Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Prospectieve studie van factoren die geassocieerd zijn met interval- en screening-gedetecteerd mammacarcinoom (0)
2024-04-27 15:00   ( Nieuws )
Tags:  interval and screen-detected breast cancers
Dr. Isobel BarnesDe associaties van leeftijd en menopauzale hormoontherapie met het risico van mammacarcinoom (BC) verschillen voor interval- versus screening-gedetecteerd BC. Voor associaties met andere risicofactoren is er minder duidelijkheid over het verschil tussen beide wijzen van detectie. Een prospectieve studie in het Verenigd Koninkrijk heeft deze associaties geïnventariseerd. Dr. Isobel Barnes (University of Oxford) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1

De analyse is uitgevoerd in het cohort van de Million Women Study, die overigens slechts 517.555 deelneemsters telt. Tijdens gemiddeld 9,72 jaar follow-up werden in het cohort 9421 screening-gedetecteerde en 5166 interval-BCs gezien. De figuur laat uitkomsten van de analyses zien. Hogere body mass index was geassocieerd met minder sterke toename van interval BC (RR per toename met 5 eenheden 1,07; 95%-bti 1,03-1,11) dan van screening-gedetecteerd BC (1,27; 1,23-1,30); een eerstegraads familiegeschiedenis van BC was geassocieerd met sterker toegenomen risico van interval BC (1,81; 1,68-1,95) dan van screenings-gedetecteerd BC (1,52; 1,43-1,61); en voorafgaande borstchirurgie was geassocieerd met sterker verhoogd risico van interval BC (1,85; 1,72-1,99) dan van screenings-gedetecteerd BC (1,34; 1,26-1,42). Deze verschillen in associaties bleven relatief ongewijzigd na correctie voor tumorgraad.

De onderzoekers concluderen dat de waargenomen factoren van invloed kunnen zijn op de sensitiviteit van de screening.

1.Barnes I, Garcia-Closas M, Gathani T et al. A comparative analysis of risk factor associations with interval and screen-detected breast cancers: a large UK prospective study. Int J Cancer 2024.34968




  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van venetoclax-ibrutinib therapie voor eerder-behandeld mantelcellymfoom: zeven-jaars uitkomsten (0)
2024-04-27 13:30   ( Nieuws )
Tags:  AIM trial MCL venetoxlax plus ibrutinib
Dr. Sasankan HandunnettiDe Australische fase 2-studie ABT-199 and Ibrutinib in Mantle Cell Lymphoma (AIM) heeft laten zien dat de combinatie van venetoclax en ibrutinib (400 mg respectievelijk 560 mg eenmaal daags) voor mantelcellymfoom (MCL) resulteerde in hoge percentages patiënten met complete remissie (CR) en MRD-negatieve CR. De mediane follow-up van de studie is nu langer dan zeven jaar. Dr. Sasankan Handunnetti (Peter MacCallum Cancer Centre, Melbourne) en collega’s publiceren lange-termijn resultaten van de studie in Blood.1

De studie includeerde 24 MCL-patiënten (23 met recidiverende of refractaire ziekte). De mediane progressievrije overleving was 28 maanden (95%-bti 13-82) met 30% van de patiënten progressievrij na zeven jaar, en de mediane overall survival was 32 maanden (15-NR) met 43% van de patiënten in leven na zeven jaar. Na 56 weken waren graad 3 of hoger adverse events ongebruikelijk. Acht patiënten in MRD-negatieve CR kozen voor electieve onderbreking van de behandeling (ETI). De mediane duur van ETI was 58 maanden (95%-bti 37-79), met ziekterecidief in vier van acht patiënten, onder wie twee van drie die opnieuw CR bereikten na hervatting van de behandeling.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van venetoclax en ibrutinib voor eerder-behandeld MCL resulteerde in duurzame responsen met acceptabele veiligheid, met de mogelijkheid van ETI zonder verlies van ziektecontrole.

1.Handunnetti SM, Anderson MA, Burbury KI et al. Seven-year outcomes of venetoclax-ibrutinib therapy in mantle cell lymphoma: durable responses and treatment-free remissions. Blood 2024; epub ahead of print

Summary: The Australian phase 2 AIM trial found durable responses and acceptable toxicity of the combination of venetoclax and ibrutinib for R/R mantle cell lymphoma, with feasibility of treatment interruption while maintaining ongoing disease control.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prospectieve studie van lage-dosering lenvatinib plus anti-PD-1 therapie voor eerder-behandeld ovarium- en endometriumcarcinoom (0)
2024-04-27 12:00   ( Nieuws )
Tags:  recurrent ovarian and endometrial cancer low-dose lenvatinb plus anti-PD-1 therapy
Dr. Ying JinPatiënten met eerder-behandeld recidiverend ovarium- of endometriumcarcinoom hebben slechts beperkte behandelingsopties. Eerdere studies hebben werkzaamheid van lenvatinib plus anti-PD-1 combinatietherapie voor gevroderd endometriumcarcinoom laten zien, maar hooggradige adverse events resulteerden in hoge percentages discontinueringen. Een pilot-studie van Peking Union Medical College Hospital (Beijing) heeft lage-dosering lenvatinib in combinatie met anti-PD-1 voor eerder-behandeld ovarium- of endometriumcarcinoom geëvalueerd. Dr. Ying Jin en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Gynecological Cancer.1

De studie includeerde vijftien patiënten met ovariumcarcinoom en zes met endometriumcarcinoom die mediaan drie respectievelijk twee eerdere lijnen behandeling hadden gekregen. De patiënten kregen lenvatinib 8 of 12 mg eenmaal daags (afhankelijk van het lichaamsgewicht) en standaard-dosering anti-PD-1 therapie. De mediane follow-up was 11,0 maanden (range 6,8-23,9). De objective response rate was 46,7% (95%-bti 21,3-73,4) onder de patiënten met ovariumcarcinoom en 66,7% (22,3-95,7) onder de patiënten met endometriumcarcinoom. De mediane duur van respons in beide groepen was 5,3 maanden (95%-bti 0-11,7) respectievelijk 6,1 maanden (2,4-9,8), met mediane progressievrije overleving 4,1 maanden (2,6-5,6) respectievelijk 6,6 maanden (1,7-11,5). Er waren geen graad 4 of 5 adverse events. In acht patiënten (38,1%) moest de lenvatinib-dosering verlaagd worden. Eén patiënt discontinueerde beide middelen wegens adverse events, en geen van de patiënten discontinueerde alleen lenvatinib.

De onderzoekers concluderen dat lage-dosering lenvatinib in combinatie met anti-PD-1 therapie veelbelovende actitiveit had voor eerder-behandeld ovarium- en endometriumcarcinoom, en goed verdragen werd.

1.Shang X, Su H, Chen X et al. Low-dose lenvatinib and anti-programmed cell death protein-1 combination therapy in patients with heavily pre-treated recurrent ovarian and endometrial cancer: a pilot study. Int J Gynecol Cancer 2024-005331

Summary: A pilot study at Peking Union Medical College Hospital (Beijing, China) found that among patients with previously treated recurrent ovarian or endometrial cancer, the combination of low-dose lenvatinib and anti-PD-1 therapy had promising efficacy and favorable tolerability.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter gerandomiseerde studie van radiotherapie met of zonder cisplatine voor lokaal recidief van endometriumcarcinoom (0)
2024-04-26 15:00   ( Nieuws )
Tags:  locally recurrent endometrial cancer RT with or without cisplatin
Prof. Ann KloppPelvisch recidief is een frequent patroon van recidief onder vrouwen met endometriumcarcinoom. Een multicenter gerandomiseerde studie van de Amerikaanse NRG Oncology/Gynecologic Oncology Group heeft toevoeging van cisplatine aan radiotherapie (RT) voor deze patiënten geëvalueerd. Prof. Ann Klopp (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 165 patiënten met laaggradige ziekte met endometrioïde histologie (82%) en recidief beperkt tot de vagina (86%). De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar alleen RT of RT met concurrent cisplatine 40 mg/m2 eens per week. Acute toxiciteit was meer frequent in de chemoradiotherapiegroep dan in de alleen-RT groep. De mediane progressievrije overleving was numeriek langer in de alleen-RT groep (niet bereikt) dan in de RT plus cisplatinegroep (73 maanden; HR 1,25; 95%-bti 0,75-2,07). Na drie jaar behandeling waren 73% van de patiënten in de alleen-RT groep en 62% van de patiënten in de RT plus cisplatinegroep progressievrij en in leven.

De onderzoekers concluderen dat onder vrouwen met lokaal recidief van endometriumcarcinoom uitstekende uitkomsten bereikt kunnen worden met alleen radiotherapie.

1.Klopp AH, Enserro D, Powell M et al. Radiation therapy with or without cisplatin for local recurrences of endometrial cancer: results from an NRG Oncology/GOG prospective randomized multicenter clinical trial. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multicenter randomized trial in the US found that among women with locally recurrent endometrial cancer, excellent outcomes can be achieved with radiation therapy alone, whereas addition of cisplatin to radiation therapy did not improve progression-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van postoperatieve hypogefractioneerde IMRT met concurrente chemotherapie voor cervixcarcinoom (0)
2024-04-26 13:30   ( Nieuws )
Tags:  POHIM-CCRT trial cervical cancer postoperative hypofractionated IMRT plus chemotherapy
Prof. Won ParkEr zijn geen prospectieve gegevens van de veiligheid van postoperatieve hypogefractioneerde (40 Gy in zestien fracties) radiotherapie met concurrente chemotherapie onder patiënten met cervixcarcinoom. De fase 2-studie POHIM-CCRT, in vijf centra in Zuid-Korea, heeft deze veiligheid onderzocht. Prof. Won Park (Samsung Medisch Centrum, Seoel) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde 84 patiënten met lymfekliermetastasen, parametriuminvasie, of positieve resectiemarges na radicale hysterectomie voor cervixcarcinoom. Ze kregen postoperatieve hypogefractioneerd IMRT naar de gehele pelvis met concurrente chemotherapie. Het primaire eindpunt was incidentie van acute graad 3 of hoger gastroïntestinale, genito-urinaire, of hematologische toxiciteit tijdens de IMRT of binnen drie maanden na voltooiing van de IMRT. Vijf van de 84 patiënten vielen uit voor de start van de IMRT, en gegevens van 79 patiënten werden geanalyseerd: 31 met lymfekliermetastasen, 4 met positieve resectiemarges, en 43 met parametriuminvasie. Graad 3 of hoger acute toxiciteit werd gezien in twee patiënten (2,5%; 90%-bti 0-4,8). De figuur laat zien dat na mediaan 43,0 maanden follow-up (IQR 21,1-59,0) het drie-jaars ziektevrije overlevingspercentage 79,3% was en het drie-jaars overall survival percentage 98%.

De onderzoekers concluderen dat postoperatieve IMRT naar de pelvis in combinatie met concurrente chemotherapie veilig was en goed verdragen werd onder vrouwen met cervixcarcinoom. Een fase 3-studie voor het vergelijken van uitkomsten van hypogefractioneerde met conventioneel gefractioneerde concurrente chemoradiotherapie is geboden.

1.Cho WK, Park W, Kim SW et al. Postoperative hypofractionated intensity-modulated radiotherapy with concurrent chemotherapy in cervical cancer. JAMA Oncol 2024.0565

Summary: A prospective trial at five centers in South Korea found that postoperative pelvic hypofractionated IMRT combined with concurrent chemotherapy was safe and well-tolerated in women with cervical cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associaties van circulerend tumor HPV-DNA na chirurgie voor stadium I-II HPV-geassocieerd OPSCC met overleving (0)
2024-04-26 12:00   ( Nieuws )
Tags:  ctHPVDNA after surgery for HPV-associated OPSCC survival outcomes
Dr. Daniel FadenDe meeste patiënten die chirurgie ondergaan voor stadium I of II HPV-geassocieerd squameus celcarcinoom van de orofarynx (OPSCC) krijgen adjuvante behandeling. De beoordeling van residuele ziekte (RD) na chirurgie, en dus van de noodzaak van adjuvante behandeling, is gebaseerd op klinisch-pathologische risicofactoren met slechte individuele prognostische capaciteit. Gepersonaliseerde behandeling vereist biomarkers die posttreatment RD kunnen identificeren. HPV-geassocieerde OPSCCs scheiden tumor HPV DNA (ctHPVDNA) uit in de circulatie. Een prospectieve cohortstudie van Harvard Medical School (Boston MA) heeft de associatie tussen detectie van ctHPVDNA na chirurgie voor HPV-geassocieerd OPSCC met overall survival en ziektevrije overleving geïnventariseerd. Dr. Daniel Faden en collega’s publiceren de studie in JAMA Otolaryngology – Head & Neck Surgery.1

De studie includeerde 33 patiënten die chirurgie ondergingen voor HPV-geassocieerd OPSCC. Na chirurgie was ctHPVDNA detecteerbaar in 11 patiënten en niet-detecteerbaar in 22. Tijdens de follow-up overleden 2 van 11 patiënten met detecteerbaar ctHPVDNA (18%) en 0 van 22 patiënten zonder detecteerbaar ctHPVDNA. Recidief werd gezien in 2 van 11 patiënten met detecteerbaar ctHPVDNA (18%) en 1 van 22 patiënten zonder detecteerbaar ctHPVDNA (4,5%). Na voltooiing van de behandeling werd ctHPVDNA gedetecteerd in 3 patiënten en niet gedetecteerd in 29 patiënten. Tijdens de follow-up overleden in deze groepen 2 van 3 patiënten versus 0 van 29 patiënten, en werd recidief gezien in 3 van 3 patiënten versus 0 van 29 patiënten.

De onderzoekers concluderen dat ctHPVDNA na chirurgie en behandeling een geschikte biomarker is voor het risico van recidief en overlijden onder patiënten met HPV-geassocieerd OPSCC.

1.Naegele S, Das D, Hirayama S et al. Circulating tumor HPV DNA in patients with stage I and II HPV-associated head and neck cancer after surgery. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2024.0740

Summary: A prospective cohort study at Harvard Medical School (Boston, MA) found that among patients undergoing surgery for HPV-associated OPSCC, detection of ctHPVDNA after surgery was associated with worse 2-year rates of overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde fase 2-studie van endocriene therapieën voor mammacarcinoom in mannen (0)
2021-02-05 15:00   ( Nieuws )
Tags:  breast cancer in men endocrine therapies estradiol levels MALE study
Prof. Sibylle LoiblDe impact van endocriene therapieën voor HR-positief mammacarcinoom in mannen op veranderingen in estradiolspiegels is niet bekend. De multicenter gerandomiseerde fase 2-studie MALE in Duitsland heeft deze impact en consequenties voor seksueel functioneren en kwaliteit van leven onderzocht. Prof. Sibylle Loibl (German Breast Group, Neu-Isenburg) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

MALE werd uitgevoerd in 24 centra. De studie includeerde 56 mannen met HR-positief mammacarcinoom. De patiënten werden voor de duur van zes maanden 1:1:1 gerandomiseerd naar alleen tamoxifen, tamoxifen plus gonadotropin-releasing hormone analogue (GnRHa), of aromataseremmer (AI) plus GnRHa. Het primaire eindpunt van de studie was verandering in estradiolspiegels tussen baseline en drie maanden behandeling. Tot de secundaire eindpunten behoorden veranderingen in estradiol tussen baseline en zes maanden, en seksueel functioneren en kwaliteit van leven na drie en zes maanden behandeling.

Van de 56 patiënten startten 52 de behandeling, en discontinueerden drie de behandeling voortijdig (één in elke arm). Vijftig patiënten waren evalueerbaar voor het primaire eindpunt. De mediane estradiolspiegels waren na drie maanden in de tamoxifengroep gestegen met 67% (+17.0 ng/l), in de tamoxifen plus GnRHa-groep gedaald met 85% (-23,0 ng/l), en in de AI plus GnRHa-groep gedaald met 72% (-18,5 ng/l). Na zes maanden waren de veranderingen in de drie armen +41%, -61%, en -64%. Het seksueel functioneren en de kwaliteit van leven bleven onveranderd in de alleen-tamoxifengroep, en namen af in de twee GnRHa-groepen.

De onderzoekers concluderen dat in mannen met HR-positief mammacarcinoom, vergeleken met alleen tamoxifen, tamoxifen plus GnRHa en AI plus GnRHa resulteerden in verlaging van estradiolspiegels die geassocieerd waren met verslechtering van seksueel functioneren en kwaliteit van leven.

1.Reinisch M, Seiler S, Hauzenberger T et al. Efficacy of endocrine therapy for the treatment of breast cancer in men. Results from the MALE phase 2 randomized clinical trial. JAMA Oncol 2021; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 2 study MALE in Germany randomized male patients with HR-positive breast cancer to tamoxifen alone, tamoxifen plus GnRHa, or aromatase inhibitor plus GnRHa. Patients in the two GnRHa arms experienced a sustained decrease of estradiol levels, associated with impaired sexual function and quality of life.

  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen lymfadenectomie en risico van VTE na chirurgie voor vroeg-stadium endometriumcarcinoom (0)
2021-02-05 14:00   ( Nieuws )
Tags:  lymfadenectomie
Dr. Nawar Latifearly stage endometrial cancer, lymphadenectomy, postoperative venous thromboembolism

Er is geen consensus over de waarde van toevoeging van lymfadenectomie (ND) aan chirurgie voor vroeg-stadium endometriumcarcinoom. Een analyse van de SEER-database heeft de associatie van LND met het risico van postoperatieve veneuze tromboëmbolie (VTE) in patiënten met vroeg-stadium endometriumcarcinoom geïnventariseerd. Dr. Nawar Latif (University of Pennsylvana, Philadelphia) en collega’s publiceren de analyse in Gynecologic Oncology.1

In de database identificeerden de onderzoekers 15.101 patiënten die tussen begin 2000 en eind 2013 hysterectomie ondergingen voor stadium I of II endometriumcarcinoom. Onder deze patiënten waren er 9004 (60%) die ook LND ondergingen. In de LND-groep werd binnen negentig dagen na de ingreep VTE gezien in 346 patiënten (3,8%), versus 140 (2,3%) in de niet-LND groep (RR 1,67; p<0,001). Na correctie voor leeftijd, stadium, graad, comorbiditeiten, en type chirurgie bleef LND een significante risicofactor voor VTE binnen negentig dagen (RR 1,7; p<0,0001). In de groep patiënten die minimaal-invasieve chirurgie ondergingen was LND geassocieerd met verdubbeling van het VTE-risico (RR 1,99; p=0,0014).
De onderzoekers concluderen dat toevoegen van LND aan hysterectomie voor vroeg-stadium endometriumcarcinoom geassocieerd was met verhoogd negentig-dagen postoperatief risico van VTE.

1.Latif N, Oh J, Brensinger C et al. Lymphadenectomy is associated with an increased risk of postoperative venous thromboembolism in early stage endometrial cancer. Gynecol Oncol 2021.01.30

Summary: Analysis of the SEER database found that lymphadenectomy in patients undergoing surgery for early stage endometrial cancer was associated with 70% elevated risk of 90-day postoperative venous thromboembolism.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)