat mUS-geleide biopsie voor de detectie van Gleason GG2 of hoger prostaatcarcinoom noninferieur was ten opzichte van MRI/conventionele US-geleide biopsie (visual abstract).

1.Kinnaird A, Luger F, Cash H et al. Microultrasonography-guided vs MRI-guided biopsy for prostate cancer diagnosis. The OPTIMUM randomized clinical trial. JAMA 2025.3579

Summary: The multinational randomized OPTIMUM trial found that microultrasonography-guided biopsy was noninferior to MR/conventionaI ultrasonography-guided biopsy for the detection of Gleason Grade Group 2 or higher prostate cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter retrospectieve cohortstudie van inotuzumab ozogamicine voor R/R B-ALL in de klinische praktijk (0)
2025-03-24 13:00   ( Nieuws )
Tags:  INO-CD22 study relapsed refractory acute lymphoblastic leukemia IO
Dr. Cristina PapayannidisKlinische studies hebben goede uitkomsten laten zien met inotuzumab ozogamicine (IO) voor B-cel acute lymfoblastische leukemie (B-ALL), maar er zijn niet veel real-world gegevens beschikbaar. De retrospectieve INO-CD22 studie, in 24 centra in Italië, heeft veiligheid en werkzaamheid van IO voor recidiverend of refractair (R/R) B-ALL geïnventariseerd. Dr. Cristina Papayannidis (Università di Bologna) en collega’s publiceren de studie in Cancer.1

De studie includeerde 73 patiënten die tusseb begin 2014 en eind 2019 IO kregen voor R/R B-ALL. De mediane leeftijd bij de start van IO-behandeling was 52,7 jaar; het mediane aantal eerder lijnen behandeling was drie, en 85% en 57,5% van de patiënten had inductie met standaard-chemotherapie respectievelijk blinatumomab gekregen. De overall response rate op IO was 74%, met complete remissie in 69,8%. De mediane tijd tot complete remissie was 27 dagen, en de mediane duur van respons was 4,4 maanden. De mediane follow-up was 37,2 maanden. De figuur toont de gebeurtenisvrije overleving en overall survival. Zevenendertig procent van de patiënten konden allogene hematopoïetische stamceltransplantatie ondergaan. Elf procent hadden veno-occlusieve ziekte/sinusoïdaal obstructiesyndroom. De meest-frequente graad 3 of hoger niet-hematologische toxiciteiten waren levertoxiciteit (twee patiënten met graad 4) en pneumonie (één patiënt met graad 5).

De onderzoekers concluderen dat IO voor R/R B-ALL in de klinische praktijk een gunstig veiligheidsprofiel en klinische activiteit had.

1.Papayannidis C, Petracci E, Zappasodi P et al. INO-CD22: a multicenter, real-world study of inotuzumab ozogamicin safety and effectiveness in adult patients with relapsed/refractory acute lymphoblastic leukemia. Cancer 2025.35820

Summary: The multicenter retrospective INO-CD22 study, at 24 centers in Italy, found favorable safety and clinical activity of inotuzumab ozogamicin among real-world patients with relapsed or refractory acute lymphoblastic leukemia.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve analyse van PARP-remmers voor BRCA-veranderd uterussarcoom (0)
2025-03-23 16:00   ( Nieuws )
Tags:  BRCA-altered uterine sarcoma PARP inhitibors
Dr. Alison SchramUterussarcoom is een agressieve tumor met beperkte respons op chemotherapie. PARP-remmers hebben activiteit laten zien in meerdere typen tumoren met BRCA-veranderingen. Een retrospectieve studie van Memorial Sloan Kettering Cancer Center (MSKCC; New York) heeft PARP-remmers voor BRCA-veranderd uterussarcoom geëvalueerd. Dr. Alison Schram en collega’s publiceren de studie in JCO Precision Oncology.1

Onder de 534 patiënten met uterussarcoom die tussen begin 2014 en juli 2024 in MSKCC behandeld werden waren er 35 met BRCA-veranderingen, onder wie 33 met BRCA2-veranderingen. Leiomyosaroom (LMS) was de meest-waargenomen histologie (86%). Dertien patiënten met uterus-LMS werden behandeld met PARP-remmers in de recidiverende of metastatische setting, met een overall response rate van 46% (één van zes patiënten met PARP-remmer monotherapie; vijf van zeven patiënten met PARP-remmer combinatietherapie), een clinical benefit rate van 62%, en mediane progressievrije overleving van 13,2 maanden (range 1,0-71,9). Onder de tien patiënten met somatische BRCA2-deleties was de ORR 60% en de CBR 80%. Eén patiënt met metastatische ziekte en progressie op eerdere hormoon- en chemotherapie had complete respons met PARP-/PD-L1 remmer combinatietherapie, die op het moment van de nu gepubliceerde analyse al 70 maanden ongoing was.

De onderzoekers concluderen dat PARP-remmers veelbelovende werkzaamheid hebben laten zien onder patiënten met uterus-LMS met somatische BRCA2-deleties.

1.Rao M, Merrill M, Troxel M et al. Retrospective analysis of BRCA-altered uterine sarcoma treated with poly(ADP-ribose) polymerase inhibitors. JCO Precision Oncology (2025) 24-00765

Summary: A retrospective study at Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York, NY) found promising efficacy of PARP inhibitors for uterine leiomyosarcoma with somatic BRCA2 deletions.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prognostische waarde van baseline EORTC QLQ-C30 scores voor overall survival in zeventien typen maligniteiten (0)
2025-03-23 13:00   ( Nieuws )
Tags:  EORTC QLQ-C30 prognostic value for overall survival
Dr. Luigi LimEen in 2009 gepubliceerde analyse heeft aanwijzingen laten zien voor een prognostisch effect van baseline scores van drie schalen van EORTC QLQ-C30 (fysiek functioneren, pijn, en verlies van eetlust) voor overall survival van patiënten met maligniteiten. Onderzoekers van EORTC (Brussel) hebben deze waarneming gevalideerd in een grotere patiëntenset. Dr. Luigi Lim en collega’s publiceren de validatiestudie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde 16.210 patiënten met tezamen zeventien typen maligniteiten die deelnamen aan 46 klinische studies. Het gestratificeerde multivariabele model, gecorrigeerd voor sociaal-demografische en klinische variabelen, bevestigde dat baseline beter fysiek functioneren (HR 0,94; 95%-bti 0,93-0,96), minder pijn (1,02; 1,01-1,03), en verlies van eetlust (1,04; 1,03-1,05) significant geassocieerd waren met overall survival. Ook baseline scores voor global health status/QOL, dyspneu, emotioneel, en cognitief functioneren waren prognostisch. Een model met al deze variabelen had een gecorrigeerde C-index van 0,74.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten laten zien dat baseline scores voor zeven EORTC QLQ-C30 schalen prognostisch zijn voor overall survival van patiënten met maligniteiten.

1.Lim L, Machingura A, Taye M et al. Prognostic value of baseline EORTC QLQ-C30 scores for overall survival across 46 clinical trials covering 17 cancer types: a validation study. eClinMed 2025.103153

Summary: Pooled analysis of 46 clinical trials encompassing 16,210 patients with 17 cancer types found that baseline scores for 7 EORTC QLQ-C30 scales were prognostic for overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)