
Tussen begin 2021 en eind 2024 kregen in de zeven centra 415 patiënten neoadjuvant pembrolizumab plus chemotherapie. Het pCR-percentage was 52%. AEs werden gerapporteerd voor 88% van de patiënten, graad 3 of hoger AEs voor 38%, vroege discontinuering van pembrolizumab vanwege AEs voor 31% (vergeleken met 23,3% in KEYNOTE-522), en hospitalisatie voor 26%. Er waren geen verschillen in hospitalisatiepercentages tussen blanke en zwarte patiënten (29,1% versys 24,4%; p=0,393) of tussen patiënten in de leeftijd van 65 en ouder versus jongere patiënten (25% versus 25,7%; p=0,894) maar wel tussen obese patiënten en patiënten met normaal gewicht (32% versus 18,5%; p=0,014).
De onderzoekers concluderen dat in deze retrospectieve real-world studie het pCR-percentage lager was dan in KEYNOTE-522, mogelijk vanwege het hoge percentage discontinueringen vanwege AEs.
1.Mezzanotte-Sharpe J, Hsu C-Y, Choi D et al. Adverse events in patients treated with neoadjuvant chemo/immunotherapy for triple negative breast cancer: results from seven academic medical centers. Breast Cancer Res Treat 2025-07758-8
Summary: A retrospective study at seven US centers found that among real-world TNBC patients receiving neoadjuvant pembrolizumab and chemotherapy, the pCR rate was lower than that reported in the KEYNOTE-522 study, potentially due to high rates of pembrolizumab and chemotherapy discontinuation due to adverse events.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)