Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van eerstelijns envafolimab plus chemotherapie voor extensief-stadium kleincellig longcarcinoom (0)
2025-10-07 15:00   ( Nieuws )
Tags:  ES-SCLC
Patiënten met extensief-stadium kleincellig longcarcinoom (ES-SCLC) hebben een slechte prognose. Een fase 2-studie in het Algemene Ziekenhuis van het Chinese Volksbevrijdingsleger in Beijing heeft de combinatie van het PD-L1 blokkerende antilichaam envafolimab met carboplatine en etoposide als eerstelijns behandeling voor ES-SCLC geëvalueerd. Dr. Shengjie Sun en collega’s publiceren de studie in BMC Medicine.1

De studie includeerde 32 patiënten met niet-eerder behandeld ES-SCLC. De patiënten kregen vier drie-weekse cycli van envafolimab, carboplatine, en etoposide, gevolgd door envafolimab onderhoud tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit. De mediane follow-up was 27,2 maanden. De figuur laat de werkzaamheid zien onder de 31 voor respons evalueerbare patiënten. De objective response rate was 87,1% (95%-bti 70,2-96,4) en de disease control rate was 100% (88,8-100); de mediane duur van respons was 5,47 maanden (3,43-10); de mediane progressievrije overleving was 6,43 maanden (4,83-7,67); en de mediane overall survival was 20 maanden (14,7-NA). Treatment-related adverse events werden gezien in 59,4% van de patiënten en graad 3 of 4 TRAEs in 15,6%. Er waren geen graad 5 TRAEs

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van envafolimab met chemotherapie als eerstelijns behandeling voor ES-SCLC gunstige werkzaamheid had met een manageable veiligheidsprofiel.

1.Zhao X, Zhang J, Qiu L et al. Efficacy, safety, and exploratory biomarker analysis of envafolimab plus carboplatin and etoposide as first-line treatment for extensive-stage small-cell lung cancer: a prospective, single-arm, phase II trial. BMC Med 2025;23:535

Summary: A phase 2 trial at the Chinese PLA General Hospital (Beijing) found that the combination of envafolimab (anti-PD-L1) and chemotherapy as first-line treatment for ES-SCLC had favorable clinical efficacy and manageable safety.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Dagelijks exemestaan in vrouwen met endometrium intraepitheliale neoplasie of laaggradig endometriumcarcinoom (0)
2025-10-07 13:30   ( Nieuws )
Tags:  EIN or low-grade EC exemestane
Dr. Britt EricksonEen multicenter pilot studie in de Verenigde Staten heeft de aromataseremmer exemestaan geëvalueerd voor de mogelijke preventie van endometriumcarcinoom (EC) in vrouwen met hoog-EC-risico. Eindpunt van de studie was verandering in proliferatie tussen pre- en post-treatment monsters van endometriumweefsel. Dr. Britt Erickson (University of Minnesota, Minneapolis) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1



De studie includeerde 40 vrouwen die hysterectomie onderingen na een diagnose endometrium intraepitheliale neoplasie (EIN, n=11), graad 1 EC (n=26), of graad 2 EC (n=3). De vrouwen kregen voorafgaand aan de chirurgie 21 tot 42 dagen exemestaan 25 mg eenmaal daags. De mediane Ki-67 score nam af van 40,7% (IQR 33,9-50,3) bij baseline tot 18,1% (8,8-31,8) bij chirurgie, overeenkomend met een mediane absolute verandering van 20,4% (p<0,001). Weefsel ER- en PR-expressie maar niet serum estradiol namen significant af met exemestaanbehandeling.

De onderzoekers concluderen dat in deze pilot studie exemestaan antiproliferatie-werkzaamheid liet zien in EIN en laaggradig EC.

1.Erickson BK, Bailey H, Arend RC et al. Pilot study of daily exemestane in women with endometrial intraepithelial neoplasia or low grade endometrial cancer. Clin Cancer Res 2025-1878

Summary: A multicenter pilot study in the USA found that among women undergoing hysterectomy for endometrial intraepithelial neoplasia or low grade endometrial endometrial cancer, presurgical daily exemestane demonstrated anti-proliferative effects.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde fase 2-studie van neoadjuvant FLOT versus SOX chemotherapie voor lokaal-gevorderd maagcarcinoom (0)
2025-10-07 12:00   ( Nieuws )
Tags:  LAGC neoadjuvant FLOT versus SOX
Dr. Birendra Kumar SahZowel FLOT als SOX zijn veel gebruikte neoadjuvante regimes voor lokaal-gevorderd maagcarcinoom (LAGC) maar de relatieve werkzaamheid van beide regimes is niet bekend. Een fase 2-studie van Shanghai Jiao Tong University School of Medicine heeft de twee regimes head-to-head vergeleken. In 2020 is https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33257672/ gepubliceerd dat de percentages patiënten met pathologische respons niet significant verschilden tussen beide groepen. Dr. Birendra Kumar Sah en collega’s publiceren nu in eClinicalMedicine de secundaire uitkomsten lange-termijn ziektevrije overleving en overall survival van de studie.1

De studie includeerde 74 patiënten (40 FLOT; 34 SOX). In de FLOT-groep voltooiden 31 patiënten (77,5%) neoadjuvante chemotherapie en chirurgie; in de SOX-groep was dit het geval voor 24 patiënten (70,6%). De mediane follow-up was 65,7 maanden. Deze figuur toont de ziektevrije overleving en deze figuur toont de overall survival. Zowel voor ziektevrije overleving (HR 1,1060; p=0,84) als voor overall survival (HR 1,101; p=0,76) waren de verschillen tussen de groepen niet significant. Graad 3 of 4 hematologische toxiciteit werd gezien in 22,5% van de patiënten in de FLOT-groep en 14,7% van de patiënten in de SOX-groep. Eén patiënt in de SOX-groep (2,9%) overleed aan graad 4 hematologische toxiciteit gevolgd door multipel orgaanfalen.

De onderzoekers concluderen dat lange-termijn uitkomsten na neoadjuvant FLOT versus neoadjuvant SOX voor LAGC niet significant verschillen.

1.Kumar Sah B, Yu Z, Zhang B et al. Neoadjuvant FLOT versus SOX chemotherapy in locally advanced gastric cancer: secondary outcomes of a single-centre, open-label, randomised, exploratory phase 2 trial. eClinMed 2025.103494

Summary: Long-term follow-up of a phase 2 trial at Shanghai Jiao Tong University found that among patients with locally advanced gastric cancer, neoadjuvant FLOT and SOX chemotherapy resulted in equivalent disease-free survival and overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van eerstelijns leverslagaderinfusie-chemotherapie plus serplulimab en HLX04 voor gevorderd levercelcarcinoom (0)
2025-10-06 15:00   ( Nieuws )
Tags:  aHCC
Patiënten met gevorderd levercelcarcinoom (aHCC) hebben slechts beperkte behandelopties. Een fase 2-studie van de Medische Universiteit van Tianjin (China) heeft de combinatie van leverslagaderinfusie-chemotherapie (HAIC) met de PD-1 remmer serplulimab en het bevacizumab-biosimilar HLX04 als eerstelijns behandeling voor aHCC geëvalueerd. Prof. Xiaofeng Mu en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

De studie includeerde 32 patiënten met niet-eerder behandeld aHCC en Barcelona Clinic Liver Cancer stadium C. De patiënten kregen drie-weekse cycli van serplulimab, HLC04, en FOLFOX-HAIC. Het primaire eindpunt was objective response rate. De figuur laat zien dat de ORR 53,1% (n=17) bedroeg, met stabiele ziekte in nog 12 patiënten (37,5%) voor een disease control rate van 90,6%. In de groep die tenminste drie cycli voltooide bedroeg de ORR 60,7%. Vijf patiënten ondergingen succesvol hepatectomie na drie of meer cycli. De progressievrije overlevingspercentages waren 89,9% na zes maanden en 70,8% na twaalf maanden. Er waren geen graad 5 adverse events; graad 4 en 3 AEs werden gezien in 12,5% respectievelijk 37,5%.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van FOLFOX HAIC, serplulimab, en HLX04 voor niet-eerder behandeld aHCC veelbelovende werkzaamheid en een acceptabel veiligheidsprofiel had.

1.Li H, Si T, Li R et al. Hepatic arterial infusion chemotherapy with serplulimab and the bevacizumab biosimilar HLX04 for advanced hepatocellular carcinoma: a prospective, observational phase II clinical trial. Cancers 2025;17:3235

Summary: A phase 2 trial at Tianjin Medical University (China) found promistin efficacy of the combination of FOLFOX HAIC, serplulimab and the bevacizumab biosimilar HLX04 as first-line treatment option for aHCC, with an acceptable safety profile.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van sociaal-economische kenmerken op recidief of overleving van niet-metastatisch colorectaalcarcinoom (0)
2025-10-06 13:30   ( Nieuws )
Tags:  CRC socioeconomics
Dr. Caroline NordenvallEr is geen recente evidentie over de associatie van sociaal-economische kenmerken met recidief of overleving van niet-metastatisch colorectaalcarcinoom. Een retrospectieve analyse van de Zweedse database CRCBaSe heeft deze associatie geïnventariseerd. Dr. Caroline Nordenvall (Karolinska Instituut, Stockholm) en collega’s publiceren de analyse in het British Journal of Cancer.1


De analyse includeerde 59.995 patiënten met een diagnose stadium I tot en met III CRC in Zweden tussen begin 2008 en eind 2021. Blootstellingen in de analyse waren inkomen en opleiding. Het kwartiel met het hoogste huishoudinkomen twee jaar voor de diagnose had een beter vijf-jaars gestandaardiseerd ziektespecifieke-overlevingspercentage dan het kwartiel met het laagste inkomen (77,8% versus 73,2%; HR 0,93; 95%-bti 0,87-0,99) en tevens een beter vijf-jaars gestandaardiseerd overall survival percentage (70,0% versus 63,5%; HR 0,82; 95%-bti 0,79-0,86). Het vijf-jaars gestandaardiseerde CSS-percentage was 79% in de groep met meer dan twaalf jaar opleiding en 76,5% in de groep met minder dan negen jaar opleiding, en het vijf-jaars gestandaardiseerde OS-percentage in deze twee groepen was 71,4% versus 67,7%.

De onderzoekers concluderen dat er aanzienlijke dispariteiten waren in CSS en OS tussen de minst- en meest-gedepriveerde inkomens- en opleidingsgroepen onder Zweedse patiënten met stadium I tot en met III CRC (visual abstract).

1.Osterman E, Syriopoulou E, Martling A et al. Impact of socioeconomics on recurrences and survival in non-metastasized colorectal cancer. Br J Cancer 2025-03224-w

Summary: Retrospective analysis of the Swedish CRCBaSe found large disparities in cancer-specific and overall survival between the least and most deprived income and education groups among patients with nonmetastatic colorectal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prognostisch effect van toevoegen van RAAS-remming aan ICIs voor gevorderd longcarcinoom (0)
2025-10-06 12:00   ( Nieuws )
Tags:  SPERICIL study
Dr. Safa Can EfilPreklinische studies in modellen van gevorderd longcarcinoom hebben synergie laten zien tussen remmers van het renine-angiotensine-aldosteron systeem en immuuncheckpointremmers. De retrospectieve SPERICIL studie in Ankara Bilcent City Hospital (Turkije) heeft de impact van toevoegen van RAASi aan ICIs voor gevorderd longcarcinoom geëvalueerd. Dr. Safa Can Efil en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1




De studie includeerde 286 patiënten die tussen juli 2018 en augustus 2024 ICIs kregen voor gevorderd longcarcinoom. Onder deze patiënten waren er 94 die concomitant RAASi kregen. De baseline kenmerken van beide groepen waren vergelijkbaar. De mediane overall survival (17,47 versus 10,02 maanden; p=0,001) en progressievrije overleving (8,31 versus 3,84 maanden; p=0,008) waren significant langer in de ICI plus RAASi –groep dan in de ICI-groep. In multivariate analyse was concomitant gebruik van RAASi onafhankelijk voorspellend voor langere OS (HR 0,58; p=0,001) en niet-significant voorspellend voor langere PFS (HR 0,76; p=0,055).

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van RAASi aan ICIs voor gevorderd longcarcinoom geassocieerd was met langere overleving.

1.Efil SC, Celebi SNO, Ozturk B et al. Synergistic prognostic effect of the renin-angiotensin-aldosterone system and immune-checkpoint inhibition in advanced lung cancer: the SPERICIL study. Int J Cancer 2025.70169

Summary: The retrospective SPERICIL study at Ankara Bilcent City Hospital (Turkey) found improved overall survival with addition of renin-angiotensin-aldosterone system inhibitors to immune checkpoint inhibitors for advanced lung cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 2-3 studie van eerstelijn ibrutinib-rituximab versus immuunchemotherapie voor mantelcellymfoom (0)
2025-10-05 15:00   ( Nieuws )
Tags:  ENRICH trial
Dr. David LewisIbrutinib is een BTK-remmer die toegevoegd aan eerstelijns immuunchemotherapie de progressievrije overleving van patiënten met mantelcellymfoom (MCL) verlengt. De multinationale fase 2-3 superiority trial ENRICH vergeleek de chemotherapievrije combinatie van ibrutinib met het anti-CD20 antilichaam rituximab als eerstelijn therapie voor MCL met immuunchemotherapie. Dr. David Lewis (Academisch Ziekenhuis Plymouth, UK) en collega’s publiceren de studie in The Lancet.1


ENRICH werd uitgevoerd in 66 centra in Denemarken, Finland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk, en Zweden. De studie includeerde 397 patiënten (mediane leeftijd 74 jaar; 75% mannen) die 1:1 gerandomiseerd werden naar immuunchemotherapie (controle) of ibrutinib-rituximab (interventie). In de controlegroep kreeg 27% R-CHOP en 73% rituximab-bendamustine. Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde progressievrije overleving. De mediane follow-up was 47,9 maanden. De figuur laat zien dat ibrutinib-rituximab resulteerde in significant betere PFS vergeleken met beide typen immuunchemotherapie tezamen (panel A) en vergeleken met R-CHOP (panel B) terwijl het PFS-verschil niet significant was voor ibrutinib-rituximab vergeleken met bendamustine-rituximab. Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor 67% van de patiënten in de ibrutinib-rituximabgroep en 70% van de patiënten in de immuunchemotherapiegroep.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met niet-eerder behandeld MCL de PFS significant beter was met ibrutinib-rituximab dan met immuunchemotherapie.

1.Lewis DJ, Jerkeman M, Sorrell L et al. Ibrutinib and rituximab versus immunochemotherapy in patients with previously untreated mantle cell lymphoma (ENRICH): a randomised, open-label, phase 2/3 superiority trial. Lancet 2025.01432-1

Summary: The multinational phase 2-3 ENRICH trial in previously untreated patients with mantle cell lymphoma found significant improvement in PFS with the chemotherapy-free regimen of ibrutinib-rituximab compared to immunochemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van sirolimus en cyclosporine met PTCy of MMF als GVHD-profylaxe in niet-verwante donor HCT (0)
2025-10-05 12:23   ( Nieuws )
Tags:  unrelated donor hematopoietic cell transplantation
Dr. Masumi Ueda OshimaEr is behoefte aan meer-werkzame regimes voor de profylaxe van GVHD zonder verhoging van het risico van recidiverende maligniteit in patiënten na hematopoïetische celtransplantatie van niet-verwante donoren. Een fase 2-studie van Fred Hutchinson Cancer Center (Seattle WA) heeft sirolimus en cyclosporine met post-transplantatie cyclofosfamide (SIR/CSP/PTCy) vergeleken met SIR/CSP/mycofenolaat mofetil (MMF). Dr. Masumi Ueda Oshima en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 145 volwassen patiënten met hematologische maligniteiten die geen kandidaat waren voor myeloablatieve HCT. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar GVHD-profylaxe met SIR/CSP/PTCy of SIR/CSP/MMF. Het primaire eindpunt was één-jaars percentage van chronische GVHD-vrije relapsevrije overleving (CRFS). Dit percentage bedroeg 73% in de SIR/CSP/PTCy-groep en 48% in de SIR/CSP/MMF-groep (HR 0,46; p=0,005). Relapse na één jaar werd gezien in 15% van de patiënten in beide groepen. Waarschijnlijkheid van acute GVHD verschilde niet significant tussen beide groepen. De HR van graad 3 of hoger infecties met PTCy versus MMF was 2,65 (p=0,003).

De onderzoekers concluderen dat vervanging van MMF door PTCy, in combinatie met SIR en CSP, geassocieerd was met significante verlaging van het risico van cGHVD zonder verhoging van het risico van relapse.

1.Oshima MU, Vo PT, Boeckh M et al. Sirolimus and cyclosporine with post-transplant cyclophosphamide or mycophenolate mofetil as graft-versus-host disease prophylaxis in unrelated donor hematopoietic cell transplantation. J Clin Oncol 2025-01238

Summary: A phase 2 trial at Fred Hutchinson Cancer Center (Seattle, WA) found that after HLA-matched or mismatched unrelated donor HCT, replacing mycophenolate mofetil with posttransplantation cyclophosphamide, when used in combination with sirolimus and cyclosporine, significantly reduced risk of cGVHD without increasing risks of aGVHD or relapse.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)