Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Retrospectieve analyse van cumulatieve incidentie en overlevingsuitkomsten van hersenmetastasen van sarcoom (0)
2025-07-28 15:00   ( Nieuws )
Tags:  sarcoma brain metastases
Dr. David ShultzEr is weinig informatie beschikbaar over incidentie van hersenmetastasen (BrM) van sarcoom. Een retrospectieve analyse onder patiënten van het Princess Margaret Cancer Centre (Toronto, Canada) heeft cumulatieve incidentie, voorspellers, en overlevingsuitkomsten van BrM van sarcoom geïnventariseerd. Dr. David Shultz en collega’s publiceren de analyse in het British Journal of Cancer.1

Tussen begin 2006 en eind 2023 werden in het centrum in Toronto 5110 sarcoompatiënten behandeld. De figuur toont de cumulatieve incidentie van BrMs: 1,8% na 24 maanden toenemend tot 2,4% respectievelijk 2,9% na 48 en 72 maanden. In multivariate analyse waren primair sarcoom in de thorax (HR 5,13), alveolair wekedelensarcoom (HR 4,2), leeftijd 59 jaar of ouder (HR 0,45), en liposarcoom (HR 0,11) geassocieerd met incidentie van BrM. Deze figuur laat zien dat de mediane overall survival na BrM-diagnose 6 maanden bedroeg.

De onderzoekers concluderen dat het risico van BrM onder sarcoompatiënten uiteenliep met leeftijd, histologie, en tumorlocatie. De overleving na BrM-diagnose was slecht.

1.Erjan A, Jamora K, Gutierrez E et al. Cumulative incidence and survival outcomes of brain metastases in sarcoma: a large single center retrospective analysis. Br J Cancer 2025=03111-4

Summary: A retrospective study among sarcoma patients of Princess Margaret Cancer Centre (Toronto, Canada) found that the incidence of brain metastases varied by age, histology, and tumor location; the overall survival after a brain metastasis diagnosis was poor.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van QL1706 plus chemotherapie en bevacizumab voor EGFR-gemuteerd aNSCLC na falen van EGFR-TKIs (0)
2025-07-28 13:30   ( Nieuws )
Tags:  DUBHE-L-201 cohort 5
Dr. Wenfeng FangQL1706, ook bekend als iparomlimab en tuvonralimab, is een bifunctioneel anti-PD-1 en anti-CTLA-4 antilichaam. De fase 2-studie DUBHE-L-201 van Sun Yat-sen Universiteit (Guangzhou, China) evalueerde QL1706 plus doublet chemotherapie en bevacizumab voor gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom. Cohort 5 van de studie includeerde patiënten met EGFR-gemuteerd aNSCLC die progressie hadden na EGFR-TKIs. Dr. Wenfeng Fang en collega’s publiceren in het Journal of Hematology & Oncology lange-termijn resultaten van het cohort.1

Het cohort includeerde 31 patiënten die ten hoogste vier drie-weekse cycli kregen van intraveneus QL1706 (5,0 mg/kg) plus carboplatine (AUC 5) en pemetrexed (500 mg/m2) en bevacizumab (15 mg/kg) gevolgd door onderhoudsbehandeling met QL1706, pemetrexed en bevacizumab iedere drie weken. Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane duur van follow-up 32,16 maanden (range 29,90-33,28). De mediane duur van respons, progressievrije overleving, en overall survival waren 11,33 maanden (95%-bti 4,17-19,91); 8,51 maanden (5,72-13,31); en 26,51 maanden (12,81-NR). Onder 23 patiënten die volgende anticancer therapy kregen na progressie was de mediane PFS2 10,2 maanden. Graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gezien in 13 patiënten (41,9%). Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van QL1706 met chemotherapie en bevacizumab resulteerde in gunstige lange-termijn prognose en manageable veiligheid onder patiënten met EGFR-gemuteerd aNSCLC na falen van EGFR-TKIs.

1.Zhang Y, Huang Y, Yang Y et al. Iparomlimab and tuvonralimab (QL1706) plus chemotherapy and bevacizumab for EGFR-mutant patients with advanced non-small cell lung cancer after failure of EGFR-tyrosine kinase inhibitors: update results from cohort 5 in the DUBHE-L-201 study. J Hematol Oncol 2025;18:75

Summary: In cohort 5 of the single-center phase 2 DUBHE-L-201 study, the bifunctional anti-PD-1 and anti-CTLA-4 antibody QL1706 plus chemotherapy and bevacizumab had long-term favorable prognosis and manageable safety for EGFR-mutant aNSCLC after failure of EGFR-TKIs.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1b-2 studie van cavrotolimod plus anti-PD-1 antilichamen voor gevorderde huidtumoren (0)
2025-07-28 12:00   ( Nieuws )
Tags:  advanced skin cancers cavrotolimod plus pembrolizumab or cemiplimab
Prof. Mohammed MilhemEr is behoefte aan nieuwe behandelingen voor patiënten met gevorderde huidtumoren die resistent zijn tegen PD-(L)1 antilichamen. Cavrotolimod is een nieuwe TLR9-agonist, die is ontwikkeld om immuunresponsen in tumoren te stimuleren. Een multicenter fase 1b-2 studie in de Verenigde Staten heeft de combinatie van cavrotolimod met cemiplimab of pembrolizumab geëvalueerd voor gevorderd melanoom, merkelcelcarcinoom (MCC), en cutaan squameus celcarcinoom (cSCC). Prof. Mohammed Milhem (University of Iowa, Iowa City) en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1


De studie includeerde 58 patiënten (20 in de doserings-escalatiefase en 38 in het expansiecohort), onder wie 55 (95%) met progressieve ziekte op eerdere anti-PD-(L)1 therapie. Intratumoraal cavrotolimod werd gedurende de eerste acht weken eens per week gegegven, gevolgd door eens per drie weken vanaf week negen. Vanaf week drie werd intraveneus cemiplimab of pembrolizumab eens per drie weken toegevoegd. De behandeling resulteerde in objectieve respons in zes patiënten (12%) en stabiele ziekte in nog acht patiënten (16%), voor een ziektecontrolepercentage van 27%. De ziektecontrole was duurzaam, met mediane duur van 54 weken (range 24-88+) onder patiënten met respons en 24 weken (range 11-35+) onder patiënten met stabiele ziekte. Er werd regressie gezien van zowel geïnjecteerde tumoren als niet-geïnjecteerde tumoren. Het veiligheidsprofiel van de behandeling was manageable, met vooral transiënten adverse events.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van cavrotolimod met anti-PD-1 antilichamen actief was voor anti-PD-(L)1 refractaire gevorderde huidtumoren.

1.Milhem MM, Wise-Draper TM, Chandra S et al. Phase 1b/2 study evaluating safety, efficacy, and immune effects of TLR9 agonist cavrotolimod with anti-PD-1 antibodies among patients with advanced solid tumors. J ImmunoTher Cancer 2025-011651

Summary: A multicenter phase 1b-2 trial in the USA found manageable safety and clinical activity of the combination of cavrotolimod and cemiplimab or pembrolizumab for anti-PD-(L)1 refractory cutaneous malignancies

  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van obinutuzumab-inductie en –onderhoud voor Waldenström macroglobulinemie (0)
2025-07-27 15:00   ( Nieuws )
Tags:  OBI-1 WM obinutuzumab
Prof. Tomasz WróbelEr is behoefte aan meer-werkzame behandelingen voor Waldenström macroglobulinemie (WM). De multicenter fase 2-studie OBI-1 in Polen heeft obinutuzumab monotherapie als inductie- en onderhoudsbehandeling voor recidiverend of refractair WM met CD20-expressie geëvalueerd. Prof. Tomasz Wróbel (Medische Universiteit van Wroclaw) en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1

De patiënten kregen drie-weekse cycli van intraveneus obinutuzumab 1000 mg op dagen één, acht, en vijftien van de eerste cyclus, gevolgd door vijf additionele cycli waarin obinutuzumab gegeven werd op dag één. Patiënten met stabiele ziekte of beter aan het eind van deze inductiefase begonnen aan een twee jaar durend onderhoudsprogramma van obinutuzumab 1000 mg iedere acht weken. Het primaire eindpunt was best overall response (BOR).


De studie includeerde 23 patiënten (mediane leeftijd 66 jaar; range 52-86). De mediane duur van follow-up was 3,8 jaar (range 0,1-6,0). De figuur laat de uitkomsten zien. De BOR was 65,2% (95%-bti 42,7-83,6). De ORR aan het eind van de inductiefase was 51%, en aan het eind van de studie 65%. Het percentage patiënten met zeer goede partiële respons en complete respons was aan het eind van de studie significant hoger dan aan het eind van de inductiefase. De mediane progressievrije overleving en overall survival werden niet bereikt, met 42-maands PFS-percentage 65% en 66-maands OS-percentage 74%. Graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 34,8% van de patiënten.

De onderzoekers concluderen dat obinutuzumab monotherapie als inductie- en onderhoudsbehandeling voor recidiverend of refractair WM werkzaam was met manageable veiligheid.

1.Wróbel T, Kalicińska E, Zaucha JM et al. Obinutuzumab induction and maintenance in patients with Waldenström macroglobulinaemia: an open-label, single-arm phase 2 study. eClinMed 2025.103383

Summary: A multicenter phase 2 trial in Poland found efficacy and manageable safety of obinutuzumab induction and maintenance therapy in patients with relapsed or refractory Waldenström macroglobulinemia with CD20 expression.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter gerandomiseerde studie van een online mindfulness programma voor angst voor recidief van maligniteiten (0)
2025-07-27 12:00   ( Nieuws )
Tags:  MindOnLine
Prof. Patricia LivingstonFear of cancer recurrence (FCR) wordt gerapporteerd door ongeveer 60% van patiënten met of na een maligniteit. Een multicenter gerandomiseerde studie in Australië heeft een online mindfulness programma (‘MindOnLine’) voor FCR onder patiënten met of na borst-, prostaat-, of colorectaalcarcinoom geëvalueerd. Prof. Patricia Livingston (Deakin University, Geelong) en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde volwassen deelnemers binnen vijf jaar na diagnose van stadium 1 tot en met 3 ziekte, met toegang tot internet, en een Fear of Cancer Recurrence Inventory (FCRI)-score 13 of hoger. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar een MindOnLine-groep of een wachtlijst-controlegroep. MindOnLine is een negen-weken durend programma met iedere week een nieuwe module, gericht op voorlichting, mindfulnesspraktijken, en meditatie. FCRItotaalscore en angst (GAD-7) en depressie (PHQ-9) werden bepaald bij inclusie, en negen weken en negen maanden na randomisatie.

Onder de 434 gerandomiseerde deelnemers hadden 58% mammacarcinoom, 26% prostaatcarcinoom, en 16% colorectaalcarcinoom; 70% waren vrouwen; en 50% waren zestig jaar of ouder. Na negen weken interventie waren in de MindOnLine-groep vergeleken met de wachtlijst-controlegroep de FCRI-totaalscore (-5,61; p<0,001), angstscore (-1,29; p=0,003), en depressiescore (-1,47; p<0,001) significant afgenomen. De effecten van de interventie bleven na negen maanden behouden (FCRI: -5,06; p=0,005; angst: -1,22; p=0,015; en depressie: -1,09; p=0,022).

De onderzoekers concluderen dat MindOnLine werkzaam was voor FCR onder patiënten met of na borst-, prostaat-, of colorectaalcarcinoom.

1.Livingston PM, Winter N, Russell L et al. Efficacy of an online mindfulness program (MindOnLine) to reduce fear of cancer recurrence in people living with – and beyond – breast, prostate, or colorectal cancer: a randomized controlled trial. eClinMed 2025.103373

Summary: A multicenter randomized trial in Australia found efficacy of an online mindfulness program to reduce fear of cancer recurrence in patients with or after breast, prostate, or colorectal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cohortstudie van associatie tussen vooraf-bestaande depressie en overleving van prostaatcarcinoom (0)
2025-07-26 15:00   ( Nieuws )
Tags:  PCa depression
Prof. Robert UrsanoDe prevalentie van majeure depressie onder patiënten met prostaatcarcinoom (PCa) is ongeveer 15%. Een analyse in het cohort van de Prostate, Lung, Colorectal, and Ovarian (PLCO) Cancer Screening Trial, met ongeveer 25 jaar follow-up, heeft de associatie tussen vooraf-bestaande depressie en overleving na een PCa-diagnose geïnventariseerd. Prof. Robert Ursano (Uniformed Services University of the Health Sciences, Bethesda MD) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1




De studie includeerde 38.169 deelnemers, onder wie 205 (0,6%) met PCa en vooraf-bestaande depressie, 2096 (5,4%) met PCa zonder vooraf-bestaande depressie, en 35.868 controledeelnemers zonder PCa en depressie. De figuur laat zien dat patiënten met PCa en vooraf-bestaande depressie significant slechtere overall survival hadden vergeleken met patiënten met PCa zonder vooraf-bestaande depressie (HR 2,14; p=0,001; panel A) en eveneens slechtere OS hadden dan controlepersonen (HR 2,51; p=0,001; panel B).

De onderzoekers concluderen dat onder PCa-patiënten vooraf-bestaande depressie geassocieerd was met significant slechtere OS.

1.Zhang L, Hu X-Z, Li XX et al. Preexisting depression and prostate cancer survival. JAMA Network Open 2025;8:e2523143

Summary: Analysis in the cohort of the PLCO Cancer Screening Trial found that among patients with prostate cancer, preexisting depression was associated with significantly worse overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 1-studie van obrixtamig voor DLL3-positief kleincellig longcarcinoom of neuro-endocrien carcinoom (0)
2025-07-26 13:30   ( Nieuws )
Tags:  obrixtamig
Prof. Martin WermkeObrixtamig (aka BI 764532) is een delta-like ligand 3 (DLL3)/CD3 IgG-like T-cell engager. Een multinationale fase 1-studie heeft obrixtamig geëvalueerd onder patiënten met eerder-behandeld DLL3-positief kleincellig longcarcinoom (SCLC), extrapulmonair neuro-endocrien carcinoom (epNEC), of grootcellig neuro-endocrien carcinoom van de long (LCNEC-L). Prof. Martin Wermke (Uniklinik Dresden, Duitsland) en collega’s publiceren resultaten van de expansiefase van de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 168 patiënten, onder wie 72% tenminste twee eerdere lijnen behandeling hadden gekregen, en 51% eerder anti-PD-(L)1 behandeling hadden gekregen. De patiënten kregen obrixtamig in vier regimes: vaste dosering iedere drie weken (A), vaste dosering iedere week (B1), step-up dosering iedere week gedurende twee weken gevolgd door target-dosering iedere week (B2), of step-up dosering iedere week gedurende drie weken gevolgd door target-dosering iedere week (B3). Tijdens de evaluatie van de hoogst-verdragen dosering werden zeven doserings-limiterende toxiciteiten gezien (één met regime A en zes met regime B2). Het meest-gerapporteerde treatment-related adverse event was cytokine release syndrome (57%; graad 3 of hoger 3%). Over alle doseringen, regimes, en tumortypen was de overall response rate 23% (95%-bti 17,4-30,2), met mediane duur van respons 8,5 maanden (6,2-NR) en zes-maands DoR-percentage 70% (53-88).

De onderzoekers concluderen dat de tolerabiliteit en werkzaamheid van obrixtamig nader onderzoek onder patiënten met DLL3-positief SCLC. epNEC, en LCNEC-L steunen.

1.Wermke M, Gambardella V, Kuboki Y et al. Phase I dose-escalation results for the delta-like ligand 3/cd3 IgG-like T-cell engager obrixtamig (BI 764532) in patients with delta-like ligand 3+ small cell lung cancer or neuroendocrine carcinomas. J Clin Oncol 2025-00363

Summary: A multinational phase 1 trial demonstrated tolerability and efficacy of obrixtamig in patients with heavily pretreated DLL3-positive small cell lung cancer or neuroendocrine carcinomas.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Neoadjuvante chemotherapie, patiënt-volume en mortaliteit onder patiënten met gevorderd ovariumcarcinoom (0)
2025-07-26 12:00   ( Nieuws )
Tags:  aOC NACT case volume
Dr. Alexander MelamedOverlijden na cytoreductieve chirurgie (CRS) voor gevorderd-stadium ovariumcarcinoom (aOC) is meer frequent in lage-volume centra dan in hoog-volume centra. Neoadjuvante chemotherapie (NACT) vermindert chirurgische mortaliteit zonder oncologische uitkomsten te compromitteren. Een analyse van gegevens in de National Cancer Database heeft de associatie van patiënt-volume van behandelcentra en gebruik van NACT met mortaliteit na CRS voor aOC geïnventariseerd. Dr. Alexander Melamed (Massachusetts General Hospital, Boston) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1

In de NCDB identificeerden de onderzoekers 70.707 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd stadium III of IV OC tussen begin 2010 en eind 2019 (gemiddelde leeftijd 63,1 ± 12,1 jaar). Na correctie voor demografische en klinische covariabelen was de 90-dagen mortaliteit lager in centra met hoog gebruik van NACT (59%) dan met laag gebruik van NACT (22%), en de magnitude van deze associatie liep uiteen voor centra met verschillende patiëntvolumes. In de centra met hoge volumes (24 of meer patiënten per jaar) was hoog gebruik van NACT geassocieerd met 74% lagere 90-dagen mortaliteit, terwijl in centra met gemiddeld volume (12 tot 24 patiënten per jaar) de 90-dagen-mortaliteit het hoog NACT-gebruik versus laag NACT-gebruik geassocieerd was met 51% lagere 90-dagen mortaliteit, en in centra met laag volume (minder dan 12 patiënten per jaar) hoog versus laag gebruik van NACT geassocieerd was met 52% lagere 90-dagen mortaliteit. Binnen centra met hoog volume was hoog NACT-gebruik geassocieerd met 4,1 maanden langere overleving (gemiddeld 42,2 versus 38,1 maanden).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met nieuw-gediagnostiseerd aOC behandeling in hoog-volume centra met hoog gebruik van NACT geassocieerd was met de beste uitkomsten.

1.Abel MK, Mazina V, Bregar AJ et al. Neoadjuvant chemotherapy, case volume, and mortality in advanced ovarian cancer. JAMA Network Open 2025;8:e2523434

Summary: A cross-sectional study using the National Cancer Database found that treatment in high-volume centers with high NACT utilization was associated with the lowest 90-day surgical mortality and highest 60-month survival rate among patients with advanced stage ovarian cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)