Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Real-world uitkomsten met furmonertinib voor longadenocarcinoom met EGFR exon 20-insertiemutaties (0)
2025-05-21 15:00   ( Nieuws )
Tags:  LUAD with EGFR ex20ins furmonertinib
EGFR exon 20 insertiemutaties (ex20ins) maken ongeveer 9% van alle EGFR-mutaties in longadenocarcinoom uit. Furmonertinib is een nieuwe oraal-beschikbare EGFR-TKI. De fase 1b-studie FAVOUR heeft werkzaamheid van furmonertinib voor longadenocarcinoom met EGFR ex20ins laten zien. Een retrospectieve studie in het Henan Ziekenhuis van Zhenghou Universiteit (Zhengzhou, China) heeft real-world uitkomsten met furmonertinib voor longadenocarcinoom met EGFR ex20ins geïnventariseerd. Prof. Qiming Wang en collega’s publiceren de studie in BMC Cancer.1

Tussen begin 2020 en eind 2022 ondergingen 3571 LUAD-patiënten in het Henan Ziekenhuis next-generation sequencing; 1632 patiënten (45,7%) hadden EGFR-mutaties onder wie 87 (2,4%) ex20ins. Op het moment van de nu gepubliceerde analyse waren follow-up gegevens beschikbaar voor 21 ex20ins-patiënten die furmonertinib 240 mg eenmaal daags hadden gekregen. Dertien patiënten waren eerder behandeld, onder wie vier met EGFR-TKIs. De figuur laat zien dat de objective response rate 52,4% bedroeg (één patiënt met complete respons) en dat de disease control rate 100% was. Per 1 maart 2024 was progressie gezien in achttien patiënten onder wie dertien overleden waren. De mediane progressievrije overleving was 6,15 maanden en de mediane overall survival was 21,67 maanden. Onder de acht patiënten die niet eerder behandeld waren was de mediane PFS 21,19 maanden (versus eerder-behandeld HR 0,15; p<0,001) en werd de mediane OS niet bereikt (HR 0,28; p=0,023). Geen van de patiënten discontinueerde de behandeling wegens adverse events.

De onderzoekers concluderen dat onder real-world LUAD patiënten 2,4% EGFR ex20ins hadden. Furmonertinib 240 mg eenmaal daags was in deze patiënten werkzaam en werd goed verdragen.

1.Yang S, Liu Y, Zhao J et al. EGFR exon 20 insertions mutation in lung adenocarcinoma and its response by high-dose of furmonertinib: a real-world study. BMC Cancer 2025;25:900

Summary: A retrospective study at Henan Hospital (Zhengzhou, China) found that among real-world LUAD patients, 2.44% harbored EGFR exon 20 insertion mutations. Furmonertinib at 240 mg/d demonstrated efficacy and was well tolerated among these patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van capecitabine onderhoudstherapie voor residuele ziekte na definitieve behandeling voor nasofarynxcarcinoom (0)
2025-05-21 13:30   ( Nieuws )
Tags:  NPC
Patiënten met residueel nasofarynxcarcinoom (NPC) na definitieve standaard-behandeling hebben een slechte prognose. Een fase 2-studie van Sun Yat-sen University Cancer Center (Guangzhou, China) heeft capecitabine onderhoudstherapie voor deze patiënten geëvalueerd. Dr. Xing Lyu en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde 111 patiënten in de leeftijd van 18 tot en met 70 jaar met een ECOG performance status 0 of 1 met histopathologisch bevestigd NPC zonder afstandsmetastasen. De patiënten kregen capecitabine onderhoudstherapie gedurende een jaar. Van deze patiënten voltooide 76,6% een jaar capecitabine onderhoudstherapie, en kreeg 72,1% de volledige geplande dosering. Het primaire eindpunt was progressievrij-overlevingspercentage na twee jaar. De mediane follow-up was 34,8 maanden (IQR 30,5-45,2). De PFS-percentages waren 92% na één jaar, 86% na twee jaar, en 81% na drie jaar. Adverse events werden gerapporteerd door 97,3% van de patiënten en graad 3 treatment-related adverse events door 28,7% (er waren geen graad 4 of 5 TRAEs), vooral hand-voetsyndroom.

De onderzoekers concluderen dat de antitumorwerkzaamheid van capecitabine veelbelovend was, met een manageable veiligheidsprofiel.

1.Cao X, Luo Z-Y, Huang H-Y et al. Capecitabine maintenance therapy in patients with residual nasopharyngeal carcinoma: a single-arm, phase 2 trial. Clin Cancer Res 2025; epub ahead of print

Summary: A phase 2 study at Sun Yat-sen University Cancer Center (Guangzhou, China) found that among patients with residual disease after definitive standard-of-care treatment for nasopharyngeal carcinoma, capecitabine maintenance treatment had promising activity with a manageable safety profile.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Factoren geassocieerd met bereiken van onderhoudstherapie onder patiënten die durvalumab krijgen voor aBTC (0)
2025-05-21 12:00   ( Nieuws )
Tags:  advanced biliary tract cancer durvalumab
Dr. Andrea Casadei-GardiniStandaard eerstelijns behandeling voor gevorderd galwegcarcinoom (aBTC) is acht cycli chemo-immuuntherapie met gemcitabine, cisplatine, en durvalumab, gevolgd door durvalumab monotherapie-onderhoud. Een retrospectieve studie van 38 centra in twaalf landen heeft verschillen in baseline kenmerken geïnventariseerd tussen patiënten die de onderhoudsfase bereiken en patiënten met eerdere progressie. Dr. Andrea Casadei-Gardini (Vita Salute San Raffaele Universiteit, Milaan) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1


De studie includeerde 448 aBTC-patiënten die tussen begin juli 2021 en eind december 2023 begonnen met eerstelijns chemo-immuuntherapie. Onder deze patiënten waren er 227 (50,7%) die acht cycli chemo-immuuntherapie voltooiden en 221 (49,3%) die progressieve ziekte hadden tijdens de chemo-immuuntherapie. Patiënten die onderhoudstherapie bereikten hadden een hogere waarschijnlijkheid ouder te zijn dan 69 jaar, een ECOG performance status 0 te hebben, lokaal-gevorderde ziekte te hebben, en een neutrofiel/ lymfocyt-ratio lager dan 3 te hebben. Onder de patiënten die onderhoudstherapie bereikten had een hoger percentage BAP1-mutaties, terwijl TP53-mutaties meer frequent werden gezien onder patiënten met vroege progessie.

De onderzoekers concluderen dat ongeveer de helft van de aBTC-patiënten die startten met eerstelijns chemo-immuuntherapie de onderhouds-fase bereikte, en dat de studie baseline factoren heeft geïdentificeerd die geassocieerd zijn met hogere waarschijnlijkheid van het bereiken van onderhoudstherapie.

1.Rimini M, Fornaro L, Lo Prinzi F et al. Factors associated with reaching maintenance therapy in patients with advanced biliary tract cancer treated with durvalumab: real-world results from a multicenter and multinational study. Int J Cancer 2025.35481

Summary: A multinational retrospective study found that among patients with advanced biliary tract cancer starting 8 cycles of gemcitabine, cisplatin, and durvalumab, approximately 50% reached durvalumab monotherapy maintenance.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cohortstudie van risico van chronische nierziekte en hypertensie in overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd (0)
2025-05-20 15:00   ( Nieuws )
Tags:  CCSs risk of CKD and hypertension
Dr. Michael ZappitelliChronische nierziekte (CKD) en hypertensie worden veel gezien in overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd (childhood cancer survivors; CCSs). Een bevolkings-gebaseerde matched cohortstudie in Ontario (Canada) heeft de incidentie en timing van CKD en hypertensie in CCSs en controlepersonen geïnventariseerd. Dr. Michael Zappitelli (Toronto Hospital for Sick Children) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde CCSs in de leeftijd van 18 jaar of jonger, met diagnose van een maligniteit tussen april 1993 en maart 2020, met follow-up tot maart 2021. Een controlecohort bestonden uit kinderen zonder geschiedenis van een maligniteit die gehospitaliseerd waren, en een tweede controlecohort bestond uit alle andere kinderen in Ontario (GP-cohort). Patiënten in het CCSs-cohort werden 1:4 gematched voor leeftijd, geslacht, rurale versus urbane status, inkomenskwintiel, indexjaar, en geschiednis van eerdere hospitalisatie met deelnemers uit de twee andere cohorten. Het primaire eindpunt was een composiet van CKD en hypertensie.

Het CCS-cohort bestond uit 10.182 kinderen, het gehospitaliseerde cohort uit 40.728 kinderen, en het GP-cohort uit 35.307 kinderen. Na matching was de cumulatieve incidentie van CKD of hypertensie tijdens de follow-up 20,85% in het CCS-cohort versus 16,47% in het hospitalisatiecohort (aHR 2,00; p<0,001), en 19,24% in het CCS-cohort versus 8,05% in het GP-cohort (aHR 4,71; p<0,001).

De onderzoekers concluderen dat CCSs een verhoogd risico hadden van CKD en hypertensie.

1.Lebel A, Chanchlani R, Cockovski V et al. Chronic kidney disease or hypertension after childhood cancer. JAMA Network Open 2025;8:e258199

Summary: A population-based matched cohort study n Ontario (Canada) found that childhood cancer survivors (≤ 18 years) were at increased risk for chronic kidney disease and hypertension.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cohortstudie van beloop van mentale gezondheid in overlevers van AYA-maligniteiten in de Verenigde Staten (0)
2025-05-20 13:30   ( Nieuws )
Tags:  US survivors of adolescent and you adult cancer mental health trajectories
Dr. Anao ZhangOnder de inwoners van de Verenigde Staten zijn 2,1 miljoen volwassen overlevers van een maligniteit gediagnostiseerd in de leeftijd van 18 tot 40 jaar. Een cohortstudie op basis van cross-sectionele gegevens van de Health and Retirement Study heeft het beloop van mentale-gezondheidsuitkomsten van overlevers van AYA-maligniteiten vanaf de leeftijd van 50 jaar geïnventariseerd. Dr. Anao Zhang (University of Michigan, Ann Arbor) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De Health and Retirement Study is een longitudinale bevolkingsgebaseerde studie die sinds 1992 iedere twee jaar ongeveer 20.000 deelnemers bevraagt over onder meer gezondheids-gerelateerde onderwerpen. De nu gepubliceerde analyse includeerde 39.668 respondenten in de leeftijd van 50 jaar en ouder, die een diagnose van een maligniteit rapporteerden als AYA (n=374), een eerste diagnose van een maligniteit rapporteerden na de leeftijd van 40 jaar (n=5045), of geen geschiedenis van een maligniteit rapporteerden (n=34.249). In cross-sectionele analyse hadden overlevers van AYA-maligniteiten,vergeleken met de beide andere groepen, de hoogste prevalentie van psychiatrische issues, voorschriften van angst- en depressiemedicatie, en voldoen aan majeure depressiecriteria, hoewel de angstsymptomen op latere leeftijd onder de AYA-overlevers afvlakten.

De onderzoekers concluderen dat overlevers van AYA-maligniteiten significant slechtere mentale-gezondheidstrajecten rapporteerden dan personen die op een latere leeftijd of in het geheel geen diagnose van een maligniteit kregen.

1.Zhang A, Urban-Wojcik E, Seewald M, Zebrack B. Mental health trajectories among US survivors of adolescent and young adult cancer as they age. JAMA Network Open 2025;8:e2511430

Summary: In a cohort study using cross-sectional data from the Health and Retirement Study, survivors of AYA cancer reported significantly worse mental health trajectories into middle or older adulthood, compared with individuals who experienced cancer as adults or never had it.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Validatie van een vaginale cervixscreening zelf-monstername methode voor thuisgebruik (0)
2025-05-20 12:00   ( Nieuws )
Tags:  SELF-CERV trial cervical screening self-collection method validation
Dr. Christine ConageskiOngeveer een kwart van de Amerikaanse vrouwen die in aanmerking komen voor screening op cervixcarcinoom is niet up-to-date met de screening. Een niet-gerandomiseerde studie (‘SELF-CERV’) in zestien centra in de Verenigde Staten heeft onlangs door de FDA goedgekeurde methode voor self-collected (SC) cervix-screening methode gevalideerd voor thuisgebruik. Dr. Christine Conageski (University of Colorado School of Medicine, Aurora) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1



De studie includeerde vrouwen in de leeftijd van 25 tot en met 65 jaar die een SC-monster namen met een device ontworpen voor thuisgebruik, gevolgd door een monster genomen door een behandelaar (clinician collected; CC). Beide monsters werden getest op aanwezigheid van hoog-risico (hr)HPV. Primaire uitkomst van de studie was positive percentage agreement (PPA) voor detectie van hrHPV tussen de SC- en de CC-monsters. Onder de 609 eligibele deelneemsters hadden 582 valide gepaarde monsters. De PPA was 95,2% (95%-bti 92,1-97,1). De absolute klinische sensitiviteit voor detectie van hooggradige cervixdysplasie in het SC-monsters was 95,8% (95%-bti 86,0-98,8), gelijk aan die van het CC-monster (relatieve sensitiviteit 1,00). Een grote meerderheid van de deelneemsters (92,3%) rapporteerden dat de instructie voor SC-monstername gemakkelijk of zeer gemakkelijk te begrijpen waren.

De onderzoekers concluderen dat SC-monsters verzameld met het device voor thuisgebruik klinische gevoeligheid hadden die equivalent was aan die van CC-monsters.

1.Fitzpatrick MB, Behrens CM, Hibler K et al. Clinical validation of a vaginal cervical cancer screening self-collection method for at-home use. A nonrandomized clinical trial. JAMA Network Open 2025;8:e2511081

Summary: The nonrandomized SELF-CERV trial at 16 centers in the USA found that the at-home self-collected cervical screening samples showed equivalent clinical sensitivity for hrHPV detection compared to clinician-collected samples.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van neoadjuvante lage-dosering radiotherapie plus tislelizumab en chemotherapie voor resectabel LA HNSCC (0)
2025-05-19 15:00   ( Nieuws )
Tags:  NeoRTPC02 locally advanced head and neck squamous cell carcinoma
Dr. Wen JiangEr zijn aanwijzingen dat lage-dosering radiotherapie (LDR) de werkzaamheid van immuuntherapie kan versterken. De fase 2-studie NeoRTPC02 van de Zuidelijke Medische Universiteit (Dongguan, China) en Sun Yat-sen Universiteit (Guangzhou, China) heeft de neoadjuvante combinatie van LDR met tislelizumab (anti-PD-1) en chemotherapie voor stadium III-IVB squameus celcarcinoom van hoofd en hals (HNSCC) geëvalueerd. Dr. Wen Jiang (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie in Nature Communications.1

De studie includeerde 28 patiënten die twee drie-weekse cycli neoadjuvante LDR (IMRT 1 Gy per fractie op dagen één, twee, acht, en vijftien; met een boost naar het planning target volume) gecombineerd met tislelizumab, nab-paclitaxel, en cisplatine kregen. Vier weken na voltooiing van deze behandeling ondergingen 23 patiënten chirurgie. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met pathologisch complete respons (pCR). De figuur laat zien dat dit percentage 60,9% (14/23) bedroeg. Majeure pathologische respons werd gezien in 21,7% (5/23) van de overige patiënten. Het RO-resectiepercentage was 100% en de objective response rate bedroeg 64,3% (18/28). Treatment-related adverse events waren manageable, met graad 3 of 4 TRAEs in 10 patiënten (35,7%). In geen van de patiënten was uitstel van chirurgie vereist.

De onderzoekers concluderen dat de neoadjuvante combinatie van LDR met tislelizumab en chemotherapie veelbelovende werkzaamheid had met manageable toxiciteit.

1.Liu Z, Wang D, Li G et al. Neoadjuvant with low-dowe radiotherapy, tislelizumab, albumin-bound paclitaxel, and cisplatin for resectable locally advanced head and neck squamous cell carcinoma: phase II single-arm trial. Nature Communications 2025-59865-1

Summary: The phase 2 NeoRTPC02 trial, at two centers in China, found promising efficacy and manageable toxicity of the neoadjuvant combination of low-dose radiotherapy with tislelizumab and chemotherapy for resectable stage III-IVB HNSCC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3-studie van FOLFIRINOX versus gemcitabine voor lokaal-gevorderd pancreascarcinoom (0)
2025-05-19 13:30   ( Nieuws )
Tags:  NEOPAN trial LAPC
Prof. Michel DucreuxIn meer dan 30% van de patiënten met pancreascarcinoom is de ziekte niet-resectabel vanwege lokale extensie. De mediane overall survival van deze patiënten is korter dan één jaar. Onder patiënten met metastatisch pancreascarcinoom is FOLFIRINOX superieur aan gemcitabine, maar onder patiënten met niet-resectabel lokaal-gevorderd pancreascarcinoom (LAPC) is gemcitabine de standaard-behandeling. De Franse multicenter fase 3-studie NEOPAN heeft FOLFIRINOX vergeleken met gemcitabine voor niet-resectabel LAPC. Prof. Michel Ducreux (Universiteit Paris-Saclay) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

NEOPAN includeerde patiënten met histologisch bevestigd LAPC die niet in aanmerking kwamen voor chirurgie, met een ECOG performance status 0 of 1. De patiënten kregen FOLFIRINOX of gemcitabine gedurende zes maanden. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving. De studie includeerde 171 patiënten (leeftijd 35-84 jaar) die maximaal vijf jaar gevolgd werden. De mediane duur van follow-up was 59,6 maanden. De mediane PFS was 9,7 maanden met FOLFIRINOX versus 7,7 maanden met gemcitabine (HR 0,7; p=0,04). De mediane overall survival was 15,7 maanden met FOLFIRINOX versus 15,4 maanden met gemcitabine (HR 1,02; p=0,95).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met niet-resectabel LAPC, FOLFIRINOX vergeleken met gemcitabine resulteerde in significant langere PFS maar niet OS.

1.Ducreux M, Desgrippes R, Rinaldi Y et al. PRODIGE 29-UCGI 26 (NEOPAN): a phase III randomized trial comparing chemotherapy with FOLFIRINOX or gemcitabine in locally advanced pancreatic carcinoma. J Clin Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 3 NEOPAN trial in France found that among patients with unresectable locally advanced pancreatic carcinoma, FOLFIRINOX compared with gemcitabine resulted in improved PFS but not OS.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)