Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Systematisch overzicht van studies van prognostische impact van tijd tussen diagnose en behandeling voor AML (0)
2023-05-31 13:30   ( Nieuws )
Tags:  AML TDT
Dr. Stephanie FrancoEr is geen consensus over de prognostische impact van de tijd tussen diagnose en start van de behandeling (TDT) onder patiënten met AML. Met introductie van nieuwe gerichte therapieën kan het gunstig zijn om te wachten op de uitslag van cytogenetische/moleculaire testen die mogelijk actionabele therapeutische targets kunnen identificeren. Dr. Stephanie Franco (Northwestern University, Chicago IL) en collega’s publiceren in Cancer een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies van de prognostische impact van TDT in AML.1

In de literatuur vonden de onderzoekers publicaties van dertien voor het onderwerp relevante studies, met tezamen 14.946 patiënten. De mediane TDT-waarden per studie liepen uiteen van één tot acht dagen. In verscheidene studies werd een significante associatie gezien tussen langere TDT en hogere leeftijd en lagere proliferatielast. In vier van elf studies werd geen significante associatie gezien tussen TDT en overall survival. In geen van de studies was TDT geassocieerd met vroeg overlijden. Zes van acht studies vonden geen significante relatie tussen TDT en percentage patiënten met complete remissie (CR). In meta-analyse van deze studies was langere TDT wel geassocieerd met lager CR-percentage (p<0,05).

De onderzoekers concluderen dat de resultaten van afzonderlijke studies uiteenlopen, maar dat het onder klinisch stabiele patiënten veilig kan zijn resultaten van cytogenetisch/moleculair testen af te wachten.

1.Franco S, Geng X, Korostyshevskiy V et al. Systematic review and meta-analysis: prognostic impact of time from diagnosis to treatment in patients with acute myeloid leukemia. Cancer 2023; epub ahead of print

Summary: Systematic review and meta-analysis of 13 studies (14,496 patients) evaluated the prognostic impact of time from diagnosis to treatment in AML. Results were highly variable but suggest it may be feasible to pursue cytogenetic/molecular testing in patients who are clinically stable, particularly in those aged 60 years and older.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van adjuvante cesium-131 brachytherapie voor hersentumoren (0)
2023-05-31 12:00   ( Nieuws )
Tags:  brain tumors adjuvant Cs-131 brachytherapy
Prof. Theodore SchwartzDe introductie van cesium-131 (Cs-131) als bron van straling heeft geresulteerd in toename van het gebruik van brachytherapie voor hersentumoren. Een retrospectieve studie van New York-Presbyterian Hospital/Weill Cornell Medical College heeft veiligheid en werkzaamheid van adjuvante Cs-131 brachytherapie voor hersentumoren geïnventariseerd. Prof. Theodore Schwartz en collega’s publiceren de studie in het Journal of Neuro-Oncology.1

Het (tot op heden grootste Cs-131) cohort includeerde 119 patiënten die tussen begin 2010 en eind 2021 resectie ondergingen gevolgd door adjuvante Cs-131 brachytherapie. De mediane follow-up was 11,8 maanden (IQR 4,7-23,6). Eén-jaars overall survival percentages waren 53,3% (95%-bti 41,9-64,6) voor hersenmetastasen, 45,9% (24,8-67,0) voor gliomen, en 73,3% (50,9-95,7) voor meningeomen. Eén-jaars lokale-controlepercentages waren 84,7% respectievelijk 34,1% en 83,3% in deze drie groepen. Onder patiënten met hersenmetastasen was de lokale controle beter in geval van NSCLC-metastasen dan andere pathologie (na één jaar 90,8% versus 76,5%; p=0,039). Stralingsnecrose werd gezien in tien patiënten (8,4%) en wondcomplicaties in veertien (11,8%).

De onderzoekers concluderen dat adjuvant Cs-131 brachytherapie een gunstig veiligheids- en werkzaamheidsprofiel had onder patiënten met hersentumoren.

1.Bander ED, Kelly A, Ma X et al. Safety and efficacy of cesium-131 brachytherapy for brain tumors. J Neuro-Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: A retrospective study at New York-Presbyterian/Weill Cornell found favorable safety and efficacy of adjuvant cesium-131 brachytherapy for brain tumors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Taiwan-brede cohortstudie van associatie tussen statinegebruik en risico van levercarcinoom onder patiënten met hartfalen (0)
2023-05-30 15:00   ( Nieuws )
Tags:  statin use and liver cancer risk among heart failure patients
Prof. Ju-Chi LiuHartfalen (HF) en maligniteiten hebben een aantal gedeelde risicofactoren. HMG-CoA reductaseremmers (statines) voor HF hebben ook anti-inflammatoire en immuunmodulerende effecten. Een cohorstudie in Taiwan heeft de associatie tussen statinegebruik en het risico van levercarcinoom onder HF-patiënten geïnventariseerd. Prof. Ju-Chi Liu (Taipei Medische Universiteit, New Taipei City) en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

De studie is gebaseerd op gegevens van de National Health Insurance Research Database. In de database identificeerden de onderzoekers 25.853 patiënten met een HF-diagnose tussen begin 2001 en eind 2012. Onder deze patiënten waren 7364 statinegebruikers en 18.489 niet-statinegebruikers. De figuur laat zien dat het risico van levercarcinoom lager was onder de statinegebruikers dan onder de niet-statinegebruikers (aHR 0,26; 95%-bti 0,20-0,33), een effect dat zowel werd gezien met lipofiele statines (0,34; 0,26-0,44) als met hydrofiele statines (0,42; 0,28-0,54). Het effect werd gezien onafhankelijk van leeftijd, geslacht, comorbiditeit, en gebruik van concomitante medicatie.

De onderzoekers concluderen dat de studieresultaten suggereren dat onder patiënten met hartfalen gebruik van statines geassocieerd is met verlaagd risico van levercarcinoom.

1.Lu M-C, Chen C-C, Lu M-Y et al. The association between statins and liver cancer risk in patients with heart failure: a nationwide population-based cohort study. Cancers 2023;15:2959

Summary: A nationwide cohort study in Taiwan found that among patients with heart failure, use of statins was associated with decreased risk of liver cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Bevolkings-gebaseerde studie van impact van mammacarcinoom-familiegeschiedenis op risico van maligniteiten in mannen (0)
2023-05-30 13:30   ( Nieuws )
Tags:  FHBC impact on cancer risk in men
Prof. Chang Mo MoonEr is geen onderzoek uitgevoerd naar het risico van maligniteiten in mannen met een familiegeschiedenis van mammacarcinoom (FHBC) in vrouwelijke eerstegraads verwanten (FDRs). Een bevolkings-gebaseerde studie in Zuid-Korea heeft dit risico geïnventariseerd. Prof. Chang Mo Moon (Ewha Womans University, Seoel) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1



De studie includeerde 3.329.106 mannen in de leeftijd van 40 jaar of ouder, die bij screening in 2013 of 2014 vrij waren van maligniteiten. Mannen zonder en met FHBC in vrouwelijke FDRs werden 1:4 gematcht voor leeftijd. De nu gepubliceerde analyse onderzocht de ontwikkeling van maligniteiten tijdens gemiddeld 4,7 ± 0,9 jaar follow-up in 69.124 mannen met FHBC en 276.496 mannen zonder FHBC (gedefinieerd als geen geschiedenis van maligniteiten in FDRs). De mannen met FHBC hadden vergeleken met de mannen zonder FHBC een verhoogd risico van pancreascarcinoom (aHR 1,35; 95%-bti 1,07-1,70), schildkliercarcinoom (1,33; 1,12-1,56), prostaatcarcinoom (1,28; 1,13-1,44), en mammacarcinoom (3,03; 1,13-8,17). Het risico van overall cancer was niet significant verhoogd onder mannen met FHBC in alleen moeder of alleen zuster, maar wel onder mannen met FHBC in zowel moeder als zuster (aHR 1,69; 95%-bti 1,11-2,57).

De onderzoekers concluderen dat FHBC in moeder of zuster een risicofactor was voor pancreas-, schildklier-, prostaat-, en mammacarcinoom in mannen.

1.Song H, Jung YS, Tran TXM et al. Increased risk of pancreatic, thyroid, prostate, and breast cancers in men with a family history of breast cancer: a population-based study. Int J Cancer 2023.34573

Summary: A population-based study in South Korea found that a family history of breast cancer in first-degree relatives was a significant risk factor for pancreatic, thyroid, prostate, and breast cancers in men.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Behandelingsvrije remissie na diepe moleculaire respons op dasatinib voor CML in chronische fase (0)
2023-05-30 12:00   ( Nieuws )
Tags:  DASFREE 5-year analysis
Prof. Neil ShahDe DASFREE studie onderzocht de mogelijkheid van het stoppen van de behandeling van patiënten met chronische myeloïde leukemie in chronische fase (CML-CP) die duurzame diepe moleculaire respons (DMR) hadden op dasatinib. In 2019 is gepubliceerd dat na twee jaar follow-up behandelingsvrije remissie (TFR) werd gezien in 46% van de patiënten. Prof. Neil Shah (University of California, San Francisco) en collega’s publiceren nu in het British Journal of Haematology vijf-jaars follow-up resultaten van de studie.1

De studie includeerde 84 CML-CP patiënten die stabiele DMR hadden na tenminste twee jaar dasatinib. De follow-up na discontinueren van dasatinb was tenminste 60 maanden. Het vijf-jaars TFR-percentage was 44% (n=37). Er waren geen relapsen na maand 39, en alle patiënten met relapse die dasatinib herstartten (n=46) hadden mediaan 1,9 maanden opnieuw majeure moleculaire respons. De meest-gerapporteerde adverse event tijdens de off-treatment periode was artralgie (n=15; 18%).

De onderzoekers concluderen dat vijf jaar na discontinuering van dasatinib bijna de helft van de patiënten in TFR bleven, en dat alle patiënten met relapse na herstartten van dasatinib opnieuw repons hadden. Discontinuering van dasatinib voor CML-CP is een veilige optie na bereiken van DMR.

1.Shah NP, Garcia-Gutiérrez V, Jiménez-Velasco A et al. Treatment-free remission after dasatinib in patients with chronic myeloid leukaemia in chronic phase with deep molecular response: final 5-year analysis of DASFREE. Br J Haematol 2023.18883

Summary: Final analysis of the DASFREE trial showed that among patients with CML-CP and deep molecular response to dasatinib for at least 2 years, discontinuing dasatinib is a viable option.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van ponatinib versus imatinib voor nieuw-gediagnostiseerd Ph+ALL: eerste resultaten van PhALLCON (0)
2023-05-29 15:00   ( Nieuws )
Tags:  PhALLCON trial newly diagnosed Ph+ALL ponatinib versus imatinib
Prof. Elias JabbourDe standard of care voor patiënten met nieuw-gediagnostiseerd (ND) Philadelphia chromosoom-positief (Ph+) ALL is BCR::ABL1 TKI in combinatie met chemotherapie of steroïden. In patiënten die eerste- of tweedegeneratie TKIs krijgen wordt na verloop van tijd progressie gezien vanwege het ontstaan van resistentie. De multinationale fase 3-studie PhALLCON vergeleek de derdegeneratie TKI ponatinib met de eerstegeneratie TKI imatinib, beide in combinatie met gereduceerde-intensiteits chemotherapie, voor ND Ph+ALL. Prof. Elias Jabbour (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) presenteert eerste resultaten van de studie op de Annual Meeting van ASCO in Chicago, die eind deze week begint.1

PhALLCON includeerde 245 patiënten, die 2:1 werden gerandomiseerd naar ponatinib 30 mg eenmaal daags (n=164) of imatinib 600 mg eenmaal daags (n=81) in combinatie met 20 cycli chemotherapie, gevolgd door ponatinib of imatinib monotherapie tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit. De mediane leeftijd van de patiënten was 54 jaar (37% ouder dan 60 jaar). Op het moment van data cutoff voor de nu gepresenteerde analyse werden 78 patiënten nog volgens studieprotocol behandeld (42% van de ponatinib-patiënten en 12% van de imatinib-patiënten) met als belangrijkste redenen voor discontinuering hematopoïetische stamceltransplantatie (31% versus 37%), adverse events (12% versus 12%), en gebrek aan werkzaamheid (7% versus 26%). De mediane follow-up was 20 maanden (ponatinib) versus 18 maanden (imatinib).

Het primaire eindpunt was MRD-negatieve complete remissie gedurende tenminste vier weken aan het eind van de inductie (na drie cycli). Dit eindpunt werd bereikt door 34% van de ponatinib-patiënten versus 17% van de imatinib-patiënten (p=0,0021). De overlevingsdata waren nog niet matuur, maar de mediane gebeurtenisvrije overleving werd niet bereikt in de ponatinibgroep en wel in de imatinibgroep (HR 0,652; 95%-bti 0,385-1,104). Ook de tijd-tot-behandelfalen was beter met ponatinib dan met imatinib (HR 0,455). Er waren geen significante verschillen tussen de groepen in any grade of graad 3/4/5 treatment-emergent adverse events.

De onderzoekers concluderen dat ponatinib superieur was over imatinib, beide in combinatie met gereduceerde-intensiteit chemotherapie, voor ND Ph+ALL.

1.Jabbour E et al. ASCO Annual Meeting 2023, abstr. 398868

Summary: First results of the multinational phase 3 PhALLCON trial showed that among patients with newly diagnosed Ph+ALL, ponatinib was superior to imatinib, both in combination with reduced-intensity chemotherapy, with a significantly higher MRD-negative complete remission rate at end of induction. Ponatinib, compared with imatinib, was associated with deeper and more durable responses, with a trend toward improved EFS and comparable safety.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van docetaxel-PM plus trastuzumab-pkrb voor gevorderd salivary duct carcinoom (0)
2023-05-29 13:30   ( Nieuws )
Tags:  R M SDC docetaxel-PM plus trastuzumab-pkrb
Prof. Myung Ju AhnSalivary duct carcinoom (SDC) is het meest agressieve subtype van speekselkliermaligniteiten. Een multicenter fase 2-studie in Zuid-Korea heeft de combinatie van docetaxel-PM (polymeric micelle) en trastuzumab-pkrb (een trastuzumab biosimilar) voor recidiverend of metastatisch (R/M) HER2-positief SDC geëvalueerd. Prof. Myung Ju Ahn (Samsung Medisch Centrum, Seoel) en collega’s publiceren de studie in Cancer.1

De studie includeerde 43 patiënten, die eens per drie weken docetaxel-PM (75 mg/m2) plus trastuzumab-pkrb (8 mg/kg in de eerste cyclus, vervolgens 6 mg/kg). Het primaire eindpunt was percentage patiënten met respons. Partiële respons werd gezien in 30 patiënten (ORR 69,8%; 95%-bti 53,9-82,8) en stabiele ziekte in 10 patiënten, voor een disease control rate van 93,0% (80,9-98,5). De mediane progressievrije overleving was 7,9 maanden (95%-bti 6,3-9,5), de mediane duur van respons was 6,7 maanden (5,1-8,4), en de mediane overall survival was 23,3 maanden (19,9-26,7). De combinatie had betere werkzaamheid in de groep patiënten met HER2 IHC score 3+ dan in de groep met IHC-score 2+. Achtendertig patiënten (88,4%) hadden treatment-related adverse events. TRAEs resulteerden in dosisuitstel in negen patiënten (20,9%), permanente discontinuering in veertien patiënten (32,6%), en doseringsreductie in negentien patiënten (44,2%).

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van docetaxel-PM en trastuzumab-pkrb voor R/M SDC veelbelovende antitumoractiviteit had en een manageable toxiciteitsprofiel.

1.Lee J, Park S, Jung HE et al. A phase 2 multicenter study of docetaxel-PM and trastuzumab-pkrb combination therapy in recurrent or metastatic salivary gland carcinomas. Cancer 2023; epub ahead of print

Summary: A multicenter phase 2 trial in South Korea found promising antitumor activity and manageable toxicity of docetaxel-PM plus trastuzumab-pkrb among patients with recurrent or metastatic HER2-positive salivary duct carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van behandeling op uitkomsten van patiënten met myelofibrose (0)
2023-05-29 12:00   ( Nieuws )
Tags:  MF role of therapy
Dr. Lucia MasarovaIn het afgelopen decennium zijn verscheidene nieuwe potentiële behandelingen voor patiënten met myelofibrose (MF) beschikbaar gekomen. Een retrospectieve studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft behandelpatronen en uitkomsten van patiënten met nieuw-gediagnostiseerd MF geïnventariseerd. Dr. Lucia Masarova en collega’s publiceren de studie in Cancer.1

De studie includeerde 802 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd MF die tussen begin 2000 en eind 2020 bij MDACC behandeld werden. Er waren 492 patiënten (61%) die tijdens de follow-up MF-gerichte therapie startten. De meest-frequent initiële therapie was de JAK-remmer ruxolitinib (44% van de behandelde patiënten, gevolgd door niet-JAK-remmer investigationele behandelingen (21%), immunomodulerende middelen (18%), investigationele JAK-remmers (10%), en andere middelen (7%). De overall survival was met ruxolitinib was mediaan 72 maanden, beter dan wat werd gezien met overige behandelingen (mediaan ongeveer 50 maanden). Tweeëndertig procent van de patiënten (n=159) startten een volgende therapie. De langste overleving vanaf de start van tweedelijns therapie werd gezien met salvage ruxolutinib (mediaan 35 maanden).

De onderzoekers concluderen dat MF-patiënten verbeterde uitkomsten hadden met ruxolitinib.

1.Masarova L, Bose P, Pemmaraju N et al. The role of therapy in the outcomes of patients with myelofibrosis. Cancer 2023; epub ahead of print

Summary: A retrospective study at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found improved outcomes of patients with myelofibrosis who received treatment with the JAK inhibitor ruxolitinib.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)