Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Adherentie aan de ACS-richtlijnen voor voeding en fysieke activiteit onder overlevers van maligniteiten (0)
2024-04-19 13:30   ( Nieuws )
Tags:  American Cancer Society nutriton and physical activity guidelines adherence among cancer survivors
Dr. Kathryn NormanDe American Cancer Society (ACS) heeft richtlijnen uitgevaardigd voor voeding en fysieke activiteit onder overlevers van maligniteiten. De adherentie aan deze richtlijnen is niet goed bekend. Een cross-sectionele studie op basis van gegevens van het Behavioral Risk Factor Surveillance System heeft deze adherentie geïnventariseerd. Dr. Kathryn Norman (Beth Israel Deaconess Medical Center, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde 10.020 overlevers (57% vrouwen) die hun behandeling voor een maligniteit hadden afgerond, en in 2017, 2019, en 2021 vragenlijsten beantwoordden over fysieke activiteit, body mass index, alcoholgebruik, en consumptie van groenten en fruit. De gemiddelde leeftijd van de respondenten was 64,2 ± 0,3 jaar. De meeste respondenten (n=9121; 91%) beantwoordden vragen over alle vier de onderwerpen. Van de respondenten voldeed 72% (95%-bti 71-74) aan de criteria voor adequate fysieke activiteit, had 68% (66-69) geen obesitas, consumeerde 12% (11-13) adequate hoeveelheden groenten en fruit, en gebruikte 50% (49-52) geen alcoholhoudende producten. Vier procent (95%-bti 3-4) van de overlevers voldeed aan de criteria van alle vier de richtlijnen. Factoren die geassocieerd waren met hogere adherentie was vrouwelijk geslacht, hogere leeftijd, zwart ras, hoger opleidingsniveau, en wonen in westelijke US-staten.

De onderzoekers concluderen dat 4% van de overlevers van maligniteiten volledig adherent was aan de richtlijnen van de ACS.

1.Baughman C, Norman K, Mukamal K. Adherence to American Cancer Society nutrition and physical activity guidelines among cancer survivors. JAMA Oncol 2024.0470

Summary: A cross-sectional study among US cancer survivors found that 4% of the survivors fully adhered to the ACS recommendations for nutrition and physical activity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van vismodegib plus radiotherapie voor lokaal-gevorderd niet-resectabel basaal celcarcinoom (0)
2024-04-19 12:00   ( Nieuws )
Tags:  LA BCC vismodegib plus RT
Prof. Sue YomNa radiotherapie (RT) voor lokaal-gevorderd niet-resectabel basaal celcarcinoom (LA BCC) is de locoregionale controle (LRC) onbevredigend. Vismodegib (een remmer van de hedgehog-route) zou BCC gevoelig kunnen maken voor RT. Een multicenter fase 2-studie in de Verenigde Staten heeft deze hypothese getoetst. Prof. Sue Yom (University of California San Francisco) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde patiënten die twaalf weken inductie vismodegib-therapie kregen gevolgd door zeven weken concurrent vismodegib plus RT. Onder de 24 geïncludeerde patiënten waren er 5 die de inductietherapie niet konden voltooien. Het LRC-percentage een jaar na het eind van de behandeling (primair eindpunt) was 91% (95%-bti 68-98), met responspercentage 63% (38-84) na vismodegib-inductie en 83% (59-96) na concurrent vismodegib plus RT. Vijf jaar na de behandeling waren 78% van de patiënten progressievrij en 83% in leven. Er was geen afstandsmetastase, en geen van de patiënten overleed aan BCC. Er waren geen graad 4 of 5 treatment-related adverse events. Er waren klinisch relevante verbetering in alle subschalen van de patiënt-gerapporteerde kwaliteit van leven (PRQOL).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met niet-resectabel LA BCC de combinatie van vismodegib en RT resulteerde in hoge percentages LRC en PFS en duurzame verbeteringen in PRQOL.

1.Barker CA, Dufault S, Arron ST et al. Phase II, single-arm trial of induction and concurrent vismodegib with curative-intent radiation therapy for locally advanced, unresectable basal cell carcinoma. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multicenter phase 2 trial in the USA found that among patients with unresectable, locally-advanced basal cell carcinoma, the combination of vismodegib and radiotherapy yielded high rates of locoregional control and progression-free survival and durable improvements in patient-reported quality of life.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Adjuvant pembrolizumab versus placebo voor niercelcarcinoom: overall survival resultaten van KEYNOTE-564 (0)
2024-04-18 15:00   ( Nieuws )
Tags:  KEYNOTE-564 RCC pembrolizumab
Prof. Toni ChoueiriAdjuvante pembrolizumab-therapie na chirurgie voor heldercellig niercelcarcinoom (RCC) is goedgekeurd op basis van een significante verbetering in ziektevrije overleving in de multinationale fase 3-studie KEYNOTE-564. De impact van adjuvant pembrolizumab voor RCC op overall survival was op het moment van goedkeuring nog niet bekend. Prof. Toni Choueiri (Dana-Farber Cancer institute, Boston MA) en collega’s publiceren OS-resultaten van KEYNOTE-564 in The New England Journal of Medicine.1

De studie randomiseerde heldercellig RCC-patiënten met verhoogd risico van recidief na chirurgie 1:1 naar zeventien cycli pembrolizumab 200 mg (n=496) of placebo (n=498) elke drie weken of tot recidief of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was ziektevrije overleving (gepubliceerd in 2022). De mediane follow-up op het moment van de nu gepubliceerde analyse was 57,2 maanden. De OS-percentages na 48 maanden waren 91,2% in de pembrolizumabgroep en 86,0% in de placebogroep HR 0,62; p=0,005). Het OS-profijt met pembrolizumab was consistent over de onderscheiden subgroepen. Pembrolizumab was geassocieerd met een hogere incidentie van ernstige adverse events of any cause (20,7% versus 11,5% met placebo) en graad 3 of 4 treatment-related adverse events (18,6% versus 1,2%). Er waren geen graad 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met heldercellig niercelcarcinoom met verhoogd risico van recidief na chirurgie, adjuvant pembrolizumab vergeleken met placebo resulteerde in significante en klinisch relevante verbetering van de overall survival (quick take video summary).

1.Choueiri TK, Tomczak P, Park SH et al. Overall survival with adjuvant pembrolizumab in renal-cell carcinoma. N Engl J Med 2024;390:1359-1371

Summary: The multinational phase 3 KEYNOTE-564 trial found that among patients with clear-cell renal cell carcinoma at increased risk for recurrence after surgery, adjuvant pembrolizumab as compared with placebo was associated with a significant and clinically meaningful improvement in overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen gebruik van ICIs tijdens de zwangerschap en uitkomsten in zwangeren en pasgeborenen (0)
2024-04-18 13:30   ( Nieuws )
Tags:  ICI use during pregnancy outcomes in pregnant individuals and newborns
Dr. Paul GougisEr is geen duidelijkheid over veiligheid van gebruik van immuuncheckpointremmers (ICIs) tijdens de zwangerschap. Een cohortstudie op basis van data in de WHO VigiBase heeft de associatie tussen gebruik van ICIs door zwangere vrouwen en de uitkomsten in zwangeren en nieuwgeborenen geïnventariseerd. Dr. Paul Gougis (Hôpital Pitié Salpêtrière, Parijs) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

In VigiBase tot en met 26 juni 2022 vonden de onderzoekers 3558 rapporten van van tezamen 45 maternofoetale adverse events na gebruik van middelen voor een maligniteit tijdens de zwangerschap, waaronder 91 rapporten over gebruik van ICIs (2,6%) en 3467 over gebruik van andere middelen (97,4%). Vergeleken met de andere anticancer drugs was geen van de 45 ongunstige uitkomsten overgerapporteerd in de groep patiënten die ICIs gebruikten. Echter, een combinatie van anti-PD-1 en anti-CTLA-4 was geassocieerd met hoger risico van preterme geboorte vergeleken met andere middelen (80% versus 23%; reporting odds ratio 13,87; p<0,001); deze associatie werd niet gezien voor anti-PD-1 of anti-CTLA-4 monotherapie. Er waren drie rapporten over mogelijk immuungerelateerde maternofoetale gebeurtenissen: één geval van maternaal antifosfolipidensyndroom resulterend in spontane abortus, één geval van pneumonitis resulterend in neonataal respiratoir distress syndroom en overlijden, en één geval van transiënte congenitale hypothyreoïdie.

De onderzoekers concluderen dat blootstelling aan ICIs tijdens de zwangerschap niet geassocieerd was met overrapportage van specifieke ongunstige uitkomsten onder zwangere vrouwen, nog-niet geborenen, en pasgeborenen. Gelet op mogelijke zeldzame immuungerelateerde neonatal adverse events dient gebruik van ICIs tijdens de zwangerschap zoveel mogelijk vermeden te worden, in het bijzonder de combinatie van anti-PD-1 plus anti-CTLA-4.

1.Gougis P, Hamy A-S, Jochum F et al. Immune checkpoint inhibitor use during pregnancy and outcomes in pregnant individuals and newborns. JAMA Network Open 2024;7:e245625

Summary: Analysis using the WHO VigiBase found no association of use of ICIs during pregnancy and overreporting of specific adverse pregnancy, fetal, and/or newborn outcomes compared with other anticancer treatments.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Tolerabiliteit en werkzaamheid van palbociclib voor metastatisch mammacarcinoom in oudere vrouwen (0)
2024-04-18 12:00   ( Nieuws )
Tags:  mBC in elderly women tolerability and efficacy of palbociclib
Joosje BaltussenPalbociclib is de standaard-behandeling voor ER-positief HER2-negatief metastatisch mammacarcinoom (ER+ HER2- mBC). Er is weinig real-world informatie beschikbaar over deze behandeling in oudere vrouwen (70 jaar en ouder). Een retrospectieve studie in zes Nederlandse centra heeft tolerabiliteit en werkzaamheid van palbociclib voor ER+ HER2- mBC in oudere vrouwen geïnventariseerd. PhD-kandidaat Joosje Baltussen (LUMC) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1

De studie includeerde 144 oudere vrouwen (mediane leeftijd 74 jaar) die any line palbociclib kregen voor ER+ HER2- mBC. Het primaire eindpunt was graad 3 of hoger palbociclib-gerelateerde toxiciteit. De figuur laat zien dat deze toxiciteit voorkwam in 54% van de patiënten. Neutropenie (37%) was de meest-frequente graad 3 of hoger toxiciteit. Er was geen neutropene koorts, en er was geen graad 5 toxiciteit. Doseringsreductie was vereist in 50% van de patiënten, 8% discontinueerde de behandeling vanwege toxiciteit, en 3% werd gehospitaliseerd voor toxiciteit. Factoren die geassocieerd waren met graad 3 of 4 toxiciteit waren polyfarmacie (OR 2,50; 95%-bti 1,12-5,58) en laag leukocytenniveau voor aanvang van de behandeling (4,81; 1,27-18,21), maar niet comorbiditeiten. In de groep oudere vrouwen die palbociclib kregen als eerstelijns behandeling was de mediane progressievrije overleving 12 maanden en de mediane overall survival 32 maanden; tweedelijns palbociclib resulteerde in mediane PFS 12 maanden en mediane OS 31 maanden.

De onderzoekers concluderen dat onder oudere vrouwen die palbociclib kregen voor ER+ HER2- mBC graad 3 of 4 toxiciteit frequent voorkwamen, maar in de meeste gevallen verwacht werden en gemanaged konden worden met doseringsreductie.

1.Baltussen JC, Mooijaart SP, Vulink AJE et al. Tolerability and effectiveness of palbociclib in older women with metastatic breast cancer. Breast Cancer Res Treat 202407312-y

Summary: A multicenter retrospective study in The Netherlands found that palbociclib was generally well tolerated and was a valuable treatment option for ER+ HER2- mBC in elderly women.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cytologie-gebaseerde deep learning methode voor bepalen van oorsprong van tumor in CUP-patiënten (0)
2024-04-17 15:00   ( Nieuws )
Tags:  cancers of unknown primary origin TORCH
Dr. Xiangchun LiCancers of unknown primary site (CUP) vormen een aanzienlijke diagnostische uitdaging. Veel gevallen van CUP manifesteren zich als pleurale of peritoneale sereuze effusie. Een studie van cytologische images van 57.220 patiënten van vier academische ziekenhuizen in China heeft geleid tot de ontwikkeling van een deep-learning methode voor tumor origin differentiation using cytological histology (TORCH), die maligniteit kan identificeren en oorsprong van de tumor kan voorspellen in zowel hydrothorax als ascites. Dr. Xiangchun Li (Medische Universiteit van Tianjin) en collega’s publiceren over de perfomance van TORCH in Nature Medicine.1


TORCH werd uitgevoerd in vijf groepen patiënten (tezamen n=27.337), resulterend in een AUROC uiteenlopende van 0,953 tot 0,991 voor de diagnose van een maligniteit en van 0,953 tot 0,979 voor localisatie van de oorspong van de tumor. In de gecombineerde groepen voorspelde TORCH de oorsprong van de tumor met een top-1 accuratesse van 82,6% en een top-3 accuratesse van 98,9%. De performance van TORCH in het voorspellen van de origine van de tumor was beter dan die van twee junior en twee senior pathologen. Patiënten met CUP van wie de aanvankelijke behandeling concordant was met de TORCH-voorspelde origines hadden betere overall survival dan patiënten met discordante behandeling (mediaan 27 versus 17 maanden; p=0,006).

De onderzoekers concluderen dat TORCH een waardevolle tool is voor het maken van keuzen voor de behandeling van CUP-patiënten.

1.Tian F, Liu D, Wei N et al. Prediction of tumor origin in cancers of unknown primary origin with cytology-based deep learning. Nature Med 2024-02915-w

Summary: Researchers at four centers in China developed a cytology-based deep learning method to predict tumor of origin in cancer of unknown primary site.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van neoadjuvante chemo-immuuntherapie voor vroeg-stadium niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2024-04-17 13:30   ( Nieuws )
Tags:  early-stage NSCLC neoadjuvant chemo-immunotherapy
Dr. Giuseppe Luigi BannaGerandomiseerde klinische studies hebben laten zien dat onder patiënten met vroeg-stadium niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) neoadjuvante combinatie van immuuncheckpointremmers (ICIs) en chemotherapie kan resulteren in verhoging van het percentage patiënten met pathologisch complete respons (pCR) en verlenging van de gebeurtenisvrije overleving. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde fase 2- of 3-studies heeft de werkzaamheid van neoadjuvante chemo-immuuntherapie voor stadium IB tot en met IIIB NSCLC gekwantificeerd. Dr. Giuseppe Luigi Banna (Portsmouth University, UK) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1

In de literatuur tot en met 1 november 2023 vonden de onderzoekers 8 voor het onderwerp relevante studies, die neoadjuvante chemo-immuuntherapie vergeleken met alleen neoadjuvante chemotherapie onder tezamen 3387 patiënten met niet-eerder behandeld vroeg-stadium NSCLC. De figuur laat zien dat neoadjuvante combinatie van ICIs en chemotherapie vergeleken met alleen chemotherapie geassocieerd was met significant hoger twee-jaars gebeurtenisvrije-overlevingspercentage (HR 0,57; p<0,001) en pCR-percentage (RR 5,58; p<0,001). Deze associatie werd niet significant gemodificeerd door patiëntkenmerken, tumorkenmerken, of behandelingskenmerken. Hogere PD-L1 expressie van de tumoren was geassocieerd met hoger profijt van toevoeging van ICI aan neoadjuvante chemotherapie.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met vroeg-stadium NSCLC toevoeging van ICI aan neoadjuvante chemotherapie geassocieerd was met betere EFS- en pCR-percentages.

1.Banna GL, Hassan MA, Signori A et al. Neoadjuvant chemo-immunotherapy for early-stage non-small cell lung cancer. A systematic review and meta-analysis. JAMA Network Open 2024;7:e246837

Summary: Systematic review and meta-analysis of 8 phase 2 or 3 randomized controlled trials found that among patients with early-stage NSCLC, addition of ICIs to neoadjuvant chemotherapy was associated with improve EFS and pCR.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve real-world studie van HAIC gecombineerd met lenvatinib en anti-PD-1 voor hoog-risico gevorderd levercelcarcinoom (0)
2024-04-17 12:00   ( Nieuws )
Tags:  aHCC hepatic arterial infusion chemotherapy
Er is geen standaard-behandeling voor patiënten met gevorderd levercelcarcinoom (aHCC) met hoog-risico kenmerken (Vp4 en/of galweginvasie en/of tumor occupancy 50% of hoger). Een retrospectieve studie van de Eerste Medische Universiteit van Shandong (China) heeft de combinatie van chemotherapie-infusie van de leverslagader (HAIC) met lenvatinib en anti-PD-1 (LEN-PD1) voor deze patiënten vergeleken met alleen LEN-PD1. Dr. Shangkun Ning en collega’s publiceren de studie in BMC Cancer.1

Tussen juni 2019 en oktober 2022 werden in het ziekenhuis van de universiteit 61 patiënten behandeld met LEN-PD1 en 103 patiënten met HAIC-LEN-PD1. De figuur laat zien dat de mediane progressievrije overleving 4,9 maanden was in de LEN-PD1-groep en 9,6 maanden was in de HAIC-LEN-PD1 groep (HR 0,48; p<0,001) en dat de mediane overall survival 9,8 maanden was in de LEN-PD1 groep en 19,3 maanden in de HAIC-LEN-PD1 groep (HR 0,43; p<0,001). De objective response rate in de beide groepen was 23,0% versus 76,7% (p<0,001) en de disease control rate was 72,1% versus 92,2% (p=0,001). Adverse events waren meer frequent in de HAIC-LEN-PD1 groep dan in de LEN-PD1 groep, maar werden over het algemeen goed verdragen.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van HAIC met lenvatinib en anti-PD-1 veilig was en veelbelovende antitumoractiviteit had in vergelijking met alleen lenvatinib en anti-PD-1 voor aHCC met hoog-risico kenmerken.

1.Chang X, Li X, Sun P et al. HAIC combined with lenvatinib plus PD-1 versus lenvatinib plus PD-1 in patients with high-risk advanced HCC: a real-world study. BMC Cancer 2024;24:480

Summary: A retrospective study at Shandong First Medical University (China) found that among patients with advanced hepatocellular carcinoma with high-risk features, the combination of hepatic arterial infusion chemotherapy with lenvatinib and anti-PD-1 was safe and showed promising antitumor activity compared with lenvatib and anti-PD-1 alone.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)