Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van pembrolizumab met of zonder bevacizumab voor platina-resistent recidiverend of metastatisch nasofarynxcarcinoom (0)
2025-01-16 16:00   ( Nieuws )
Tags:  R M NPC pembrolizumab with or without bevacizumab
Prof. Boon-Cher GohVascular endothelial growth factor (VEGF) wordt in nasofarynxcarcinoom (NPC) tot overexpressie gebracht en onderdrukt de antitumor immuunrespons. Een gerandomiseerde fase 2-studie van het National University Cancer Institute en het Tan Tock Seng ziekenhuis, beide in Singapore, heeft de PD-1 remmer pembrolizumab met of zonder de VEGF-remmer bevacizumab geëvalueerd voor platina-resistent recidiverend of metastatisch (R/M) NPC. Prof. Boon-Cher Goh en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde 48 volwassen patiënten (in Singapore 21 jaar of ouder) met platina-resistent R/M NPC en een ECOG performance status 0 of 1. De mediane leeftijd was 56 jaar (IQR 48-65) en 17% van de patiënten waren vrouwen. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar pembrolizumab monotherapie (n=24) of pembrolizumab plus bevacizumab (n=24) iedere drie weken tot radiografische progressie van de ziekte, niet-acceptabele toxiciteit, of voltooiing van 32 cycli. Het primaire eindpunt was door onafhankelijke radiologen beoordeelde objective response rate.

De mediane follow-up was 28,3 maanden (IQR 15,1-55,9). De ORR was 58,3% in de groep met pembrolizumab plus bevacizumab versus 12,5% in de groep met alleen pembrolizumab (RR 4,67; p=0,0010). Graad 3 treatment-related adverse events werden gezien in 29% van de patiënten in de groep met pembrolizumab plus bevacizumab en 8% van de patiënten in de groep met alleen pembrolizumab. Er waren geen graad 4 of 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met platina-resistent R/M NPC de combinatie van pembrolizumab en bevacizumab meer werkzaam was dan pembrolizumab monotherapie, met manageable toxiciteiten.

1.Chong W-Q, Low J-L, Tay JK et al. Pembrolizumab with or without bevacizumab in platinum-resistant recurrent or metastatic nasopharyngeal carcinoma: a randomised, open-label, phase 2 trial. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: A randomized phase 2 trial at two centers in Singapore found that pembrolizumab plus bevacizumab was more efficacious than pembrolizumab monotherapy in platinum-resistant recurrent or metastatic nasopharyngeal carcinoma, with manageable toxicities.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Follow-up van fase 3-studie van trastuzumab emtansine versus trastuzumab voor residueel HER2-positief mammacarcinoom (0)
2025-01-16 14:30   ( Nieuws )
Tags:  KATHERINE trial HER2-positive breast cancer T-DM1
Prof. Charles GeyerDe multinationale fase 3-studie KATHERINE randomiseerde patiënten met HER2-positieve residuele invasieve ziekte in borst of axilla na neoadjuvante therapie met taxaan en trastuzumab naar veertien cycli trastuzumab emtansine (T-DM1; n=743) of trastuzumab (n=743). In 2018 is de primaire analyse van de studie gepubliceerd, die liet zien dat de invasieve-ziektevrije overleving (IDFS) significant beter was in de T-DM1 groep dan in de trastuzumabgroep. Prof. Charles Geyer (University of Pittsburgh PA) en collega’s publiceren nu in The New England Journal of Medicine de finale analyse van de IDFS en een interimanalyse van de overall survival in de studie.1



Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 8,4 jaar. Het eerder gerapporteerde IDFS-voordeel met T-DM1 versus trastuzumab bleef bij langere follow-up behouden (HR 0,54; 95%-bti 0.44-0.66) met zeven-jaars IDFS percentages 80,8% met T-DM1 en 67,1% met trastuzumab. Het risico van overlijden was eveneens significant lager in de T-DM1 groep dan in de trastuzumabgroep (HR 0,66; p=0,001), met zeven-jaars overall survival percentages 89,1% versus 84,4%. Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor 26,1% van de patiënten in de T-DM1 groep en 15,7% van de patiënten in de trastuzumabgroep.

De onderzoekers concluderen dat vergeleken met trastuzumab, T-DM1 de overleving verbeterde met aanhoudende IDFS verbetering onder patiënten met HER2-positief mammacarcinoom met residuele invasieve ziekte na neoadjuvante therapie.

1.Geyer CE, Untch M, Huang C-S et al. Survival with trastuzumab emtansine in residuale HER2-positive breast cancer. N Engl J Med 2025;392:249-257

Summary: At median 8.4 years of follow-up of the multinational phase 3 KATHERINE trial, T-DM1 improved overall survival with sustained improvement in invasive disease-free survival among patients with HER2-positive early breast cancer with residual invasive disease after neoadjuvant therapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van toevoegen van radiotherapie aan eerstelijns behandeling voor oligoprogressief levercelcarcinoom (0)
2025-01-16 12:48   ( Nieuws )
Tags:  oligoprogressive HCC
Prof. Jinbo YueEr is geen duidelijkheid over de optimale behandeling van patiënten met levercelcarcinoom (HCC) met oligoprogressie (ten hoogste 5 metastatische lesies) na eerstelijns systemische therapie (FLST). Een retrospectieve studie in zeven centra in China heeft voortzetten van FLST plus radiotherapie (m-FLST+RT) vergeleken met switchen naar tweedelijns systemische behandeling plus radiotherapie (s-SLST+RT) of alleen s-SLST. Prof. Jinbo Yue (Eerste Medische Universiteit van Shandong) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Radiation Oncology.Biology.Physics.1

De figuur toont het CONSORT diagram. De studie includeerde 154 volwassen HCC-patiënten met oligoprogressie na tenminste drie maanden FLST en een ECOG performance status 2 of beter. Van deze patiënten kregen 42 FLST+RT, switchen 24 naar s-SLST+RT, en switchten 88 naar s-SLST. Het primaire eindpunt van de studie was progressievrije overleving. Deze figuur laat zien dat de mediane PFS 8,6 maanden was in de m-FLST+RT groep, vergeleken met 3,1 maanden in de s-SLST groep en 5,8 maanden in de s-SLST+RT groep. m-FLST+RT was geassocieerd met significant betere PFS vergeleken met s-SLST (HR 3,163; p<0.001) en ook vergeleken met s-SLST+RT (HR 2,183; p=0,008).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met oligoprogressie van HCC na eerstelijns systemische behandeling, voortzetting van deze behandeling onder toevoeging van radiotherapie resulteerde in betere PFS dan switchen naar tweedelijns therapie met of zonder radiotherapie.

1.Leng B, Wang H, Ge Y et al. Maintaining first-line therapy plus radiotherapy may prolong progression-free survival and delay second-line therapy for oligoprogressive hepatocellular carcinoma. Int J Radiat Oncol Biol Phys (2025) 2024.12.038

Summary: A retrospective study at seven centers in China found that among patients with oligoprogressive HCC, addition of radiotherapy while maintaining first-line systemic therapy resulted in longer progression-free survival compared with switching to second-line therapy with or without radiotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter prospectieve studie van MRI versus transurethrale resectie voor stadiëring van nieuw blaascarcinoom (0)
2025-01-15 16:00   ( Nieuws )
Tags:  BladderPath trial bladder cancer MRI versus TURBT
Prof. Nicholas JamesTransurethral resection of bladder tumor (TURBT) is de initiële stadiëringsprocedure voor nieuw blaascarcinoom. In geval van spierinvasief blaascarcinoom (MIBC) kan TURBT leiden tot uitstel van de definitieve behandeling. In de prospectieve BladderPath studie, in zeventien centra in het Verenigd Koninkrijk, is onderzocht of definitieve behandeling van MIBC kan worden bespoedigd door gebruik van flexibele cystoscopische biopsie en multiparametrische MRI (mpMRI) voor initiële stadiëring. Prof. Nicholas James (Institute of Cancer Research, Londen) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De figuur toont het CONSORT diagram van BladderPath. De studie includeerde 143 patiënten met verdenking van BC, die werden gerandomiseerd maar TURBT (n=72; 55 mannen; 15 MIBCs) of initiële mpMRI (n=71; 53 mannen, 14 MIBCs). Er waren twee primaire uitkomsten: feasibiliteit en tijd tot correcte behandeling (TTCT) voor MIBC. Wat betreft feasibiliteit ondergingen 36 van 39 (92%; 95%-bti 79-98) deelnemers met verdenking van MIBC mpMRI. De mediane TTCT voor MIBC was significant korter met initiële mpMRI (n=12; 53 dagen) dan met TURBT (n=14; 98 dagen; p=0,02). Onder de deelnemers met NMIBC was de mediane TTCT niet significant verschillend tussen mpMRI (n=30; 17 dagen) en TURBT (n=28; 14 dagen; p=0,67). Er waren geen ernstige adverse events.

De onderzoekers concluderen dat de mpMRI-route resulteerde in significante verkorting van de TTCT voor MIBC. Incorporeren van mpMRI voorafgaand aan TURBT was was profitabel voor alle patiënten met verdenking van MIBC.

1.Bryan RT, Liu W, Pirrie SJ et al. Randomized comparison of magnetic resonance imaging versus transurethral resection for staging new bladder cancers: results from the prospective BladderPath trial. J Clin Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multicenter prospective BladderPath trial in the UK found that use of flexible cystoscopic biopsy and multiparametric MRI in initial staging of new MIBC led to a significant reduction in time to correct treatment compared with transurethral resection.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen Candida-infectie van de slokdarm en risico van slokdarmcarcinoom in patiënten met achalasie (0)
2025-01-15 14:30   ( Nieuws )
Tags:  achalasia esophageal Candida infection esophageal cancer risk
Dr. Gwenny FuhlerPatiënten met achalasie hebben een verhoogd risico van het ontwikkelen van slokdarmcarcinoom (EC), maar de onderliggende risicofactoren zijn niet bekend. Een retrospectieve cohortstudie van het Erasmus Universiteit Medisch Centrum in Rotterdam heeft de prevalentie van slokdarm Candida-infectie onder patiënten met achalasie en de associatie van Candida-infectie met het risico van EC in deze populatie geïnventariseerd. Dr. Gwenny Fuhler en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 234 patiënten (mediane leeftijd bij diagnose 45 jaar; IQR 32-63; 50% vrouwen) met een diagnose achalasie tussen begin 1980 en juni 2024. De mediane follow-up was 13 jaar (IQR 4-22). Slokdarm Candida-infectie werd gezien in 29 patiënten (12%) en EC werd gezien in 24 patiënten (10%). Analyse van het risico van EC werd uitgevoerd voor 207 patiënten met twee of meer achtereenvolgende endoscopie follow-up bezoeken. De mediane follow-up voor deze groep was 16 jaar (IQR 9-26). De figuur laat zien dat onder deze patiënten slokdarm Candida-infectie onafhankelijk geassocieerd was met verhoogd risico van EC. Ook hogere leeftijd bij diagnose en mannelijk geslacht waren geassocieerd met verhoogd risico van EC.

De onderzoekers concluderen dat geschiedenis van slokdarm Candida-infectie, hogere leeftijd bij diagnose, en mannelijk geslacht geassocieerd waren met verhoogd EC-risico.

1.Guo X, Lam SK, Janmaat VT et al. Esophageal Candida infection and esophageal cancer risk in patients with achalasia. JAMA Network Open 2005;8:e2454685

Summary: A retrospective cohort study at Erasmus UMC (Rotterdam, The Netherlands) found that prior esophageal Candida infection, older age at diagnosis, and male sex were associated with increased risk of esophageal cancer among patients with achalasia.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Ongunstige gezondheidsuitkomsten en HRQOL onder lange-termijn overlevers van AYA hersentumoren (0)
2025-01-15 12:51   ( Nieuws )
Tags:  SURVAYA study
Dr. Catharina PadillaLange-termijn overlevers van maligne hersentumoren (BTs) onder adolescenten en jong-volwassenen (AYAs; leeftijd 18 tot 40 jaar) hebben vergeleken met de algemene bevolking een verhoogd risico van ongunstige gezondheidsuitkomsten, die van invloed kunnen zijn op hun gezondheids-gerelateerde kwaliteit van leven (HRQOL). Een secundaire analyse van de Nederlandse multicenter SURVAYA-studie heeft de prevalentie van ongunstige gezondheidsuitkomsten en de HRQOL onder AYA-BT vijf tot twintig jaar na de diagnose geïnventariseerd, en deze vergeleken met overlevers van andere AYA-maligniteiten (AYAC). Dr. Catarina Padilla (NKI Amsterdam) en collega’s publiceren de studie in Supportive Care in Cancer.1

De analyse includeerde 133 AYA-BT en 3877 AYAC overlevers. De AYA-BT overlevers rapporteerden significante vermoeidheid (47,6%), onzekerheid over de toekomst (45,2), en medische aandoeningen zoals stoornissen van visus (34,4%), spraak, smaak-, en geurwaarneming (26%), recidief van de maligniteitm en metastase (25,4%), en neurocognitieve symptomen (13,6-33,6%). Vergeleken met AYAC-overlevers rapporteerden AYA-BT overlevers significant (p<0,05) lagere scores voor rol, cognitieve, emotionele, en sociale HRQOL, met cognitieve (56%) en emotionele (40%) als meest aangedane domeinen. Ongunstige gezondheidsuitkomsten waren invers geassocieerd met HRQOL.

De onderzoekers concluderen dat de analyse lange-termijn AYA BT overlevers identificeerde als een zwaar-belaste populatie met multidomensionele HRQOL-stoornissen jaren na hun diagnose.

1.Angoumis K, Padilla CS, Kouwenhoven MCM et al. Adverse health outcomes and health-related quality of life (HRQoL) among long-term adolescent and young adult (AYA) brain tumour survivors: results from the population-based SURVAYA study. Supp Care Cancer 2025; 33:95

Summary: Secondary analysis of the Dutch multicenter SURVAYA study found that long-term survivors of brain tumors in adolescents and young adults were affected by multifaceted issues and multidimensional detriments in HRQOL years beyond their cancer diagnosis.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Ultrasensitieve ctDNA-detectie voor preoperatieve ziektestratificatie in vroeg-stadium longadenocarcinoom (0)
2025-01-14 16:01   ( Nieuws )
Tags:  TRACERx study NeXT Personal
Prof. Charles SwantonDetectie van circulerend tumor DNA (ctDNA) kan het klinisch risico van patiënten met vroeg-stadium maligniteiten voorspellen, maar klinische toepassingen worden gehinderd door de beperkte gevoeligheid van klinisch-gevalideerde detectiemethoden. NeXT Personal is een whole-genome gebaseerd tumor-geïnformeerd platform dat analytisch gevalideerd is voor ultrasensitieve ctDNA-detectie op een niveau van 1-3 ppm ctDNA met 99,9% specificiteit. Prof. Charles Swanton (University College London, UK) en collega’s publiceren in Nature Medicine een analyse van resultaten met NeXT Personal in de TRACERx-studie.1

De analyse includeerde 94 patiënten met vroeg-stadium longadenocarcinoom (LUAD; 29,8% stadium I; 30,9% stadium II, en 39,3 stadium III). De figuur laat zien dat preoperatieve detectie van ctDNA slechtere uitkomst voorspelde, en dat zelfs LUAD-patiënten met <80 ppm ctDNA slechtere overall survival hadden dan ctDNA-negatieve LUAD-patiënten.

De onderzoekers concluderen dat, hoewel prospectieve studies vereist zijn om de klinische bruikbaarheid van de assay te bevestigen, deze gegevens suggereren dat NeXT Personal de potentie heeft om ziektestratificatie in vroeg-stadium LUAD te verbeteren.

1.Black JRM, Bartha G, Abbott CW et al. Ultrasensitive ctDNA detection for preoperative disease stratification in early-stage lung adenocarcinoma. Nature Med 2025-024-03216-y

Summary: Retrospective analysis of patients in the TRACERx study found that ultrasensitive ctDNA detection using the NeXT Personal platform has the potential to improve disease stratification in early-stage LUADs.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven met androgeenreceptorroute-remmers voor gevorderd prostaatcarcinoom (0)
2025-01-14 14:30   ( Nieuws )
Tags:  LACOG0415 trial HRQOL
Dr. Fernando MalufDe gerandomiseerde fase 2-studie LACOG0415, in Brazilië en Argentinië, evalueerde androgeendeprivatietherapie (ADT)-vrije alternatieven voor gevorderd castratiegevoelig prostaatcarcinoom (aCSPC). Patiënten werden 1:1:1 gerandomiseerd naar drie groepen: ADT plus abirateronacetaat en prednison (AAP), apalutamide (APA), of APA plus AAP. In 2021 is de primaire analyse van de studie gepubliceerd, die liet zien dat na 25 weken een PSA 0,2 ng/ml of lager werd bereikt in 75,6% respectievelijk 60,0% en 79,5% in de drie groepen. Dr. Fernando Maluf (Beneficência Portuguesa de São Paolo, Brazilië) en collega’s publiceren nu in JAMA Network Open HRQOL-resultaten van de studie.1

De HRQOL werd bepaald aan de hand van de FACT-P vragenlijst met subschalen, die door de patiënten werden beantwoord voor aanvang van de behandeling en vervolgens iedere vier weken tot week 25. De mediane leeftijd van de 42 patiënten in de ADT plus AAP-groep was 69,8 jaar, vergeleken met 69,5 jaar voor de 42 patiënten in de alleen-APA groep en 71,0 jaar voor de 44 patiënten in de APA plus AAP-groep. Vijfennegentig patiënten (74,2%) hadden metastatische ziekte, 22 patiënten (17,2%) hadden ziekte met hoog risico van biochemisch recidief, en elf patiënten (8,6%) hadden lokaal-gevorderde ziekte. Er waren geen verschillen tussen de groepen in baseline HRQOL, en de HRQOL-scores bleven gedurende de behandeling stabiel in alle drie de groepen, zonder significante verschillen na 25 weken, met uitzondering van de tijd tot verslechtering van emotioneel welbevinden, die gunstiger was in de alleen-APA groep dan in de ADT plus AAP groep.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met aCSPC de HRQOL niet beter was met alleen-APA of APA plus AAP dan met ADT plus APA (visual abstract).

1.Bastos DA, Soares A, Barros Schultz A et al. Androgen receptor pathway inhibitor therapy for advanced prostate cancer. Secondary analysis of a randomized clinical trial. JAMA Network Open 2025; epub ahead of print

Summary: A prespecified secondary analysis of the randomized LACOG415 trial of patients with advanced castration-sensitive prostate cancer found that HRQOL was not statistically significant different between the groups receiving ADT plus AAP, APA alone, or APA plus AAP.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)