
De studie includeerde patiënten met klinisch stadium T1-T3 N1 M0 mammacarcinoom die na neoadjuvante chemotherapie ypN0-status hadden. De patiënten werden gerandomiseerd naar al of niet regionale nodale bestraling. Het primaire eindpunt was interval van vrijblijven van invasief recidief of overlijden aan mammacarcinoom (IBC-RFI). Onder de 1641 geïncludeerde patiënten waren 1556 evalueerbaar voor het primaire eindpunt: 772 in de bestraalde groep en 784 in de niet-bestraalde groep. Na mediane duur van follow-up 59,5 maanden waren 109 IBC-RFI gebeurtenissen vastgesteld: 50 in de bestraalde groep en 59 in de niet-bestraalde groep (92,7% versus 91,8% vrij van recidief; HR 0,88; p=0,51). Regionale nodale bestraling was ook niet geassocieerd met significant beter locoregionaal recidiefvrij interval, afstandsrecidiefvrij interval, ziektevrije overleving, en overall survival. Er waren geen onverwachte adverse events (graad 4: 0,5% in de bestraalde groep versus 0,1% in de niet-bestraalde groep).
De onderzoekers concluderen dat adjuvante regionale nodale bestraling niet resulteerde in lager risico van invasief mammacarcinoom of overlijden aan mammacarcinoom onder patiënten die negatieve axillaire klieren hadden na neoadjuvante chemotherapie.
1.Mamounas EP, Bandos H, White JR et al. Omitting regional nodal irradiation after response to neoadjuvant chemotherapy. N Engl J Med 2025;392:2113-2124
Summary: A multinational phase 3 trial found that adjuvant regional nodal irradiation did not decrease the risk of invasive breast cancer recurrence or death form breast cancer in patients who had negative axillary nodes after neoadjuvant chemotherapy.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)