Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Ontstaan en progressie van atherosclerose in melanoom-patiënten die immuuncheckpointremmers krijgen (0)
2025-04-25 15:00   ( Nieuws )
Tags:  ICIs for melanoma atherosclerosis
Dr. Jorie VersmissenHet is bekend dat immuuncheckpointremmers (ICIs) het risico van het ontwikkelen van cardiovasculaire ziekte verhogen door het versnellen van atherosclerose. Een retrospectieve studie van Erasmus MC heeft ontstaan en progressie van atherosclerose in melanoompatiënten die ICIs kregen geïnventariseerd. Dr. Jorie Versmissen en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

De onderzoekers bepaalden met CT-scans ontstaan en progressie van atherosclerose in vijf segmenten van de slagaderboom: de aortaboog, de neerdalende aorta van de thorax, de abdominale aorta, en de linker en rechter iliacale slagaders, voor aanvang van de ICI-behandeling en een jaar (± 3 maanden) na de behandeling. De studie includeerde 244 patiënten. De dikte van de plaques nam toe in alle aortasegmenten, uiteenlopende van 3,0% tot 8,0% per jaar. In 75% van de patiënten werd substantiële groei van plaques in één of meer segmenten gezien. Het aantal plaques bleef gelijk in 64% tot 86% van de segmenten. Drie patiënten (1,2%) ontwikkelden arteriële trombose binnen een jaar na de start van ICIs. ICI-combinatietherapie resulteerde in een trend van verhoogd risico van substantiële plaque groei vergeleken met monotherapie (OR 2,10; 95%-bti 0,95-4,66) terwijl gebruik van antihypertensiva geassocieerd was met lager risico (0,48; 0,24-0,95).

De onderzoekers concluderen dat in de meerderheid van de patiënten die ICIs krijgen voor melanoom substantiële groei van atherosclerotische plaques plaatsvindt. Het aantal plaques bleef relatief stabiel, hetgeen suggereert dat ICIs vooral reeds bestaande plaques aandoen.

1.Van Dorst DCH, Uyl TJJ, van der Veldt AAM et al. Onset and progression of atherosclerosis in patients with melanoma treated with immune checkpoint inhibitors. J ImmunoTher Cancer 2025;e:011226

Summary: A retrospective study at Erasmus MC (Rotterdam, The Netherlands) found that the majority of patients with melanoma experience substantial atherosclerotic plaque growth during ICI therapy. The number of plaques remained relatively stable, suggesting that ICIs particularly affect pre-existing plaques.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenterstudie van risico van myeloïde neoplasmen na CD19-gerichte CAR T-celtherapie voor B-cel lymfoom (0)
2025-04-25 13:30   ( Nieuws )
Tags:  therapy-related myeloid neoplasms
Dr. Nicolas GazeauIn recente studies zijn therapie-gerelateerde myeloïde neoplasmen (t-MN) zoals myelodysplastische neoplasmen (t-MDS) en acute myeloïde leukemie (t-AML) gezien als belangrijke late complicaties na CAR T-celtherapie. Een retrospectieve studie in vier centra in Frankrijk heeft voorkomen van t-MN na CAR T-celtherapie voor B-cel lymfoom geïnventariseerd. Dr. Nicolas Gazeau (Centre Hospitalier Universitaire de Lille) en collega’s publiceren de studie in Leukemia.1

De studie includeerde 539 patiënten die CD19-gerichte T-celtherapie kregen voor B-cel lymfoom. De mediane follow-up was 25 maanden. De cumulatieve incidentie van t-MN was 4,5% na twee jaar (n=29; 62% t-MDS; 38% t-AML). De mediane overall survival na de t-MN diagnose was 4,5 maanden. In univariate analyse waren hogere leeftijd, hoger mean corpuscular volume (MCV), en hogere graad immune effector cell-associated neurotoxicity syndrome (ICANS) geassocieerd met hoger risico van t-MN. In propensity score gematchte analyse bleven MCV en ICANS significante risicofactoren. Next-generation sequencing analyse liet zien dat 85,7% van t-MN vooraf-bestaande mutaties hadden, in de meeste gevallen in TP53.

De onderzoekers concluderen dat t-MN een ernstige late complicatie is na CAR T-celtherapie voor B-cel lymfoom.

1.Gazeau N, Beauvais D, Tilmont R et al. Myeloid neoplasms after CD19-directed CAR T cells therapy in long-term B-cell lymphoma responders, a rising risk over time? Leukemia 2025-02605-7

Summary: A multicenter retrospective study in France found that after CAR T cell therapy for B cell lymphoma, the two-year cumulative incidence of therapy-related myeloid neoplasms was 4.5%.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenterstudie van impact van intraveneuze magnesium-toediening op cisplatine-geassocieerde acute nierschade (0)
2025-04-25 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CP-AKI IV magnesium
Dr. Shruti GuptaCisplatine-geassocieerde acute nierschade (CP-AKI) is een frequente complicatie van cisplatine-chemtoherapie en is geassocieerd met aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit. Profylactische toediening van intraveneus (IV) magnesium vermindert CP-AKI in diermodellen. Een retrospectieve cohortstudie in vijf centra in de Verenigde Staten heeft de associatie tussen IV magnesium-toediening en ontstaan van CP-AKI geëvalueerd in patiënten die chemotherapie kregen voor maligniteiten. Dr. Shruti Gupta (Brigham and Women’s Hospital, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde 13.719 patiënten die tussen begin 2006 en eind 2022 een eerste dosis cisplatine chemotherapie kregen. Onder deze patiënten waren er 3893 (28,4%) die IV magnesium kregen op de eerste dag van de cisplatine-chemotherapie. De mediane dosering van IV magnesium was 2 g (IQR 1-2). Het eindpunt van de studie was CP-AKI (gedefinieerd als tenminste tweevoudige toename van serum creatinine-niveaus of niervervanging binnen 14 dagen na eerste cisplatine-toediening) of overlijden. CP-AKI of overlijden ware gezien in 2,7% van de patiënten die IV magnesium kregen en 5,3% van de patiënten die geen magnesium kregen (aOR 0,80; 95%-bti 0,66-0,97). De IV magnesium-groep had ook betere resultaten voor het secundaire eindpunt majeure niergebeurtenissen binnen 90 dagen.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die cisplatine-chemotherapie kregen voor maligniteiten, profylactische IV magnesium-toediening geassocieerd was met lager risico van CP-AKI. Deze resultaten dienen te worden bevestigd in gerandomiseerde klinische studies.

1.Gupta S, Glezerman IG, Hirsch JS et al. Intravenous magnesium and cisplatin-associated acute kidney injury. JAMA Oncol 2025.0756

Summary: A retrospective cohort study at 5 US centers found that among patients receiving cisplatin chemotherapy for cancer, prophylactic intravenous magnesium administration was associated with lower risk of cisplatin-associated acute kidney injury.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3-studie van eerstelijns TFOX versus FOLFOX voor gevorderd HER2-negatief G/GEJ adenocarcinoom (0)
2025-04-24 15:00   ( Nieuws )
Tags:  GASTFOX trial advanced HER2-negative gastric or gastro-esophageal junction adenocarcinoma
Prof. Aziz ZaananPerioperatief FLOT is de standaard-behandeling voor gelokaliseerd en resectabel adenocarcinoom van maag en slokdarm-maagovergang (G/GEJ adenocarcinoom). De fase 3-studie GASTFOX, in 96 centra in Frankrijk heeft het gemodificeerd FLOT-regime TFOX vergeleken met FOLFOX als eerstelijns behandeling voor gevorderd HER2-negatief G/GEJ adenocarcinoom. Prof. Aziz Zaanan (Université Paris Cité) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde volwassen patiënten met niet-eerder behandeld gevorderd HER2-negatief G/GEJ adenocarcinoom en een ECOG performance status 0 of 1. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar TFOX (n=254) of FOLFOX (n=253). De restricted mean progression-free survival was 7,52 maanden in de TFOX-groep vergeleken met 6,62 maanden in de FOLFOX-groep (p=0.0072) en de mediane overall survival was 15,08 maanden in de TFOX-groep vergeleken met 12,65 maanden in de FOLFOX-groep (HR 0,82; p=0,048). De objective response rate was 62,3% in de TFOX-groep en 53,4% in de FOLFOX-groep (p=0,045). Ernstige treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 27% van de patiënten in de TFOX-groep en 13% van de patiënten in de FOLFOX-groep; graad 5 TRAEs troffen twee patiënten in de TFOX-groep en één patiënt in de FOLFOX-groep.

De onderzoekers concluderen dat eerstelijns FLOT vergeleken met FOLFOX resulteerde in significant betere uitkomsten onder patiënten met gevorderd HER2-negatief G/GEJ adenocarcinoom.

1.Zaanan A, Bouché O, de la Fouchardière C et al. TFOX versus FOLFOX in first-line treatment of patients with advanced HER2-negative gastric or gastro-oesophageal junction adenocarcinoma (PRODIGE 51-FFCD-GASTFOX): an open-label, multicentre, randomised, phase 3 trial. Lancet Oncol 2025-00130-5

Summary: The multicenter phase 3 GASTFOX trial in France found that among patients with advanced HER2-negative G/GEJ adenocarcinoma, first-line TFOX significantly improved outcomes compared with FOLFOX.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 2b-studie van adavosertib voor recidiverend of persistent sereus carcinoom van de uterus (0)
2025-04-24 13:30   ( Nieuws )
Tags:  ADAGIO study USC adavosertib
Dr. Joyce LiuAdavosertib (AZD1775) is een selective remmer van Wee1. De multinationale fase 2b-studie ADAGIO evalueerde adavosertib voor patiënten met recidiverend of persistent uterine serous carcinoma (USC) na platina-gebaseerde chemotherapie. Dr. Joyce Liu (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1


De studie includeerde 104 patiënten, die oraal adavosertib 300 mg eens per dag kregen op dagen één tot en met vijf en acht tot en met twaalf van drie-weekse cycli. Het primaire eindpunt was centraal geblindeerd beoordeelde objective response rate. Complete respons werd gezien in één patiënt en partiële respons in 26 patiënten, voor een ORR van 36.0% (95%-bti 17,9-35,5). De mediane duur van respons was 4,7 maanden (95%-bti 3,8-8,3), de mediane progressievrije overleving was 2,8 maanden (2,6-3,9), en de mediane overall survival was 9,6 maanden (8.3-NC). Er werd geen biomarker gezien die predictief was voor werkzaamheid van adavosertib. De meeste patiënten (97,2%) hadden treatment-related adverse events; graad 3 of hoger TRAEs kwamen voor in 60,6% van de patiënten, en TRAEs die resulteerden in discontinuering van adavosertib in 14,7%.

De onderzoekers concluderen dat adavosertib enige antitumorwerkzaamheid had voor recidiverend of persistent USC na platina-gebaseerde chemotherapie, maar in dosering 300 mg eens per dag niet goed verdragen werd.

1.Liu JF, Colombo N, Oza AM et al. ADAGIO: a phase IIb, open-label, single-arm, multicenter study assessing the efficacy and safety of adavosertib (AZD1775) as treatment for recurrent or persistent uterine serous carcinoma. J Clin Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 2b ADAGIO study found some antitumor activity of adavosertib in patients with recurrent/persistent uterine serous carcinoma; however, at 300 mg once daily dosing, it was not well tolerated in this population.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van inductie versus concurrente chemotherapie met IMRT voor locoregionaal-gevorderd nasofaynxcarcinoom (0)
2025-04-24 12:00   ( Nieuws )
Tags:  LA-NPC CCRT versus IC plus IMRT
Prof. Ming-Yuan ChenCisplatine-gebaseerde concurrente chemoradiotherapie (CCRT) is de standaard-behandeling voor locoregionaal-gevorderd nasofarynxcarcinoom (LA-NPC). Deze behandeling resulteert vaak in niet-verdraagbare toxiciteiten. Een noninferioriteits fase 3-studie van Sun Yat-sen Universiteit (Guangzhou, China) heeft onderzocht of inductiechemotherapie (IC) plus intensiteit-gemoduleerde radiotherapie (IMRT) een geschikte vervangende behandeling is voor LA-NPC. Prof. Ming-Yuan Chen en collega’s publiceren de studie in NEJM Evidence.1

De studie includeerde patiënten met stadium T1-4N2-3 of T3-4N0-1 LA-NPC, die 1:1 werden gerandomiseerd naar twee cycli gemcitabine-cisplatine gevolgd door IMRT (IC-IMRT-groep) of tot zeven cycli IMRT plus concurrent wekelijks cisplatine (CCRT-groep). Het primaire eindpunt was percentage patiënten zonder falen (FFS) na twee jaar. De IC-IMRT groep telde 124 patiënten ende CCRT-groep 125. De mediane duur van follow-up was 60 maanden. Het twee-jaars FFS-percentage was 90,2% in de IC-IMRT groep en 86,3% in de CCRT-groep (HR 0,636; 95%-bti 0,267-1,514) waarmee noninferioriteit van IC-IMRT versus CCRT bevestigd werd. In de IC-IMRT groep was het percentage patiënten met graad 3 of hoger adverse events lager dan in de CCRT-groep (47,5% versus 61,5%; p=0,029). IC-IMRT was geassocieerd met betere kwaliteit van leven, inclusief global health status, sociaal en cognitief functioneren, vermoeidheid, misselijkheid en braken, pijn, verlies van eetlust, en obstipatie.

De onderzoekers concluderen dat voor het eindpunt twee-jaars FFS, IC-IMRT niet inferieur was aan CCRT.

1.Huang P-Y, Chen X-Y, Ding X et al. Induction versus concurrent chemotherapy for advanced nasopharyngeal carcinoma. NEJM Evidence 2025;4(5).

Summary: A phase 3 trial at Sun Yat-sen University (Guangzhou, China) found that among patients with LA-NPC, gemcitabine-cisplatin induction chemotherapy and IMRT was noninferior to concurrent chemoradiotherapy for the endpoint 2-year failure-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cohortstudie van patronen in symptomen die voorafgaan aan acute zorg in patiënten met maligniteiten (0)
2025-04-23 15:00   ( Nieuws )
Tags:  symptoms preceding acute care in patients with cancer
Dr. Julian HongPatiënten met maligniteiten hebben frequent niet-geplande acute zorg nodig vanwege complicaties van de ziekte of de behandeling, met consequenties voor de uitkomsten, kwaliteit van leven, en kosten voor de gezondheidszorg. Een cohortstudie van University of California San Francisco heeft symptomen geïnventariseerd die voorafgaan aan bezoeken een de spoedeisende hulp of niet-geplande hospitalisatie in deze patiënten. Dr. Julian Hong en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

Tussen begin 2013 en eind 2023 hadden 28.708 patiënten 70.606 acute care visits met 854.830 geassocieerde symptomen in de dertig voorafgaande dagen. De mediane leeftijd was 61 jaar (IQR 48-70). De meest-frequent gedocumenteerde symptomen waren pijn (7,54%), misseljkheid (6,74%), en braken (5,79%). Een hoge gedocumenteerde symptoombelasting (meer dan tien unieke symptomen) voorafgaand aan acute zorg werd vooral gezien onder vrouwen en Medicaid-verzekerde patiënten, terwijl patiënten ouder dan 65 jaar en niet-verzekerde patiënten een lagere waarschijnlijkheid hadden van hoge gedocumenteerde-symptoombelasting voorafgaand aan acute zorg.

De onderzoekers concluderen dat de studie symptomen heeft geïnventariseerd die vaak worden gezien voorafgaand aan niet-geplande acute zorg onder patiënten met maligniteiten.

1.Chang C, Chen JJ, Feng J et al. Patterns in symptoms preceding acute care in patients with cancer. JAMA Network Open 2025;8:e256366

Summary: A cohort study at University of California San Francisco identified common symptoms preceding unplanned acute care among patients with cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde fase 2-studie van neoadjuvante chemotherapiecombinaties voor vroeg-stadium triple-negatief mammacarcinoom (0)
2025-04-23 13:30   ( Nieuws )
Tags:  HELEN-001 trial early-stage TNBC neoadjuvant docetaxel plus cisplatin
Dr. Zhenzhen LiuEr is geen duidelijkheid over de werkzaamheid van neoadjuvante chemotherapie-combinaties voor vroeg-stadium triple-negatief mammacarcinoom (TNBC). De fase 2-studie HELEN-001, in zes centra in China, randomiseerde patiënten in de leeftijd van 18 tot en met 70 jaar met stadium II of III TNBC naar neoadjuvant docetaxel plus cisplatine (TP) of docetaxel, doxorubicine en cyclofosfamide (TAC). Dr. Zhenzhen Liu (Henan Cancer Hospital, Zhengzhou) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde 212 patiënten die zes drie-weekse cycli TP (n=106) of TAC (n=106) kregen. Het primaire eindpunt was pathologisch complete respons (pCR). Het pCR-percentage was significant hoger met TP dan met TAC (51,9% versus 35,8%; p=0,028). Na mediaan 40 maanden follow-up was het percentage gebeurtenisvrije patiënten 86,1% in de TP-groep en 80,0% in de TAC-groep (HR 0,639; p=0,196). Onder patiënten met kiemlijn BRCA1/2-mutaties was het EFS-percentage significant hoger met TP dan met TAC (100% versus 53,8%; p=0,008). Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor 54% van de patiënten in de TP-groep en 48% van de patiënten in de TAC-groep.

De onderzoekers concluderen dat TP vergeleken met TAC resulteerde in een significant beter pCR-percentage, met manageable toxiciteitsprofiel.

1.Jiao D, Qiao J, Sun X et al. Application of neoadjuvant docetaxel plus cisplatin in early-stage triple negative breast cancer (HELEN-001): results from a phase II trial. Clin Cancer Res 2025; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 2 HELEN-001 trial in China found that among patient with stage II-III TNBC, neoadjuvant docetaxel-cisplatin compared with docetaxel-doxorubicin-cyclophosphamide resulted in significantly improved pCR rate with a manageable toxicity profile.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)