Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Prognostische relevantie van ctDNA tijdens vroege behandeling van ER+/HER2- aBC in fase 3 PADA-1 studie (0)
2025-07-06 15:00   ( Nieuws )
Tags:  PADA-1 ER+ HER2- aBC ctDNA
Dr. Elsa BernardPADA-1 was een Franse fase 3-studie die de waarde onderzocht van switchen van hormoontherapie (aromataseremmer versus fulvestrant) bij het begin van ctDNA-toename in patiënten die eerstelijns aromataseremmer plus palbociclib kregen voor ER-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom (ER+/HER2- aBC). Een post-hoc studie onder 369 van de 1017 PADA-1 patiënten heeft de prognostische relevantie van vroege toename van ctDNA tijdens de behandeling geïnventariseerd. Dr. Elsa Bernard (Gustave Roussy, Villejuif) en collega’s publiceren de studie in Annals of Oncology.1

Van de 369 patiënten waren baseline en early on-treatment (mediaan 28 dagen) gepaarde plasmamonsters beschikbaar. Celvrij DNA werd geprofileerd met een 497-genenpanel. Baseline ctDNA en het aantal driver somatische mutaties waren prognostisch voor progressievrije overleving en overall survival. Dit was ook het geval voor ctDNA-dynamiek tijdens de eerste periode van de behandeling. Een vroeg ctDNA-gebaseerd risicomodel was onafhankelijk van RECIST prognostisch in multivariabele modellen. Integratie van ctDNA-kenmerken in een klinisch model verbeterde de overlevings-discriminatie voor PFS (C-index van 59,3% naar 64,7%; p=0,027) en voor OS (60,3% naar 70,0%; p=0,035).

De onderzoekers concluderen dat ctDNA-ontwikkeling tijdens de vroege behandeling prognostisch is voor PFS en OS van patiënten met ER+/HER2- aBC.

1.Mamann A, Pradat Y, Bidard FC et al. Prognostic significance of early on-treatment evolution of circulating tumor DNA in advanced ER=/HER2- breast cancer. Ann Oncol 2025.06.015

Summary: A post-hoc ancillary study of the French phase 3 PADA-1 trial found that early on-treatment evolution of ctDNA is prognostic for both PFS and OS in advanced ER+/HER2- breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fixed-ratio combinatie versus sequentiële infusie van nivolumab en ipilimumab voor gevorderd melanoom of niercelcarcinoom (0)
2025-07-06 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CheckMate 742 CheckMate 800
Dr. Alexander MenziesNivolumab en ipilimumab kunnen tezamen worden toegediend als fixed-ratio combination of toegediend als sequentiële infusies (FCR/ASI). De fase 3b-studie CheckMate 742 heeft FCR en ASI vergeleken onder patiënten met gevorderd of metastatisch melanoom, en de fase 2 studie heeft FCR en ASI vergeleken onder patiënten met gevorderd of metastatisch niercelcarcinoom. Veiligheid was het primaire eindpunt van de vergelijking. Dr. Alexander Menzies (University of Sydney, Australië) en collega’s publiceren de studies in Cancer.1

CheckMate 742 includeerde 135 patiënten van zestien centra in vier landen, en CheckMate 800 117 patiënten van tien centra in drie landen. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar FCR of ASI. In beide studies werden geen klinisch relevante verschillen gezien in incidentie van adverse events tussen de FCR-groep en de ASI-groep. In CheckMate 742 was de objective response rate 52,8% in de FRC-groep en 60,4% in de ASI-groep, en in CheckMate 800 was de ORR 50% in de FRC-groep en 32,7% in de ASI-groep. Aangezien deze eindpunten exploratief waren kunnen geen harde conclusies over de werkzaamheid van FCR versus ASI getrokken worden.

De onderzoekers concluderen dat beide studie hun primaire eindpunt bereikten. De veiligheidsprofielen van nivolumab plus ipilimumab als FRC of ASI waren acceptabel en manageable.

1.Menzies AM, Salman P, Frontera OA et al. Administration of nivolumab plus ipilimumab; infusion ot the fixed-ratio combination versus sequential infusions in two randomized controlled trials of metastatic melanoma (CheckMate 742) and renal cell carcinoma (CheckMate 800). Cancer 2025.35962

Summary: The CheckMate 742 and CheckMate 800 studies found that among patients with advanced melanoma or renal cell carcinoma, respectively, there were no clinically relevent differences in safety between fixed-ratio combination administration and sequential infusion administration of nivolumab and ipilimumab.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter retrospectieve studie van adverse events met neoadjuvant pembrolizumab plus chemotherapie voor TNBC (0)
2025-07-05 15:00   ( Nieuws )
Tags:  triple negative breast cancer
Dr. Laura KennedyDe standaard neoadjuvante behandeling voor vroeg-stadium of lokaal-gevorderd mammacarcinoom (TNBC) is het regime van pembrolizumab plus chemotherapie, dat in de KEYNOTE-522 studie resulteerde in een pCR-percentage van 64,8%. Dit regime resulteert in goede oncologische uitkomsten maar kan ook leiden tot hooggradige adverse events (AEs). Een retrospectieve studie in zeven academische centra in de Verenigde Staten heeft real-world AEs met neoadjuvant pembolizumab en chemotherapie voor TNBC geïnventariseerd. Dr. Laura Kennedy (Vanderbilt University Medical Center, Nashville TN) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1

Tussen begin 2021 en eind 2024 kregen in de zeven centra 415 patiënten neoadjuvant pembrolizumab plus chemotherapie. Het pCR-percentage was 52%. AEs werden gerapporteerd voor 88% van de patiënten, graad 3 of hoger AEs voor 38%, vroege discontinuering van pembrolizumab vanwege AEs voor 31% (vergeleken met 23,3% in KEYNOTE-522), en hospitalisatie voor 26%. Er waren geen verschillen in hospitalisatiepercentages tussen blanke en zwarte patiënten (29,1% versys 24,4%; p=0,393) of tussen patiënten in de leeftijd van 65 en ouder versus jongere patiënten (25% versus 25,7%; p=0,894) maar wel tussen obese patiënten en patiënten met normaal gewicht (32% versus 18,5%; p=0,014).

De onderzoekers concluderen dat in deze retrospectieve real-world studie het pCR-percentage lager was dan in KEYNOTE-522, mogelijk vanwege het hoge percentage discontinueringen vanwege AEs.

1.Mezzanotte-Sharpe J, Hsu C-Y, Choi D et al. Adverse events in patients treated with neoadjuvant chemo/immunotherapy for triple negative breast cancer: results from seven academic medical centers. Breast Cancer Res Treat 2025-07758-8

Summary: A retrospective study at seven US centers found that among real-world TNBC patients receiving neoadjuvant pembrolizumab and chemotherapy, the pCR rate was lower than that reported in the KEYNOTE-522 study, potentially due to high rates of pembrolizumab and chemotherapy discontinuation due to adverse events.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van moleculaire veranderingen op werkzaamheid van eerstelijns CGD voor gevorderd galwegcarcinoom (0)
2025-07-05 13:30   ( Nieuws )
Tags:  aBTC
Prof. Andrea Casadei-GardiniDe combinatie van cisplatine, gemcitabine, en durvalumab (CGD) is een standaard eerstelijns therapie voor patiënten met gevorderd galwegcarcinoom (aBTC). Een multinationale retrospectieve studie heeft de impact van moleculaire veranderingen op uitkomsten met CGD voor aBTC in real-world patiënten geïnventariseerd. Prof. Andrea Casadei-Gardini (San Raffaele Universiteit, Milaan) en collega’s publiceren de studie in het Journal of the National Cancer Institute.1

De studie, uitgevoerd in 39 centra in elf landen, includeerde 513 patiënten die eerstelijns CGD kregen voor niet-resectabel, lokaal-gevorderd, of metastatisch BTC. De vijf meest-frequent veranderde genen waren TP53 (22,1%), KRAS (13,7%), CDK2A/B (13,6%), ARID1A (12,2%), en IDH1 (9,2%). In multivariate analyse waren SMAD4-mutaties geassocieerd met betere progressievrije overleving (HR 0,49; p=0,018) en overall survival (HR 0,11; p=0,023), terwijl TP53-mutaties geassocieerd waren met slechtere PFS (HR 1,62; p=0,0047) en TERT-mutaties geassocieerd waren met slechtere OS (HR 8,92; p=0,012). Geen van de andere genomische veranderingen waren significant geassocieerd met uitkomsten. In subgroep analyses waren TP53-mutaties negatief geassocieerd met PFS en OS in intrahepatisch cholangiocarcinoom, terwijl KRAS-mutaties geassocieerd waren met slechtere PFS in extrahepatisch cholangiocarcinoom. Genveranderingen waren niet geassocieerd met uitkomsten in galbaascarcinoom.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten van belang zijn voor het ontwikkelen van geïnidivdualiseerde behandelingen voor aBTC.

1.Rimini M, Fornaro L, Lo Prinzi F et al. The impact of molecular alterations in patients with advanced biliary tract cancer receiving cisplatin, gemcitabine and durvalumab: a large real-life worldwide population. J Natl Cancer Inst 2025;djaf155

Summary: A retrospective study at 39 centers across 11 countries found that among patients receiving first-line cisplatin, gemcitabine, and durvalumab for advanced biliary tract cancer, SMAD4 mutations were associated with improved progession-free and overall survival, whereas TP53 mutations were associated with worse PFS and TERT mutations were associated with worse OS.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van Lu-177 PSMA-617 voor metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom (0)
2025-07-05 12:00   ( Nieuws )
Tags:  mCRPC
Dr. Marcello TucciRadioligand-therapie met 177Lu-PSMA-617 is een in toenemende mate gebruikte behandeling voor metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC). Een meta-analyse van vijf gerandomiseerde studies heeft uitkomsten met 177Lu-PSMA-617 voor mCRPC vergeleken met uitkomsten met andere behandelingen. Dr. Marcello Tucci (Kardinaal Massaia Ziekenhuis, Asti, Italië) en collega’s publiceren de meta-analyse in Cancers.1

De vijf studies includeerden tezamen 2073 patiënten met PSMA-positief mCRPC, die werden behandeld met 177Lu-PSMA-617, androgeenreceptorroute-remmers (ARPIs), cabazitaxel, of standard of care (SOC). Vergeleken met de andere behandelingen was 177Lu-PSMA-617 geassocieerd met betere radiografische pogressievrije overleving en overall survival. Het overall survival profijt was groter onder taxaan-naïeve patiënten. Vergeleken met cabazitaxel was 177Lu-PSMA-617 geassocieerd met vergelijkbare of betere overleving ondanks kortere duur van behandeling en mogelijk lagere toxiciteit en kosten.

De onderzoekers concluderen dat 177Lu-PSMA-617 klinische en economische waarde heeft in de behandeling van mCRPC, met potentiële voordelen vergeleken met cabazitaxel en ARPIs.

1.Fiorica F, Candela MV, Sava T et al. Is [177Lu]Lu-PSMA-617 redefining value in mCRPC care? A meta-analysis of clinical and economic endpoints. Cancers 2025;17:2247

Summary: Meta-analysis of five randomized trials found that 177Lu-PSMA-617 showed clinical efficacy and economic value in mCRPC, with potential advantages over cabazitaxel and androgen receptor pathway inhibitors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen adherentie aan screeningsrichtlijnen en mammacarcinoom-specifieke mortaliteit: retrospectieve studie (0)
2025-07-04 15:00   ( Nieuws )
Dr. Jennifer BrooksMammacarcinoom-screening kan de ziekte in een vroeg stadium detecteren, waardoor de mortaliteit verlaagd zou kunnen worden. Een bevolkings-gebaseerde cohortstudie in Ontario (Canada) heeft de associatie tussen adherentie aan de screeningsrichtlijnen en de mammacarcinoom-specifieke mortaliteit geïnventariseerd. Dr. Jennifer Brooks (University of Toronto) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1

De studie includeerde 48.927 vrouwen in Ontario die tussen begin 2010 en eind 2017 een eerste diagose mammacarcinoom kregen. Op basis van gegevens in de Ontario Health database werden de patiënten onderverdeeld in drie groepen: adherent screeners (n=26.108; 53,4%), non-adherent screeners (tenminste eenmaal gescreend; n=6546; 13,4%) en non-screeners (n=16.273; 33,3%). De mediane follow-up vanaf de diagnose was 3,6 jaar (range 0 tot 8 jaar). Tijdens de follow-up overleden 2.869 deelnemers aan mammacarcinoom. De figuur laat zien dat vergeleken met de adherent screeners, non-screeners (HR 3,59; 95%-bti 3,30-3,90) en non-adherent screeners (1,69; 1,47-1,95) een hogere mammacarcinoom-specifieke mortaliteit hadden. Vergeleken met de non-screeners hadden non-adherent screeners een lagere mammacarcinoom-specifieke mortaliteit (HR 0,47; 95%-bti 0,41-0,54).

De onderzoekers concluderen dat in Ontario deelname aan het screeningsprogramma geassocieerd was met lagere mammarcarcinoom-specifieke mortaliteit, ook onder vrouwen die niet volledig adherent zijn.

1.Christensen RAG, Anderson GM, Kim SJ et al. Adherence to breast screening guidelines and breast cancer mortality: a population cohort study. Breast Cancer Res Treat 2025-07754-y

Summary: A retrospective study found that women screened in the Ontario Breast Screening Program had a lower rate of death from breast cancer than non-screeners, even if they are not fully adherent to the screening guidelines.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Systematisch overzicht en meta-analyse van eerstelijns behandeling voor niet-heldercellig niercelcarcinoom (0)
2025-07-04 13:30   ( Nieuws )
Tags:  nccRCC
Dr. Fausto PetrelliEr is geen duidelijkheid over de optimale eerstelijns behandeling van niet-heldercellig niercelcarcinoom (nccRCC). Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft verschillende eerstelijns behandelingen voor metastatisch nccRCC vergeleken. Dr. Fausto Petrelli (ASST Bergamo Ovest, Treviglio, Italië) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Oncology.1

In de literatuur identificeerden de onderzoekers 23 voor het onderwerp relevante studies met tezamen 1470 patiënten, gepubliceerd tussen begin 2018 en eind 2024. Gepoolde resultaten lieten een objective response rate zien van 26,6% en een disease control rate van 57,8%. De mediane progressievrije overleving was 6,59 maanden, en de mediane overall survival was 21,11 maanden. Immuuncheckpointremmers (ICIs) hadden significante werkzaamheid als eerstelijns behandeling voor uiteenlopende typen metastatisch nccRCC. Superieure klinische uitkomsten werden gezien met combinatietherapie, met name tyrosinekinaseremmers.

De onderzoekers concluderen dat ICIs, vooral in combinatie met TKIs, veelbelovende activiteit hadden als eerstelijns behandeling voor verschillende typen metastatisch nccRCC.

1.Petrelli F, Verri E, Ghidini A et al. First-line therapy for advanced non-clear cell renal cell carcinoma. A systematic review and meta-analysis. JAMA Oncol 2025.1891

Summary: Systematic review and meta-analysis of 23 studies found that ICIs, particularly when combined with targeted therapies, showed promising efficacy as first-line treatment for metastatic non-clear cell renal cell carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van nivolumab plus ipilimumab voor gevorderde gynecologische heldercellige maligniteiten (0)
2025-07-04 12:00   ( Nieuws )
Tags:  MoST-CIRCUIT trial gynecological CCCs nivolumab plus ipilimumab
Dr. Oliver KleinGynecologische heldercellige maligniteiten (CCCs) zijn agressieve neoplasmen met slechte respons op chemotherapie. Er is behoefte aan meer-werkzame behandelingen voor gevorderde gynecologische CCCs. De multicenter MoST-CIRCUIT fase 2 studie, in zeventien centra in Australië en Nieuw-Zeeland, evalueerde de combinatie van nivolumab plus ipilimumab voor gevorderd heldercellig ovariumcarcinoom of endometriumcarcinoom (CCOC/CCEC) na ten hoogste één eerdere lijn systemische behandeling. Dr. Oliver Klein (Olivia Newton-John Cancer Research Institute, Heidelberg VIC) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde 28 patiënten (mediane leeftijd 55 jaar; range 34-77; 24 patiënten met CCOC en 4 met CCEC; 19 met eerdere behandeling). De patiënten kregen vier vier-weekse cycli van nivolumab plus ipilimumab gevolgd door nivolumab iedere vier weken gedurende 96 weken of tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Coprimaire eindpunten waren objective response rate en zes-maands progressievrije-overlevingspercentage.

De overal ORR was 54% (95%-bti 35-71) met complete respons in drie patiënten en partiële respons in twaalf patiënten. De ORR was 55% (95%-bti 35-73) in de CCOC-groep en 50% (9-91) in de CCEC-groep. De mediane duur van respons werd niet-bereikt, met alle responsen ongoing. Het zes-maands PFS-percentage was 58% (95%-bti 39-74) en de mediane overall survival werd niet bereikt. Graad 3 of 4 immuun-gerelateerde adverse events werden gezien in negen patiënten (35%) en één patiënten overleed aan myocarditis.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van nivolumab en ipilimumab bemoedigende activiteit had voor gevorderde gynecologische heldercellige maligniteiten.

1.Gao B, Carlino MS, Michael M et al. Nivolumab and ipilimumab combination treatment in advanced ovarian and endometrial clear cell cancers. A nonrandomized clinical trial. JAMA Oncol 2025.1916.

Summary: The multicenter phase 2 MoST-CIRCUIT trial in Australia and New Zealand found encouraging activity of nivolumab plus ipilimumab among patients with advanced gynecological clear cell cancers.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)