Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Observationele studie van ctDNA-gebaseerde residuele ziekte en overleving in resectabel colorectaalcarcinoom (0)
2024-09-19 15:00   ( Nieuws )
Tags:  CIRCULATE-Japan GALAXY resectable colorectal cancer
Dr. Eiji OkiDe eerste interimanalyse van de observationele studie CIRCULATE-Japan GALAXY, met mediaan 16,74 maanden follow-up, liet een associatie zien tussen op circulerend tumor DNA (ctDNA)-gebaseerde detectie van moleculaire residuele ziekte (MRD) en risico van recidief en profijt van adjuvante chemotherapie (ACT) onder patiënten met resectabel colorectaalcarcinoom (CRC). Dr. Eiji Oki (Kyushu Universiteit, Fukuoka) en collega’s publiceren in Nature Medicine een update van de studie, met mediaan 23 maanden follow-up (range 2-49).1

De update includeerde 2240 patiënten met stadium II of III coloncarcinoom en stadium IV coloncarcinoom. Informatie over ctDNA-status na chirurgie was beschikbaar voor 2110 patiënten, onder wie één overleed voor de MRD-data, zodat 2109 patiënten opgenomen werden in de analyse. ctDNA-positiviteit was geassocieerd met significant slechtere ziektevrije overleving (HR 11,99; p<0,0001) en overall survival (HR 9,68; p<0,0001). Onder patiënten met recidief was ctDNA-positiviteit geassocieerd met kortere OS (HR 2,71; p<0,0001). Aanhoudende ctDNA-klaring in respons op ACT was geassocieerd met gunstige DFS (na 24 maanden 89.0% versus 3,3%) en OS (na 24 maanden 100% versus 82,3%).

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten de bruikbaarheid laten zien van ctDNA-monitoring voor post-resectie stratificatie voor risico van recidief en mortaliteit.

1.Nakamura Y, Watanabe J, Akazawa N et al. ctDNA-based molecular residual disease and survival in resectable colorectal cancer. Nature Med 2024-03254-6

Summary: Updated analysis of the observational CIRCULATE-Japan GALAXY study showed evidence for the utility of ctDNA monitoring for post-resection recurrence and mortality risk stratification among patients with stage II-III colon cancer or stage IV colorectal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde studie van psychologische interventie voor mantelzorgers van patiënten met primaire maligne hersentumoren (0)
2024-09-19 13:30   ( Nieuws )
Tags:  NeuroCARE PMBT caregivers
Dr. Deborah ForstMantelzorgers van patiënten met primaire maligne hersentumoren (PMBT) ervaren significante psychologische distress. Een gerandomiseerde studie van Massachusetts General Hospital (Boston) heeft de psychologische interventie NeuroCARE voor deze mantelzorgers geëvalueerd. Dr. Deborah Forst en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1




De studie includeerde PMBT-mantelzorgers met Generalized Anxiety Disorder-7 score 5 of hoger binnen zes maanden na de diagnose van de patiënt. De mantelzorgers werden gerandomiseerd naar NeuroCARE (zes telehealth sessies met een gedragsgezondheids-therapeut; n=60) of gebruikelijke zorg (UC; n=60). Het primaire eindpunt was score op de HADS-depressiesubschaal na elf weken. Deze score was significant lager onder de NeuroCARE-deelnemers dan onder de UC-deelnemers (mediaan 8,87 versus 10,69; p=0,008). Mantelzorger in de NeuroCARE-groep hadden ook significant lagere depressiescores en betere scores voor self-efficacy en coping na elf weken. Er waren na elf weken geen verschillen in kwaliteit van leven, caregiver burden, of PTSD-symptomen. De effecten van de interventie op depressiesymptomen, self-efficacy, en coping bleven bestaan tot tenminste zestien weken na de interventie.

De onderzoekers concluderen dat NeuroCARE resulteerde in verbetering van angst- en depressiesymptomen, self-efficacy, en coping onder mantelzorgers van PMBT-patiënten.

1.Forst DA, Podgursky AF, Strander SM et al. NeuroCARE: a randomized controlled trial of a psychological intervention for caregivers of patients with primary malignant brain tumors. J Clin Oncol 2024.00065

Summary: A randomized trial at Massachusetts General Hospital (Boston) found that the NeuroCARE psychological intervention led to improved anxiety and depression symptoms, self-efficacy, and coping among caregivers for patients with primary malignant brain tumors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cohortstudie van associatie tussen overgewicht en risico van tweede primaire maligniteiten onder overlevers van eerste maligniteiten (0)
2024-09-19 12:00   ( Nieuws )
Tags:  SPM risk among cancer survivors excess body weight
Dr. Clara BodelonEr is niet veel informatie beschikbaar over oorzaken van tweede primaire maligniteiten (SPMs) onder personen met een geschiedenis van een maligniteit. Beschrijvende studies suggereren dat leefstijlfactoren, waaronder overmatig lichaamsgewicht, een rol kunnen spelen. Een cohortstudie op basis van gegevens van het Cancer Prevention Study II Nutrition (CPSII) cohort heeft de associatie tussen hoog lichaamsgewicht en het risico van SPM onder overlevers van maligniteiten geïnventariseerd. Dr. Clara Bodelon (American Cancer Society, Atlanta GA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

CPSII was een prospectieve studie die in 1992 in 21 staten van de USA oudere volwassen deelnemers includeerde, die onder meer informatie verstrekten over hun gezondheid, lichaamslengte, lichaamsgewicht. De deelnemers beantwoordden iedere twee jaar tot eind 2017 vragenlijsten om de informatie te vernieusen. Onder de deelnemers waren er 26.894 die tijdens de follow-up een diagnose van een eerste niet-metastatische maligniteit kregen, op gemiddelde leeftijd 72,2 ± 6,5 jaar. Onder deze deelnemers hadden 42,8% overgewicht en 17,2% obesitas. Tijdens mediaan 7,9 jaar follow-up (IQR 3,4-13,6) werd een SPM vastgesteld in 13,9 % van deze deelnemers. De figuur laat zien dat vergeleken met overlevers met normaal lichaamsgewicht (BMI18,.5-25) het risico van any SPM 15% verhoogd was onder overlevers met overgewicht (BMI 25-30) en 34% verhoogd was onder overlevers met obesitas (BM I> 30) en dat het risico van obesitas –gerelateerde SPM 40% verhoogd was onder overlevers met overgewicht en 78% verhoogd was onder overlevers met obesitas.

De onderzoekers concluderen dat onder oudere overlevers van een maligniteit overgewicht of obesitas op het moment van de diagnose geassocieerd was met verhoogd risico van een SPM, met name obesitas-gerelateerde SPM.

1.Bodelon C, Sung H, Mitcell EL et al. Excess body weight and the risk of second primary cancers among cancer survivors. JAMA Network Open 2024;7;e2433132

Summary: A cohort study in the USA found that excess overweight was associated with increased risk of second primary cancers among cancer survivors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gepoolde analyse van twee studies van zolbetuximab voor maag of slokdarm-maagovergang adenocarcinoom (0)
2024-09-18 15:00   ( Nieuws )
Tags:  gastric or gastroesophageal junction adenocarcinoma zolbetuximab
Prof. Rui-Hua XuZolbetuximab is een op claudine 18.2-gericht IgG1 monoklonaal antilichaam. Twee multinationale fase 3-studies (SPOTLIGHT en GLOW) hebben zolbetuximab plus eerstelijns chemotherapie vergeleken met placebo plus eerstelijns chemotherapie voor patiënten met HER2-negatief niet-resectabel lokaal-gevorderd of metastatisch adenocarcinoom van maag of slokdarm-maagovergang, met claudine 18.2-positieve tumoren. Prof. Rui-Hua Xu (Sun Yat-sen Universiteit, Guangzhou, China) en collega’s publiceren in The New England Journal of Medicine gepoolde overall survival analyse van de twee studies.1

De gepoolde analyse includeerde 1072 patiënten die waren gerandomiseerd naar zolbetuximab plus eerstelijns chemotherapie (n=537) of placebo plus eerstelijns chemotherapie (n=535). De figuur laat de gepoolde resultaten zien. De mediane progressievrije overleving was 9,2 maanden in de zolbetuximabgroep versus 8,2 maanden in de placebogroep HR 0,71; 95%-bti 0,61-0,83). De mediane overall survival was 16,4 maanden in de zolbetuximabgroep versus 13,7 maanden in de placebogroep (HR 0,77; 95%-bti 0,67-0,89). De typen volgende behandelingen verschilden niet significant tussen de groepen. De meest-gerapporteerde adverse events waren misselijkheid (76,0% van de patiënten in de zolbetuxmabgroep en 56,2% van de patiënten in de placebogroep) en braken (66,8% en 34,2%). De trends in gemiddelde verandering van baseline voor algemene gezondheidsstatus en kwaliteit-ven-leven scores waren vergelijkbaar in de twee groepen.

De onderzoekers concluderen dat zolbetuximab plus eerstelijns chemotherapie resulteerde in langere progressievrije overleving en overall survival dan placebo plus eerstelijns chemotherapie onder patiënten met HER2-negatief, lokaal-gevorderd niet-resectabel of metastatisch adenocarcinoom van maag of slokdarm-maagovergang met claudine 18.2-positieve tumoren.

1.Shitara K, Shah MA, Lordick F et al. Zolbetuximab in gastric or gastroesophageal junction adenocarcinoma. N Engl J Med 2024; epub ahead of print

Summary: Pooled analysis of two multinational phase 3 trials found that zolbetuximab plus chemotherapy resulted in longer progression-free survival and overall survival than placebo plus chemotherapy among patients with HER2-negative, locally advanced unresectable of metastatich gastric or or gastroesophageal junction adenocarcinoma whose tumors were positive for claudin 18.2.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3-studie van cabozantinib versus placebo voor eerder-behandelde gevorderde neuro-endocriene tumoren (0)
2024-09-18 13:30   ( Nieuws )
Tags:  CABINET trial neuroendocrine tumors cabozantinb
Dr. Jennifer ChanEr zijn weinig behandelingsopties voor patiënten met gevorderde neuro-endocriene tumoren (NETs). De multicenter fase 3-studie CABINET in de Verenigde Staten heeft cabozanitib geëvalueerd voor eerder-behandelde progressieve extrapancreatische of pancreatische NETs. Dr. Jennifer Chan (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

CABINET includeerde patiënten in twee onafhankelijke cohorten – een cohort met gevorderde extrapancreatische en een cohort met gevorderde pancreatische NETs. De patiënten hadden eerder hetzij peptidereceptor radionuclidetherapie of gerichte therapie of beide gekregen. De patiënten werden 2:1 gerandomiseerd naar cabozantinib 60 mg eenmaal daags of placebo. Het primaire eindpunt was centraal onafhankelijk beoordeelde progressievrije overleving.


Deze figuur toont de resultaten in het cohort van 203 patiënten met extrapancreatisch NETs, en deze figuur toont de resultaten in het cohort van 95 patiënten met pancreatische NETs. In het cohort van patiënten met extrapancreatische NETs was de mediane PFS 8,4 maanden met cabozantinib versus 3,9 maanden met placebo (sHR 0.38; p<0.001). In het cohort van patiënten met pancreatische NETs was de mediane PFS 13,8 maanden met cabozantinib versus 4,4 maanden met placebo (sHR 0,23; p<0,001). De incidentie van bevestigde objectieve responsen met cabozantinib was 5% in het cohort met extrapancreatische NETs en 19% in het cohort met pancreatische NETs, vergeleken met 0% en 0% met placebo. Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor 62% tot 65% van de patiënten die cabozantinib kregen en 23% tot 27% van de patiënten die placebo kregen. Mogelijk vanwege de optie van crossover na progressie waren er geen significante overall survival verschillen tussen de cabozantinibgroepen en de placebogroepen in beide cohorten.

De onderzoekers concluderen dat cabozantinib, vergeleken met placebo, geassocieerd was met significante verbetering van de progressievrije overleving onder patiënten met eerder-behandelde progressieve gevorderde extrapancreatische of pancreatische NETs.

1.Chan JA, Geyer S, Zemla T et al. Phase 3 trial of cabozantinib to treat advanced neuroendocrine tumors. N Engl J Med 224; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 3 CABINET trial in the United States found that cabozantinib, as compared with placebo, significantly improved progression-free surival in patients with previously treated, progressive advanced extrapancreatic or pancreatic neuroendocrine tumors. 


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van darolutamide plus androgeendeprivatietherapie voor metastatisch hormoongevoelig prostaatcarcinoom (0)
2024-09-18 12:00   ( Nieuws )
Tags:  ARANOTE trial mHSPC darolutamide plus ADT
Prof. Fred SaadOnder patiënten met metastatisch hormoongevoelig prostaatcarcinoom (mHSPC) is uitstel van progressie tot castratieresistente ziekte van belang voor zowel het bereiken van een langere overall survival (OS) als ook voor een betere kwaliteit van leven. De multinationale fase 3-studie ARANOTE evalueerde het chemotherapievrije regime darolutamide plus androgeendeprivatietherapie (ADT) voor mHSPC. Prof. Fred Saad (Universiteit van Montreal, Canada) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 699 patiënten, die 2:1 werden gerandomiseerd naar darolumide 600 mg tweemaal daags (n=446) of placebo, in beide groepen concomitant met ADT. Het primaire eindpunt was radiologische progressievrije overleving (rPFS). Op het moment van data curtoff voor de nu gepubliceerde analyse was de rPFS 46% beter in de darolutamidegroep dan in de placebogroep (HR 0,54; p<0,0001), met consistent profijt in subgroepen. De overall survival resultaten suggereerden ook profijt met darolutamide versus placebo (HR 0,81; 95%-bti 0,59-1,12), en klinisch profijt werd gezien met darolutamide versus placebo voor alle andere secundaire eindpunten, waaronder langere tijd tot castratieresistent prostaatcarcinoom (HR 0,40; 95%-bti 0,32-0,51) en tijd tot pijnprogressie (0,72; 0,54-0,96). Adverse events waren similar in de twee groepen, met niet-significant lagere incidentie van vermoeidheid met darolutamide versus placebo (5,6% versus 8,1%) en lager percentage patiënten met discontinuering wegens adverse events (6,1% versus 9,0%).

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten werkzaamheid en tolerabiliteit laten zien van darolutamide plus ADT voor patiënten met mHSPC.

1.Saad F, Vjaters E, Shore N et al. Darolutamide in combination with androgen-deprivation therapy in patients with metastatic hormone-sensitive prostate cancer from the phase III ARANOTE trial. J Clin Oncol 2024-01798

Summary: The multinational phase 3 ARANOTE trial found efficacy and tolerability of darolutamde plus ADT in patients with metastatic hormone-sensitive prostate cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van perioperatief durvalumab met neoadjuvante chemotherapie voor resectabel blaascarcinoom (0)
2024-09-17 15:00   ( Nieuws )
Tags:  phase 3 NIAGARA trial operable bladder cancer perioperative durvalumab
Prof. THomas PowlesNeoadjuvante chemotherapie gevolgd door radicale cystectomie is de standaard-behandeling voor patiënten met resectabel spierinvasief blaascarcinoom (MIBC) die niet in aanmerking komen voor cisplatine. Toevoeging van perioperatieve immuuntherapie zou de uitkomsten van deze patiënten kunnen verbeteren. De multinationale fase 3-studie NIAGARA heeft perioperatief durvalumab met neoadjuvant chemotherapie voor MIBC in niet-voor cisplatine in aanmerking komende patiënten geëvalueerd. Prof. Thomas Powles (Queen Mary University of London, UK) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

De studie includeerde 1063 patiënten die 1:1 werden gerandomiseerd naar vier cycli neoadjuvant durvalumab plus gemcitabine-cisplatine chemotherapie iedere drie weken gevolgd door radicale cystectomie en acht cycli adjuvant durvalumab iedere vier weken (durvalumabgroep; n=533) of alleen neoadjuvant gemcitabine-cisplatine (vergelijkingsgroep; n=530). Gebeurtenisvrije overleving (EFS) was een primair eindpunt. Het 24-maands EFS-percentage was 67,8% in de durvalumabgroep en 59,8% in de vergelijkingsgroep (HR 0,68; p<0,001). Overall survival (OS) was een secundair eindpunt. Het 24-maands OS-percentage was 82,2% in de durvalumabgroep en 75,2% in de vergelijkingsgroep (HR 0,75; p=0,01). Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gezien in 40,6% van de patiënten in the durvalumabgroep en 40,9% van de patiënten in de vergelijkingsgroep; graad 5 TRAEs werden gezien in 0,6% in elk van beide groepen. Radicale cystectomie werd uitgevoerd in 88,0% van de patiënten in de durvalumabgroep en in 83,2% van de patiënten in de vergelijkingsgroep.

De onderzoekers concluderen dat perioperatief durvalumab plus neoadjuvante chemotherapie, vergeleken met alleen neoadjuvante chemotherapie, resulteerde in significante verbetering van EFS en OS onder niet-voor cisplatine in aanmerking komende patiënten met resectable MIBC.

1.Powles T, Catto JWF, Galsky MD et al. Perioperative durvalumab with neoadjuvant chemotherapy in operable bladder cancer. N Engl J Med 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 NIAGARA trial found that perioperative durvalumab plus neoadjuvant chemotherapy led to significant improvements in event-free survival and overall survival as compared with neoadjuvant chemotherapy alone in cisplatin-ineligible patients with MIBC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Finale overall survival resultaten van KEYNOTE-522: pembrolizumab plus chemotherapie voor vroeg-stadium TNBC (0)
2024-09-17 13:30   ( Nieuws )
Tags:  phase 3 KEYNOTE-522 trial TNBC pembrolizumab
Prof. Peter SchmidDe eerste interimanalyse van de multinationale fase 3-studie KEYNOTE-522 liet zien dat toevoegen van pembrolizumab aan eerstelijns platina-bevattende chemotherapie voor vroeg-stadium triple-negatief mammacarcinoom (TNBC) geassocieerd was met significante verbeteringen in pathologisch complete respons en gebeurtenisvrije overleving na mediaan 15,5 maanden follow-up. Na mediaan 75,1 maanden follow-up zijn nu finale overall survival resultaten gerapporteerd. Prof. Peter Schmid (Queen Mary University of London, UK) en collega’s publiceren de analyse in The New England Journal of Medicine.1


De studie includeerde 1174 patiënten met niet-eerder behandeld stadium II of III TNBC. De patiënten werden 2:1 gerandomiseerd naar neoadjuvante therapie met vier cycli pembrolizumab 200 mg of placebo iedere drie weken plus paclitaxel en carboplatine gevolgd door vier cycli pembrolizumab of placebo plus doxorubicine-cyclofosfamide of epirubicine. Na definitieve chirurgie kregen de patiënten ten hoogste negen cycli adjuvant pembrolizumab of placebo iedere drie weken. Overall survival was een secundair eindpunt.

De pembrolizumab-chemotherapiegroep telde 784 patiënten en de placebo-chemotherapiegroep 390. De nu gepubliceerde analyse laat zien dat het 60-maands OS-percentage 86,6% (95%-bti 84,0-88,8) bedroeg in de pembrolizumab-chemotherapie-groep vergeleken met 81,7% (77,5-85,2) in de placebo-chemotherapiegroep (p=0,002). Adverse events waren consistent met de bekende veiligheidsprofielen van pembrolizumab en chemotherapie.

De onderzoekers concluderen dat neoadjuvant pembrolizumab plus chemotherapie gevolgd door adjuvant pembrolizumab, vergeleken met alleen neoadjuvante chemotherapie, resulteerde in significant verbetering van de overleving onder patiënten met niet-eerder behandeld vroeg-stadium TNBC.

1.Schmid P, Cortes J, Dent R et al. Overall survival with pembrolizumab in early-stage triple-negative breast cancer. N Engl J Med 2024; epub ahead of print

Summary: Final analysis of the multinational phase 3 KEYNOTE-522 trial found that neoadjuvant pembrolizumab plus chemotherapy followed by adjuvant pembrolizumab was associated with significant improvement, as compared with neoadjuvant chemotherapy alone, in overall survival among patients with previously untreated early-stage triple-negative breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)