Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter fase 1-studie van garsorasib voor KRAS G12C-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2023-03-20 16:00   ( Nieuws )
Tags:  KRASG12C mutated NSCLC garsorasib
Prof. Shun LuGarsorasib (aka D-1553) is een orall beschikbare potente en selectieve remmer van KRAS met G12C-mutatie. Een multicenter fase 1-studie in China heeft garsorasib voor KRASG12C-gemuteerd NSCLC geëvalueerd. Prof. Shun Lu (Jiaotong Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Thoracic Oncology.1

De studie includeerde 79 patiënten die in de doseringsescalatiefase garsorasib kregen in doseringen 600 mg eenmaal daags, 800 mg eenmaal daags, 1200 mg eenmaal daags, 400 mg tweemaal daags, en 600 mg tweemaal daags. In de expansiefase kregen de patiënten garsorasib 600 mg tweemaal daags. Treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 75 patiënten (94,9%) en graad 3 of 4 TRAEs voor 30 patiënten (38,0%). De meeste TRAEs waren manageable, en de patiënten verdroegen de behandeling goed. Onder de 74 patiënten die evalueerbaar waren voor werkzaamheid hadden 30 partiële respons (ORR 40,5%) en 38 andere patiënten stabiele ziekte (DCR 91,9%). De mediane duur van respons was 7,1 maanden, en de mediane progressievrije overleving was 8,2 maanden. Onder de 62 patiënten die de RP2D van garsorasib 600 mg tweemaal daags kregen waren er 24 met partiële respons (ORR 38,7%) en 32 met stabiele ziekte (DCR 90,3%), met mediane DOR 6,9 maanden en mediane PFS 7,6 maanden. Onder patiënten met hersenmetastasen was de ORR 17% en de DCR 100%.

De onderzoekers concluderen dat garsorasib een veelbelovende therapeutische optie is voor patiënten met KRAS G12C-gemuteerd NSCLC.

1.Li Z, Song Z, Zhao Y et al. D-1553 (garsorasib), a potent and selective inhibitor of KRASG12C in patients with non-small cell ling cancer: phase I study results. J Thorac Oncol 2023.03.015

Summary: A multicenter phase 1 study in China found that the KRASG12C inhibitor garsorasib (D-1553) is a promising therapeutic option for patients with KRASG12C mutated NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

ALL/AML: vergelijkbare uitkomsten na haploïdentieke HCT met niet- versus wel eerstegraads verwante donor (0)
2023-03-20 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ALL HCT NFD related donor
Prof. Norbert-Claude GorinAls er geen eerstegraads verwant (FD) beschikbaar is als donor voor haploïdentieke hematopoïetische celtransplantatie (HCT) voor patiënten met acute leukemie in remissie, kan het nodig zijn een niet-eerstegraads verwant (NFD) als donor te gebruiken. De werkzaamheid van HCT van NFD-donoren is niet bekend. Een analyse van patiënten in het register van de European Society for Blood and Marrow Transplantation heeft uitkomsten na haploïdentieke HCT met NFD- versus FD-donoren voor AML of ALL vergeleken. Prof. Norbert-Claude Gorin (Sorbonne Universiteit, Parijs) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Hematology and Oncology.1


Onder de volwassen patiënten in het register die tussen begin 2010 en eind 2021 haploïdentieke HCT ondergingen voor AML (n=2047) of ALL (n=656) in complete remissie hadden 2549 een FD-donor en 154 een NFD-donor. De analyse includeerde na 1:3 propensity score matching 123 NFD-patiënten en 324 FD-patiënten. De mediane leeftijd van de patiënten was 35,6 jaar in het NFD-cohort en 37,2 jaar in het FD-cohort; de engraftment-percentages waren goed in beide cohorten (95,7% versus 95,6%). De figuur laat zien dat er tussen beide cohorten geen significante verschillen waren in voorkomen van acute of chronische GVHD, incidentie van relapse, non-relapse mortaliteit, leukemievrije overleving, en overall survival.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met acute leukemie die in complete remissie haploïdentieke HCT ondergaan, een NFD-donor geschikt is als geen FD-donor beschikbaar is.

1.Ye Y, Labopin M, Chen J et al. Similar outcomes following non-first degree and first-degree related donor haploidentical hematopoietic cell transplantation for acute leukemia patients in complete remission: a study from the Global Committee and the Acute Leukemia Working Party of the European Society for Blood and Marrow Transplantation. J Hematol Oncol 2023;16:25

Summary: Analysis of the EBMT registry found that haploidentical HCT for AML/ALL in complete remission resulted in similar outcomes with first-degree versus non-first-degree donors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Uitkomsten met salvage chirurgie na eerstelijns alectinib voor gevorderd NSCLC met ALK-rearrangement (0)
2023-03-20 13:00   ( Nieuws )
Tags:  locally advanced metastatic ALK-rearranged NSLC salvage surgery after first-line alectinib
Prof. Filippo LococoEr is weinig onderzoek uitgevoerd naar de waarde van salvage chirurgie na tyrosinekinaseremmers voor gevorderd oncogeen-gedreven niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Een retrospectieve multicenterstudie in Italië heeft salvage chirurgie na eerstelijns alectinib voor gevorderd NSCLC met ALK-rearrangement geëvalueerd. Prof. Filippo Lococo (Policlinico Gemelli, Rome) en collega’s publiceren de studie in Clinical Lung Cancer.1


De studie includeerde tien patiënten die in 2020 of 2021 chirurgie ondergingen voor lokaal-gevorderd of metastatisch NSCLC met ALK-rearrangement nadat ze gemiddeld 212 dagen (range 42-415) eerstelijns alectinib 600 mg tweemaal daags hadden gekregen. Chirurgie werd voorgesteld na multidisciplinair overleg. Alectinib werd ongeveer een week voor de chirurgie (range 0 tot 32 dagen) onderbroken. In alle patiënten kon R0-chirurgie worden uitgevoerd (lobectomie in acht patiënten; bilobectomie in één, pneumonectomie in één). Intraoperatieve problemen werden gerapporteerd voor zeven patiënten (70%), vooral vanwege perivasculaire fibrose of verdikking van mediastinaal lymfeklierweefsel. Majeure complicaties deden zich niet voor, en mineure complicaties werden gerapporteerd voor drie patiënten (30%). Pathologisch complete respons (0% viabele tumorcellen) werd gezien in vijf patiënten (50%) en majeure pathologische respons (minder dan 10% viabele tumorcellen) in negen patiënten (90%).

De onderzoekers concluderen dat salvage chirurgie na eerstelijns alectinib voor gevorderd NSCLC met ALK-rearrangement veilig en feasible was.

1.Lococo F, Cancellieri A, Chiappetta M et al. Salvage surgery after first-line alectinib for locally-advanced/metastatic ALK-rearranged NSCLC: pathological response and peri-operative results. Clin Lung Cancer 2023.03.008

Summary: A multicenter retrospective study in Italy found that after first-line alectinib for ALK-rearranged NSCLC, salvage surgery was safe and feasible.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Real-world validatie van het Molecular International Prognostic Scoring System voor myelodysplastische syndromen (0)
2023-03-19 16:00   ( Nieuws )
Tags:  myelodysplastic syndromes IPSS-M
Prof. Matteo Giovanni Della PortaMyelodysplastische syndromen (MDS) vormen een groep heterogene myeloïde neoplasmen waarvoor een risico-aangepaste behandelstrategie vereist is. Het risico wordt momenteel ingeschat aan de hand van het Revised International Prognostic Scoring System (IPSS-R) op basis van klinische kenmerken. Onlangs is een nieuw klinisch-moleculair prognostisch model voorgesteld, het Molecular International Prognostic Scoring System (IPSS-M) waarin ook genomische kenmerken zijn opgenomen. Een studie van met multinationale GenoMed4All consortium heeft retrospectief dew prognostische waarde van IPSS-R en IPSS-M onderzocht aan de hand van uitkomsten van 2876 MDS-patiënten. Prof. Matteo Giovanni Della Porta (Humanitas Universiteit, Milaan) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De analyses laten zien dat IPSS-M betere prognostische performance had dan IPSS-R: de concordantie was 0,81 versus 0,74 voor overall survival en 0,89 versus 0,76 voor leukemievrije overleving. Dit was ook het geval binnen de groep patiënten zonder detecteerbare genmutaties. Vergeleken met IPSS-R gebaseerde stratificatie resulteerde de IPSS-M stratificatie in verandering van risicogroep voor 46% van de patiënten (23,6% upstaging en 22,4% downstaging). Onder patiënten die hematopoïetische celtransplantatie ondergingen voorspelde IPSS-M het risico van relapse en post-HSCT overleving significant beter dan IPSS-R: concordantie was 0,89 versus 0,70 voor relapse en 0,76 versus 0,60 voor overleving. Onder hoog-risico patiënten die behandeld werden met hypomethylerende middelen kon IPSS-M niet de individuele waarschijnlijkheid van respons stratificeren; de responsduur en waarschijnlijkheid van overleving waren wel invers geassocieerd met het IPSS-M risico. De onderzoekers definieerden een set van 15 relevante genen waarvan de mutatiestatus geassocieerd was met hoge performance van de score.

De onderzoekers concluderen dat onder MDS-patiënten, IPSS-M betere prognostische informatie levert dan IPSS-R, en resulteert in een betere selectie van kandidaten voor HSCT.

1.Sauta E, Robin M, Bersanelli M et al. Real-world validation of Molecular International Prognostic Scoring System for myelodysplastic syndromes. J Clin Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: Retrospective analysis of 2,876 patients with primary MDS found that the recently proposed IPSS-M prognostic model outperformed the conventional IPSS-R model for risk stratification and for selection of candidates for HSCT.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Pancreaticobiliaire maligniteiten: vergelijking van plasma en gal als bron van circulerend tumor DNA (0)
2023-03-19 14:30   ( Nieuws )
Tags:  pancreaticobiliary malignancies ctDNA from plasma or bile
Prof. Masao OmataOnder patiënten met pancreaticobiliaire maligniteiten (PBCA) is het verkrijgen van voldoende tumorweefsel voor genomische profilering vaak niet goed mogelijk, en leveren liquide biopten op basis van plasma soms niet voldoende sensitiviteit. Een studie in het Centraal Ziekenhuis van Yamanashi (Japan) heeft gal als bron van circulerend tumor DNA (ctDNA) onder deze patiënten vergeleken met plasma. Prof. Masao Omata en collega’s publiceren de studie in Cancer.1

De studie gebruikte een panel van 60 voor PBCA relevante genen voor genomische analyse van 212 ctDNA-monsters (87 gal-supernatant, 87 gal-precipitaat, 38 plasma) van 87 PBCA-patiënten. De ctDNA-gehalten waren significant lager in plasma dan in gal (p<0,001). Oncogene mutaties werden geïdentificeerd in 55% van de galmonsters versus 24% van de plasmamonsters (p=0,005). Gal was significant meer sensitief dan plasma voor het identificeren van druggable mutaties (p=0,032).

De onderzoekers concluderen dat onder PBCA-patiënten, gal een bruikbare bron kan zijn van ctDNA voor genomische profilering.

1.Ohyama H, Hirotsu Y, Amemiya K et al. Comparison of genomic profiling of circulating tumor DNA in pancreaticobiliary malignancies in plasma and bile. Cancer 2023; epub ahead of print

Summary: A study in Japan compared bile versus plasma as source of ctDNA for genomic profiling. Oncogenic mutations were identified in 55% of patients in bile versus 24% of patients in plasma (p=0.005). Bile was significantly more sensitive than plasma for identifying druggable mutations (p=0.032).


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van neutrofiel/lymfocyt-ratio met overleving in SBRT-behandeld vroeg-stadium niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2023-03-19 13:00   ( Nieuws )
Tags:  NLR after SBRT for early-stage NSCLC
Prof. Anurag SinghEr is geen duidelijkheid over de prognostische betekenis van de neutrofiel/lymfocyt-radio (NLR) in patiënten die stereotactische radiotherapie (SBRT) krijgen voor vroeg-stadium niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Een retrospectieve cohortstudie van Roswell Park Comprehensive Cancer Center (Buffalo NY) heeft de associatie tussen pretreatment NLR en overleving na SBRT voor vroeg-stadium NSCLC geïnventariseerd. Prof. Anurag Singh en collega’s publiceren de studie in BMC Cancer.1

De studie includeerde 286 patiënten, die tussen februari 2007 en juni 2022 SBRT kregen voor NSCLC. SBRT was 27 Gy in één fractie voor 211 patiënten (72,8%) en 54 Gy in drie fracties voor 75 patiënten (26,2%). De mediane NLR was 3,06 (IQR 2,21-4,33), en het optimale afsnijpunt voor hoge versus lage NLR was 3,28. Tijdens mediaan 19,7 maanden follow-up werden 15 gevallen van lokaal falen gezien, 27 van nodaal falen, en 50 van afstandsfalen. De figuur laat zien dat na propensity score matching, pretreatment NLR voorspellend was voor progressievrije overleving en overall survival. NLR was ook geassocieerd met afstandsfalen.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die SBRT kregen voor vroeg-stadium NSCLC, pretreatment NLR een onafhankelijk voorspeller was van overlevingsuitkomsten.

1.Huang K, Prasad S, Ma SJ et al. Association of neutrophil-lymphocyte ratio with survival in peripheral early-stage non-small cell lung cancer after stereotactic body radiation therapu. BMC Cancer 2023;23:254

Summary: A retrospective cohort study at Roswell Park Comprehensive Cancer Center (Buffalo, NY) found that among patients receiving SBRT for early stage NSCLC, pretreatment NLR was an independent predictor of survival outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Uitkomsten van de novo en therapie-gerelateerde myelodysplastische syndromen (0)
2023-03-18 16:00   ( Nieuws )
Tags:  tMDS
Daniel Moreno BerggrenMyelodysplastische syndromen (MDS) die worden gediagnostiseerd na blootstelling aan chemotherapie en/of radiotherapie (therapie-gerelateerde MDS; tMDS) maken tussen 10% en 20% van alle MDS uit. Vergeleken met de novo MDS is tMDS geassocieerd met hoger-risico klinische kenmerken, waaronder cytogenetische abnormaliteiten en hoog-risico mutaties. Een bevolkings-gebaseerde studie in Zweden heeft uitkomsten van verschillende typen tMDS geïnventariseerd. PhD-kandidaat Daniel Moreno Berggren (Universiteit van Uppsala) en collega’s publiceren de studie in Leukemia.1

Tussen begin 2009 en eind 2017 werd in Zweden MDS gediagnostiseerd in 2705 patiënten, onder wie 423 (16%) met tMDS. De mediane follow-up was 26 maanden (range 0-130). De mediane overall survival was 15,8 maanden in de groep met tMDS vergeleken met 31,1 maanden in de groep met de novo MDS (p<0,001). De figuur laat zien dat de OS van patiënten met tMDS die eerder radiotherapie gekregen niet significant afweek van de OS van patiënten met de novo MDS, maar dat patiënten die eerder chemotherapie hadden gekregen slechte OS hadden, en dat vooral tMDS na hematologische maligniteit geassocieerd was met slechte OS. In vergelijking met een controlegroep van voor leeftijd gematchte gezonde personen (n=13.509) hadden MDS-patiënten een zesvoudig verhoogde prevalentie van eerdere hematologische maligniteit (OR 6,09; 95%-bti 4,87-7,61) en een 34% verhoogde prevalentie van een eerdere solide tumor (1,34; 1,21-1,49).

De onderzoekers concluderen dat tMDS-patiënten, vooral na chemotherapie en na hematologische maligniteit, slechtere overleving hadden dan patiënten met de novo MDS.

1.Moreno Berggren D, Garelius H, Hjelm PW et al. Therapy-related MDS dissected based on primary disease and treatment- a nationwide perspective. Leukemia 2023; epub ahead of print

Summary: A population-based study in Sweden found that among the patients diagnosed with myelodysplastic syndromes in Sweden (2009-2017), 16% had therapy-related disease (tMDS). Median overall survival was 15.8 months in the group with tMDS versus 31.1 months in the group with de novo MDS (p<0.001). 


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Interstitiële fotodynamische therapie voor nieuw-gediagnostiseerd glioblastoom (0)
2023-03-18 14:30   ( Nieuws )
Tags:  GBM iPDT
Prof. Niklas ThonDe standaard-behandeling voor glioblastoom (GBM) is maximaal-veilige resectie gevolgd door combinatie van radiotherapie en chemotherapie, al of niet met tumor-treating fields. Ondanks deze agressieve benadering blijft de mediane overleving beperkt tot korter dan 20 maanden. Een studie in het ziekenhuis van de Ludwig-Maximilians Universität (München) heeft interstitiële fotodynamische therapie (iPDT) voor nieuw-gediagnostiseerd GBM geëvalueerd. Prof. Niklas Thon en collega’s publiceren de studie in het Journal of Neuro-Oncology.1

De studie includeerde zestien patiënten (mediane leeftijd 65,8 jaar) met nieuw-gediagnostiseerd, klein, niet veilig-resectabel GBM, die iPDT ondergingen als upfront eradicerende lokale therapie gevolgd door standaard chemoradiatie. De uitkomsten werden retrospectief vergeleken met die van een in-house cohort van patiënten (n=110) die complete resectie gevolgd door chemoradiatie hadden ondergaan. De figuur laat zien dat de mediane progressievrije overleving en overall survival significant langer waren in het iPDT-cohort dan in het controlecohort. PFS langer dan 24 maanden werd gezien in 43,8% van de iPDT-patiënten versus 8,9% van de controlepatiënten (p<0,01). Permanente iPDT-geassocieerde morbiditeit werd gezien in één patiënt (6,3%).

De onderzoekers concluderen dat iPDT een feasible behandelconcept is en geassocieerd kan zijn met lange-termijn PFS in een subgroep van GBM-patiënten.

1.Quach S, Schwartz C, Aumiller M et al. Interstitial photodynamic therapy for newly diagnosed glioblastoma. J Neuro-Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: A pilot study at Ludwig-Maximilians University (München, Germany) evaluated interstitial photodynamic therapy (iPTD) for newly diagnosed GBM. Patients underwent iPDT as upfront eradicating local therapy followed by standard chemoradiation. Median progression-free and overall survival were significantly longer than what was seen in an in-house cohort treated with complete tumor resection followed by chemoradiation. Permanent iPDT-associated morbidity was seen in one patient (6.3%).


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)