
In de database identificeerden de onderzoekers 6963 patiënten in de leeftijd van 70 jaar en ouder die tussen september 2013 en september 2015 chirurgie onderging voor niet-metastatisch mammacarcinoom. Onder deze patiënten waren er 439 (6,3%) die voldeden aan de ICD-9 definitie van fragiliteit. Een hoger percentage van de patiënten met fragiliteit waren in de leeftijd 85 jaar of ouder (19,3% versus 13,4%; p<0,001), hadden Charlsen Comorbidity Index score 2 of hoger (64,7% versus 16,5%; p<0,001), en ondergingen mastectomie (56,0% versus 49,3%; p<0,001). Lokale en systemische complicaties werden gerapporteerd voor 11,1% respectievelijk 2,8%. Patiënten met versus zonder fragiliteit hadden hogere percentages lokale (15,1% versus 10,8%; p=0,006) en systemische (4,8% versus 2,7%; p=0,009) complicaties. In gecorrigeerde analyses was fragiliteit geassocieerd met hogere waarschijnlijkheid van lokale (OR 1,48; 95%-bti 1,12-1,96) en systemische (1,76; 1,10-2,81) complicaties. Chronologische leeftijd was niet geassocieerd met waarschijnlijkheid van complicaties. Mastectomie en axillaire chirurgie waren onafhankelijk geassocieerd met hogere waarschijnlijkheid van lokale maar niet systemische complicaties.
De onderzoekers concluderen dat fragiliteit en niet alleen chronologische leeftijd dient te worden overwogen bij de chirurgische planning voor mammacarcinoom.
1.Lorentzen EH, Chen Y-J, Morton C et al. Frailty and postoperative complications in older adults with nonmetastatic breast cancer. JAMA Network Open 2025;8:e2531841
Summary: Analysis of the SEER-Medicare database found that fragility and not chronological age alone should be considered in decision-making and planning in surgery for nonmetastatic breast cancer in older patients.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)