Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Retrospectieve cohortstudie van associatie tussen centrale obesitas en risico van colorectaalcarcinoom (0)
2025-01-17 16:00   ( Nieuws )
Tags:  UK Biobank central obesity and CRC risk
Prof. Hermann BrennerHet percentage van gevallen van colorectaalcarcinoom (CRC) die toe te schrijven zijn aan hoog lichaamsgewicht, bekend als de population attibutable fraction (PAF), wordt gewoonlijk bepaald op basis van body mass index (BMI)-gegevens. Maten voor centrale obesitas, zoals middelomtrek (WC) en middel-/heup-omtrekverhouding (WHR) zijn wellicht betere indicatoren voor adipositas. Een retrospectieve cohortstudie van deelnemers aan de UK Biobank heeft PAFs van CRC-gevallen die zijn toe te schrijven aan hoge WC en WHR geïnventariseerd en vergeleken met aan hoge BMI toe te schrijven PAFs. Prof. Hermann Brenner (Deutsches Krebsforschungszentrum, Heidelberg) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 458.543 deelnemers die bij inclusie (maart 2006 tot augustus 2010) tussen 40 en 70 jaar oud waren en informatie verschaften over hun lichaamsmaten. Tijdens mediaan 11,8 jaar follow-up (IQR 10,9-12,5) werd incident CRC vastgesteld in 5944 deelnemers. De HRs voor associatie met CRC waren lager voor BMI (laagste versus hoogste kwartiel: HR 1,23; 95%-bti 1,14-1,33) dan voor WC (1,37; 1,27-1,49) en voor WHR (1,40; 1,29-1,51); deze associaties werden alleen vergelijkbaar na correctie voor mogelijke reverse causality (prediagnostisch gewichtsverlies) door het excluderen van de eerste jaren follow-up. De figuur laat de verschillende PAFs zien voor alle deelnemers en voor subgroepen.

De onderzoekers concluderen dat in deze cohortstudie van bijna een half mijoen deelnemers, de PAF van CRC toe te schrijven aan te hoog lichaamsgewicht gedefinieerd als hoge BMI aanzienlijk onderschat werd; PAFs op basis van WC en WHR waren consistent en hoger.

1.Safizadeh F, Mandic M, Hoffmeister M, Brenner H. Colorectal cancer and central obesity. JAMA Network Open 2025;8:2454753

Summary: A retrospective cohort study using the UK Biobank found that the population attributable fraction (PAF) of colorectal cancer (CRC) attributable to excess weight, defined as high bdy mass index, was considerably underestimated. The PAFs attributable to high waist circumference and high waist to hip ratio were consistent and much higher.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-studie van intratumorale injectie van mRNA-2752 en pembrolizumab voor hoog-risico ductaal carcinoom in situ (0)
2025-01-17 14:30   ( Nieuws )
Tags:  high-risk DCIS intratumoral injection of mRNA-2752 and pembrolizumab
Prof. Laura EssermanIntratumorale immuuntherapie voor ductaal carcinoom in situ (DCIS) kan wellicht de extensie van chirurgische behandeling verminderen. Een fase 1-studie van de University of California San Francisco heeft intratumorale immuuntherapie voor hoog-risico DCIS geëvalueerd. Prof. Laura Esserman en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde patiënten met hoog-risico DCIS, gedefinieerd als tenminste twee van de volgende kenmerken: jonger dan 45 jaar, tumor groter dan 5 cm, hooggradig, palpabele massa, HR-negatief, of HER2-positief. De geïncludeerde patiënten kregen twee tot vier intratumorale injecties iedere twee tot drie weken van pembrolizumab 2 mg tot 8 mg plus mRNA-2752 (combinatie van IL-23. IL-36γ, en OX40L mRNAs) 1 mg tot 4 mg. Het primaire eindpunt was veiligheid van de behandeling; secundaire eindpunten waren radiologische en pathologische responsen.

De mediane leeftijd van de tien geïncludeerde patiënten was 46 jaar (range 35-80). De mediane grootte van de tumoren was 5,3 cm (range 1,0-10,0). Respons op de behandeling werd gezien in acht van tien patiënten; alle acht patiënten het HER2-positief of HR-negatief DCIS. Drie patiënten hadden complete respons. Drie patiënten met negatieve posttreatment core biopsie resultaten weigerden chirurgie en waren één tot twee jaren later nog ziektevrij. Alle patiënten hadden gedurende een week koorts, malaise, griepachtige symptomen, axillare adenopathie, erytheem, injectieplaats-zwelling, en zwelling in de borst. Eén patiënt had intermittente urticaria gedurende drie maanden. De aanbevolen fase 2-dosering in pembrolizumab 4 mg plus mRNA-2752 1 mg.

De onderzoekers concluderen dat intratumorale injectie van pembrolizumab en mRNA-2752 veilig is en snelle regressie van hoog-risico DCIS kan induceren.

1.Ramlingam K, Woody R, Glencer A et al. Intratumoral injection of mRNA-2752 and pembrolizumab for high-risk ductal carcinoma in situ. A phase 1 nonrandomized clinical trial. JAMA Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: A phase 1 trial at University of California San Francisco found that intratumoral injection of pembrolizumab and mRNA-2752 is safe and may induce rapid regression of high-risk DCIS.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van atezolizumab plus bevacizumab voor eerder lenvatinib-behandeld gevorderd levercelcarcinoom (0)
2025-01-17 13:00   ( Nieuws )
Tags:  aHCC
Dr. Takeshi TereshimaDe combinatie van atezolizumab en bevacizumab is een geaccepteerde eerstelijns optie voor gevorderd levercelcarcinoom (aHCC), maar de werkzaamheid en veiligheid van de combinatie voor aHCC-patiënten die eerder systemische therapie hebben gekregen is niet bekend. Een fase 2-studie in het ziekenhuis van Kanazawa Universiteit (Japan) heeft atezolizumab plus bevacizumab geëvalueerd onder aHCC-patiënten die eerder met lenvatinib behandeld waren. Dr. Takeshi Terashima en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

De studie includeerde 26 patiënten (allen mannen; mediane leeftijd 73,5 jaar) met lenvantinib-voorbehandeld aHCC, die niet in aanmerking kwamen voor locale therapie, en een ECOG performance status hadden van 2 of beter. De patiënten kregen atezolizumab 1200 mg plus bevacizumab 15 mg/kg iedere drie weken. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving vanaf de start van de behandeling. De mediane PFS was 9,70 maanden (95%-bti 2,76-14,99) waarmee de combinatie voldeed aan het vooraf-gespecificeerde criterium voor werkzaamheid. De objective response rate en disease control rate waren 34,6% respectievelijk 73,1%. Zestien patiënten kregen volgende behandelingen, en de mediane overall survival was 17,23 maanden. Adverse events die resulteerden in discontinuering werden gezien in vijf patiënten (19,2%).

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van atezolizumab en bevacizumab een effectieve en veilige optie was voor aHCC-patiënten die eerder met lenvatinib behandeld waren.

1.Tereshima T, Kido H, Takata N et al. Phase II study of atezolizumab and bevacizumab combination therapy for patients with advanced hepatocellular carcinoma previously treated with lenvatinib. Cancers 2025;17:278

Summary: A phase 2 study at Kanazawa University Hospital (Japan) found that the combination of atezolizumab and bevacizumab was effective and safe for patients with advanced hepatocellular carcinoma previously treated with lenvatinib.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van pembrolizumab met of zonder bevacizumab voor platina-resistent recidiverend of metastatisch nasofarynxcarcinoom (0)
2025-01-16 16:00   ( Nieuws )
Tags:  R M NPC pembrolizumab with or without bevacizumab
Prof. Boon-Cher GohVascular endothelial growth factor (VEGF) wordt in nasofarynxcarcinoom (NPC) tot overexpressie gebracht en onderdrukt de antitumor immuunrespons. Een gerandomiseerde fase 2-studie van het National University Cancer Institute en het Tan Tock Seng ziekenhuis, beide in Singapore, heeft de PD-1 remmer pembrolizumab met of zonder de VEGF-remmer bevacizumab geëvalueerd voor platina-resistent recidiverend of metastatisch (R/M) NPC. Prof. Boon-Cher Goh en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde 48 volwassen patiënten (in Singapore 21 jaar of ouder) met platina-resistent R/M NPC en een ECOG performance status 0 of 1. De mediane leeftijd was 56 jaar (IQR 48-65) en 17% van de patiënten waren vrouwen. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar pembrolizumab monotherapie (n=24) of pembrolizumab plus bevacizumab (n=24) iedere drie weken tot radiografische progressie van de ziekte, niet-acceptabele toxiciteit, of voltooiing van 32 cycli. Het primaire eindpunt was door onafhankelijke radiologen beoordeelde objective response rate.

De mediane follow-up was 28,3 maanden (IQR 15,1-55,9). De ORR was 58,3% in de groep met pembrolizumab plus bevacizumab versus 12,5% in de groep met alleen pembrolizumab (RR 4,67; p=0,0010). Graad 3 treatment-related adverse events werden gezien in 29% van de patiënten in de groep met pembrolizumab plus bevacizumab en 8% van de patiënten in de groep met alleen pembrolizumab. Er waren geen graad 4 of 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met platina-resistent R/M NPC de combinatie van pembrolizumab en bevacizumab meer werkzaam was dan pembrolizumab monotherapie, met manageable toxiciteiten.

1.Chong W-Q, Low J-L, Tay JK et al. Pembrolizumab with or without bevacizumab in platinum-resistant recurrent or metastatic nasopharyngeal carcinoma: a randomised, open-label, phase 2 trial. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: A randomized phase 2 trial at two centers in Singapore found that pembrolizumab plus bevacizumab was more efficacious than pembrolizumab monotherapy in platinum-resistant recurrent or metastatic nasopharyngeal carcinoma, with manageable toxicities.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Follow-up van fase 3-studie van trastuzumab emtansine versus trastuzumab voor residueel HER2-positief mammacarcinoom (0)
2025-01-16 14:30   ( Nieuws )
Tags:  KATHERINE trial HER2-positive breast cancer T-DM1
Prof. Charles GeyerDe multinationale fase 3-studie KATHERINE randomiseerde patiënten met HER2-positieve residuele invasieve ziekte in borst of axilla na neoadjuvante therapie met taxaan en trastuzumab naar veertien cycli trastuzumab emtansine (T-DM1; n=743) of trastuzumab (n=743). In 2018 is de primaire analyse van de studie gepubliceerd, die liet zien dat de invasieve-ziektevrije overleving (IDFS) significant beter was in de T-DM1 groep dan in de trastuzumabgroep. Prof. Charles Geyer (University of Pittsburgh PA) en collega’s publiceren nu in The New England Journal of Medicine de finale analyse van de IDFS en een interimanalyse van de overall survival in de studie.1



Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 8,4 jaar. Het eerder gerapporteerde IDFS-voordeel met T-DM1 versus trastuzumab bleef bij langere follow-up behouden (HR 0,54; 95%-bti 0.44-0.66) met zeven-jaars IDFS percentages 80,8% met T-DM1 en 67,1% met trastuzumab. Het risico van overlijden was eveneens significant lager in de T-DM1 groep dan in de trastuzumabgroep (HR 0,66; p=0,001), met zeven-jaars overall survival percentages 89,1% versus 84,4%. Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor 26,1% van de patiënten in de T-DM1 groep en 15,7% van de patiënten in de trastuzumabgroep.

De onderzoekers concluderen dat vergeleken met trastuzumab, T-DM1 de overleving verbeterde met aanhoudende IDFS verbetering onder patiënten met HER2-positief mammacarcinoom met residuele invasieve ziekte na neoadjuvante therapie.

1.Geyer CE, Untch M, Huang C-S et al. Survival with trastuzumab emtansine in residuale HER2-positive breast cancer. N Engl J Med 2025;392:249-257

Summary: At median 8.4 years of follow-up of the multinational phase 3 KATHERINE trial, T-DM1 improved overall survival with sustained improvement in invasive disease-free survival among patients with HER2-positive early breast cancer with residual invasive disease after neoadjuvant therapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van toevoegen van radiotherapie aan eerstelijns behandeling voor oligoprogressief levercelcarcinoom (0)
2025-01-16 12:48   ( Nieuws )
Tags:  oligoprogressive HCC
Prof. Jinbo YueEr is geen duidelijkheid over de optimale behandeling van patiënten met levercelcarcinoom (HCC) met oligoprogressie (ten hoogste 5 metastatische lesies) na eerstelijns systemische therapie (FLST). Een retrospectieve studie in zeven centra in China heeft voortzetten van FLST plus radiotherapie (m-FLST+RT) vergeleken met switchen naar tweedelijns systemische behandeling plus radiotherapie (s-SLST+RT) of alleen s-SLST. Prof. Jinbo Yue (Eerste Medische Universiteit van Shandong) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Radiation Oncology.Biology.Physics.1

De figuur toont het CONSORT diagram. De studie includeerde 154 volwassen HCC-patiënten met oligoprogressie na tenminste drie maanden FLST en een ECOG performance status 2 of beter. Van deze patiënten kregen 42 FLST+RT, switchen 24 naar s-SLST+RT, en switchten 88 naar s-SLST. Het primaire eindpunt van de studie was progressievrije overleving. Deze figuur laat zien dat de mediane PFS 8,6 maanden was in de m-FLST+RT groep, vergeleken met 3,1 maanden in de s-SLST groep en 5,8 maanden in de s-SLST+RT groep. m-FLST+RT was geassocieerd met significant betere PFS vergeleken met s-SLST (HR 3,163; p<0.001) en ook vergeleken met s-SLST+RT (HR 2,183; p=0,008).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met oligoprogressie van HCC na eerstelijns systemische behandeling, voortzetting van deze behandeling onder toevoeging van radiotherapie resulteerde in betere PFS dan switchen naar tweedelijns therapie met of zonder radiotherapie.

1.Leng B, Wang H, Ge Y et al. Maintaining first-line therapy plus radiotherapy may prolong progression-free survival and delay second-line therapy for oligoprogressive hepatocellular carcinoma. Int J Radiat Oncol Biol Phys (2025) 2024.12.038

Summary: A retrospective study at seven centers in China found that among patients with oligoprogressive HCC, addition of radiotherapy while maintaining first-line systemic therapy resulted in longer progression-free survival compared with switching to second-line therapy with or without radiotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter prospectieve studie van MRI versus transurethrale resectie voor stadiëring van nieuw blaascarcinoom (0)
2025-01-15 16:00   ( Nieuws )
Tags:  BladderPath trial bladder cancer MRI versus TURBT
Prof. Nicholas JamesTransurethral resection of bladder tumor (TURBT) is de initiële stadiëringsprocedure voor nieuw blaascarcinoom. In geval van spierinvasief blaascarcinoom (MIBC) kan TURBT leiden tot uitstel van de definitieve behandeling. In de prospectieve BladderPath studie, in zeventien centra in het Verenigd Koninkrijk, is onderzocht of definitieve behandeling van MIBC kan worden bespoedigd door gebruik van flexibele cystoscopische biopsie en multiparametrische MRI (mpMRI) voor initiële stadiëring. Prof. Nicholas James (Institute of Cancer Research, Londen) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De figuur toont het CONSORT diagram van BladderPath. De studie includeerde 143 patiënten met verdenking van BC, die werden gerandomiseerd maar TURBT (n=72; 55 mannen; 15 MIBCs) of initiële mpMRI (n=71; 53 mannen, 14 MIBCs). Er waren twee primaire uitkomsten: feasibiliteit en tijd tot correcte behandeling (TTCT) voor MIBC. Wat betreft feasibiliteit ondergingen 36 van 39 (92%; 95%-bti 79-98) deelnemers met verdenking van MIBC mpMRI. De mediane TTCT voor MIBC was significant korter met initiële mpMRI (n=12; 53 dagen) dan met TURBT (n=14; 98 dagen; p=0,02). Onder de deelnemers met NMIBC was de mediane TTCT niet significant verschillend tussen mpMRI (n=30; 17 dagen) en TURBT (n=28; 14 dagen; p=0,67). Er waren geen ernstige adverse events.

De onderzoekers concluderen dat de mpMRI-route resulteerde in significante verkorting van de TTCT voor MIBC. Incorporeren van mpMRI voorafgaand aan TURBT was was profitabel voor alle patiënten met verdenking van MIBC.

1.Bryan RT, Liu W, Pirrie SJ et al. Randomized comparison of magnetic resonance imaging versus transurethral resection for staging new bladder cancers: results from the prospective BladderPath trial. J Clin Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multicenter prospective BladderPath trial in the UK found that use of flexible cystoscopic biopsy and multiparametric MRI in initial staging of new MIBC led to a significant reduction in time to correct treatment compared with transurethral resection.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen Candida-infectie van de slokdarm en risico van slokdarmcarcinoom in patiënten met achalasie (0)
2025-01-15 14:30   ( Nieuws )
Tags:  achalasia esophageal Candida infection esophageal cancer risk
Dr. Gwenny FuhlerPatiënten met achalasie hebben een verhoogd risico van het ontwikkelen van slokdarmcarcinoom (EC), maar de onderliggende risicofactoren zijn niet bekend. Een retrospectieve cohortstudie van het Erasmus Universiteit Medisch Centrum in Rotterdam heeft de prevalentie van slokdarm Candida-infectie onder patiënten met achalasie en de associatie van Candida-infectie met het risico van EC in deze populatie geïnventariseerd. Dr. Gwenny Fuhler en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 234 patiënten (mediane leeftijd bij diagnose 45 jaar; IQR 32-63; 50% vrouwen) met een diagnose achalasie tussen begin 1980 en juni 2024. De mediane follow-up was 13 jaar (IQR 4-22). Slokdarm Candida-infectie werd gezien in 29 patiënten (12%) en EC werd gezien in 24 patiënten (10%). Analyse van het risico van EC werd uitgevoerd voor 207 patiënten met twee of meer achtereenvolgende endoscopie follow-up bezoeken. De mediane follow-up voor deze groep was 16 jaar (IQR 9-26). De figuur laat zien dat onder deze patiënten slokdarm Candida-infectie onafhankelijk geassocieerd was met verhoogd risico van EC. Ook hogere leeftijd bij diagnose en mannelijk geslacht waren geassocieerd met verhoogd risico van EC.

De onderzoekers concluderen dat geschiedenis van slokdarm Candida-infectie, hogere leeftijd bij diagnose, en mannelijk geslacht geassocieerd waren met verhoogd EC-risico.

1.Guo X, Lam SK, Janmaat VT et al. Esophageal Candida infection and esophageal cancer risk in patients with achalasia. JAMA Network Open 2005;8:e2454685

Summary: A retrospective cohort study at Erasmus UMC (Rotterdam, The Netherlands) found that prior esophageal Candida infection, older age at diagnosis, and male sex were associated with increased risk of esophageal cancer among patients with achalasia.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)