Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Uitkomsten met routinematige imaging of symptomatische follow-up na resectie van pancreas ductaal adenocarcinoom (0)
2024-11-06 16:06   ( Nieuws )
Tags:  PDAC follow-up after resection
Prof. Hjalmar van SantvoortEr zijn verschillen tussen nationale richtlijnen met betrekking tot de follow-up na resectie van pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC). Een prospectieve studie van de European-African Hepato-Pancreato-Biliary Association heeft de overall survival vergeleken van patiënten die routinematige imaging kregen met die van patiënten die symptomatisch gevolgd werden. Prof. Hjalmar van Santvoort (UMC Utrecht) en collega’s publiceren de studie in JAMA Surgery.1

De studie includeerde 333 patiënten (gemiddelde leeftijd 65 ± 11 jaar; 55% mannen) van 33 centra in dertien landen, die na resectie van PDAC recidief hadden ontwikkeld. De mediane follow-up twee jaar na inclusie van de laatste patiënten was 23 maanden (IQR 30-58). Er waren 98 patiënten (29%) die postoperatief symptomatische follow-up hadden gekregen en 235 (71%) met routinematige imaging. De overall survival was 23 maanden (95%-bti 19-29) in de groep met symptomatische follow-up en 28 maanden (24-30) in de groep met routinematige imaging (p=0,01); de post-recidief overleving was 6 maanden (5-10) versus 12 maanden (9-14; p=0,001). Routinematige imaging was geassocieerd met op recidief gerichte behandeling (aOR 2,57; p=0,01) en langere overall survival (aHR 0,75; p=0,04).

De onderzoekers concluderen dat routinematige follow-up imaging na resectie van PDAC onafhankelijk geassocieerd was met op recidief gerichte behandeling en langere overall survival.

1.Andel PCM, van Goor IWJM, Augustinus S et al. Routine imaging or symptomatic follow-up after resection of pancreatic adenocarcinoma. JAMA Surg 2024.5024

Summary: A multinational prospective study found that routine follow-up imaging compared with symptomatic follow-up after resection for PDAC was independently associated with receiving recurrence-focussed treatment and prolonged overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van veiligheid en werkzaamheid van PD-(L)1 ICIs voor eerder-behandeld gevorderd maligne mesothelioom (0)
2024-11-06 14:30   ( Nieuws )
Tags:  advanced malignant mesothelioma PD-(L)1 immune checkpoint inhibitors
Dr. Oadi ShratehMaligne mesothelioom is een agressieve maligniteit met slechte prognose. Recente studies hebben aanwijzingen opgeleverd voor werkzaamheid van PD-1 en PD-L1 immuuncheckpointremmers (ICIs) voor gevorderd-stadium maligne mesothelioom (asMM). Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft veiligheid en werkzaamheid van PD-(L)1 ICICs voor eerder-behandeld asMM geïnventariseerd. Dr. Oadi Shrateh (AL-Quds Universiteit, Jeruzalem) en collega’s publiceren de analyse in BMC Cancer.1


In de literatuur tot juli 2023 vonden de onderzoekers 15 voor het onderwerp relevante studies met tezamen 1064 patiënten die PD-(L)1 ICIs kregen als tweedelijns behandeling voor asMM. De gepoolde objective response rate was 16% en de gepoolde disease control ratewas 57%. De gepoolde mediane progressievrije overleving was 4,53 maanden (95%-bti 3,40-5,65) en de gepoolde mediane overall survival was 10,51 maanden (9,03-12,00). Treatment-related adverse events werden gezien in 69% van de patiënten (95%-bti 0,50-0,83) en immuun-gerelateerde AEs in 28% (15-46). Er waren geen significante verschillen in veiligheid en werkzaamheid tussen pembrolizumab, nivolumab, en avelumab.

De onderzoekers concluderen dat anti-PD-(L) 1 ICIs werkzaamheid en acceptabele veiligheid hebben onder patiënten met eerder-behandeld asMM.

1.Zafar A, Rasid AA, Moeed A et al. Safety and efficacty of PD-1/PD-L1 immune checkpoint inhibitors in patients with pre-treated advanced stage malignant mesothelioma: a systematic review and meta-analysis. BMC Cancer 2024;24:1353

Summary: Systematic review and meta-analysis of 15 studies found acceptable safety and promising activity of anti-PD-(L)1 immune checkpoint inhibitors for previously treated advanced stage malignant mesothelioma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Veiligheid en werkzaamheid van crizotinib voor MET-gemuteerd gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2024-11-06 13:00   ( Nieuws )
Tags:  Drug Rediscovery Protocol MET-mutated aNSCLC crizotinib
Prof. Emile VoestDe Nederlandse multicenter Drug Rediscovery Protocol (DRUP)-studie onderzoekt werkzaamheid en veiligheid van goedgekeurde gerichte middelen buiten hun oorspronkelijke labels op basis van kenmerken van de tumorcellen van patiënten voor wie geen standaardbehandelingen meer beschikbaar zijn. Een van de onderzochte behandelingen is crizotinib voor MET-gemuteerd gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC). Prof. Emile Voest (NKI Amsterdam) en collega’s publiceren de resultaten in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde dertig al of niet eerder-behandelde patiënten die crizotinib 250 mg tweemaal daags kregen tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Primaire eindpunten waren klinisch profijt (complete respons, partiële respons, of stabiele ziekte gedurende tenminste zestien weken) en veiligheid. Onder de 24 voor respons evalueerbare patiënten na een volledige behandelingscyclus waren er twee met complete respons (8,3%), dertien met partiële respons (54,2%), en twee met stabiele ziekte gedurende tenminste zestien weken, voor een CBR van 70,8% (95%-bti 48,9-87,4). De mediane duur van respons was 9,3 maanden (95%-bti 6,5-NE), de mediane progressievrije overleving was 10,2 maanden (6,0-20,1), en de mediane overall survival was 13,0 maanden (9,0-NE). Twaalf van dertig patiënten (40%) hadden tezamen 23 graad 3 of hoger treatment-related adverse events, die in drie patiënten (10%) resulteerden in discontinuering van de behandeling.

De onderzoekers concluderen dat crizotinib een waardevolle behandelingsoptie is voor patiënten met MET-gemuteerd aNSCLC.

1.Verkerk K, van der Wiel TJWT, Zeverijn LJ et al. Safety, efficacy, and biomarker analyses of critzotinib in MET-mutated non-small cell lung cancer – results from the Drug Rediscovery Protocol. Clin Cancer Res 2024-1925

Summary: The Dutch Drug Rediscovery Protocol found activity and acceptable toxicity of crizotinib in patients with MET-mutated advanced non-small cell lung cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Detectie van actionabele structurele varianten met RNA-NGS toegevoegd aan DNA-NGS in gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2024-11-05 16:00   ( Nieuws )
Tags:  aNSCLC RNA next-generation sequencing DNA next-generation sequencing
Prof. Daniel MorgenszternDe NCCN-richtlijnen voor niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) stellen dat toevoegen van RNA next-generation sequencing (NGS) aan DNA-NGS de detectie van actionabele structurele varianten (aSVs) kan verbeteren. In de klinische praktijk wordt RNA-NGS slechts in beperkte mate gebruikt. Een multicenter retrospectieve cohortstudie in de Verenigde Staten heeft de waarde van toevoegen van RNA-NGS aan DNA-NGS in patiënten met gevorderd NSCLC geïnventariseerd. Prof. Daniel Morgensztern (Washington University, St Louis MO) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 5570 aNSCLC-patiënten met voldoende beschikbaar tumorweefsel voor zowel RNA-NGS als DNA-NGS bepalingen. De mediane leeftijd was 67,8 jaar (IQR 61,3-75,4); 53,7% waren vrouwen. Het primaire eindpunt was detectie van in de NCCN-richtlijn genoemde aSVs (ALK-, ROS1-, RET-, en NTRK1/2/3-fusies en MET exon-14 skipping splicing veranderingen). De figuur laat zien dat de prevalentie van aSVs gedetecteerd met hetzij RNA-NGS of DNA-NGS 8,8% was (n=491) waarvan 86,7% (n=426) werd gedetecteerd met DNA-NGS. Toevoegen van RNA-NGS aan DNA-NGS resulteerde dus in detectie van 15,3% meer patiënten met aSVs, inclusief 14,3% meer patiënten met actionabele fusies en 18,6% meer patiënten met MET exon-14 skipping veranderingen.

De onderzoekers concluderen dat in dit cohort van aNSCLC-patiënten de combinatie van RNA-NGS en DNA-NGS resulteerde in detectie van meer aSVs vergeleken met alleen DNA-NGS.

1.Owen D, Ben-Shachar R, Feliciano J et al. Actionable structural variant detection via RNA-NGS and DNA-NGS in patients with advanced non-small cell lung cancer. JAMA Network Open 2024;7:e 2442970

Summary: A multicenter, retrospective cohort study of aNSCLC–patients in the USA found that combination of RNA next-generation sequencing and DNA next-generation sequencing resulted in detection of more actionable structural variants than DNA next-generation sequencing alone.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overzicht van CAR T-cellen en T-celbehandelingen voor maligniteiten (0)
2024-11-05 14:30   ( Nieuws )
Tags:  CAR T cells and T-cell therapies for cancer
Prof. Christian HinrichsCAR T-cellen zijn T-lymfocyten die genetisch gemodificeerd zijn voor de expressie van een synthetische receptor die een antigeen op het oppervlak van een tumorcel kan herkennen zodat de T-cel de tumorcel elimineert. Een Translational Science Review heeft de gepubliceerde evidentie met betrekking tot CAR T-cellen en T-celtherapie voor maligniteiten samengevat. Prof. Christian Hinrichs (Rutgers Cancer Institute of New Jersey, New Brunswick) en collega’s publiceren het overzicht in JAMA.1

De figuur toont een schematisch overzicht van CAR en andere typen T-celbehandelingen voor maligniteiten. De FDA heeft tot op heden zes CAR T-celproducten goedgekeurd voor zes hematologische maligniteiten: B-cel acute lymfoblastische leukemie (B-ALL), grootcellig B-cel lymfoom (LBCL), folliculair lymfoom (FL), mantelcellymfoom (MCL), chronische lymfocytische leukemie (CLL), en multipel myeloom (MM). Vergeleken met standaard chemotherapie gevolgd door stamceltransplantatie was CAR T-celtherapie geassocieerd met verbetering van de overall survival van patiënten met LBCL (54,6% versus 46,0% na vier jaar). Pediatrische patiënten met ALL hadden duurzame remissie na CAR T-celtherapie: na drie jaar follow-up waren 48% van de studie in leven en vrij van relapse. In eerder-behandelde patiënten met MM resulteerde CAR T-celtherapie in verlenging van de behandelingsvrije remissie vergeleken met standaard-behandelingen. CAR T-celtherapie is geassocieerd met reversibele acute toxiciteiten, zoals cytokine release syndrome in 40% tot 95% van de patiënten en neurologische aandoeningen in 15% tot 65%. Er zijn nog geen CAR T-celbehandelingen goedgekeurd voor solide maligniteiten, maar de tumor infiltrating lymphocyte (TIL)-therapie lifileucel is goedgekeurd voor gevorderd melanoom, en de T-cell receptor (TCR) T-celherapie afamitresgene autoleucel is goedgekeurd voor gevorderd synoviaal sarcoom.

De onderzoekers concluderen dat CAR T-celtherapie de uitkomsten van patiënten met uiteenlopende typen hematologische maligniteiten kan verbeteren, en dat recent goedgekeurde T –lymfocyt gebaseerde behandelingen werkzaamheid hebben laten zien voor solide tumoren.

1.Brudno JN, Maus MV, Hinrichs CS. CAR T cells and T-cell therapies for cancer. A translational science review. JAMA 2024.19462

Summary: A review of published studies summarizes the evidence regarding cellular immunotherapies for cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Casus van respons van prostaatcarcinoom met HER2-expressie op trastuzumab deruxtecan (0)
2024-11-05 13:00   ( Nieuws )
Tags:  HER2-expressing prostate cancer T-DXd
Dr. Coen LapOndanks vorderingen in de behandeling blijft het management van metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom een uitdaging, met treatment-emergent neuroendocrine prostate cancer (t-NEPC) als bijzonder agressief subtype. HER2-overexpressie wordt gezien in een subset van prostaatcarcinomen. Een casusrapport beschrijft werkzaamheid van trastuzumab deruxtecan (T-DXd) voor t-NEPC met HER2-expressie. Dr. Coen Lap (Georgetown University, Washington DC) en collega’s publiceren het rapport in Annals of Internal Medicine.1

De patiënt was een 60 jaar oude man die in maart 2019 de diagnose hoog-volume metastatisch prostaatadenocarcinoom kreeg (grade group 5, Gleason score 4 + 5 = 9). Hij kreeg androgeendeprivatietherapie plus docetaxel, maar zijn PSA niveau steeg. Tijdens de volgende vier jaar kreeg hij zes additionele lijnen therapie. Alle behandelingen resulteerden in korte respons gevolgd door snelle progressie. Hij ontwikkelde symptomatische hersenmetastasen en onderging craniotomie gevolgd door radiotherapie. De histopathologie was consistent met transformatie naar t-NEPC. Immuunhistochemische analyse liet sterke (IHC 3+) expressie van HER2 zien in zowel de primaire tumor als in de hersenmetastasen. In februari 2024 startte hij off-label behandeling met T-DXd. Na vier cycli was het tumorvolume overall met 57% afgenomen. Zijn LDH-waarde normaliseerde en zijn performance status verbeterde.

De onderzoekers concluderen dat T-DXd antitumoractiviteit heeft laten zien in een patiënt met t-NEPC met expressie van HER2.

1.Lap CJ, Rajendran R, Martin JM et al. Response of human epidermal growth factor receptor 2-expressing prostate cancer to trastuzumab deruxtecan. Ann Intern Med 2024; epub ahead of print

Summary: A case report showed activity of trastuzumab deruxtecan for heavily pretreated treatment-emergent neuroendocrine prostate cancer with HER2-expression. 


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Profiel en voorspellers van infectieuze complicaties met daratumumab-gebaseerde behandelingen voor multipel myeloom (0)
2024-11-04 16:00   ( Nieuws )
Tags:  MM daratumumab-based regimens ICs
Prof. Joanna Góra-TyborDaratumumab is het eerste monoklonale antilichaam dat is geïntroduceerd in de klinische praktijk voor de behandeling van multipel myeloom, zowel nieuw-gediagnostiseerd (NDMM) als recidiverend en refractair (RRMM). Daratumumab is echter geassocieerd met verhoogd risico van infectieuze complicaties (ICs). Een retrospectieve real-life studie van de Medische Universiteit van Lodz (Polen) heeft het profiel en voorspellers van ICs met daratumumab-gebaseerde regimes voor NDMM en RRMM geïnventariseerd. Prof. Joanna Góra-Tybor en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

Tussen juli 2019 en april 2024 werden in het ziekenhuis van de Universiteit 49 NDMM- en 90 RRMM-patiënten behandeld met daratumumab-gebaseerde regimes. De meeste (98%) NDMM-patiënten kregen daratumumab-bortezomib-thalidomide-dexamethason (DVTd), terwijl de meerderheid van de RRMM-patiënten (60%) DVd kregen. ICs werden gezien in 55 patiënten (40%). De figuur toont het profiel van deze ICs. Ernstige ICs (graad 3 en hoger) werden gezien in 25 patiënten (18%) die gehospitaliseerd werden van wie er acht (6%) overleden ten gevolge van de ICs. In multivariate analyse geassocieerd was ECOG performance status hoger dan 1 geassocieerd met verhoogd risico van ontwikkeling van ICs (OR 4,36; 95%-bti 1,63-12,27), terwijl normaal hemoglobineniveau bij aanvang van de behandeling geassocieerd was met lager risico van ICs (0,77; 0,61-0,96).

De onderzoekers concluderen dat eenvoudige klinische en laboratoriumbepalingen kunnen bijdragen aan het identificeren van patiënten die vatbaar zijn voor infecties tijdens daratumumab-gebaseerde behandeling voor multipel myeloom.

1.Mikulski D, Kedzior MK, Mirocha G et al. Predictors and profile of severe infectious complications in multiple myeloma patients treated with daratumumab-based regimens: a machine learning model for pneumonia risk. Cancer 2024;16:3709

Summary: A retrospective study at the Medical University of Lodz (Poland) found that among patients who are receiving daratumumab-based regimes for multiple myeloma, hemoglobin levels and ECOG performance status were predictive for severe infectious complications.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van histopathologische prognostische factoren in chirurgisch-behandeld HPV-positief OPSCC (0)
2024-11-04 14:30   ( Nieuws )
Tags:  HPV-positive oropharyngeal squamous cell carcinoma
Dr. Chwee Ming LimDe prevalentie van HPV-positief squameus celcarcinoom van de orofarynx (OPSCC) neemt toe. Onder chirurgisch-behandelde patiënten met HPV-negatief OPSCC zijn ongunstige pathologische kenmerken zoals positieve chirurgische marges, extranodale extensie (ENE), en perineurale invasie geassocieerd met slechtere klinische uitkomsten. Een meta-analyse van gepubliceerde studie heeft onderzocht of dit ook het geval is onder chirurgisch-behandelde patiënten met HPV-positief OPSCC. Dr. Chwee Ming Lim (Singapore General Hospital) en collega’s publiceren de analyse in Annals of Surgical Oncology.1



In de literatuur vonden de onderzoekers 32 studies, met tezamen 31.355 chirurgisch-behandelde patiënten met HPV-positief OPSCC, die klinische uitkomsten rapporteerden in relatie tot dertien verschillende histopathologische kenmerken. In meta-analyse waren ENE en gevorderd pT-stadium geassocieerd met slechtere overall survival (HR 1,80; p<0,0001 respectievelijk HR 3,28; p=0,0025), ziekte-specifieke overleving (3,14; p=0,0327 respectievelijk 3,49; p=0,0043), en ziektevrije overleving (2,03; p=0,0397 respectievelijk 3,66; p=0,0001). Lymfovasculaire invasie (HR 1,46; p=0,0018) en positieve marges (1,50; p=0,0069) waren geassocieerd met slechtere overall survival.

De onderzoekers concluderen dat ENE, gevorderd pT-stadium, positieve marges, en lymfovasculaire invasie ongunstige prognostische markers waren onder chirurgisch-behandelde patiënten met HPV-positief OPSCC.

1.Chua BQY, Chong VWS, Kadir HBA et al. Histopathological prognostic factors of surgically treated HPV-associated oropharyngeal squamous cell carcinoma: a systematic review and meta-analysis. Ann Surg Oncol 2024-16362-x

Summary: Meta-analysis of 32 studies (31,535 patients) found that among surgically treated patients with HPV-positive OPSCC, extranodal extension, advanced pT stage, positive margins, and lymphovascular invasion were adverse histologic prognostic markers.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)