Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Lange-termijn risico van majeure cardiale gebeurtenissen na IMRT of 3D-CRT voor mammacarcinoom (0)
2025-05-11 12:00   ( Nieuws )
Tags:  KROG 15-03 study breast cancer
Dr. Jong Hoon LeeDe multicenter fase 3-studie KROG 15-03 in Zuid-Korea randomiseerde patiënten die borstsparende chirurgie (BCS) hadden ondergaan voor mammacarcinoom naar driedimensionale conformele radiotherapie (3D-CRT) of intensiteit-gemoduleerde radiotherapie (IMRT). In 2021 is gepubliceerd dat er geen significant verschil was tussen beide groepen in regionale tumorcontrole. Dr. Jong Hoon Lee (Katholieke Universiteit van Zuid-Korea, Suwon) publiceren publiceren nu in het International Journal of Cancer een secundaire analyse van de studie betreffende de associatie tussen stralingsdosering naar het hart en het lange-termijn risico van majeure cardiale gebeurtenissen (MCEs; angina pectoris of myocardinfarct of hospitalisatie voor aritmie).1

De analyse includeerde 643 patiënten die na BCS 3D-CRT of IMRT ondergingen. De mean heart dose (MHD) was 2,1 Gy, en de cumulatieve incidentie van MCEs was 1,8% na 6,5 jaar follow-up. De cumulatieve incidentie van MCEs was 1,1% in de subgroep met een MHD lager dan 2,9 Gy en 3,3% in de subgroep met een MHD 2,9 Gy of hoger (p=0,010) en 0,9% in de subgroep van patiënten in de leeftijd van 55 jaar of jonger en 3,3% in de subgroep van patiënten ouder dan 55 jaar (p=0,006). In multivariate analyse waren MHD (HR 1,21 per 1 Gy; p=0,044) en leeftijd (HR 1,07 per 1 jaar; p=0,034) significante voorspellende factoren voor MCEs.

De onderzoekers concluderen dat MHD en leeftijd voorspellend zijn voor MCEs na BCS en radiotherapie voor mammacarcinoom.

1.Kang NK, Choi KH, Jeong JU et al. Long-term risk of major cardiac events in breast cancer patients treated with intensity-modulated and 3-dimensional conformal radiotherapy: secondary analysis of a randomized clinical trial. Int J Cancer 2025.35476

Summary: Secondary analysis of a phase 3 trial in South Korea found that among patients undergoing breast-conserving surgery, mean heart dose of 3D-CRT or IMRT and age were significant factors for major adverse cardiac events.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prospectieve analyse van geslachtsgebonden verschillen in incidentie van maligniteiten in de UK Biobank (0)
2025-05-10 15:00   ( Nieuws )
Tags:  UK Biobank sex differences in cancer incidence
Maira KhanDe UK Biobank is een doorlopende prospectieve cohortstudie met bijna een half miljoen deelnemers (37-73 jaar oud bij inclusie tussen begin 2006 en eind 2010) in het Verenigd Koninkrijk. Een analyse van de UK Biobank heeft het verschil in incidentie van vijftien typen maligniteiten tussen mannen en vrouwen onderzocht. PhD-student Maira Khan (University of Oxford) en collega’s publiceren de analyse in het British Journal of Cancer.1



Tijdens 10,5 ± 2,2 jaar follow-up werden in het cohort van 470.771 deelnemers (53,8% vrouwen) 32.315 incidente maligniteiten gediagnostiseerd (58,1% in vrouwen). De figuur laat zien dat in multivariate analyse (oranje symbolen) mannen een hoger risico hadden dan vrouwen voor acht typen maligniteiten: slokdarmadenocarcinoom, maag cardia, blaas, mondholte, lever, nier, rectum, en leukemie, en lager risico van maligniteiten van borst, schildklier, anus, en longadenocarcinoom.

De onderzoekers concluderen dat nader onderzoek naar deze geslachtsgebonden verschillen inzichten kan opleveren in etiologie van maligniteiten.

1.Khan M, Papier K, Pirie KL et al. Sex differences in cancer incidence: prospective analyses in the UK Biobank. Br J Cancer 2025-03028-y

Summary: Prospective analysis Prospective analysis in the UK Biobank identified sex differences in cancer incidence.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van tweedelijns camrelizumab met apatinib en irinotecan voor gevorderd ESCC (0)
2025-05-10 13:30   ( Nieuws )
Tags:  advanced metastatic esophageal squamous cell carcinoma second-line CAM-apatinib-IRT
De combinatie van camrelizumab (CAM) met apatinib plus chemotherapie heeft goede werkzaamheid laten zien als eerstelijns behandeling voor gevorderd of metastatisch squameus celcarcinoom van de slokdarm (A/M ESCC). Een fase 2-studie van de University of Science and Technology of China (Hefei) heeft de combinatie van CAM met apatinib en irinotecan (IRT) geëvalueerd als tweedelijns behandeling voor A/M ESCC. Dr. Yifu He en collega’s publiceren de studie in BMC Cancer.1

De studie includeerde 59 patiënten (8 vrouwen en 51 mannen; mediane leeftijd 67,0 jaar; IQR 5,0-71,0) die tussen begin 2020 en maart 2024 CAM plus apatinib en IRT kregen voor A/M ESCC. Op het moment van de nu gepubliceerde analyse werd één patiënt nog behandeld; 43 patiënten waren overleden, negen patiënten hadden ziekteprogressie, en zes waren lost to follow-up. De overall response rate en disease control rate waren 37,7% respectievelijk 84,9%. De mediane progressievrije overleving en overall survival waren 6,3 maanden respectievelijk 16,7 maanden. De meeste adverse events waren graad 1 of 2; de incidentie van graad 3 of 4 AEs was 20,3%. Op basis van klinische en radiologische kenmerken construeerden de onderzoekers een predictief model dat de één-jaar OS kon voorspellen meteen AUC van 0,979 (95%-bti 0,930-1,000).

De onderzoekers concluderen dat het regime van CAM gecombineerd met apatinib en IRT als tweedelijns behandeling voor A/M ESCC acceptabele werkzaamheid en veiligheid had.

1.Wu S, Luo H, Chen W et al. Camrelizumab combined with apatinib plus irinotecan as a second-line treatment in advanced or metastatic esophageal squamous cell carcinoma patients. BMC Cancer 2025-14207-8

Summary: A phase 2 trial at the University of Science and Technology of China (Hefei) found acceptable efficacy and safety of camrelizumab combined with apatinib and irinotecan as second-line treatment for advanced or metastatic esophageal squamous cell carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3-studie van eerstelijns anlotinib plus penpulimab versus sorafenib voor niet-resectabel levercelcarcinoom (0)
2025-05-10 12:00   ( Nieuws )
Tags:  APOLLO trial uHCC anlotinib plus penpulimab
Prof. Jia FanDe combinatie van de multi-TKI anlotinib en het op PD-1 gerichte antilichaam penpulimab heeft in een fase 2-studie bemoedigende resultaten laten zien onder patiënten met niet-resectabel levercelcarcinoom (uHCC). De multicenter fase 3-studie APOLLO in China heeft deze combinatie als eerstelijns behandeling voor uHCC vergeleken met sorafenib. Prof. Jia Fan (Fudan Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren resultaten van de studie in The Lancet Oncology.1



APOLLO werd uitgevoerd in 79 centra. De studie includeerde uHCC-patiënten in de leeftijd van 18 tot en met 75 jaar, zonder eerdere systemische therapie, en met een ECOG performance status 0 of 1.De patiënten werden 2:1 gerandomiseerd naar anlotinib 10 mg eenmaal daags op dagen één tot en met veertien plus penpulimab 200 mg op dag één (n=433) of sorafenib 400 mg tweemaal daags (n=216) iedere drie weken. Coprimaire eindpunten waren centraal geblindeerd beoordeelde progressievrije overleving en overall survival. De mediane PFS was 6,9 maanden met anlotinib-penpulimab en 2,8 maanden met sorafenib (HR 0,52; p<0,0001), en de mediane OS was 16,5 maanden versus 13,2 maanden (HR 0,69; p=0,0014). De meest-gerapporteerde graad 3 of hoger treatment-related adverse event waren hypertensie (17% van de patiënten met anlotinib-penpulimab en 10% van de patiënten met sorafenib) en afname van het trombocytengetal (9% versus 6%). Graad 5 TRAEs troffen één patiënt in de anlotinib-penpulimabgroep en twee patiënten in de sorafenibgroep.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van anlotinib en penpulimab als eerstelijns behandeling voor uHCC resulteerde in significant betere PFS en OS dan sorafenib.

1.Zhou J, Bai L, Luo J et al. Anlotinib plus penpulimab versus sorafenib in the first-line treatment of unresectable hepatocellular carcinoma (APOLLO): a randomised, controlled, phase 3 trial. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 3 APOLLO trial in China found that anlotinib plus penpulimab significantly improved progession-free survival and overall survival versus sorafenib as first-line treatment for unresectable hepatocellular carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van eerstelijns nivolumab-ipilimumab versus lenvatinib of sorafenib voor niet-resectabel levercelcarcinoom (0)
2025-05-09 15:00   ( Nieuws )
Tags:  CheckMate 9DW uHCC nivolumab plus ipilimumab
Prof. Peter GalleEr is behoefte aan behandelingen met lange-termijn profijt voor patiënten met niet-resectabel levercelcarcinoom (uHCC). De multinationale fase 3-studioe CheckMate 9DW evalueerde nivolumab plus ipilimumab versus lenvatinib of sorafenib als eerstelijns behandeling voor uHCC. Prof. Peter Galle (UMC Mainz, Duitsland) en collega’s publiceren een interimanalyse van de studie in The Lancet.1

CheckMate 9DW werd uitgevoerd in 163 centra in 25 landen. De studie includeerde patiënten met niet-eerder behandeld uHCC, een Child-Pugh score 5 of 6, en een ECOG performance status 0 of 1. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar nivolumab plus ipilimumab (vier doses, gevolgd door nivolumab onderhoud; n=335) of keus van de behandelaar uit lenvatinib of sorafenib (n=333). Het primaire eindpunt was overall survival. De figuur laat zien dat tijdens de eerste zes maanden na randomisatie de OS slechter was in de nivolumab-ipilimumabgroep (HR 1,65; 95%-bti 1,12-2,43) maar dat vervolgens de OS beter was m deze groep (0,61; 0,48 -0,77) en dat na mediaan 35,2 maanden follow-up de mediane OS 23,7 maanden was met nivolumab-ipilimumab versus 20,6 maanden met lenvatinib of sorafeninb (0,79; 0,65-0,96). Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 41% van de patiënten in de nivolumab-ipilimumabgroep en 42% van de patiënten in de lenvatinib- of sorafenibgroep, en graad 5 TRAEs voor 12 versus 3 patiënten.

De onderzoekers concluderen dat onder uHCC-patiënten eerstelijns nivolumab plus ipilimumab vergeleken met lenvatinib of sorafenib resulteerde in betere OS met manageable veiligheid.

1.Yau T, Galle PR, Decaens T et al. Nivolumab plus ipilimumab versus lenvatinib or sorafenib as first-line treatment for unresectable hepatocellular carcinoma (CheckMate 9DW): an open-label, randomised, phase 3 trial. Lancet 2025; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 CheckMate 9DW trial found that nivolumab plus ipilimumab showed a significant overall survival benefit versus lenvatinib or sorafenib and manageable safety in patients with previously untreated unresectable hepatocellular carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange-termijn uitkomsten van bilaterale salpingo-ovariëctomie voor BRCA1/2-PV dragers met geschiedenis van mammacarcinoom (0)
2025-05-09 13:30   ( Nieuws )
Tags:  breast cancer in BRCA1 2 PV carriers long-term health outcomes of BSO
Hend HassanDragers van pathogene varianten (PVs) in BRCA1 en BRCA2 hebben een verhoogd risico van ontwikkeling van mammacarcinoom en ovariumcarcinoom. Om het risico van ovariumcarcinoom te verlagen wordt BRCA1/2 PV-dragers met een geschiedenis van mammacarcinoom gewoonlijk bilaterale salpingo-ovariëctomie (BSO) aanbevolen. Een retrospectieve studie in het Verenigd Koninkrijk heeft lange-termijn gezondheidsuitkomsten na BSO in deze patiënten geïnventariseerd. PhD-student Hend Hassan (University of Cambridge) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde vrouwen met PVs in BRCA1 (n=1674), BRCA2 (n=1740), of beide (n=9) en een diagnose van mammacarcinoom als eerste primaire maligniteit tussen 1995 en 2019, met een mediane duur van follow-up van 5,5 jaar (IQR 3,4-8,2). Uptake van BSO was 50,8% respectievelijk 57,5% en 33,3% in de drie groepen. BSO was geassocieerd met verlaagd risico van all-cause mortaliteit (HR 0,52; 95%-bti 0,41-0,64) en mammacarcinoom-specifieke mortaliteit (BRCA1: 0,62; 0,42-0,92 en BRCA2 0,48; 0,34-0,68) en van tweede niet-mammacarcinoom (0,59; 0,37-0,94). BSO was niet geassocieerd met verhoogd risico van cardiovasculaire ziekte (HR 0,73; 95%-bti 0,53-1,01), ischemische hartziekte (1,04; 0,48-2,26), cerebrovasculaire ziekte (0,32; 0,11-0,90), niet-mammacarcinoom-specifieke mortaliteit (0,72; 0,45-1,16), contralateraal mammacarcinoom (1,18; 0,64-2,16), of depressie (0,94; 0,62-1,42).

De onderzoekers concluderen dat deze gegevens het aanbieden van BSO aan BRCA1/2 PV-dragers met mammacarcinoom steunen.

1.Hassan H, Allen I, Rahman T et al. Long-term health outcomes of bilateral salpingo-oophorectomy in BRCA1 and BRCA2 pathogenic variant carriers with personal history of breast cancer; a retrospective cohort study using linked electronic health records. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: A retrospective study in the UK found that among BRCA1/2 pathogenic variant carriers with a personal history of breast cancer, bilateral salpingo-oophorectomy was associated with reduced risk of all-cause mortality without evidence of an increased risk of adverse long-term health outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Afwegen van harms en benefits van immuuncheckpointremmers in patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2025-05-09 12:00   ( Nieuws )
Tags:  NSCLC ICI harm-benefit balance
Prof. Jodi SegalDe benefits en harms van immuuncheckpointremmer (ICI)-therapie voor niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) lopen uiteen voor verschillende patiëntengroepen. Een retrospectieve cohortstudie op basis van gegevens in de SEER Medicare database heeft harms en benefits van ICIs voor verschillende groepen NSCLC patiënten geïnventariseerd. Prof. Jodi Segal (Johns Hopkins University, Baltimore MD) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

In de database over de periode van begin 2013 tot eind 2019 identificeerden de onderzoekers 17.681 patiënten in de leeftijd van 66 jaar en ouder (49,5% vrouwen; gemiddelde leeftijd 74 ± 6,0 jaar). Vergeleken met patiënten die enkele ICI kregen (80,6%) hadden patiënten met ICI plus chemotherapie (19,4%) een verhoogd risico van ernstige immuungerelateerde bijwerking (irAE) in de eerstelijns setting (HR 1,18; 95%-bti 1,06-1,30) maar niet in tweede- of laterelijns setting (1,04; 0,92-1,19), met een verlaagd risico van mortaliteit in de eerstelijns setting (0,66; 0,62-0,72) maar niet in tweede- of laterelijns setting (0,94; 0,68-1,03). In de eerstelijns setting was ICI plus chemotherapie geassocieerd met uitstel van mortaliteit onder patiënten met (versus zonder) baseline auto-immuunziekte. Voor ieder gewonnen levensjaar was het risico van ernstige irAE 0,31 (95%-bti 0,09-0,53) dwz dat 31% van de patiënten die voorspeld werden één levensjaar te winnen met ICI plus chemotherapie één additionele ernstige irAE hadden tijdens dat jaar (vergeleken met single ICI); deze trade-off was ook statistisch significant in mannen en patiënten zonder auto-immuunziekte.

De onderzoekers concluderen dat het significante profijt van ICI plus chemotherapie zwaarder kan wegen dan de waargenomen nadelen, zelfs onder patiënten-subpopulaties met hoger baseline risico van adverse events.

1.Heyward J, Lesko C, Murray JC et al. Harm-benefit balance of immune checkpoints inhibitors in non-small cell lung cancer. JAMA Oncol 2025.0985

Summary: A retrospective study using the SEER-Medicare database found that among elderly patients with NSCLC, benefits of adding chemotherapy to ICIs may outweigh the observed harms, even among patient subpopulations at higher baseline risk of adverse events.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-studie van versterkte CAR T-celtherapie voor lymfoom na falen van eerdere CAR T-celtherapie (0)
2025-05-08 15:00   ( Nieuws )
Tags:  R R lymphoma after previous failure huCART19-IL18
Dr. Jakub SvobodaCD19-gerichte CAR T-celtherapie heeft veelbelovende resultaten laten zien in de behandeling van B-cel maligniteiten, maar leidt in veel patiënten niet tot lange-termijn remissie. Een fase 1-studie van de University of Pennsylvania (Philadelphia) heeft een anti-CD19 versterkt CAR T-cel product (huCART19-IL18) geëvalueerd, dat interleukine-18 uitscheidt om de antitumoractiviteit te bevorderen, in patiënten met recidiverend of refractair B-cel lymfoom na falen van eerder anti-CD19 CAR T-celtherapie. Dr. Jakub Svoboda en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1


De studie includeerde 21 patiënten na falen van eerdere CAR T-celtherapie (n=20) of na tweemaal falen van productie van een CAR T-celproduct (n=1). De patiënten kregen huCART19-IL18-positieve cellen in doseringen van 3 X 106 tot 3 x 108. Cytokine release syndrome werd gezien in 62% van de patiënten (graad 1 of 2 in 47%) en immune effector-cell-associated neurotoxicity syndrome in 14% (alleen graad 1 of 2). Er waren geen onverwachte adverse events. Robuuste expansie van CAR T-cellen werd gezien voor alle doseringsniveaus. Drie maanden na de infusie was complete of partiële respons gezien in 81% (90%-bti 62-93) en complete response in 52% (33-71). De mediane duur van respons was 9,6 maanden (90%-bti 5,5-NR).

De onderzoekers concluderen dat in deze kleine studie huCART19-IL18 een veiligheidsprofiel had dat consistent was met dat van andere CAR T-celtherapieën en veelbelovende werkzaamheid heeft laten zien bij lage celdoseringen in patiënten met lymfoom na falen van eerdere anti-CD19 CAR T-celtherapie.

1.Svoboda J, Landsburg DJ, Gerson J et al. Enhanced CAR T-cell therapy for lymphoma after previous failure. N Engl J Med 2025;392:1824-1835

Summary: A phase 1 study at the University of Pennsylvania (Philadelphia) found that the IL-18 secreting CAR T-cell product huCART19-IL18 had a safety profile consistent with other CAR T-cell treatments and showed promising efficacy at low cell doses in patients with lymphoma after failure of previous anti-CD19 CAR T-cell therapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)