Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van neoadjuvant toripalimab plus chemotherapie voor gelokaliseerd dMMR/MSI-H GC/EGJC (0)
2025-08-14 13:30   ( Nieuws )
Tags:  NICE locally advanced gastric or gastroesophageal junction adenocarcinoma
Dr. Guoxin LiLokaal-gevorderde dMMR/MSI-H adenocarcinomen van maag en slokdarm-maagovergang (GC/EGJC) vertonen hoge respons op immuuntherapie. De fase 2-studie NICE, in zes ziekenhuizen in China, heeft neoadjuvant toripalimab (anti-PD-1) in combinatie met capecitabine-oxaliplatine chemotherapie voor lokaal-gevorderd dMMR-MSI-H GC/EGJC geëvalueerd. Dr. Guoxin Li (Zuidelijke Medische Universiteit, Guangzhou) en collega’s publiceren de studie in eClinical Medicine.1

NICE includeerde zestien patiënten, onder wie één met cT2N1, drie met cT3No-3, en twaalf met cT4aN1-3 ziekte. De patiënten kregen vier cycli neoadjuvant toripalimab plus CapeOX chemotherapie, gevolgd door chirurgie met curatieve intentie en tot vier cycli adjuvant toripalimab plus CapeOx. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met majeure pathologische respons (MPR; ten hoogste 10% viabele cellen na de neoadjuvante behandeling). Vijftien patiënten voltooiden vier cycli neoadjuvante behandeling; de zestiende patiënt voltooide slechts twee cycli wegens adverse events. In geen van de patiënten werd ziekteprogressie gezien. Eén patiënt had complete klinische respons en zag af van chirurgie; de overige vijftien patiënten ondergingen resectie met R0-resectiepercentage 100%. De figuur laat zien dat het MPR-percentage 93,3% was (14/15), en dat pathologisch complete respons werd gezien in 12 patiënten (pCR rate 80%). Zes patiënten (37,5%) hadden graad 3 of 4 treatment-related adverse events.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten wegens het geringe aantal patiënten should be interpreted with caution, maar dat in deze studie neoadjuvant toripalimab plus CapeOx voor lokaal-gevorderd dMMR/MSI-H GC/EGJC feasible en effectief was.

1.Zhao L, Liu H, Yu J et al. Efficacy and safety of neoadjuvant toripalimab plus chemotherapy in localized deficient mismatch repair/miscrosatellite instability-high gastric or esophagogastric junction adenocarcinoma (NICE): a multicentre, single-arm, exploratory phase 2 study. eClinMed 2025.103421

Summary: The multicenter phase 2 NICE study in China found that neoadjuvant toripalimab combined with CapeOx chemotherapyis feasible for locally advanced dMMR/MSI-H gastric or gastroesophageal junction adenocarcinoma, demonstrating high MPR and pCR rates without unexpected adverse events.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van type behandeling op incidentie van tweede primaire maligniteiten in overlevers van (N)SCLC: prospectieve studie (0)
2025-08-14 12:00   ( Nieuws )
Tags:  NSCLC SCLC SPCs
Dr. Mariano ProvencioOnder patiënten met longcarcinoom kan behandeling met nieuwe oncologische middelen het risico van het ontwikkelen van tweede primaire maligniteiten (SPCs) beïnvloeden. Een prospectieve cohortstudie in Spanje heeft impact van type behandeling voor NSCLC of SCLC op de incidentie van SPCs geïnventariseerd. Dr. Mariano Provencio (Hospital Universitario Puerta de Hierro-Majadahonda) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Regional Health Europe.1

De Spanje-brede studie includeerde 20.754 volwassen patiënten met een diagnose NSCLC of SCLC tussen begin augusturs 2016 en eind maart 2023, die na behandeling remissie van de tumor hadden bereikt. In 480 van deze patiënten (2,3%) werd na mediaan 41,2 maanden follow-up een SPC gediagnostiseerd. De figuur laat de cumulatieve incidentie van SPCs in verschillende groepen zien. De incidentie was lager in de groep patiënten die gerichte therapie hadden gekregen dan in de groep patiënten die immuuntherapie hadden gekregen, en was het hoogst in de groep patiënten die chemotherapie hadden gekregen. De incidentie was het laagst onder patiënten die nooit gerookt hadden, onder patiënten met M1-ziekte, en was niet-significant lager onder SCLC-patiënten dan onder NSCLC-patiënten.

De onderzoekers concluderen dat de incidentie van SPCs significant lager was na behandeling met gerichte therapie en immuuntherapie dan na behandeling met chemotherapie, en dat roken een belangrijke geassocieerde factor was.

1.Provencio M, Cobo M, Rodriguez-Abreu D et al. Incidence of second primary cancers in lung cancer survivors by oncological treatment: a nationwide prospective cohort study in Spain. Lancet Regional Health Europe 2025.101402

Summary: A nationwide prospective study in Spain found that among patients with NSCLC or SCLC who achieved remission after treatment, the incidence of second primary tumors was significantly lower after immunotherapy or targeted therapy compared with chemotherapy.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 1-studie van camizestrant in combinatie met CDK4/6-remmers voor ER-positief HER2-negatief aBC (0)
2025-08-13 15:00   ( Nieuws )
Tags:  SERENA-1 trial advanced breast cancer
Dr. Richard BairdCamizestrant is een volgende-generatie orale selective estrogen receptor degrader (SERD). Een multinationale fase 1-studie heeft de combinatie van camizestrant met CDK4/6-remmers voor patiënten met eerder-behandeld ER-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom (ER+ HER2- aBC) geëvalueerd. Dr. Richard Baird (Cancer Research UK Cambridge Centre, UK) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

Op het moment van data cut-off voor de nu gepubliceerde analyse had de studie 53 patiënten geïncludeerd die oraal camizestrant 75 of 150 mg eens per dag plus abemaciclib hadden gekregen, 78 patiënten die camizestrant 75, 150, of 300 mg eens per dag plus palbociclib hadden gekregen, en 60 patiënten die camizestrant 75 mg eens per dag plus ribociclib 400 of 600 mg eens per dag hadden gekregen. De patiënten hadden mediaan 2 (range 0-7) eerdere regimes voor gevorderde ziekte gekregen; 83% hadden eerder een CDK4/6-remmer gekregen en 59% hadden eerder fulvestrant gekregen. De meest-gerapporteerde treatment-emergent adverse events waren diarree (met abemaciclib; 87,5% van de patiënten), en neutropenie (met palbociclib; 80%; en met ribociclib; 32,1% voor 400 mg en 53,1% voor 600 mg). Onder alle patiënten was de clinical benefit rate na 24 weken 49,5% en was de mediane progressievrije overleving 7,4 maanden (95%-bti 5,3-9,3), met antitumoractiviteit over alle combinaties; ook in patiënten die eerdere CDK4/6-remmers en/of fulvestrant hadden gekregen, met of zonder ESR1-mutatie.

De onderzoekers concluderen dan camizestrant in combinatie met CDK4/6-remmers goed werd verdragen en antitumoractiviteit had onder zwaar-voorbehandelde patiënten met ER+ HER2- aBC.

1.Baird RD, Bernejo de las Heras B, Ruiz-Borrego M et al. Camizestrant in combination with three globally approved CDK4/6 inhibitors in women with ER+, HER2- advanced breast cancer: results from SERENA-1. Clin Cancer Res 2025-1198

Summary: The mutlinational phase 1 SERENA-1 trial found tolerability and promising activity of camizestrant in combination with CDK4/6 inhibitors among patients with heavily pretreated, ER+, HER2- advanced breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-3 studie van neurocognitie-impact van vermijden van de hippocampus bij profylactische craniële bestraling in SCLC (0)
2025-08-13 13:30   ( Nieuws )
Tags:  NRG-CC003 PCI HA
Dr. Vinai GondiVermijden van de hippocampus (HA) tijdens therapeutische WBRT verlaagt het risico van neurocognitieve functie (NCF)-toxiciteit in patiënten met hersenmetastasen. Een fase 2-3 studie in de Verenigde Staten en Canada heeft de neurocognitie-impact van HA tijdens profylactische craniële bestraling (PCI) in patiënten met kleincellig longcarcinoom geëvalueerd. Dr. Vinai Gondi (Northwestern University, Chicago IL) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde patiënten met SCLC zonder hersenmetastasen en met respons op chemotherapie. De patiënten werden gerandomiseerd naar PCI met of zonder HA. Primaire eindpunten waren twaalf-maands percentage van intracriële relapse (ICR; noninferioriteits-desing; fase 2) en zes-maands percentage van Hopkins Verbal Learning Test-Revised Delayed Recall (HVLT-R DR)-falen (fase 3). De mediane leeftijd van de 393 geïncludeerde patiënten was 64 jaar. De mediane follow-up was 17,0 maanden onder alle patiënten en 30,8 maanden onder overlevende patiënten. Het twaalf-maands ICR-percentage was niet-inferieur onder de HA-PCI patiënten vergeleken met de PCI patiënten (14,7% versus 14,8%; p<0,0001). De zes-maands HVLT-R DR verslechtering was niet significant verschillend tussen de PCI groep (30,0%) en de HA-PCI groep (25,5%; p=0,28). Toevoeging van HA aan PCI verlaagde het risico van falen in any NCF-test (aHR 0,78; p=0,039). Er waren geen significante verschillen tussen de groepen in overall survival (PCI versus HA-PCI: HR 0,88; p=0,33) of graad 3 of hoger toxiciteit (31,4% versus 30,7%; p=0,88).

De onderzoekers concluderen dat HA tijdens PCI het risico van overall NCF-toxiciteit verlaagde met niet-inferieur ICR-risico en vergelijkbare overleving.

1.Gondi V, Pugh SL, Mehta MP et al. Hippocampal avoidance during prophylactic cranial irradiation for patients with small cell lung cancer: randomized phase II/III NRG-CC003. J Clin Oncol 2025-00221

Summary: The randomized phase 2-3 NRG CC003 trial in the US and Canada found that hippocampal avoidance, versus no hippocampal avoidance, during prophylactic cranial irradiation for small cell lung cancer reduced the risk of overall neurocognitive toxicity with noninferior intracranial relapse risk and similar survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Observationele studie van blootstelling aan AI-assistentie in coloscopie op adenoma detection rate in niet AI-geassisteerde coloscopie (0)
2025-08-13 12:00   ( Nieuws )
Tags:  articial intelligence in coloscopy ADR
Dr. Marcin RomańczykAssistentie door artificiële intelligentie (AI) bij coloscopie kan de adenoma detection rate verhogen. Een observationele studie in Polen heeft impact van implementatie van AI op de ADR van niet-AI geassisteerde coloscopie geïnventariseerd. Dr. Marcin Romańczyk (Academy of Silesia, Katowice) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Gastroenterology & Hepatology.1

De studie in uitgevoerd in vier centra in Polen die tegen het eind van 2021 AI-tools voor de decetie van poliepen introduceerden, waarna coloscopieën random met of zonder AI werden uitgevoerd aan de hand van de datum van het onderzoek. Tussen 8 september 2021 en 9 maart 2022 ondergingen 1443 patiënten niet-AI-geassisteerde coloscopie voor (n=795) en na (n=648) implementatie van AI. De adenoma detection rate (ADR) nam significant af van 28,4% (226 van 795) voor de implementatie tot 22,4% (145 van 648) na de implementatie, overeenkomend met een absoluut verschil van – 6,0% (p=0,0089). In multivariate analyse was blootstelling van de endoscopisten aan AI geassocieerd met significante verlaging van de ADR (OR 0,69; 95%-bti 0,53-0,89).

De onderzoekers concluderen dat deze gegevens suggereren dat continue blootstelling aan AI na enige maanden een ongunstig effect heeft op gedrag van de endoscopisten.

1.Budzyń K, Romańczyk M, Kitala D et al. Endoscopist deskilling risk after exposure to artificial intelligence in colonoscopy: a multicentre, observational study. Lancet Gastroenterol Hepatol 2025-00133-5

Summary: An observational study in Poland found that continuous exposure to AI might reduce the ADR of standard non-AI assisted colonoscopy, suggesting an negative effect on endoscopist behaviour.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van associatie tussen verlengde periode van CAR-T aferese tot infusie met uitkomsten in R/R DLBCL (0)
2025-08-12 13:30   ( Nieuws )
Tags:  relapsed refractory diffuse large B-cell lymphoma
Dr. Yasuyuki AraiCAR T-celtherapie is effectief voor recidiverend of refractair grootcellig B-cel lymfoom (R/R DLBCL) maar vertraging tussen aferese en infusie komt frequent voor. Een retrospectieve studie in Kyoto University Hospital (Japan) heeft de associatie van lange duur van het interval tussen aferese en infusie met uitkomsten in R/R DLBCL geïnventariseerd. Dr. Yasuyuki Arai en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Haematology.1

De studie includeerde 90 patiënten die CAR T-celtherapie ondergingen. De mediane tijd tussen aferese en infusie was 66 dagen (range 28-203). De patiënten werden onderverdeeld in groepen met interval 66 dagen of langer versus korter dan 66 dagen. De figuur laat zien dat interval 66 dagen of langer geassocieerd was met slechtere progressievrije overleving en overall survival. In multivariate analyse was langer interval tussen aferese en infusie geassocieerd met slechtere PFS (aHR 3,13; p=0,001) en slechtere OS (aHR 2,53; p=0,007).

De onderzoekers concluderen dat verkorting van het interval tussen aferese en infusie door verbetering van de workflow kan resulteren in betere uitkomsten met CAR T-celtherapie voor R/R DLBCL.

1.Morimoto S, Jo T, Kitawaki T et al. Prolonged chimeric antigen receptor-T apheresis to infusion time is associated with inferior outcomes in diffuse large B-cell lymphoma. Br J Haematol 2025.70090

Summary: A retrospective study at Kyoto University Hospital (Japan) found that prolonged time between CAR-T apheresis and infusion was associated with inferior outcomes in diffuse large B-cell lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gezondheidsuitkomsten na de leeftijd 50 jaar in overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd (0)
2025-08-12 12:15   ( Nieuws )
Tags:  CCSs health outcomes after age 50 years
Dr. Rusha BhandariEr zijn slechts beperkte gegevens beschikbaar over gezondheidsuitkomsten in de groeiende populatie van childhood cancer survivors (CCSs) in de leeftijd van 50 jaar en ouder. Een analyse in het cohort van de Childhood Cancer Survivor Study heeft deze uitkomsten geïnventariseerd. Dr. Rusha Bhandari (City of Hope centrum, Duarte CA) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Clinical Oncology.1

De analyse includeerde 7490 CCSs die op de leeftijd van 50 jaar in leven waren. De volgende vijf-, tien-, en vijftien-jaars mortaliteit was 8% respectievelijk 18% en 32%. De overall standardized mortality ratio (SMR) was 3,2 (95%-bti 3,0-3,4). De SMRs waren het hoogst voor overlijden aan een nieuwe maligniteit (SMR 4,7; 95%-bti 4,2-5,2). In een subset-analyse hadden CCSs zonder blootstelling aan radiotherapie vergelijkbare nieuwe maligniteitenpercentages als de algemene bevolking, met aan radiotherpie population attributable fraction van nieuwe maligniteiten van 40%. Overlevers hadden vergeleken met siblings een meer dan tweemaal verhoogd risico van ernstige, levensbedreigende, of fatale chronische gezondheidsaandoeningen (enkele: RR 2,6; 95%-bti 2,2-3,2; meerdere: 3,3; 2,5-4,4). Er waren geen associaties tussen chemotherapie en late gezondheidsuitkomsten.

De onderzoekers concluderen dat oudere CCSs een verhoogd risico hadden van premature mortaliteit, nieuwe maligniteiten, en ongunstige gezondheidsuitkomsten, met name onder overlevers die radiotherapie hadden gekregen.

1.Bhandari R, Chen Y, Chow EJ et al. Health outcomes beyond age 50 years in survivors of childhood cancer: a report from the Childhood Cancer Survivor Study. J Clin Oncol 2025-00385

Summary: Analysis in the cohort of the Childhood Cancer Survivor Study found that after the age of 50 years, survivors continued to have an elevated burden of premature mortality, new cancers, and adverse health outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1-studie van lymfeklier-gericht mKRAS-specifiek vaccin voor pancreas- en colorectaalcarcinoom (0)
2025-08-12 12:00   ( Nieuws )
Tags:  AMPLIFY-201 trial ELI002 2P
Prof. Zev WainbergCellulaire immuniteit, gemedieerd door tumorantigeen-specifieke CD4+ en CD8+ T-cellen speelt een rol in het succes van immuuntherapie voor maligniteiten. De multicenter fase 1-studie AMPLIFY-201 in de Verenigde Staten heeft het off-the-shelf ELI-002 2P voor gemuteerd KRAS-specifiek vaccin geëvalueerd onder patiënten met pancreascarcinoom of colorectaalcarcinoom. Prof. Zev Wainberg (University of California Los Angeles) en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1


Het op lymfeklieren gerichte ELI-002 2P omvat mutant-KRAS peptide antigenen (G12D en G12R). De studie includeerde 20 patiënten met pancreascarcinoom en vijf met colorectaalcarcinoom die standaard-behandeling hadden voltooid maar minimale residuele mKRAS-ziekte in het bloed hadden. Na gemiddeld 19,7 maanden follow-up na toediening van het vaccin werden sterke T-celresponsen tegen de mutant-KRAS tumoreiwitten gezien in 68% van de patiënten. De mediane radiografisch recidiefvrije overleving vanaf toediening van het vaccin werd in deze patiënten niet bereikt, vergeleken met 3,02 maanden in patiënten zonder de responsen (HR 0,12; p=0,0002); de mediane overall survival was niet bereikt versus 15,98 maanden (HR 0,23; p=0,0099).

De onderzoekers concluderen dat off-the-shelf lymfeklier-gerichte mKRAS-specifieke vaccinatie persistente T-celresponsen kan induceren die kunnen resulteren in verbetering van de uitkomsten van patiënten met KRAS-mutant positieve tumoren.

1.Wainberg Z A, Weekes CD, Furqan M et al. Lymph node-targeted, mKRAS-specific amphiphile vaccine in pancreatic and colorectal cancer: phase 1 AMPLIFY-201 trial final results. Nature Med 2025-03876-4

Summary: A multicenter phase 1 trial in the USA found that lymph node-targeting ampiphilic vaccination induced persitent T cell responses targeting oncogenic driver KRAS mutation in pancreatic and colorectal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)