Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Inventarisatie van behandelings-gerelateerde bijwerkingen onder real-world patiënten met metastatisch mammacarcinoom (0)
2024-03-23 14:30   ( Nieuws )
Tags:  mBC treatment-related side effects
Prof. Aditya BardiaDe introductie van effectieve behandelingen zoals gerichte therapie en immuuntherapie heeft geresulteerd in langere overleving van patiënten met metastatisch mammacarcinoom (mBC). De ziekte blijft echter ongeneeslijk, en de meeste patiënten zullen de behandeling levenlang ondergaan. Bij start van de therapie krijgen de patiënten gewoonlijk een dosering voorgeschreven op basis van de hoogst-verdragen dosering zoals vastgesteld in fase 1-studies. Het Patient-Centered Dosing Initiative (PCDI), een samenwerkingsverband tussen patiëntadvocaten en oncologen, heeft een survey ontwikkeld voor het inventariseren van de prevalentie en de ernst van door mBC-patiënten ervaren behandelings-gerelateerde bijwerkingen. Prof. Aditya Bardia (University of California Los Angeles) en collega’s publiceren resultaten van de survey in JCO Oncology Practice.1

Het PCDI verspreidde de online survey onder mBC-patiënten. Van de 1221 respondenten rapporteerden 1051 (86%) tenminste één significante behandelings-gerelateerde bijwerking. Onder deze 1051 patiënten rapporteerden 213 (20,3%) tenminste één bezoek aan een ziekenhuis/afdeling spoedeisende hulp en 454 (43,2%) het missen van tenminste één behandeling. Bijna alle patiënten met bijwerkingen (n=1026; 97,6%) informeerden hun behandelaar, en 838 (81,7%) kregen assistentie. Onder de 556 patiënten die een doseringsreductie voorgeschreven kregen rapporteerden 459 (82,6%) verbetering. Iets meer dan de helft van de patiënten (n=651; 53,3%) gaf aan niet te geloven dat een hogere dosering altijd effectiever is dan een lagere dosering.

De onderzoekers concluderen dat er behoefte is aan innovatieve doserings-strategieën die werkzaamheid van de behandeling afwegen tegen de impact op welzijn van de patiënt.

1.Loeser A, Kim JS, Peppercorn J et al. The right dose: results of a patient advocate-led survey of individuals with metastatic breast cancer regarding treatment-related side effects and views about dosage assessment to optimize quality of life. JCO Oncology Practice 2024.00539

Summary: A survey by the Patient-Centered Dosing Initiative found that the majority of patients with metatatic breast cancer experienced at least one substantial treatment-related side effect, and that most patients given a dose reduction reported improvement.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Verbeteringen in post-tranplantatie uitkomsten van oudere AML-patiënten in de EBMT-ALWP sinds het jaar 2000 (0)
2024-03-23 13:00   ( Nieuws )
Tags:  EBMT ALWP study AML improvent over time in posttransplant outcomes
Prof. Ali BazarbachiAcute myeloïde leukemie (AML) is een ziekte van oudere patiënten, met gemiddelde leeftijd bij diagnose 68 jaar. Een analyse in het cohort van de Acute Leukemia Working Party van de European Society for Blood and Marrow Transplantation (EMBT ALWP)-studie heeft real-world veranderingen in uitkomsten na allogene hematopoïetische celtransplantatie voor AML in oudere patiënten sinds het jaar 2000 onderzocht. Prof. Ali Bazarbachi (American University of Beirut, Libanon) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De onderzoekers identificeerden in het cohort 7215 patiënten in de leeftijd van 65 jaar of ouder (mediane leeftijd 68 jaar; range 65-80) die tussen begin 2000 en eind 2021 alloHCT ondergingen in eerste complete remissie (64% van de patiënten), tweede complete remissie (14%), of tijdens actieve ziekte (22%). De mediane folow-up was 40 maanden. De onderzoekers inventariseerden de uitkomsten in de drie jaar na de alloHCT, en vergeleken die voor de perioden 2000-2010 (728 patiënten), 2010-2015 (1775 patiënten), en 2015-2022 (4712 patiënten). In deze drie perioden daalde de incidentie van relapse van 37% via 31% naar 30% (p=0,001). De nonrelapse mortaliteit daalde van 31% en 31% naar 27% (p=0,003). De drie-jaars leukemievrije overleving nam toe van 32% via 38% naar 44% (p=0,001), en de drie-jaars overall survival nam toe van 37% via 42% naar 49% (p=0,001). In multivariate analyse waren er significante verbeteringen in incidentie van relapse, leukemievrije overleving, en overall survival, terwijl de nonrelapse mortaliteit ongewijzigd bleef. De verbeteringen werden gezien ongeacht de ziektestatus bij transplantatie.

De onderzoekers concluderen dat onder oudere AML-patiënten in het EMBT ALWP cohort de post-transplantatie uitkomsten sinds het jaar 2000 significant verbeterd zijn.

1.Bazarbachi A, Labopin M, Moukalled N et al. Improvements in posttransplant outcomes over two decades in older patients with acute myeloid leukemia in the EBMT ALWP study. Clin Cancer Res 2024; epub ahead of print

Summary: Analysis in the cohort of the EMBT ALWP study found that among older AML patients improvement occurred in posttransplant outcomes since the year 2000.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van ribociclib plus endocriene therapie voor vroeg-stadium mammacarcinoom (0)
2024-03-22 16:00   ( Nieuws )
Tags:  NATALEE trial HR-positive HER2-negative early breast cancer ET with or without ribociclib
Prof. Dennis SlamonRibociclib levert een significant overall survival profijt onder patiënten met HR-positief HER2-negatief gevorderd mamacarcinoom. Of dit ook het geval is onder patiënten met vroeg-stadium mammacarcinoom (EBC) is nog niet duidelijk. De multinationale fase 3-studie NATALEE heeft toevoegen van ribociclib aan endocriene therapie voor HR-positief HER2-negatief EBC geëvalueerd. Prof. Dennis Slamon (University of California Los Angeles) en collega’s publiceren een interimanalyse van de studie in The New England Journal of Medicine.1

NATALEE includeerde 5101 patiënten met stadium II of III HR-positief HER2-negatief EBC, die 1:1 werden gerandomiseerd naar drie jaar ribociclib (400 mg per dag gedurende de eerste drie weken van vier-weekse cycli) plus tenminste vijf jaar een niet-steroïdale aromataseremmer (NSAI; letrozol of anastrazol) eens per dag of alleen NSAI. Mannen en premenopauzale vrouwen kregen ook gosereline eens per vier weken. Het primaire eindpunt was invasieve-ziektevrije overleving (IDFS).

Op het moment van de nu gepubliceerde interimanalyse was invasieve ziekte, recidief, of overlijden gezien in 426 patiënten. Er was een significant IDFS-profijt met ribociclib plus NSAI vergeleken met alleen NSAI. Het drie-jaars IDFS-percentage was 90,4% in de groep met ribociclib plus NSAI versus 87,1% in de groep met alleen NSAI (HR 0,75; p=0,003). Ook voor de secundaire eindpunten afstandsziekte-vrije overleving en recidiefvrije overleving was toevoegen van ribociclib aan NSAI geassocieerd met significant profijt. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van ribociclib aan NSAI voor HR-positief HER2-negatief stadium II of III EBC geassocieerd was met significante verbetering van IDFS (quick take video summary).

1.Slamon D, Lipatov O, Nowecki Z et al. Ribociclib plus endocrine therapy in early breast cancer. N Engl J Med 2024;390:1080-1091

Summary: The multinational phase 3 NATALEE trial found that among patients with HR-positive, HER2-negative early breast cancer, addition of ribociclib to a nonsteroidal aromatase inhibitor was associated with significantly improved invasive disease-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Systematisch overzicht en meta-analyse van studies van neoadjuvante chemo-immuuntherapie voor niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2024-03-22 14:30   ( Nieuws )
Tags:  NSCLC neoadjuvant chemoimmunotherapy
Dr. Jonathan SpicerEr zijn tot op heden geen meta-analyses uitgevoerd van klinische uitkomsten met neoadjuvante chemo-immuuntherapie voor niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft uitkomsten met neoadjuvante chemo-immuuntherapie vergeleken met uitkomsten met neoadjuvante chemotherapie voor NSCLC. Dr. Jonathan Spicer (McGill University, Montreal, Canada) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Oncology.1

In de literatur tussen begin 2013 en 25 oktober 2023 identificeerden de onderzoekers acht voor het onderwerp relevante gerandomiseerd studies met tezamen 3387 patiënten. In gepoolde analyses resulteerde neoadjuvante chemo-immuuntherapie in vergelijking met neoadjuvante chemotherapie in betere overall survival (HR 0,65; 95%-bti 0,54-0,79; I2=0%), gebeurtenisvrije overleving (0,59; 0,52-0,67; 14,9%), majeure pathologische respons (RR 3,42; 2,83-4,15; 31,2%), en pathologisch complete respons (5,52; 4,25-7,15; 27,4%). Onder patiënten met tumoren met PD-L1 expressie lager dan 1% was neoadjuvante chemo-immuuntherapie versus chemotherapie niet significant geassocieerd met betere OS, maar wel met betere EFS (HR 0,74; 95%-bti 0,62-0,89; I2=0%).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met vroeg-stadium NSCLC neoadjuvante chemo-immuuntherapie superieur was aan neoadjuvante chemotherapie in termen van pathologische en overlevingsuitkomsten.

1.Sorin M, Prosty C, Ghaleb L et al. Neoadjuvant chemoimmunotherapy for NSCLC. A systematic review and meta-analysis. JAMA Oncol 2024.0057

Summary: Sytematic review and meta-analysis of published studies found that among patients with early-stage NSCLC, neoadjuvant chemoimmunotherapy was superior to neoadjuvant chemotherapy across surgical, pathological, and efficacy outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde fase 2-studie van fulvestrant, palbociclib, en avelumab voor eerder-behandeld HR+ HER2- mBC (0)
2024-03-22 13:00   ( Nieuws )
Tags:  PACE study HR-positive HER2-negative mBC
Dr. Erica MayerCDK4/6-remmers zijn werkzaam in patiënten met HR-positief HER2-negatief metastatisch mammacarcinoom (HR+ HER2- mBC), maar het is niet duidelijk of deze patiënten baat hebben bij voortzetting van CDK4/6-remmers met endocriene therapie na progressie van de tumor, en of toevoeging van immuuncheckpointremming in deze setting van waarde is. De multicenter gerandomiseerde fase 2 –studie PACE in de Verenigde Staten is uitgevoerd om op dit punt duidelijkheid te scheppen. Dr. Erica Mayer (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

PACE includeerde patiënten met HR+ HER2- mBC met progressie van de ziekte op eerdere CDK4/6-remmer plus aromataseremmer (AI). De patiënten werden 1:2:1 gerandomiseerd naar fulvestrant (F), fulvestrant plus palbociclib (F+P), of fulvestrant plus palbociclib en avelumab (F+P+A). Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde progressievrije overleving met F versus F+P.

De mediane leeftijd van de 220 geïncludeerde patiënten was 57 jaar (range 25-83). De meeste patiënten (80,9%) waren postmenopauzaal, en 40% waren aanvankelijk gediagnostiseerd met de novo mBC. Palbociclib was de meest-gebruikte eerdere CDK4/6-remmer (90,9%). De mediane PFS was 4,8 maanden met F en 4,6 maanden met F+P (HR 1,11; p=0,62). De mediane PFS was 8,1 maanden met F+P+A (versus F: HR 0,75; p=0,23). Het verschil in PFS met F+P en F+P+A versus F was groter onder patiënten met baseline ESR1- en PIK3CA-veranderingen.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van palbociclib aan fulvestrant niet geassocieerd was met verbetering van de PFS in deze patiëntenpopulatie. De waargenomen toename van de PFS met toevoeging van avelumab dient nader te worden onderzocht.

1.Mayer EL, Ren Y, Wagle N et al. PACE: a randomized phase II study of fulvestrant, palbociclib, and avelumab after progression on cyclin-dependent kinase 4/6 inhibitor and aromatase inhibitor for hormone receptor-positive/human epidermal growth factor receptor-negative metastatic breast cancer. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter randomized phase 2 PACE trial found that addition of palbociclib to fulvestrant did not improve progression-free survival among patients with HR-positive HER2-negative metastatic breast cancer whose disease had progressed on a previous CDK4/6 inhibitor plus aromatase inhibitor.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van pembrolizumab plus chemoradiotherapie gevolgd door pembrolizumab voor lokaal-gevorderd cervixcarcinoom (0)
2024-03-21 16:00   ( Nieuws )
Tags:  KEYNOTE-A18 locally advanced cervical cancer
Prof. Domenica LorussoPembrolizumab heeft werkzaamheid laten zien onder patiënten met persistent, recidiverend, of metastatisch cervixcarcinoom. Het is denkbaar dat werkzaamheid van chemoradiotherapie (CRT) versterkt wordt door immuuntherapie. De multinationale fase 3-studie KEYNOTE-A18 heeft toevoeging van pembrolizumab aan CRT voor lokaal-gevorderd cervixcarcinoom publiceren de studie in The Lancet.1

KEYNOTE-A18 werd uitgevoerd in 176 centra in 30 landen. De studie includeerde 1060 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd hoog-risico lokaal-gevorderd cervixcarcinoom, die werden gerandomiseerd naar 5 drie-weekse cycli pembrolizumab plus CRT (n=529) of placebo plus CRT (n=531) gevolgd door 15 zes-weekse cycli pembrolizumab of placebo. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving. De figuur laat zien dat met mediaan 17,9 maanden follow-up de mediane PFS in geen van beide armen bereikt werd; de twee-jaars PFS-percentages waren 68% in de pembrolizumab-CRT groep versus 57% in de placebo-CRT groep (HR 0,70; p=0,0020). De twee-jaars overall survival percentages waren 87% versus 81% (HR 0,73; 95%-bti 0,49-1,07). Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor 75% van de patiënten in de pembrolizumab-CRT groep en 69% van de patiënten in de placebo-CRT groep.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van pembrolizumab aan CRT voor nieuw-gediagnostiseerd, hoog-risico, lokaal-gevorderd cervixcarcinoom geassocieerd was met significante verbetering van de PFS.

1.Lorusso D, Xiang Y, Hasegawa K et al. Pembrolizumab or placebo with chemoradiiotherapy followed by pembrolizumab or placebo for newly diagnosed, high-risk, locally advanced cervical cancer (ENGOT-cx11/COG-3047/KEYNOTE-A18: a randomised, double-blind, phase 3 clinical trial. Lancet 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 KEYNOTE-A18 trial found that addition of pembrolizumab to chemoradiotherapy significantly improved progression-free survival in patients with newly diagnosed, high-risk, locally advanced cervical cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

SEER-database analyse van relatieve toxiciteit van proton- versus foton-bestraling voor prostaatcarcinoom (0)
2024-03-21 14:30   ( Nieuws )
Tags:  prostate cancer toxicity of PBT versus IMRT
Dr. James YuIn vergelijkende studies zijn geen significante verschillen gezien tussen werkzaamheid van protonentherapie (PBT) en van intensiteits-gemoduleerde radiotherapie (IMRT) voor prostaatcarcinoom. Het is niet bekend of er tussen PBT en IMRT verschillen zijn voor de eindpunten gastroïntestinale (GI) en genitourinaire (GI) toxiciteit. Een analyse van patiëntgegevens in de SEER-Medicare database over de periode van begin 2010 to eind 2017 heeft deze toxiciteiten geïnventariseerd. Dr. James Yu (Yale University, New Haven CT) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Clinical Oncology.1



De studie includeerde 772 PBT-patiënten en 1544 op basis van klinische en sociaal-demografische kenmerken 1:2 gematchte IMRT-patiënten. De frequentie van GI-toxiciteit met IMRT versus PBT was 3,5% versus 2,5% na zes maanden (p=0,18); 9,5% versus 10,2% na twaalf maanden (p=0,18), en 20,5% versus 23,5% na vierentwintig maanden (p=0,11). De frequentie van GU-toxiciteit met IMRT versus PBT na zes, twaalf, en vierentwintig maanden was 6,8% versus 5,7% (p=0,30) respectievelijk 14,3% versus 12,2 % (p=0,13) en 28,2% versus 25,8% (p=0,21).

De onderzoekers concluderen dat de analyse geen significante verschillen in GI- of GU-toxiciteit met PBT versus IMRT voor prostaatcarcinoom heeft laten zien.

1.Yu JB, DeStephano DM, Jeffers B et al. Updated analysis of comparative toxicity of proton and photon radiation for prostate cancer. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Analysis of prostate cancer patient data in the SEER-Medicare database found no statistically significant differences between proton beam therapy and intensity-modulated radiation therapy in terms of gastrointestinal or genitourinary toxicity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Chronische vermoeidheid in lange-termijn overlevers na radiotherapie voor hoofd-halscarcinoom (0)
2024-03-21 13:00   ( Nieuws )
Tags:  RT for HNC chronic fatigue in long-term survivors
Dr. Cecilie Delphin AmdalEr is geen duidelijkheid over de prevalentie van chronische vermoeidheid (CF) onder lange-termijn overlevers die radiotherapie (RT) hebben gekregen voor hoofd-halscarcinoom (HNC). Een cross-sectionele studie in Noorwegen heeft deze prevalentie geïnventariseerd. Dr. Cecilie Delphin Amdal (Universiteitsziekenhuis Oslo) en collega’s publiceren de studie in Radiotherapy & Oncology.1

De studie includeerde 227 tenminste-vijf-jaar overlevers die tussen begin 2007 en eind 2013 RT hadden gekregen voor HNC. De mediane leeftijd was 65 jaar, en de mediane tijd na de RT was 8,5 jaar. De overlevers en 1:3 voor leeftijd en geslacht gematchte controlepersonen uit de algemene Noorse bevolking beantwoordden een gevalideerde vermoeidheidsvragenlijst en een gezondheids-gerelateerde kwaliteit-van-leven vragenlijst (EORTC QLQ-C30). Onder de overlevers rapporteerde 33% CF, meer dan tweemaal zoveel als onder de controlepersonen (15%). In multivariate analyse waren vrouwelijk geslacht (OR 3,39; 95%-bti 1,82), comorbiditeit (2,17; 1,20-3,94), en IMRT-behandeling versus 3DCRT (2,13; 1,16-3,91) geassocieerd met CF, terwijl RT-doseringsparameters niet geassocieerd waren met CF. Overlevers met CF hadden significant slechtere HRQOL dan overlevings zonder CF.

De onderzoekers concluderen dat één op de drie lange-termijn overlevers na RT voor HNC chronische vermoeidheid rapporteerde, die sterk geassocieerd was met slechtere HRQOL.

1.Huynh T-T M, Falk RS, Paulsen Hellebust T et al. Chronic fatigue in long-term survivors of head and neck treated with radiotherapy. Radiotherapy & Oncology 2024.110231

Summary: A cross-sectional study in Norway found that one third of long-term survivors after radiotherapy for head and neck cancer reported chronic fatigue, which was strongly associated with impaired health-related quality of life.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)