Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 3-studie van eerstelijns sorafenib versus SBRT gevolgd door sorafenib voor lokaal-gevorderd levercelcarcinoom (0)
2024-12-20 16:00   ( Nieuws )
Tags:  RTOG 1112 trial LA HCC SBRT sorafenib
Prof. Laura DawsonIn de meeste patiënten die systemische therapie krijgen voor lokaal-gevorderd levercelcarcinoom (LA-HCC) wordt na verloop van tijd recidief in de lever gezien. De fase 3-studie NRG Oncology/RTOG 1112 in Australië, Canada, Hong Kong, en de Verenigde Staten heeft patiënten met niet-eerder behandeld LA-HCC 1:1 gerandomiseerd naar stereotactische radiotherapie (SBRT) gevolgd door sorafenib of naar alleen sorafenib. Prof. Laura Dawson (University of Toronto, Canada) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde patiënten die niet in aanmerking kwamen voor standaard locoregionale therapie (resectie, ablatie, of TACE). Onder de 177 patiënten die in de analyse werden opgenomen kregen 85 SBRT (27,5 tot 50 Gy in vijf fracties over vijf tot vijftien dagen) gevolgd door sorafenib 200 mg met escalatie tot 400 mg tweemaal daags vanaf één tot vijf dagen na voltooiing van SBRT, en 92 alleen sorafenib 400 mg tweemaal daags. Honderdvijftig patiënten (84,7%) waren mannen; de mediane leeftijd was 66 jaar (IQR 60-72). Honderdeenendertig patiënten (74%) hadden macrovasculaire invasie. Het primaire eindpunt was overall survival.

De mediane OS was 12,3 maanden in de sorafenibgroep versus 15,8 maanden in de SBRT-sorafenibgroep (HR 0,77; p=0,06). De mediane progressievrije overleving was 5,5 maanden in de sorafenibgroep versus 9,2 maanden in de SBRT-sorafenibgroep (HR 0,55; p<0,001). Graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gezien in 42% van de patiënten in de sorafenibgroep en 47% van de patiënten in de SBRT-sorafenibgroep. Eén patiënt in de SBRT-sorafenibgroep en twee patiënten in de alleen-sorafenibgroep overleden aan met de behandeling samenhangende oorzaken.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met LA-HCC, SBRT gevolgd door sorafenib vergeleken met alleen sorafenib resulteerde in klinisch belangrijke maar statistisch niet significante verbetering van de OS (visual abstract).

1.Dawson LA, Winter KA, Knox JJ et al. Stereotactic body radiotherapy vs sorafenib alone in hepatocellular carcinoma. The NRG Oncology/RTOG 1112 phase 3 randomized clinical trial. JAMA Oncol 2024.5403

Summary: The multicenter phase 3 RTOG 1112 trial found that among patients with locally advanced hepatocellular carcinoma, SBRT followed by sorafenib was associated with a clinically important but not statistically significant improved overall survival compared with sorafenib alone.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Histologische en immunologische factoren geassocieerd met respons van gevorderd sarcoom op immuuncheckpointremmers (0)
2024-12-20 14:30   ( Nieuws )
Tags:  advanced sarcoma factors associated with response to ICIs
Dr. Nam BuiOnder patiënten met gevorderd sarcoom is respons gezien op behandeling met immuuncheckpointremmers (ICIs). Een retrospectieve studie van Stanford University (Palo Alto CA) heeft histologische en immunologische factoren geïnventariseerd die met deze respons geassocieerd zijn. Dr. Nam Bui en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde 216 gevorderd-sarcoom patiënten die tussen begin 2016 en eind 2023 met ICIs werden behandeld. De overall objective response rate (ORR) was 16,7%. De histologische subtypen met de hoogste ORR waren Kaposi sarcoom (66,7%), alveolair wekedelensarcoom (50,0%), angiosarcoom (33,3%), myxofibrosarcoom (28,6%), en niet-gedifferentieerd pleiomorf sarcoom (27,8%). Subtypen met lage ORR waren ostosarcoom (0%), synoviaal sarcoom (0%), en liposarcoom (3,7%). De subtypen met de hoogste mediane progressievrije (PFS) over leving waren Kaposi sarcoom (niet bereikt), alveolair wekedelensarcoom (niet bereikt), myxofibrosarcoom (27,4 maanden), en niet-gedifferentieerd pleiomorf sarcoom (11,3 maanden). De ORR voor sarcomen met PD-L1 ≥ 1% was 27,8%, en de ORR voor sarcomen met tumorbelasting hoger dan 10 mutaties per megabase was 28,6%.

De onderzoekers concluderen dat ORR en PFS sterk uiteenlopen tussen histologische subtypen van sarcoom.

1.Lee AQ, Hao C, Pan M et al. Histologic and immunologic factors associated with response to immune checkpoint inhibitors in advanced sarcoma. Clin Cancer Res 2024-3485

Summary: A retrospective study at Stanford University (Palo Alto, CA) investigated histologic and immunologic factors associated with the response of advanced sarcoma to ICIs.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde studie van radiofrequentie-ablatie versus stereotactische radiotherapie voor recidiverend klein HCC (0)
2024-12-20 13:00   ( Nieuws )
Tags:  recurrent small hepatocellular carcinoma RFA versus SBRT
Radiofrequentie ablatie (RFA) en stereotactische radiotherapie (SBRT) zijn twee opties voor recidiverend levercelcarcinoom (HCC). Een gerandomiseerde studie van Sun Yat-sen University Cancer Center (Guangzhou, China) heeft RFA en SBRT voor recidiverend klein (enkele lesie niet groter dan 5 cm) vergeleken. Prof. Yaojun Zhang en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 166 patiënten die werden gerandomiseerd naar SBRT (n=83) of RFA (n=83). Het primaire eindpunt van de studie was lokale progressievrije overleving (LPFS). De mediane follow-up was 42,8 maanden in de SBRT-groep en 42,9 maanden in de RFA-groep. Het twee-jaars LPFS-percentage was 92,7% met SBRT versus 75,8% met RFA (HR 0,45; p=0,014). De mediane progressievrije overleving was 37,6 maanden met SBRT en 27,6 maanden met RFA (p=0,190), en de twee-jaars overall survival percentages waren 97,6% in de SBRT-groep en 93,9% in de RFA-groep (p=0,830). De incidentie van zowel acute als late adverse events waren vergelijkbaar voor SBRT en RFA.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met recidiverend klein HCC de LPFS beter is met SBRT dan met RFA, terwijl de verschillen voor PFS, OS, en veiligheid niet significant waren.

1.Xi M, Yang Z, Hu L et al. Radiofrequency ablation versus stereotactic body radiotherapy for recurrent small hepatocellular carcinoma: a randomized, open-label, controlled trial. J Clin Oncol 2024-01532

Summary: A randomized trial at Sun Yat-sen University Cancer Center (Guangzhou, China) found that among patients with single recurrent small hepatocellular carcinoma, stereotactic body radiotherapy resulted in better local progression-free survival than radiofrequency ablation, whereas progression-free survival, overall survival, and safety were comparable between the two treatments.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van abemaciclib plus fulvestrant voor aBC na progressie op CDK4/6-remming (0)
2024-12-19 16:00   ( Nieuws )
Tags:  postMONARCH trial
Dr. Kevin KalinskyCDK4/6-remmers in combinatie met endocriene therapie (ET) is de standaard eerstelijns behandeling voor HR-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom (HR+/HER2- aBC). In vrijwel alle patiënten wordt echter na verloop van tijd ziekteprogressie gezien, en er is behoefte aan nieuwe behandelingen. De multinationale fase 3-studie postMONARCH evalueerde abemaciclib plus fulvestrant voor HR+/HER2- aBC na progressie op CDK4/6-remmer plus aromataseremmer als initiële therapie voor gevorderde ziekte. Dr. Kevin Kalinski (Emory University, Atlanta GA) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 368 patiënten, die werden gerandomiseerd naar abemaciclib plus fulvestrant (n=182) of placebo plus fulvestrant. Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde progressievrije overleving. De figuur laat zien dat de mediane PFS 6,0 maanden bedroeg in de groep met abemaciclib plus fulvestrant versus 5,3 maanden in de groep met placebo plus fulvestrant (HR 0,73; p=0,0017) met zes-maands PFS-percentage 50% versus 37%. Dit resultaat werd bevestigd door centraal onafhankelijke beoordeling (HR 0,55; p<0,001). Het PFS-profijt van toevoegen van abemaciclib aan fulvestrant werd consistent gezien in vooraf-gespecificeerde subgroepen. Onder patiënten met meetbare ziekte was de door lokale onderzoekers beoordeelde objective response rate 17,7% in de abemaciclib plus fulvestrant groep en 7% in de placebo plus fulvestrant groep (p=0,015). Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met HR+/HER2- aBC en progressie op eerdere CDK4/6 plus aromataseremmer, abemaciclib plus fulvestrant resulteerde in significant langere PFS dan placebo plus fulvestrant.

1.Kalinsky K, Bianchini G, Hamilton E et al. Abemaciclib plus fulvestrant in advanced breast cancer following progression on CDK4/6 inhibition: results from the phase III postMONARCH trial. J Clin Oncol 2024-02086

Summary: The multinational phase 3 postMONARCH trial found that among patients with HR-positive, HER2-negative advanced breast cancer and disease progression on prior CDK4/6 inhibition plus endocrine therapy, abemaciclib plus fulvestrant significantly improved progression-free survival versus placebo plus fulvestrant.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van incidentie van en risicofactoren voor cutane maligne neoplasmen na bloed- of beenmergtransplantatie (0)
2024-12-19 13:00   ( Nieuws )
Tags:  BMTSS
Dr. Kristy BromanCutane maligne neoplasmen zijn de meest-voorkomende neoplasmen na bloed- of beenmergtransplantatie (BMT). Een analyse van de retrospectieve BMT Survivor Study (BMTSS) heeft incidentie van en risicofactoren voor cutane maligne neoplasmen geïnventariseerd. Dr. Kristy Broman (University of Alabama at Birmingham; UAB) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Dermatology.1

De studie includeerde 3880 overlevers van BMT tussen begin 1974 en eind 2014 in City of Hope, University of Minnesota, en UAB, die tenminste twee jaar na BMT overleefden, en een vergelijkingscohort van siblings. Onder de overlevers was de dertig-jaars cumulative incidentie van een cutaan neoplasme 27,4% (basaal celcarcinoom 18,0%; squameus celcarcinoom 9,8%; melanoom 3,7%). De risico’s van BCC, SCC, en melanoom op de leeftijd van 70 jaar waren hoger onder BMT-overlevers dan onder siblings (18,1% versus 8,2%; 14,7% versus 4,2%; en 4,2% versus 2,4%). Risicofactoren waren leeftijd 50 jaar of ouder bij BMT, chronische graft-versus-host disease onder ontvangers van allogene BMT, pre-BMT blootstelling aan monoklonale antilichamen, post-BMT immuunsuppressie, terwijl totale lichaamsbestraling een risicofactor was voor BCC in ontvangers jonger dan 50 jaar.

De onderzoekers concluderen dat het hoge risico van cutane maligne neoplasmen onder BMT-overlevers vraagt om gepersonaliseerde patiënt counseling en post-BMT dermatologische surveillance.

1.Broman KK, Meng Q, Holmqvist A et al. Incidence of and risk factors for cutaneous malignant neoplasms after blood or marrow transplant. JAMA Dermatol 2024.5129

Summary: The retrospective Blood and Marrow Transplant (BMT) Survivor Study found a 30-year cumulative incidence of any cutaneous malignant neoplasm of 27.4% after BMT.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Perioperatieve immuuntherapie plus chemotherapie versus alleen chemotherapie voor pulmonair lymfo-epitheliaalachtig carcinoom (0)
2024-12-19 10:47   ( Nieuws )
Tags:  resectable PLELC perioperative immunotherapy plus chemotherapy
Dr. Shaodong HongPrimair pulmonair lymfo-epitheliaalachtig carcinoom (PLELC) is een zeldzaam subtype van niet-kleincellig longcarcinoom. Een retrospectieve studie van het State Key Laboratory of Oncology in South China (Guangzhou) heeft toevoeging van PD-1/PD-L1 remmers aan perioperatieve chemotherapie voor stadium II-IIIB PLELC geëvalueerd. Dr. Shaodong Hong en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1

De studie includeerde 72 patiënten met resectabel stadium II-IIIB PLELC, onder wie 48 die alleen perioperatieve chemotherapie gekregen hadden (chemogroep) en 24 die perioperatieve immuunchemotherapie gekregen hadden (IO-chemogroep). De objective response rate was 75,0% in de IO-chemogroep en 58,3% in de chemogroep (p=0,200), majeure pathologische respons werd gezien in 54,2% versus 12,5% (OR 1,91; p<0.001), pathologisch complete respons in 33,3% versus 4,2% (OR 1,44; p=0,002). Met mediaan 47,0 maanden follow-up werd de mediane gebeurtenisvrije overleving niet bereikt in de IO-chemogroep en was 35,0 maanden in de chemogroep (HR 0,42; p=0,031). In multivariate analyse was IO-chemo versus chemo onafhankelijk geassocieerd met langere gebeurtenisvrije overleving (HR 0,32; p=0,043). Adverse events (any grade) werden gezien in 91,7% van de patiënten in de IO-chemogroep en 89,6% van de patiënten in de chemogroep.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van immuuntherapie aan perioperatieve chemotherapie resulteerde in significant langere gebeurtenisvrije overleving en hoger percentage patiënten met majeure pathologische respons en pathologisch complete respons.

  • 1.Lei M, Zhang X, Hu L-N et al. Perioperative immunotherapy plus chemotherapy versus chemotherapy alone for patients with resectable pulmonary lymphoepithelioma-like carcinoma. Lung Cancer 2024.108057

Summary: A https://www.lungcancerjournal.info/article/S0169-5002(24)00591-9/fulltext retrospective study at State Key Laboratory of Oncology in South China (Guangzhou) found that among patients with stage II-IIIB PLELC, addition of PD-1/PD-L1 inhibitor to perioperative chemotherapy was associated with improved ORR, MPR, pCR, and EFS.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Eerstelijns avelumab plus axitinib versus sunitinib voor gevorderd niercelcarcinoom: finale analyse van JAVELIN Renal 101 (0)
2024-12-18 16:00   ( Nieuws )
Tags:  JAVELIN Renal 101 aRCC
Dr. Toni ChoueiriDe multinationale fase 3-studie JAVELIN Renal 101 randomiseerde patiënten met niet-eerder behandeld gevorderd niercelcarcinoom (aRCC) 1:1 naar avelumab plus axitinib of sunitinib. In 2019 is de primaire analyse van de studie gepubliceerd, die liet zien dat de progressievrije overleving significant langer en de objective response rate significant hoger was in de avelumab-axitinibgroep dan in de sunitinibgroep. Dr. Toni Choueiri (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de finale analyse van de studie in Annals of Oncology.1


De studie includeerde 886 patiënten; 442 in de avelumab-axitinibgroep en 444 in de sunitinibgroep. Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de minimum follow-up 68 maanden. De mediane overall survival was 43,2 maanden met avelumab-axitinib en 36,3 maanden met sunitinib in de PD-L1 positieve populatie (HR 0,86; p=0,0755) en 44,8 maanden met avelumab-axitinib versus 38,9 maanden met sunitinib in de overall populatie (0,88; p=0,0669). De progressievrije overleving in de overall populatie bleef langer met avelumab-axitinib dan met sunitinib (12,0% versus 4,4% na vijf jaar). De ORR in de overall populatie was 59,7% met avelumab-axitinib en 32,0% met sunitinib; de percentages met respons vijf jaar of langer waren 16,4% versus 9,2%. Graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gezien in 66,8% versus 61,5%.

De onderzoekers concluderen dat JAVELIN Renal 101 liet zien dat de eerstelijns combinatie van avelumab plus axitinib resulteerde in betere OS dan sunitinib; dat het OS-verschil tussen beide groepen niet significant was kan wellicht worden toegeschreven aan volgende behandelingen.

1.Choueiri TK, Penkov K, Uemara H et al. Avelumab + axitinib vs sunitinib as first-line treatment for patients with advanced renal cell carcinoma: final analysis of the phase 3 JAVELIN Renal 101 trial. Ann Oncol 2024.12.008

Summary: Final analysis of the multinational phase 3 JAVELIN trial found that among patients with previously untreated aRCC, the combination of avelumab plus axitinib resulted in nonsignificantly longer overall survival, prolonged progression-free survival, a nearly doubled objective response rate, and more durable responses when compared with sunitinib.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prognostische index voor patiënten met KRAS-gemuteerd NSCLC en hersenmetastasen: real-world data (0)
2024-12-18 14:30   ( Nieuws )
Tags:  KRAS-BPI
Dr. Ioannis ZerdesPatiënten met KRAS-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) en hersenmetastasen (BMs) vormen een heterogene populatie. Er is behoefte aan betrouwbare prognostische biomarkers voor deze groep patiënten. Een retrospectieve real-world studie in Karolinska Instituut (Stockholm, Zweden) en de Universiteit van Heidelberg (Duitsland) heeft geresulteerd in de KRAS-BPI (‘brain prognostic index’). Dr. Ioannis Zerdes (Karolinska) en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1



De studie includeerde 220 patiënten die tussen begin 2010 en eind 2020 in Stockholm of Heidelberg werden behandeld. De mediane leeftijd bij diagnose was 65 jaar; 55,9% waren vrouwen; adenocarcinoom was het meest-voorkomende histologische subtype; 91% had een performance status (PS) 2 of beter; en eenderde van de patiënten hadden meer dan 4 BMs. Variabelen die onafhankelijk geassocieerd waren met duur van overall survival vanaf de BM diagnose (BM-OS) waren primaire BM-ziekte, PS, leeftijd, symptomatische CNS-ziekte, extracraniële metastasen, en aantal BMs. Op basis van deze zes factoren ontwikkelden de onderzoeker de KRAS-BPI. Patiënten met een hoge KRAS-BPI hadden significant langere BM-OS dan patiënten met intermediaire of lage KRAS-BPI (mediaan 30,0 versus 9,0 versus 2,0 maanden).

De onderzoekers concluderen dat in deze tot op heden grootste studie van KRAS-gemuteerd NSCLC met BMs de KRAS-BPI een geschikte prognostische tool was voor patiënt-stratificatie.

1.Zerdes I, Kamali C, Johannsdottir B et al. A novel clinical brain prognostic index for KRAS-mutated lung cancer and brain metastases (KRAS-BPI): real-world evidence from two large European centers. Lung Cancer 2024.108065

Summary: A retrospective study at Karolinksa Institute (Stockholm, Sweden) and the University of Heidelberg (Germany) resulted in a prognostic tool for risk stratification of patients with KRS-mutated NSCLC with brain metastases.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)