Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van neoadjuvant toripalimab met of zonder celecoxib voor dMMR/MSI-H LA-CRC: vijf-jaar follow-up (0)
2025-09-14 15:00   ( Nieuws )
Tags:  PICC trial
Er is weinig informatie beschikbaar over lange-termijn uitkomsten van patiënten die neoadjuvante PD-1 blokkade krijgen voor dMMR of MSI-H lokaal-gevorderd colorectaalcarcinoom (LA-CRC). De niet-comparatieve gerandomiseerde fase 2-studie PICC van Sun Yat-sen Universiteit (Guangzhou, China) heeft neoadjuvant toripalimab met of zonder celecoxib voor deze patiënten geëvalueerd. Prof. Huabin Hu en collega’s publiceren vijf-jaar follow-up resultaten van de studie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde 34 patiënten met stadium II of III dMMR of MSI-H LA-CRC die werden gerandomiseerd naar zes cycli neoadjuvant toripalimab plus celecoxib (n=17) of alleen toripalimab (n=17), gevolgd door chirurgie. De mediane follow-up op het moment van de nu gepubliceerde analyse was 61,9 maanden (IQR 55,8-63,6). In geen van beide groepen werd tijdens de follow-up recidief gezien. De vijf-jaars percentages voor overall survival, ziektespecifieke overleving, gebeurtenisvrije overleving, en ziektevrije overleving in de combinatiegroep en de toripalimab-monotherapiegroep waren 100% respectievelijk 94%, 100% respectievelijk 100%, 100% respectievelijk 93%, en 100% respectievelijk 93%. Adverse events waren voornamelijk graad 1 of 2; slechts twee patiënten hadden graad 3 of hoger gebeurtenissen. Drie jaar na de chirurgie rapporteerden patiënten in beide groepen hoge QLQ-C30 functiescores (86,7-100) en lage symptoombelasting (voornamelijk <10,0)

De onderzoekers concluderen dat neoadjuvant toripalimab met of zonder celecoxib resulteerde in bemoedigende lange-termijn uitkomsten onder patiënten met dMMR of MSI-H LA-CRC.

1.Shen X, Cai Y, Li W et al. Neoadjuvant PD-1 blockade with toripalimab with or without celecoxib for patients with mismatch repair-deficient or microsatellite instability-high, locally advanced, colorectal cancer (PICC): long-term outcomes of a single-centre, parallel-group, non-comparative, randomised phase 2 trial. eClinMed 2025.103499

Summary: Long-term follow-up of the phase 2 PICC trial in China found encouraging 5-year survival among patients with dMMR/MSI-H locally advanced colorectal cancer receiving neoadjuvant toripalimab with or without celecoxib.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cohortstudie van overlevingsimpact van non-adherentie aan adjuvante endocriene therapie voor mammacarcinoom (0)
2025-09-14 12:00   ( Nieuws )
Tags:  ER-positive breast cancer adherence to adjuvant AET
Dr. Theodoros FoukakisAdjuvante endocriene therapie (AET) met combinatie van GnRHa plus tamoxifen of aromataseremmers verbetert de overleving van premenopauzale vrouwen met mammacarcinoom vergeleken met alleen tamoxifen. Een bevolkings-gebaseerde retrospectieve cohortstudie in de Zweedse Stockholm-Gotland regio heeft adherentie aan deze therapie en de impact daarvan op de overleving geïnventariseerd. Dr. Theodoros Foukakis (Karolinska Instituut, Stockholm) en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde 16.488 patiënten die tussen begin 2007 en eind 2020 orale AET voorgeschreven kregen. Adherentie werd gedefinieerd als medication possession ratio van tenminste 80% over vijf jaar voor orale AET (tamoxifen of aromataseremmer) en over twee jaar voor GnRHa.De adherentie was 86% voor aromataseremmers, 79% voor tamoxifen, en 75% voor combinaties van deze middelen van GnRHa. Vergeleken met aromataseremmers was de aOR voor niet-adherentie 1,40 (95%-bti 1,27-1,55) voor tamoxifen; 2,73 (2,19-3,40) voor tamoxifen plus GnRHa; en 2,92 voor aromataseremmer plus GnRHa. De invasieve mammacarcinoomvrije overleving aHRs in één-jaars respectievelijk vijf-jaars landmarkanalyse waren 1,43 (95%-bti 1,26-1,64) respectievelijk 1,19 (1,04-1,35).

De onderzoekers concluderen dat de adherentie aan combinatieregimes slechter was dan aan single AET, en dat nonadherentie geassocieerd was met slechtere overleving.

1.Eriksson Bergman L, Matikas A, Liu X, Foukakis T et al. Adherence to adjuvant endocrine therapy including GnRH-analogues and survival: a population-based cohort study. eClinMed 2025.103493

Summary: A population-based cohort study in Sweden found that among patients prescribed adjuvant endocrine therapy (AET) for early invasive ER-positive breast cancer, adherence was lower to combination regimens than to single AET, and non-adherence was associated with poorer survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Verhoogd risico van infecties in sluimerend multipel myeloom (0)
2025-09-13 15:00   ( Nieuws )
Tags:  iStopMM study SMM infections
Dr. Sigrún ThorsteindóttirInfecties zijn een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit in multipel myeloom (MM). Een verhoogd risico van infectie is aangetoond in monoclonal gammopathy of undetermined significance (MGUS). De iStopMM studie van de Universiteit van IJsland in Reykjavik heeft het risico van infecties geïnventariseerd in personen met sluimerend multipel myeloom (SMM). Dr. Sigrún Thorsteindóttir en collega’s publiceren de studie in Leukemia.1

iStopMM screende 75.422 personen in de leeftijd van 40 jaar en ouder op MM-voorlopers. Personen met een diagnose SMM werden 1:5 gematcht voor leeftijd en geslacht met MGUS-vrije personen en 1:1 gematcht met MGUS-personen. De vergelijking tussen SMM en MGUS-vrij telde 162 respectievelijk 810 personen en de vergelijking tussen SMM en MGUS telde 188 personen in beide groepen. Vergeleken met MGUS-vrij had SMM een verhoogd risico van infecties (HR 1,36; 95%-bti 1,07-1,73) en antibacteriële prescriptie (1,24; 1,01-1,52) en vergeleken met MGUS had SMM eveneens een verhoogd risico van infecties (1,37; 1,00-1,87). Correctie voor immunoparese resulteerde in verzwakking van de associaties, hetgeen zou kunnen betekenen dat immunoparese ten dele het risico van infectie kan mediëren.

De onderzoekers concluderen dat personen met SMM een verhoogd risico van infectie hebben, zowel vergeleken met personen met MGUS als vergeleken met MGUS-vrije personen.

1.Sloth Andersen L, Berenguer Navarro R, Ekberg S et al. Increased risk of infections in smoldering multiple myeloma: results from the screened iStopMM study. Leukemia 2025-02762-9

Summary: The iStopMM study found that persons diagnosed with smoldering multiple myeloma had an increased risk of infections, compared to both persons with monoclonal gammopathy of undetermined significance and to individuals without multiple myeloma precursors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Testen van circulerend tumor DNA en tumorweefsel voor pancreatobiliaire tumoren (0)
2025-09-13 13:30   ( Nieuws )
Tags:  Testen van circulerend tumor DNA en tumorweefsel voor pancreatobiliaire tumoren
Dr. Hani BabikerDe prognose van gevorderde pancreaticobiliaire tumoren is slecht. Next-generation sequencing (NGS) van tumorweefsel wordt vaak gebruikt voor het identificeren van actionabele veranderingen, maar in sommige gevallen is te weinig weefsel beschikbaar voor betrouwbare analyse. Een retrospectieve studie in de Verenigde Staten heeft onderzocht of testen van circulerend tumor DNA is geschikt alternatief is. Dr. Hani Babiker (Mayo Clinic Florida, Jacksonville) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 570 patiënten met gevorderd pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC; mediane leeftijd 64 jaar; IQR 33-84; 46,5% vrouwen) en 220 patiënten met gevorderd cholangiocarcinoom (CC; mediane leeftijd 66 jaar; IQR 42-88; 43,2% vrouwen). Er waren 461 PDAC-patiënten en 192 CC-patiënten die ctDNA-testen ondergingen en 239 PDAC-patiënten en 70 CC-patiënten die ctDNA-testen ondergingen. De mutation concordance rates (mCR) tussen weefseltesten en ctDNA-testen was zowel voor PDAC (Spearman correlation 0,47; p<0.001) als voor CC (0,56; p<0,001) significant. Een subgroep van de PDAC-patiënten onderging seriële ctDNA-testen; analyses van deze testen identificeerden markers van progressieve ziekte.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met pancreaticobiliaire tumoren ctDNA-testen een geschikt alternatief is als te weinig tumorweefsel beschikbaar is voor analyse.

1.Mahadevia H, Majeed U, Patel J et al. Circulating tumor DNA and tissue testing for pancreaticobiliary tumors. JAMA Network Open 2025;8:e2531373

Summary: A multicenter retrospective cohort study in the USA found that in patients with pancreatobiliary tumors, there was a significant mutation concordance rate between ctDNA and tissue testing.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Monocenterstudie van stereotactische radiochirurgie voor spinale metastasen van longcarcinoom (0)
2025-09-13 12:00   ( Nieuws )
Tags:  lung cancer spinal metastases SRS
Prof. Peter GersztenPatiënten met spinale metastasen van longcarcinoom hebben vaak symptomen van pijn en neurologische defecten. Een retrospectieve studie van de University of Pittsburgh (PA) heeft uitkomsten met stereotactische radiochirurgie (SRS) voor deze patiënten geïnventariseerd. Prof. Peter Gerszten en collega’s publiceren de studie in het Journal of Neuro-Oncology.1

De studie includeerde 122 patiënten met 167 lesies die tussen begin 2003 en eind 2023 SRS ondergingen. De mediane single-fraction dose was 16 Gy (range 12-20), terwijl multifractie behandelingen bestonden uit 18-30 Gy in twee tot vijf fracties. Voor aanvang van de SRS hadden 21 lesies (13%) open chirurgie ondergaan en waren 131 lesies (78%) behandeld met EBRT. De mediane follow-up na SRS was 4 maanden (range 1-133). Lokaal recidief werd gezien in vijftien lesies (9%) na mediaan 5 maanden (range 1-10). De zes- en twaalf-maands percentages voor lokale controle waren 88% respectievelijk 75%. De patiënt-gerapporteerde pijn bleef voornamelijk (67%) stabiel of verbeterde. Toename van de pijn was geassocieerd met inferieure lokale controle (HR 22,7; p<0,01) en ontwikkeling van stralings-geïnduceerde wervelcompressiefracturen (OR 34,2; p<0,01). De zes- en twaalf-maands percentages voor overall survival waren 45% respectievelijk 23%. Er waren 31 stralings-geassocieerde toxiciteiten (19%) waaronder 13 wervelcompressiefracturen (8%).

De onderzoekers concluderen dat SRS lokale controle en pijnpalliatie leverde onder patiënten met spinale metastasen van longcarcinoom.

1.Kann MR, Adida S, Taori S et al. Stereotactic radiosurgery for lung cancer spinal metastases. J Neuro-Oncol 2025-05221-8

Summary: A retrospective study at the University of Pittsburg (PA) found that among patients with lung cancer spinal metastases, radiosurgery provides local control and pain palliation with minimal rates of toxicity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van methylcobalamine voor capecitabine-geïnduceerd hand-voetsyndroom in HER2-negatief EBC (0)
2025-09-12 15:00   ( Nieuws )
Tags:  HER2-negative early breast cancer methylcobalamin
Gebruik van adjuvante capecitabine-chemotherapie kan het riscio van hand-voet sydroom (HFS) verhogen. Een fase 3-studie in China heeft de werkzaamheid geïnventariseerd van methylcobalamine voor HFS in patiënten die capecitabine kregen voor HER2-negatief vroeg-stadium mammacarcinoom. Prof. Chang Gong (Sun Yat-sen University Cancer Center. Guangzhou) en collega’s publiceren de studie in BMJ.1

De studie includeerde 234 patiënten in de leeftijd van 18 tot 75 jaar, die adjuvant capecitabine kregen voor HER2-negatief EBC. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar ten hoogste 24 weken oraal methylcobalamine 0,5 mg drie maal daags of placebo. Het primaire eindpunt was incidentie van eerste graad 2 of hoger HFS tijdens de capecitabine-behandeling. Deze incidentie was 14,5% in de methylcobalaminegroep en 29,1% in de placebogroep (p=0,003). Discontinuering wegens HFS vond plaats in 7,7% van de patiënten in de methylcobalaminegroep en 13,7% van de patiënten in de placebogroep. Incidentie van andere adverse events verschilde niet significant tussen de groepen (75,2% versus 81,2%).

De onderzoekers concluderen dat oraal methylcobalamine geassocieerd was met significante verlaging van de incidentie van graad 2 of hoger HFS onder patiënten die adjuvant capecitabine kregen voor HER2-negatief EBC (visual abstract).

1.Xia Y, Zhu Y, Ling L et al. Effect of methylcobalamin on capecitabine induced hand-foot syndrome in patients with HER2 negative early breast cancer: multicentre, double blind, randomised, placebo controlled, phase 3 trial. BMJ 2025;390:e084290

Summary: A phase 3 trial in China found that oral methylcobalamin significantly lowered the incidence of grade ≥2 hand-foot syndrome among women receiving adjuvant capacitabine for HER2 negative early breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van associatie van patiënt-gerapporteerde uitkomsten en overall survival in patiënten met maligniteiten (0)
2025-09-12 13:30   ( Nieuws )
Tags:  PROs and OS in cancer
Ryan HuangEerdere studies hebben associaties laten zien tussen patiënt-gerapporteerde uitkomsten (PROs) en overleving onder patiënten met maligniteiten, maar er is geen duidelijkheid over de prognostische relevantie van specifieke PRO-domeinen. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde gerandomiseerde studies heeft deze relevantie onderzocht. PhD-kandidaat Ryan Huang (University of Toronto, Canada) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Oncology.1

In de literatuur tussen begin 2000 en eind mei 2024 identificeerden de onderzoekers 69 voor het onderwerp relevante prospectieve RCTs met tezamen 44.030 volwassen patiënten, die tenminste één baseline PRO-measure en overall survival (OS) rapporteerden. Eenendertig RCTs werden opgenomen in de meta-analyse. Hogere baseline global health status scores en kwaliteit van leven waren geassocieerd met betere OS (HR 0,99; 95%-bti 0,98-0,99). Fysiek functioneren (HR 0,94; 95%-bti 0,92-0,96) en role functioning (0,96; 0,94-0,98) waren eveneens geassocieerd met betere OS, terwijl hoger symptoombelasting waaronder misselijkheid en braken (1,12; 1,04-1,21), vermoeidheid (1,05; 1,00-1,10), en pijn (1,07; 1,04-1,11) geassocieerd was met slechtere OS. De Egger test liet geen aanwijzingen voor publicatiebias zien.

De onderzoekers concluderen dat PROs onafhankelijke prognostische informatie bieden over overleving van maligniteiten.

1.Huang RS, Chen D, Benour A et al. Patient-reported outcomes as prognostic indicators for overall survival in cancer. A systematic review and meta-analysis. JAMA Oncol 2025.3153

Summary: A systematic review and meta-analysis ystematic review and meta-analysis of 69 RCTs including 44,030 patients with cancer found that baseline patient-reported outcomes capture clinically relevant prognostic information beyond traditional clinical endpoints.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Orale niveaus van Lachnoanaerobaculum en overleving van HNSCC: gepoolde analyse van twee prospectieve studies (0)
2025-09-12 12:00   ( Nieuws )
Tags:  HNSCC salivary Lachnoanaerobaculum spp abundance
Dr. Alexander RühleHet oraal microbioom speelt een belangrijke rol de de respons op behandelingen voor maligniteiten. Een gepoolde analyse van de twee Duitse prospectieve studies SALIVA en ZissTrans heeft de associatie tussen abundantie van Lachnoanaerobaculum spp in speeksel en de overleving van patiënten die (chemo)radiotherapie ondergaan voor hoofd en hals squameus celcarcinoom geïnventariseerd. Dr. Alexander Rühle (Universiteit van Freiburg) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Otolaryngology – Head & Neck Surgery.1



De twee studies includeerden 92 patiënten die definitieve (chemo)radiotherapie kregen voor HNSCC (gemiddelde leeftijd 61,1 ± 7,9 jaar; 83,7% mannen). Voor aanvang van de behandeling stonden de deelnemers speekselmonsters af voor bepaling van de samenstelling van het oraal microbioom middels 16S rRNA gene sequencing. In patiënten met beschikbare data werden gehalten van tumor-infiltrerende lymfocyten geëvalueerd. Het primaire eindpunt van de analyse was locoregionaal-recidiefvrije overleving, en een secundair eindpunt was overall survival.

Op het moment van de laatste follow-up waren 47 patiënten (51%) overleden en was locoregionaal recidief gezien in 28 patiënten (30%). Hogere abundatie van Lachnoanaerobaculum was geassocieerd met substantieel betere LRFS (mediaan 69 versus 11 maanden; HR 0,50; 95%-bti 0,29-0,86) en OS (75 versus 27; 0,54; 0,30-0,98). Deze verschillen bleven significant in multivariate analyse en in analyses van gegevens in The Cancer Microbiome Atlas en The Cancer Genome Atlas. TILs werden geëvalueerd in 76 patiënten. Hogere niveaus van Lachnoanaerobaculum spp waren geassocieerd met hogere CD4-positieve en CD8-positieve TIL-getallen. De abundantie van Lachnoanaerobaculum spp was niet significant geassocieerd met ernstige stralings-geïnduceerd orale mucositis.

De onderzoekers concluderen dat hogere abundantie van Lachnoanaerobaculum spp in speeksel geassocieerd was met beter tumorcontrole en overleving onder patiënten die (chemo)radiotherapie ondergingen voor HNSCC.

1.Rühle A, Krausz M, Monroy Ordonez EB et al. Oral Lachnoanaerobaculum levels and survival in patients with head and neck cancer. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2025.2816

Summary: Pooled analysis of two prospective trials in Germany found that higher salivary abundance of Lachnoanareobaculum spp was associated with improved tumor control and survival in patients undergoing definitive (chemo)radiotherapy for HNSCC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)