Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Impact van kenmerken van lichaamssamenstelling op uitkomsten met ICIs voor metastatisch niercelcarcinoom (0)
2023-11-27 13:00   ( Nieuws )
Tags:  ICIs for mRCC impact of body composition factors
Introductie van immuuncheckpointremmers (ICIs) heeft geresulteerd in aanzienlijke verbeteringen in de uitkomsten van metastatisch niercelcarcinoom (mRCC), maar de impact van kenmerken van de lichaamssamenstelling op uitkomsten is niet bekend. Een retrospectieve studie van Dokkyo Universiteit (Shimotsuga, Japan) heeft de associatie van skeletspierdichtheid (SMD), subcutane vetmassa, en viscerale vetmassa met uitkomsten van eerstelijns ICI voor mRCC geïnventariseerd. Prof. Takao Kamai en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

De studie includeerde 60 patiënten die tussen begin 2019 en eind 2022 eerstelijns ICI-behandeling kregen voor mRCC. De mediane follow-up was 15 maanden (range 1-52). Patiënten met sarcopenie (n=42) hadden vergeleken met patiënten zonder sarcopenie (n=18) lagere objective response rate (33,3% versus 61,1%; p=0,0436) en disease control rate (52,4% versus 94,4%; p=0,0024). Body mass index en vetgehalten waren niet geassocieerd met ORR en DCR. De figuur laat zien dat sarcopenie (A,B), maar niet body mass index (C,D) of total fat index (E,F) geassocieerd was met significant slechtere progressievrije overleving en overall survival.

De onderzoekers concluderen dat sarcopenie geassocieerd was met slechtere uitkomsten met eerstelijns ICI voor mRCC. Therapeutische interventies gericht op sarcopenie kunnen niet alleen de kwaliteit van leven van de patiënten verbeteren maar wellicht ook de werkzaamheid van ICIs versterken.

1.Takei K, Kijima T, Okubo N et al. Association between immune checkpoint inhibitor treatment outcomes and body composition factors in metastatic renal cell carcinoma patients. Cancer 2023;15:5591

Summary: A retrospective study in Japan found that among patient receiving first-line ICI for mRCC, sarcopenia, but not body mass index or total fat index, was associated with significantly worse progression-free and overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Amivantamab versus real-world behandelingen voor aNSCLC met EGFR exon 20-insertiemutaties na platina-chemotherapie (0)
2023-11-26 16:00   ( Nieuws )
Tags:  aNSCLC with EGFR exon 20ins amivantamab
Prof. Byoung Chul ChoAmivantamab is een EGFR-MET bispecifiek antilichaam gericht op tumoren met EGFR exon 20-insertiemutaties (exon 20ins). In de éénarmige CHRYSALIS-studie hadden patiënten met gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC) met EGFR exon 20ins duurzame respons op amivantamab na progressie op platina-gebaseerde chemotherapie. Er zijn nog geen gerandomiseerde studies uitgevoerd met amivantamab versus andere behandelingen voor deze patiënten. Prof. Byoung Chul Cho (Yonsei Universiteit, Seoel) en collega’s publiceren in Acta Oncologica een retrospectieve vergelijking van uitkomsten met amivantamab in CHRYSALIS versus real-world behandelingen voor aNSCLC met EGFR exon 20ins na platina-gebaseerde chemotherapie in een database van Japanse patiënten.1

De analyse includeerde 115 CHRYSALIS patiënten en 94 controlepatiënten met vergelijkbare baseline-kenmerken na propensity score weighting. Amivantamab-behandelde patiënten hadden vergeleken met de controlepatiënten hogere objective response rate (41,7% versus 14,1%) en significant langere overall survival (mediaan 19,88 versus 14,09 maanden; HR 0,59; 95%-bti 0,40-0,88), progressievrije overleving (mediaan 6,74 versus 4,73 maanden; HR 0,59; 95%-bti 0,45-0,88), en tijd tot volgende behandeling (mediaan 12,16 versus 5,09 maanden; HR 0,39; 95%-bti 0,29-0,53). Analyses beperkt tot de Aziatische CHRYSALIS-patiënten (n=61) lieten vergelijkbaar klinisch profijt van amivantamab versus controle zien.

De onderzoekers concluderen dat bij gebrek aan klinische evidentie van gerandomiseerde studies, deze analyse een eerste aanwijzing is voor superieure uitkomsten met amivantamab versus real-world behandelingen voor aNSCLC met EGFR exon 20ins onder Japanse patiënten.

1.Kim TM, Girard N, Low GKM et al. Amivantamab compared with real-world therapies in patients with advanced non-small cell lung cancer EGFR exon 20 insertion mutation after platinum-based chemotherapy. Acta Oncol 2023.2254479

Summary: A retrospective analysis compared amivantamab versus real-world therapies for aNSCLC with exon 20 insertion mutations in Japanese patients. Avantamab-treated patients had significantly longer OS, PFS, and TTNT, and significantly higher ORR than control patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prevalentie van targetable genomische veranderingen in jonge vrouwen met gevorderd mammacarcinoom (0)
2023-11-26 14:30   ( Nieuws )
Tags:  aBC in young women prevalence of targetable genomic alterations
Dr. Deanna BlanskyOngeveer 5% van de mammacarcinomen wordt gedianostiseerd in vrouwen jonger dan 40 jaar. Deze vrouwen hebben een trend van slechtere uitkomsten dan oudere vrouwen met mammacarcinoom. Een cross-sectionele analyse in de Verenigde Staten heeft onderzocht of er verschillen bestaan in behandelbare genomische veranderingen in gevorderd mammacarcinoom (aBC) in jongere versus oudere vrouwen. Dr. Deanna Blansky (Yale University School of Medicine, New Haven CT) en collega’s publiceren de analyse in Breast Cancer Research and Treatment.1



De analyse includeerde 2049 tumormonsters die in een tijdsbestek van zes maanden voor comprehensive genomic profiling werden ingestuurd naar Foundation Medicine Inc (Cambridge MA). Van deze monsters was 1,37% afkomstig van vrouwen jonger dan 30 jaar; 7,76% van vrouwen in de leeftijd van 30 tot 40 jaar; en 90,87% van vrouwen in de leeftijd van 40 jaar of ouder. Tumoren van jongere vrouwen hadden lagere waarschijnlijkheid ER-positief te zijn (in de drie groepen 54%, 60%, en 69,4%) en hogere waarschijnlijkheid triple-negatief te zijn (43%, 33%, en 26,1%). Onder de tumoren van jongere vrouwen waren hogere percentages met BRCA1-mutaties (17,9%; 10,1%; en 2,6%) maar lagere percentages met CDH1-mutaties (7,1%; 5,0%; en 15,4%) en PIK3CA-mutaties (17,9%; 17,6%; en 40,0%).

De onderzoekers concluderen dat genetische profielen van tumoren van jongere vrouwen met aBC verschillen van die van tumoren van oudere vrouwen.

1.Blansky D, Ansari N, Gao L et al. Prevalence of targetable genomic alterations in youg women with advanced breast cancer: a cross-sectional study. Breast Cancer Res Treat 2023-0817905

Summary: Cross-sectional analysis of 2049 advanced breast cancer cases found that tumors of patients younger than 40 years at diagnosis had unique genetic profiles compared to tumors of older women.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van fysieke activiteit op toxiciteit en overleving met ICIs voor maligniteiten (0)
2023-11-26 13:00   ( Nieuws )
Tags:  UNICIT trial
Prof. Anne MayDierexperimenten suggereren gunstige impact van fysieke activiteit (PA) op antitumorimmuniteit. Analyse in het cohort van de prospectieve UNICIT studie (‘unraveling immune checkpoint inhibitor induced toxicity’) van UMC Utrecht heeft de associatie van PA met werkzaamheid en toxiciteiten van immuuncheckpointremmers onderzocht. Prof. Anne May en collega’s publiceren de analyse in het Journal of the National Cancer Institute.1

De studie includeerde 251 patiënten die voor aanvang van de ICI-behandeling informatie gaven over hun gebruikelijke PA door het beantwoorden van de PA-SQUASH vragenlijst. De mediane follow-up was 20 maanden. Matige (aOR 0,34; 95%-bti 0,12-0,90) en hoge (0,19; 0,05-0,55) baseline PA-niveaus waren geassocieerd met lagere waarschijnlijkheid van ernstige irAEs binnen een jaar. Matige (aHR 0,58; 95%-bti 0,32-1,04) en hoge (0,48; 0,27-0,89) baseline PA-niveaus waren ook geassocieerd met langere overleving.

De onderzoekers concluderen dat hogere PA-niveaus voor aanvang van ICI-behandeling geassocieerd zijn met lager risico van ernstige irAEs en waarschijnlijk ook met langere overleving.

1.Verheijden RJ, Ballester AC, Smit KC et al. Physical activity and checkpoint inhibition: association with toxicity and survival. J Natl Cancer Inst 2023.djad245

Summary: Analysis in the cohort of the prospective UNICIT trial found that higher PA levels at the start of ICI treatment were associated with lower risk of severe irAEs and probably longer survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van bijwerkingen van immuuncheckpointremming voor solide tumoren (0)
2023-11-25 16:00   ( Nieuws )
Tags:  ICIs for solid tumors treatment-related adverse events
Dr. Abdul Rafeh NaqashIncorporatie van immuuncheckremmers (ICIs) in perioperatieve therapie voor maligniteiten heeft klinische uitkomsten verbeterd, maar is ook geassocieerd met een risico van treatment-related adverse events. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCTs) heeft TRAEs van neoadjuvante en adjuvant ICI-behandeling geïnventariseerd. Dr. Abdul Rafeh Naqash (University of Oklahoma, Oklahoma City) en collega’s publiceren de analyse in The Lancet Oncology.1



In de literatuur tot 8 augustus 2023 identificeerden de onderzoekers 28 voor het onderwerp relevante RCTs met tezamen 16.976 patiënten met solide tumoren. Er waren 40 fatale toxiciteiten onder 9864 patiënten in de ICI-groepen versus 13 onder 7112 patiënten in de controlegroepen.Toevoeging van ICIs aan de behandeling was niet significant geassocieerd met graad 5 TRAEs (OR 1,76; p=0,073), consistent over verschillende ICI-subtypen. Toevoeging van ICIs aan de behandeling was wel geassocieerd met hogere incidentie van graad 3 of 4 TRAEs (OR 2,73; p<0,001), TRAEs resulterend in discontinuering van de behandeling (3,67; p<0,0001), en any grade TRAEs (2,60; p<0,0001). Gebruik van ICI versus placebo als adjuvante therapie was geassocieerd met verhoogde incidentie van graad 5 TRAEs (OR 4,02; p=0,044) en graad 3 or 4 TRAEs (5,31; p<0,0001), terwijl gebruik van ICI versus placebo als neoadjuvant therapie niet significant geassocieerd was met verhoogde incidentie van graad 5 (1,11; p=0,84) of graad 3-4 (1,17; p=0,23) TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van ICIs aan perioperatieve therapie voor solide tumoren geassocieerd was met toename van de incidentie van graad 3 of 4 TRAEs en TRAEs die resulteerden in discontinuering van de behandeling.

1.Fujiwara Y, Horita N, Adib E et al. Treatment-related adverse events, including fatal toxicities, in patients with solid tumours receiving neoadjuvant and adjuvant immune checkpoint blockade: a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials. Lancet Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: Meta-analysis of randomized controlled trials found that addition of immune checkpoint inhibitors to perioperative therapy for solid tumors was associated with increased incidence of grade 3-4 treatment-related adverse events and adverse events leading to treatment discontinuation.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nieuwe score voor voorspellen van uitkomsten van niet-resectabel levercelcarcinoom met atezolizumab plus bevacizumab (0)
2023-11-25 14:30   ( Nieuws )
Tags:  uHCC AB α-FAtE
Dr. Andrea Casadei-GardiniAtezolizumab plus bevacizumab (AB) en lenvatinib zijn beide standaard eerstelijns systemische behandelingen voor niet-resectabel levercelcarcinoom (uHCC). Er is geen duidelijkheid over baseline voorspellers van de respons op beide behandelingen. Een multinationale retrospectieve studie heeft factoren geïdentificeerd die van invloed zijn op uitkomsten met AB voor uHCC, en deze factoren verwerkt in een predictieve score (α-FAtE). Dr. Andrea Casadei-Gardini (San Raffaele Universiteit, Milaan) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1


De studie includeerde uHCC patiënten die eerstelijns AB of lenvatinib kregen. Onder de AB-behandelde patiënten was de overall survival significant langer in de groep patiënten met baseline α-fetoprotein lager dan 400 ng/ml dan onder patiënten met hoger AFP HR 0,62; p=0,0407), onder patiënten met alkalisch fosfatase lager dan 125 IU/l dan onder patiënten met hoger ALP (HR 0,52; p=0,0189), en onder patiënten met baseline eosinofielengetal 70 per μl of hoger (HR 0,46; p=0,0013). Op basis van deze drie factoren werd de α-FAtE score geconstrueerd. In ROC curve-analyse waren sensitiviteit en specificiteit van de score superieur aan die van de afzonderlijke factoren (p<0,02). AB-behandelde patiënten met een hoge α-FAtE score hadden langere OS (HR 0,44; p=0,009) en tijd tot progressie (HR 0,34; p<0,001); deze associaties werden niet gezien onder de lenvatinib-behandelde patiënten. AB was superieur aan lenvatinib in de groep patiënten met hoge α-FAtE score (HR 0,55; p=0,0043) maar inferieur in de groepe patiënten met lage α-FAtE score (HR 1,75; p=0,0227).

De onderzoekers concluderen dat α-FAtE een nieuwe predictieve en prognostische score is voor uitkomsten van eerstelijns AB-behandeld uHCC. Als de score wordt gevalideerd in prospectieve studies kan α-FAtE de keus tussen AB en lenvatinib geleiden.

1.Rossari F, Tada T, Suda G et al. α-FAtE: a new predictive score of response to atezolizumab plus bevacizumab for unresectable hepatocellular carcinoma. Int J Cancer 2023; epub ahead of print

Summary: A multinational retrospective study resulted in development of a score predictive for outcomes of unresectable hepatocellular carcinome after first-line atezolizumab plus bevacizumab.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Vrijetijds fysieke activiteit, dagelijkse sedentaire tijd, en mortaliteit onder overlevers van huidmaligniteiten in de VS (0)
2023-11-25 13:00   ( Nieuws )
Tags:  US skin cancer survivors leisure-time physical activity daily sitting time
Dr. Chao CaoEr is geen duidelijkheid over de lange-termijn impact van fysieke activiteit op mortaliteit onder overlevers van huidmaligniteiten. Een analyse onder deelnemers aan de US National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) heeft de impact van vrijetijds fysieke activiteit (LTPA) en dagelijkse sedentaire tijd op de mortaliteit onder deze overlevers geïnventariseerd. Dr. Chao Cao (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de analyse in Supportive Care in Cancer.1

Onder de NHANES-deelnemers die bij inclusie 50 jaar of ouder waren identificeerden de onderzoekers 862 overlevers van huidmaligniteiten en 13691 controlepersonen. Gedurende mediaan 6,3 jaar follow-up (94.093 persoonsjaren) overleden 207 van de overlevers van huidmaligniteiten onder wie 53 aan een maligniteit, en 1970 controlepersonen onder wie 414 aan een maligniteit. Na correctie voor covariabelen en type huidmaligniteit was onder de overlevers LPTA geassocieerd met lager risico van all-cause mortaliteit (HR 0,69; 95%-bti 0,47-1,00) en non-cancer mortaliteit (0,59; 0,36-0,97), terwijl zitten gedurende langer dan acht uur per dag vergeleken met zitten gedurende korter dan zes uur per dag geassocieerd was met hoger risico van all-cause mortaliteit (1,72; 1,11-2,67) en non-cancer mortaliteit (1,76; 1,07-2,92). In gecombineerde analyse was de combinatie van weinig LPTA en zitten gedurende langer dan acht uur per dag versus voldoende LPTA en zitten gedurende korter dan zes uur per dag geassocieerd met de hoogste all-cause mortaliteit (HR 2,26; 95%-bti 1,28-4,00) en non-cancer mortaliteit (2,11; 1,10-4,17). De impact van gebrek aan activiteit en dagelijkse lange sedentaire activiteit op de mortaliteit verschilde niet significant tussen overlevers van huidmaligniteiten en controlepersonen.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van dagelijkse lange sedentaire tijd en gebrek aan fysieke activiteit geassocieerd was met hoger mortaliteit onder overlevers van huidmaligniteiten in de Verenigde Staten.

1.Cao C, Wang N, Liu R et al. Leisure-time physical activity, daily sitting time, and mortality among US skin cancer survivors. Supp Care Cancer 2023;31:718

Summary: Analysis among participants of the US National Health and Nutrition Examination Survey found that the combination of prolonged sitting and lack of physical activity was associated with elevated risks of all-cause and non-cancer deaths among US skin cancer survivors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prevalentie en prognostische impact van diabetes mellitus in lange-termijn overlevers van maligniteiten (0)
2023-11-24 16:00   ( Nieuws )
Tags:  diabetes in long-term cancer survivors
Prof. Volker ArndtPatiënten met maligniteiten hebben een verhoogd risico van diabetes mellitus (SM). Eerdere studies van de prevalentie en prognostische impact waren beperkt door gering aantal deelnemers en korte follow-up. Een bevolkings-gebaseerde studie in Duitsland heeft prevalentie en prognostische impact van DM in 6952 tenminste-vijf-jaar-overlevers van maligniteiten geïnventariseerd. Prof. Volker Arndt (Deutsches Krebsforschungszentrum, Heidelberg) en collega’s publiceren de studie in Cancer.1


De studie is gebaseerd op gepoolde resultaten van een prospectieve en een cross-sectionele analyse. Het cohort omvatte 6952 overlevers van mamma-, colorectaal-, of prostaatcarcinoom gediagnostiseerde tussen 1994 en 2004, die voor de nu gepubliceerde analyse werden gerecruteerd tussen 2008 en 2011, en werden gevolgd tot 2019, met 1828 gematchte personen zonder maligniteiten als controlegroep. Bij inclusie rapporteerden 962 van de overlevers (13,8%) een diagnose DM te hebben gekregen. Prevalentie van DM onder de overlevers was niet hoger dan die onder controles, zowel niet bij inclusie (OR 0,80; 95%-bti 0,66-0,97) als tijdens follow-up (0,83; 0,67-1,04). De prevalentie van DM in de groep overlevers was geassocieerd met locatie van de maligniteit, hogere leeftijd, lager opleidingsniveau, hogere sociaal-economische deprivatie, hogere body mass index, fysieke inactiviteit, en andere comorbiditeiten. Overlevers met DM hadden slechtere prognose dan overlevers zonder DM (aHR voor all-cause mortaliteit 1,29; 95%-bti 1,15-1,44).

De onderzoekers concluderen dat DM onder lagne-termijn overlevers van maligniteiten prevalent is, maar niet meer prevalent dan onder controlepersonen zonder maligniteiten. DM in overlevers is geassocieerd met hoger risico van overlijden.

1.Yang K, Doege D, Thong MSY et al. Diabetes mellitus in long-term survivors with colorectal, breast, or prostate cancer: prevalence and prognosis. A population based study. Cancer 2023.35133

Summary: A population-based study in Germany found that diabetes mellitus (DM) is prevalent among long-term cancer survivors (LTCS), but not more prevalent than among cancer-free population controls. DM in LTCS is associated with elevated risk of death.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)