Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 1-2 studie van op CD20 en CD19 gerichte CAR T-cellen voor recidiverend of refractair mantelcellymfoom (0)
2025-04-01 15:00   ( Nieuws )
Tags:  R R MCL lentiviral anti-CD20 anti-CD19 CAR T cells
Dr. Nirav ShahMantelcellymfoom (MCL) is een agressieve B-cel maligniteit gekenmerkt door hoge CD20-expressie. Een fase 1-2 studie van het Medical College of Wisconsin (Milwaukee) heeft lentirviraal geproduceerde op zowel CD20 als CD19 gerichte CAR T-cellen (‘LV20.19’) voor recidiverend of refractair (R/R) MCL geëvalueerd. Dr. Nirav Shah en collega’s publiceren publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde MCL-patiënten na twee eerdere lijnen behandeling of met relapse na transplantatie. LV20.19 CAR T-cellen werden geproduceerd volgens een aangepaste CliniMACS Prodigy procedure. Zeventien patiënten (drie in fase 1; veertien in fase 2) kregen een enkele dosis van LV20-19 CAR T-cellen in dosering 2,5 x 106 cellen per kg. Complete respons werd gezien in 88% en partiële respons in 12% voor een objective response rate van 100%. Op het moment van de nu gepubliceerd analyse was relapse gezien in twee patiënten. Met mediane duur van follow-up 15,8 maanden zijn mediane progressievrije overleving en overall survival niet bereikt. Cytokine release syndrome werd gezien in zestien patiënten (94%), alleen graad 1 of 2, en drie patiënten (18%) hadden immune effector cell-associated neurotoxicity syndrome in de eerste 28 dagen, onder wie twee met reversibele graad 3 toxiciteit. Nonrelapse mortality in de setting van B-cel aplasie trof drie patiënten (18%).

De onderzoekers concluderen dat LV20.19 CAR T-cellen feasible, veilig, en werkzaam zijn voor R/R MCL.

1.Shah N, Colina A, Johnson BD et al. Phase I/II study of adaptive manufactured lentiviral anti-CD20/anti-CD19 chimeric antigen receptor T cells for relapsed, refractory mantle cell lymphoma. J Clin Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: A phase 1-2 trial at the Medical College of Wisconsin (Milwaukee) found activity of anti-CD20 and anti-CD19 CAR T cells for relapsed or refractory mantle cell lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van uitkomsten van multipel-myeloompatiënten die autoHCT ondergaan na suboptimale pretransplantie respons (0)
2025-04-01 13:30   ( Nieuws )
Tags:  NDMM outcomes after suboptimal pretransplant respons
Prof. Muzaffar QazilbashEr is weinig informatie beschikbaar over uitkomsten van patiënten met nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom die autologe stamceltransplantatie ondergaan na suboptimale respons op inductietherapie. Een retrospectieve studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft deze uitkomsten geïnventariseerd. Prof. Muzaffar Qazilbash en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Haematology.1


Tussen begin 2005 en eind 2021 ondergingen 1109 NDMM-patiënten autoHCT na minder dan very good partial response (VGPR) op inductietherapie. De mediane progressievrije overleving en overall survival in het gehele cohort waren 38,6 maanden (95%-bti 35,9-41,9) respectievelijk 103,8 maanden (96,4-113,2). Patiënten met hoog-risico cytogenetische abnormaliteiten hadden een mediane PFS en OS van 24,8 respectievelijk 69,9 maanden. In multivariabele analysie was gebruik van post-transplantatie onderhoudsbehandeling en bereiken van complete respons als beste post-transplantatie respons geassocieerd met superieure PFS en OS.


De onderzoekers concluderen dat patiënten met een pre-transplantatie respons slechter dan VGPR een mediane PFS hadden langer dan drie jaar en een mediane OS langer dan acht jaar, en dat post-transplantatie onderhoud de overlevingsuitkomsten verder verbeterden..

1.Pasvolsky O, Abid MB, Milton DR et al. Outcomes of patients with multiple myeloma undergoing autologous transplant with suboptimal pretransplant response. Br J Haematol 2025.20062

Summary: A retrospective study at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found that patients with newly diagnosed multiple myeloma undergoing autoHCT after less than very good partial response to pretransplant induction had a median PFS of longer than 3 years and median OS of longer than 8 years. Post-transplant maintenance further improved survival outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve real-world analyse van genomisch landschap van kleincellig longcarcinoom in never-smoking patiënten (0)
2025-04-01 12:00   ( Nieuws )
Tags:  SCLC genomic landscape in never-smoking patients
Prof. Jonathan GoldmanKleincellig longcarcinoom wordt voornamelijk gezien in patiënten met rookgeschiedenis. Eerder rapporten suggereren dan SCLC in patiënten die nooit gerookt hebben unieke genmische kenmerken heeft. Een retrospectieve analyse van patiënten in de Tempus klinisch-genomische database heeft het genomisch landschap van SCLC in nooit-rokende patiënten geïnventariseerd. Prof. Jonathan Goldman (University of California Los Angeles) en collega’s publiceren de analyse in Clinical Lung Cancer.1


In de database identificeerden de onderzoekers 54 SCLC-patiënten die rapporteerden nooit gerookt te hebben (NS) en 608 SCLC-patiënten die current/former smokers waren (C/FS). De tumoren werden gesequenced met the Tempus xT assay, een 648-genen DNA panel en whole exome capture RNA-sequencing. Vergeleken met CF/S-patiënten hadden NS-patiënten een hogere waarschijnlijkheid van vrouwelijk geslacht (70% versus 55%). Tumoren van NS-patiënten hadden lagere prevalentie van TP53-mutaties (59% versus 85%) maar geen significant verschillende prevalentie van RB1-mutaties (57% versus 63%). Tumoren van NS-patiënten hadden hogere prevalentie van EGFR-mutaties (26% versus 2,6%), PIK3CA-mutaties (15% versus 3,6%), en OS9-mutaties (5.6% versus 0). Vergelijkbare verschillen werden gevonden na exclusie van patiënten met transformatie van NSCLC of gecombineerde SCLC-NSCLC presentatie. Tumoren van NS-patiënten hadden lagere tumormutatiebelasting en lagere immuuncelinfiltratie.

De onderzoekers concluderen dat het mutatielandschap van SCLC in NS-patiënten significant verschilt van dat in C/FS-patiënten, hetgeen suggereert dat SCLC in NS-patiënten een afzonderlijke genomische entiteit is.

1.Oh MS, Garon EB, Lisberg AE et al. Brief report: the genomic landscape of small cell lung cancer in never-smoking patients. Clin Lung Cancer 2025.03.011

Summary: Retrospective analysis of the Tempus clinicogenomic database found that the mutational landscape of SCLC in never-smoking patients significantly differs from that of former-smoking and current-smoking patients, suggesting that SCLC in never-smoking patients may represent a distinct genomic entity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Real-world analyse van correlatie tussen invasieve-ziektevrije overleving en overall survival in HR+/HER2- vroeg mammacarcinoom (0)
2025-03-31 15:00   ( Nieuws )
Tags:  HR+ HER2- EBC correlation of IDFS and OS
Dr. Stephanie GraffOverall survival (OS) is de gouden standaard voor klinisch profijt in de oncologie, maar het detecteren van voldoende OS-gebeurtenissen vereist lange-termijn follow-up. Voor het detecteren van invasieve-ziektevrije overleving (IDFS) kan worden volstaan met kortere follow-up. Een multinationale real-world analyse heeft de waarde van IDFS als surrogaat-eindpunt voor OS na chirurgie voor HR-positief HER2-negatief vroeg-stadium mammacarcinoom (HR+ HER2- EBC) onderzocht. Dr. Stephanie Graff (Brown University, Providence RI) en collega’s publiceren de analyse in Cancer.1

De gemiddelde leeftijd van de 3133 geïncludeerde patiënten was 58,4 jaar; 98,8% waren vrouwen; 29,9% waren premenopauzaal; en 80,9% hadden stadium II ziekte. Tijdens mediaan 55,1 maanden werden 1103 (35,2%) IDFS-gebeurtenissen en 554 (17,7%) OS-gebeurtenissen geregistreerd. IDFS en OS vertoonden een positieve, sterke, en klinisch relevante correlatie (Spearman ρ 0,88; iteratieve multipele imputatie ρ 0.83; p<0,0001 voor beide). IDFS verklaarde 82% van de variatie in OS (R2=0,82). De resultaten van alle subgroepanalyses waren consistent met die van de overall populatie.

De onderzoekers concluderen dat IDFS een betrouwbaar surrogaat eindpunt is voor OS in adjuvant HR+ HER2- EBC.

1.Graff SL, Tolaney SM, Hart LL et al. Correlation analysis of invasive disease-free survival and overall survival in a real-world population of patients with HR+/HER2- early breast cancer. Cancer 2025.35817

Summary: Multinational retrospective analysis found very strong, positive correlations between IDFS and OS in adjuvant HR-positive HER2-negative early breast cancer.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Systematisch overzicht en meta-analyse van perioperatieve chemotherapie voor dMMR/MSI-H maagcarcinoom (0)
2025-03-31 13:30   ( Nieuws )
Tags:  dMMR MSI-H GC perioperative chemotherapy
Prof. Bo ZhangEr is geen consensus over de waarde van perioperatieve chemotherapie voor deficient mismatch repair of microsatellite instability-high maagcarcinoom (dMMR/MSI-H GC). Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft uitkomsten met perioperatieve chemotherapie vergeleken met die van alleen chirurgie. Prof. Bo Zhang (Sichuan Universiteit, Chengdu, China) en collega’s publiceren de analyse in Cancer.1

De analyse includeerde 22 studies, met tezamen ongeveer 1600 patiënten met dMMR/MSI-H GC. Perioperatieve chemotherapie was niet geassocieerd met betere overall survival (HR 0,85; 95%-bti 0,58-1,26) of ziektevrije overleving (0,77; 0,53-1,12). In multivariabele subgroepanalyses werd geen verbetering van OS of DFS gezien met neoadjuvante chemotherapie of adjuvante chemotherapie. Ook in stadium-gestratificeerde analyse werd geen verbetering van OS gezien met adjuvante chemotherapie voor stadium II of stadium III ziekte.

De onderzoekers concluderen dat perioperatieve chemotherapie niet geassocieerd was met betere overlevingsuitkomsten onder patiënten met dMMR/MSI-H GC.

1.Liu B, Shen C, Yin X et al. Perioperative chemotherapy for gastric cancer patients with microsatellite instability or deficient mismatch repair: a systematic review and meta-analysis. Cancer 2025.35831

Summary: Systematic review and meta-analysis of 22 studies (1600 patients) found that perioperative chemotherapy did not improve overall survival or disease-free survival in patients with resectable dMMR/MSI-H gastric cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prospectieve studie van detectie van longcarcinoom door elektronische-neusanalyse van uitgeademde lucht (0)
2025-03-31 11:53   ( Nieuws )
Tags:  lung cancer diagnosis eNose
Prof. Michel van den HeuvelEr zijn aanwijzingen voor bruikbaarheid van een elektronische neus (eNose) voor de detectie van longcarcinoom, maar deze aanwijzingen zijn niet gevalideerd in prospectieve studies. Een Nederlandse multicenterstudie heeft een gepubliceerd eNose-model extern gevalideerd voor de diagnose longcarcinoom onder COPD-patiënten, en heeft de diagnostische performance van eNose en een nieuw cloud-connected eNose-model (SpiroNose) in een meer algemene populatie geïnventariseerd. Prof. Michel van den Heuvel (Radboud UMC, Nijmegen) en collega’s publiceren de studie in Annals of Oncology.1



De studie includeerde 364 volwassenen met klinische en/of radiologische verdenking van longcarcinoom in thorax-oncologie outpatient-klinieken. Analyse van de uitgeademde lucht met het oorspronkelijke eNose-model detecteerde longcarcinoom met een ROC-AUC van 0,92 (95%-bti 0,85-0,99) onder COPD-patiënten (n=98/116; 84%) en 0,80 (0,75-0,85) onder alle deelnemers (216/394; 59%). Bij 95% sensitiviteit waren de specificiteit, positieve voorspellende waarde, en negatieve voorspellende waarde 72% en 51%, respectievelijk 95% en 74%, en 72% en 88%. In het validatiecohort identificeerde het nieuwe eNose-model longcarcinoom onder alle deelenmers (n=72/121; 60%) met een ROC-AUC van 0.83 (95%-bti 0,75-0,91), 94% sensitiviteit, 63% specificiteit, positieve voorspellende waarde 79%, en negatieve voorspellende waarde 89%. Accurate detectie was consistent onder patiënten met verschillende klinische en tumorkenmerken en ziektestadia.

De onderzoekers concluderen dat de studie bevestigt dat eNose-analyse van uitgeademde lucht accurate detect van longcarcinoom mogelijk maakt.

1.Buma AIG, Muntinghe-Wagenaar MB, van der Voort V et al. Lung cancer detection by electronic nose analysis of exhaled breath: a multicenter prospective external validation study. Ann Oncol 2025.03.013

Summary: A multicenter prospective external validation study in The Netherlands found that electronic nose analysis of exhaled breath enables accurate lung cancer detection, irrespective of tumor characteristics, disease stage, and clinical characteristics.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van real-world impact van laaggradige toxiciteit van adjuvant pembrolizumab in stadium III melanoom (0)
2025-03-30 16:00   ( Nieuws )
Tags:  stage III melanoma adjuvant pembrolizumab low-grade toxicities

Dr. Nasreen Abdul AzizNa chirurgische resectie van stadium III melanoom kunnen adjuvante immuuncheckpointremmers gebruikt worden om het risico van recidief te verlagen. Deze middelen zijn geassocieerd met een risico van bijwerkingen. De impact van hooggradige (graad 3 en 4) toxiciteiten op de kwaliteit van leven en voortzetting van de behandeling is goed gekarakteriseerd, maar de impact van laaggradige toxiciteiten (1 en 2) is niet goed bekend. Een retrospectieve studie in twee centra in Noord-Ierland en Engeland heeft deze impact geïnventariseerd. Dr. Nasreen Abdul Aziz (Belfast City Hospital) en collega’s publiceren de studie in JCO Oncology Practice.1

Tussen december 2019 en december 2022 kregen in de twee centra 142 patiënten adjuvant pembrolizumab na resectie van stadium III melanoom, van wie 67 (47%) een jaar pembrolizumab voltooiden. De mediane recidiefvrije overleving was 36,2 maanden. Honderd patiënten (70%) hadden behandelings-gerelateerde toxiciteit, onder wie 72 (51%) alleen laaggradige toxiciteit hadden. Onder de patiënten met alleen laaggradige toxiciteit werden 15% gehospitaliseerd, discontinueerden 31% de behandeling vanwege toxiciteit, en hadden 33% immuunsuppressie nodig. Het percentage patiënten met voortijdige discontinuering van de behandeling was hoger onder patiënten in de leeftijd van 65 jaar en ouder dan onder jongere patiënten (66% versus 38%; p<0,001).

De onderzoekers concluderen dat laaggradige toxiciteit een substantiële belasting betekent voor patiënten met adjuvant pembrolizumab krijgen na resectie van stadium III melanoom.

1.Abdul Aziz N, Burke D, Ragavan S et al. Real-world impact of low-grade toxicities to adjuvant pembrolizumab in stage III melanoma. JCO Oncology Practice (2025) 24-01013

Summary: A retrospective study at two centers in Northern Ireland and England found that there is a substantial burden of low-grade toxicity in patients undergoing adjuvant pembrolizumab treatment for stage III melanoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van patiëntvolume van behandelcentrum met behandeling en overleving van intracranieel meningeoom (0)
2025-03-30 12:00   ( Nieuws )
Tags:  intracranial meningioma hospital volume status
Dr. Jamie Van GompelHet is denkbaar dat een hoger patiëntvolume van het behandelcentrum geassocieerd is met betere uitkomsten van patiënten met maligniteiten. Een retrospectieve analyse van de National Cancer Database heeft de associatie tussen patiëntvolume van ziekenhuizen in de Verenigde Staten en behandelingen en overlevingsuitkomsten van patiënten met intracranieel meningeoom geïnventariseerd. Dr. Jamie Van Gompel (Mayo Clinic, Rochester MN) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Neuro-Oncology.1

In de NCDB identificeerden de onderzoekers 181.401 patiënten die tussen begin 2004 en eind 2019 werden behandeld voor intracranieel meningeoom. Hoog patiëntvolume van een centrum werd gedefinieerd als meer dan 45 meningeoomprocedures per jaar (top-15%). Onder de patiënten in de analyse werd 15,6% behandeld in een hoog-volumecentrum. In gecorrigeerde analyses hadden patiënten een hogere waarschijnlijkheid van behandeling in een hoog-volumecentrum als ze particuliere verzekeringsstatus hadden (OR 1,25; p<0,01). Patiënten die in hoog-volume centra werden behandeld hadden hogere waarschijnlijkheid van ontvangst van chirurgie (OR 1,43; p<0.01), radiotherapie (1,15; p<0,01), en stereotactische radiochirurgie (1,56; p<0,01) en lagere waarschijnlijkheid van heropname binnen dertig dagen (0,86; p=0,01). In multivariabele analyse was behandeling in een hoog-volumecentrum voorspellend voor langer overleving (HR 0,62; p<0,01).

De onderzoekers concluderen dat patiëntvolume van een behandelcentrum geassocieerd is met behandelingen en uitkomsten van patiënten met intracranieel meningeoom.

1.Horowitz MA, Brown NJ, Gendreau J et al. The association of hospital volume status with treatment and survival outcomes of intracranial meningioma patients: a multivariable analysis of the National Cancer Database. J Neuro-Oncol 2025-05011-2

Summary: Retrospective analysis of the National Cancer Database found that among patients with intracranial meningioma, those treated at high-volume centers were more likely to receive surgery, radiotherapy, and stereotactic radiosurgery, and were more likely to have improved survival compared to patients at low-volume centers.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)