Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Lange-termijn follow-up van tweedelijns paclitaxel met ifosfamide en cisplatine voor kiemceltumoren (0)
2024-07-21 13:30   ( Nieuws )
Tags:  CGT TIP
Dr. Darren FeldmanPaclitaxel, ifosfamide, en cisplatine (TIP) is een geaccepteerd salvage regime voor kiemceltumoren (GCT), maar er is weinig informatie beschikbaar over lange-termijn uitkomsten na tweedelijns TIP voor GCT. Een fase 2-studie van Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York) heeft vijf-jaar progressievrije overleving en overall survival resultaten van de behandeling geïnventariseerd. Dr. Darren Feldman en collega’s publiceren de resultaten in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 104 GCT-patiënten die TIP kregen na eerstelijns cisplatine-gebaseerde chemotherapie. Onder deze patiënten waren er 87 met gunstig-risico ziekte en 17 met tenminste één ongunstig-risico factor. De mediane follow-up was 8,9 jaar. De vijf-jaars PFS- en OS-percentages waren 66% (95%-bti 55-74) respectievelijk 69% (59-77) onder alle patiënten. Onder de 87 patiënten met gunstig-risico ziekte hadden 69 (79%) een gunstige respons met vijf-jaars PFS-percentage 67% (95%-bti 56-76) en vijf-jaars OS-percentage 72% (61-80). Onder de 17 patiënten met ongunstig-risico ziekte waren er 13 (76%) met gunstige respons met vijf-jaars PFS-percentage 59% (95%-bti 33-78) en vijf-jaars OS-percentage 56% (28-76).

De onderzoekers concluderen dat TIP een effectief tweedelijns regime is voor patiënten met GCT.

1.Gleeson JP, Knezevic A, Bromberg M et al. Paclitaxel, ifosfamide, and cisplatin as initial salvage chemotherapy for germ cell tumors: long-term follow-up and outcomes for favorable- and unfavorable-risk disease. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Long-term follow-up of a phase 2 trial at Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York, NY) found that paclitaxel-ifosfamide-cisplatin is an effective second-line regimen for patients with germ cell tumors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Resultaten met combinatie van ponatinib en blinatumomab voor Philadelpia chromosoom-positief ALL (0)
2024-07-21 12:00   ( Nieuws )
Tags:  Ph-positive ALL ponatinib plus blinatumomab
Prof. Hagop KantarjianIn 2022 is een studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) gepubliceerd die liet zien dat de chemotherapievrije combinatie van ponatinib en blinatumomab voor Philadelphia chromosoom (Ph)-positief AML resulteerde in hoge percentages patiënten met complete moleculaire respons. Prof. Hagop Kantarjian en collega’s publiceren in het Journal of Clinical Oncology een update van resultaten met deze combinatie.1

De studie includeerde 60 patiënten die ponatinib plus blinatumomab kregen voor nieuw-gediagnostiseerd Ph-positief ALL. Na mediaan 24 maanden follow-up was het percentage patiënten met complete moleculaire respons 83%, en het percentage patiënten met meetbare residuele ziekte (MRD)-negativiteit 98%. Slechts twee patiënten ondergingen hematopoïetische stamceltransplantatie. Relapse werd gezien in zeven patiënten: twee met systemische ziekte, vier met geïsoleerde CNS-relapse, en één met extramedullair Ph-negatief CRLF2-positief pre-B ALL. Het drie-jaars overall survival percentage was 91%, en het drie-jaars gebeurtenisvrije overlevingspercentage was 77%. Adverse events resulteerden in discontinuering van blinatumomab in drie patiënten en discontinuering van ponatinib in negen patiënten.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van ponatinib en blinatumomab een effectief en relatief veilig chemotherapievrij regime is voor Ph-positief ALL.

1.Kantarjian H, Short NJ, Haddad FG et al. Results of the simultaneous combination of ponatinib and blinatumomab in Philadelphia chromosome-positive ALL. J Clin Oncol 2024.00272

Summary: A retrospective study at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found that the combination of ponatinib and blinatumomab is a highly effective and relatively safe chemotherapy-free regimen for patients with newly diagnosed Ph-positive ALL.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Patiënt-controle studie van associatie tussen deelname aan FIT-screening en het risico van overlijden aan colorectaalcarcinoom (0)
2024-07-20 15:00   ( Nieuws )
Tags:  FIT screening and risk of CRC death
Dr. Chyke DoubeniDe fecale immunochemische test (FIT) wordt veel gebruikt voor de screening op colorectaalcarcinoom (CRC), maar er is slechts beperkt evidentie voor de effectiviteit. Een bevolkings-gebaseerde patiënt-controlestudie van Kaiser Permanente Northern California en Kaiser Permanente Southern California (KPNC/KPSC) heeft de effectiviteit van de FIT-screening geïnventariseerd. Dr. Chyke Doubeni (The Ohio State University, Columbus) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde patiënten die tussen begin 2011 en eind 2017 in de leeftijd van 52 tot en met 85 jaar overleden aan CRC (‘cases’), die 1:8 voor leeftijd, geslacht, duur van deelname aan KPNC/KPSC, en regio werden gematcht met deelnemers die op de datum van de CRC-diagnose van de case CRC-vrij en in leven waren (‘controls’). De onderzoekers vergeleken deelname aan tenminste één FIT-screening in de vijf jaar voorafgaand aan de CRC-diagnose onder de cases en de corresponderende datum onder de controls.

De figuur laat zien dat de studie 1103 cases en 9608 controls includeerde. In de vijf jaar voorafgaand aan de diagnose namen 494 cases (44,8%) en 5345 controls (55,6%) deel aan tenminste één FIT-screening. In regressie-analyse was deelname aan tenminste één FIT-screening geassocieerd met 33% lager risico van overlijden aan CRC (aOR 0,67; 05%-bti 0,59-0,76) en 42% lager risico van overlijden aan linkszijdig coloncarcinoom en rectumcarcinoom (0,58; 0,48-0,71; de associatie tussen FIT-screening en overlijden aan rechtszijdig coloncarcinoom was niet statistisch significant (0,83; 0,69-1,01). FIT-screening was geassocieerd met lagere CRC-mortaliteit onder non-Hispanic Asians (aOR 0,37; 95%-bti 0,23-0,59), non-Hispanic Blacks (0,58; 0,39-0,85), en non-Hispanic Whites (0,70; 0,57-0,86).

De onderzoekers concluderen dat deelname aan FIT-screening geassocieerd was met lager risico van overlijden aan CRC; deze associaties werden gezien in verschillende raciale en etnische groepen.

1.Doubeni CA, Corley DA, Jensen CD et al. Fecal immunochemical test screening and risk of colorectal death. JAMA Network Open 2024;7:e2423671

Summary: A population-based case-control study population-based case-control study in the USA found that participating in FIT screening lowers the risk of dying form colorectal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van lage-dosering lenalidomide voor niet-transfusie afhankelijk laag-risico del(5q) MDS (0)
2024-07-20 13:30   ( Nieuws )
Tags:  SintraREV trial myelodysplastic syndromes
Dr. María Díez-CampeloLenalidomide is de standaard-behandeling voor transfusie-afhankelijke patiënten met del(5q) myelodysplastische syndromen (MDS). De fase 3-studie SintraREV, in 22 centra in Spanje, Frankrijk, en Duitsland, heeft onderzocht of vroege interventie met lage-dosering lenalidomide gedurende twee jaar transfusie-afhankelijkheid zou kunnen uitstellen onder patiënten met anemie die nog niet transfusie-afhankelijk zijn. Dr. María Díez-Campelo (Hospital Universitario de Salamanca, Spanje) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Haematology.1

SintraREV includeerde 61 volwassen ESA-naïeve patiënten met laag- of intermediair-1-risico del(5q) MDS met niet-transfusie afhankelijke anemie, en een ECOG performance status 2 of beter (50 vrouwen en 11 mannen; mediane leeftijd 72,2 jaar; IQR 65,4-81,9). De patiënten werden 2:1 gerandomiseerd naar lenalidomide 5 mg eens per dag (n=41; twee werden niet volgens protocol behandeld) of placebo (n=21). Het primaire eindpunt was tijd tot transfusie-afhankelijkheid.

De mediane duur van follow-up was 60,6 maanden (IQR 32,1-73,9). De mediane tijd tot transfusie-afhankelijkheid werd niet bereikt in de lenalidomidegroep en was 11,6 maanden in de placebogroep (p=0,0027). Lenalidomide verlaagde het risico van transfusie-afhankelijkheid met 69,8% (HR 0,302; p=0,0046). De meest-frequente treatment-related adverse event was neutropenie (in de lenalidomidegroep 63%; graad 3 in 42% en graad 4 in één patiënt; in de placebogroep in 19%). Van de niet-hematologische toxiciteiten was rash (23%) het meest frequent in de lenalidomidegroep. Er waren 18 ernstige AEs in 12 patiënten in de lenalidomidegroep, waarvan 5 mogelijk samenhingen met lenalidomide. Er waren geen graad 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat interventie met lage-dosering lenalidomide transfusie-afhankelijkheid uit kan stellen onder patiënten met laag-risico del(5q) MDS, met een manageable veiligheidsprofiel.

1.Díez-Campelo M, López-Cadenas F, Xicoy B et al. Low dose lenalidomide versus placebo in non-transfusion dependent patients with low risk, del(5q) myelodysplastic syndromes (SintraREV): a randomised, double-blind, phase 3 trial. Lancet Haematol 2024-00142-X

Summary: The multinational phase 3 SintraREV trial found that early intervention with low dose lenalidomide for two years delays transfusion dependency, with a manageable safety profile, in patients with del(5q) low-risk MDS who are non-transfusion dependent.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gepoolde analyse van associatie van prediagnose thee- en koffieconsumptie met overleving na een diagnose ovariumcarcinoom (0)
2024-07-20 12:00   ( Nieuws )
Tags:  pre-diagnosis tea and coffee consumption survival of ovarian cancer
Prof. Penelope WebbThee en koffie behoren tot de meest-geconsumeerde dranken in de wereld. Een gepoolde analyse van tien studies van het multinationale Ovarian Cancer Association Consortium heeft de associatie tussen prediagnose thee- en koffieconsumptie en de overleving na een diagnose ovariumcarcinoom geïnventariseerd. Prof. Penelope Webb (University or Queensland, Brisbane, Australië) en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Cancer.1


De tien studies telden tezamen 5724 patiënten met een diagnose ovariumcarcinoom. Vergeleken met vrouwen die voorafgaand aan de diagnose geen groene thee consumeerden, was consumptie van één of meer koppen per dag geassocieerd met betere overall survival (aHR 0,84; p voor trend 0,04). In vijf studies die ook ovariumcarcinoom-specifieke overleving rapporteerden werd een vergelijkbare associatie gezien (aHR 0,81; p voor trend 0,045). Correctie voor klinische en leefstijlfactoren leidde niet tot substantieel andere associaties. Er waren geen aanwijzingen voor een associatie van consumptie van koffie, zwarte of kruidenthee, of caffeïne-inname met de overleving na een diagnose ovariumcarcinoom.

De onderzoekers concluderen dat consumptie van groene thee voorafgaand aan een diagnose ovariumcarcinoom geassocieerd was met betere overleving.

1.Nagle CM, Ibiebele TI, Bandera EV et al. Pre-diagnosis tea and coffee consumption and survival after a diagnosis of ovarian cancer: results from the Ovarian Cancer Association Consortium. Br J Cancer 2024-02792-7

Summary: A pooled analysis of ten studies by the multinational Ovarian Cancer Association Consortium found that pre-diagnosis consumption of green tea, but not black or herbal tea or coffee, was associated with improved survival after a diagnosis of ovarian cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Single-center fase 1-studie van neoadjuvante inspanningstherapie in patiënten met gelokaliseerd prostaatcarcinoom (0)
2024-07-19 15:00   ( Nieuws )
Tags:  prostate cancer neoadjuvant exercise therapy
Dr. Lee JonesObservationele studies hebben laten zien dat postdiagnose inspanning geassocieerd was met verlaagd risico van overlijden aan prostaatcarcinoom. De feasibility van inspanningstherapie en biologische impact op de tumor zijn niet bekend. Een fase 1-studie in Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York) heeft gezocht naar de aanbevolen fase 2-dosering (RP2D) van neoadjuvante inspanningstherapie voor prostaatcarcinoom. Dr. Lee Jones en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde inactieve mannen met niet-behandeld gelokaliseerd prostaatcarcinoom voordat ze geplande chirurgie zouden ondergaan. De patiënten kregen zes oplopende niveaus van inspanning voorgeschreven , uiteenlopend van 90 tot 450 minuten per week matig-intensief wandelen op een lopende band. De feasibility van de interventie werd geëvalueerd aan de hand van relative dose intensity (REDI); een doseringsniveau werd als feasible beoordeeld als tenminste 70% van de patiënten een REDI van 75% bereikten. De werkzaamheid van de interventie werd beoordeeld aan de hand van veranderingen in tumorcelproliferatie (Ki67) en plasma PSA-niveaus tussen aanvang van de behandeling en postinterventie.

De studie includeerde 53 mannen (mediane leeftijd 61 jaar; IQR 56-66). Alle doseringsniveaus waren feasible. De gemiddelde veranderingen in Ki67 bedroegen 5,0% met 90 minuten per week,; 2,4% met 90 minuten per week; -1,3% met 225 minuten per week; - 2,0% met 300 minuten per week; - 2,6% met 375 minuten per week; en 2,2% met 450 minuten per week. De gemiddelde veranderingen in PSA-niveau waren 1,0 mg/l met 90 minuten per week; 0,2 ng/l met 150 minuten per week; -0,5 ng/ml met 225 minuten per week; - 0,2 ng/ml met 300 minuten per week; - 0,7 ng/ml met 350 minuten per week; en -0,9 ng/ml met 450 minuten per week. Er waren geen ernstige adverse events. Als RP2D werd gekozen voor 225 minuten per week.

De onderzoekers concluderen dat neoadjuvant inspanningstherapie feasible en veilig is met veelbelovende activiteit onder patiënten met gelokaliseerd prostaatcarcinoom.

1.Jones LW, Moskowitz CS, Lee CP et al. Neoadjuvant exercise therapy in prostate cancer. A phase 1, decentralized nonrandomized controlled trial. JAMA Oncol 2024.2156

Summary: A phase 1 trial at Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York, NY) found that neoadjuvant exercise therapy is feasible and safe with promising activity in localized prostate cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Immuuntherapie versus beste ondersteunende zorg voor niet-resectabel Child-Pugh B levercelcarcinoom (0)
2024-07-19 13:30   ( Nieuws )
Tags:  CP-B uHCC immunotherapy versus BSC
Dr. David PinatoEr is geen consensus over de vraag of patiënten met niet-resectabel levercelcarcinoom (uHCC) met Child-Pugh B dysfunctie (CP-B) baat kunnen hebben bij actieve behandeling van de maligniteit. Een multinationale retrospectieve studie heeft uitkomsten van deze patiënten met immuuncheckpointremmer-gebaseerde (ICI) therapie vergeleken met uitkomsten met beste ondersteunende zorg (BSC). Dr. David Pinato (Imperial College London, UK) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1




De studie includeerde CP-B uHCC-patiënten die tussen september 2017 en eind 2022 werden behandeld in tertiaire centra in Azië, Europa, en de Verenigde Staten. De patiënten kregen eerstelijns atezolizumab plus bevacizumab of nivolumab. De uitkomsten werden vergeleken met uitkomsten van patiënten die alleen BSC kregen. Na propensity score matching bestond de ICI-groep uit 187 patiënten en de BSC-groep uit 156 patiënten. Het primaire eindpunt was overall survival (OS) na inverse probability of treatment weighting (IPTW).

De mediane leeftijd was 66 jaar (IQR 61-72) in de ICI-groep en 73 jaar (66-81) in de BSC-groep. In de IPTW-populaties was de mediane OS significant langer in de ICI-groep dan in de BSC-groep (7,50 maanden versus 4,04 maanden; HR 0,59; p<0,001). In multivariate analyse was ICI-behandeling geassocieerd met significante verlaging van het risico van overlijden (HR 0,55; p<0,001). Factoren die geassocieerd waren met slechtere overleving waren bestaan van poortader-trombose, ECOG performance score hoger dan 1, en AFP-niveau 400 ng/ml of hoger.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met CP-B uHCC eerstelijns behandeling met ICI geassocieerd was met betere overleving dan BSC.

1.Fulgenzi CA, Scheiner B, D’Alessio A et al. Immunotherapy vs best supportive care for patients with hepatocellular cancer with Child-Pugh B dysfunction. JAMA Oncol 2024.2166

Summary: A multinational retrospective study found that immunotherapy-based therapy versus best supportive treatment was associated with improved overall survival among patients with unresectable hepatocellular carcinoma with Child-Pugh B liver dysfunction.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Pirtobrutinib in de Richter transformatie subgroep van de multinationale fase 1-2 BRUIN-studie (0)
2024-07-19 12:00   ( Nieuws )
Tags:  BRUIN study RT pirtobrutinib
Prof. William WierdaRichter transformatie (RT) is een gewoonlijk agressief diffuus grootcellig B-cel lymfoom, geassocieerd met slechte prognose, en zonder goedgekeurde behandeling. Pirtobrutinib is een selectieve reversibele remmer van Bruton’s tyrosinekinase (BTK). De multinationale fase 1-2 BRUIN studie heeft laten zien dat pirtobrutinib veilig was en werkzaam was voor B-cel maligniteiten, ook in patiënten die eerder covalente BTK-remmers hadden gekregen. Prof. William Wierda (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren in The Lancet Haematology resultaten in de RT-subgroep in BRUIN.1


De analyse includeerde 82 patiënten onder wie 81 die oraal pirtobrutinib 200 mg eenmaal daags kregen, en één die pirtobrutinib 150 mg eenmaal daags kreeg (55 mannen en 27 vrouwen; mediane leeftijd 67 jaar; IQR 59-72). Negentig procent van de patiënten hadden eerder RT-gerichte therapie gekregen, en 74% hadden eerder covalente BTK-remmers gekregen. De overall response rate op pirtobrutinib was 50,0% (95%-bti 38,7-61,3), met complete respons in elf patiënten en partiële respons in dertig patiënten. Acht patiënten met respons discontinueerden pirtobrutinib en ondergingen stamceltransplantatie. De meest-gerapporteerde graad 3 of 4 treatment-related adverse event was neutropenie in negentien patiënten (23%); er waren geen graad 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat pirtobrutinib monotherapie veelbelovende veiligheid en werkzaamheid had onder RT-patiënten; ook onder patiënten die eerder RT-gerichte therapie hadden gekregen.

1.Wierda WG, Shah NN, Cheah CY et al. Pirtobrutinib, a highly selective, non-covalent (reversible) BTK inhibitor in patients with B-cell malignancies: analysis of the Richter transformation subgroup from the multicentre, open-label, phase 1/2 BRUIN study. Lancet Haematol 2024-00172-8

Summary: Analysis of the Richter transformation (RT) subgroup from the BRUIN study found that pirtobrutinib monotherapy had promising safety and activity, including among patients who received previous RT-directed therapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)