Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Ziekenhuis-niveau historische korte-termijn mortaliteit na longcarcinoomresectie en toekomstige lange-termijn overleving (0)
2024-02-26 16:00   ( Nieuws )
Tags:  lung cancer resection historical 90-day mortality association with long-term survival
Dr. Tyler GrendaDe korte-termijn uitkomsten na resectie voor longcarcinoom worden vaak gebruikt als maat voor chirurgische kwaliteit in een ziekenhuis, maar het is niet duidelijk of dat gerechtvaardigd is gelet op de significante variatie in zowel korte-termijn als lange-termijn uitkomsten. Een analyse van de National Cancer Database heeft de associatie tussen historische 90-dagen mortaliteit van afzonderlijke centra met de toekomstige vijf-jaars overleving geïnventariseerd. Dr. Tyler Grenda (Thomas Jefferson University, Philadelphia PA) en collega’s publiceren de analyse in Lung Cancer.1

De analyse includeerde 234.200 patiënten die chirurgie ondergingen voor NSCLC tussen begin 2010 en eind 2016 in 1086 ziekenhuizen. De onderzoekers inventariseerden de associatie van negentig-dagen mortaliteit per centrum tussen begin 2010 en eind 2013 (148.805 patiënten) met de vijf-jaars overleving van patiënten die in de centra resectie ondergingen tussen begin 2014 en eind 2016 (n=85.396). De 90-dagen mortaliteit onder de patiënten in 2010 tot en met 2013 was 3,2%; met 2,6% in het best-performing quartile van de ziekenhuizen en 3,9% in het worst-performing quartile (p<0,0001). Patiënten die in 2014 tot en met 2016 resectie ondergingen in ziekenhuizen in het historical best-performing quartile voor 90-dagen mortaliteit hadden in multivariate analyse significant betere vijf-jaars overleving dan patiënten die resectie ondergingen in ziekenhuizen in het historical worst-performing quartile voor 90-dagen mortaliteit: alle stadia tezamen HR 1,21 (p<0,0001); stadium I HR 1,19 (p<0,0001); stadium II HR 1,20 (p=0,0004); en stadium III HR 1,36 (p<0,0001).

De onderzoekers concluderen dat de 90-dagen mortaliteit na resectie voor NSCLC in een ziekenhuis geassocieerd was met de toekomstige vijf-jaars overleving na resectie in dat ziekenhuis.

1.Lee JD, Zheng R, Okysanya O et al. Association between surgical quality and long-term survival in lung cancer. Lung Cancer 2024.107511

Summary: Analysis of the National Cancer Database found an association between historical reliability-adjusted 90-day mortality rate after lung cancer resection of hospitals and future five-year survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-studie van sapanisertib plus ziv-aflibercept voor gevorderde solide tumoren (0)
2024-02-26 14:30   ( Nieuws )
Tags:  advanced solid tumors sapanisertib plus ziv-aflibercept
Dr. Niamh ColemanSapanisertib is een remmer van mTORC1/2, en ziv-aflibercept is een anti-angiogeen recombinant fusie-eiwit. Een fase 1- studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft de combinatie van beide middelen voor het behandelen van gevorderde solide tumoren geëvalueerd. Dr. Niamh Coleman en collega’s publiceren de studie in Cancer Medicine.1

De studie includeerde 55 patiënten (73% vrouwen; mediane leeftijd 62 jaar; range 21-79) met een ECOG performance status 0 (16%) of 1 (84%). De patiënten hadden mediaan 4 (range 2-11) eerdere lijnen behandeling gekregen voor ovariumcarcinoom (n=8), colorectaalcarcinoom (n=8), sarcoom (n=8), cervixcarcinoom (n=4), endometriumcarcinoom (n=4), mammacarcinoom (n=3) of andere maligniteiten (n=20). In de doseringsescalatie-fase werd de hoogst-verdragen dosering van de combinatie vastgesteld op oraal sapanisertib 4 mg op de eerste drie van iedere zeven dagen plus intraveneus ziv-aflibercept 3 mg/kg iedere twee weken. In de expansiefase waren met deze dosering de meest-frequent graad 2 en hoger adverse events diarree, misselijkheid, mucositis, en verhoogd serum-lipase. Er waren geen graad 5 gebeurtenissen. De figuur laat zien dat er onder 50 voor respons evalueerbare patiënten twee patiënten bevestigde partiële respons hadden en 37 stabiele ziekte, voor een disease control rate van 78%.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van sapanisertib en ziv-aflibercept verderagen werd en antitumor-werkzaamheid had onder zwaar-voorbehandelde patiënten met gevorderde maligniteiten.

1.Coleman N, Stephen B, Fu S et al. Phase I study of sapanisertib (CB-228/TAK-228/MLN0128) in combination with ziv-aflibercept in patients with advanced solid tumors. Cancer Medicine 2024;4.6877

Summary: A phase 1 study at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found that the combination of sapanisertib and ziv-aflibercept was generally tolerable and demonstrated antitumor activity in heavily pretreated patients with advanced malignancies.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

COVID-19 vaccinatie, infectie, en symptomen onder overlevers van maligniteiten in de Verenigde Staten (0)
2024-02-26 13:00   ( Nieuws )
Tags:  COVID-19 among US cancer survivors
Dr. Xuesong HanEr is weinig informatie beschikbaar over ervaringen van overlevers van maligniteiten met de COVID-19 pandemie. Een analyse van USA-representatieve survey gegevens over 2021 en 2022 heeft deze evaringen geëvalueerd. Dr. Xuesong Han (American Cancer Society, Atlanta GA) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of the National Cancer Institute.1

De analyse laat zien dat vergeleken met volwassenen zonder geschiedenis van maligniteiten, overlevers van maligniteiten een hogere waarschijnlijkheid hadden van tenminste twee COVID-19 vaccinaties (2021: 66,6% versus 62,3%; p=0,003; 2022: 77,0% versus 72,4%; p<0,001), en gelijke waarschijnlijkheid van geschiedenis van tenminste één COVID-19 infectie (2021: 14,1% versus 14,2%; p=0,93; 2022: 39,9% versus 39,3%; p=0,55), maar na infectie hogere waarschijnlijkheid hadden van het ontwikkelen van matige/ernstige symptomen (2021; 62,5% versus 54,2%; p=0,02; 2022: 54,5% versus 61,3%; p=0,13). Onder de overlevers van maligniteiten waren jeugdigere leeftijd, lager opleidingsniveau, geen ziektekostenverzekering, en meer maligniteiten statistisch significant geassocieerd met lager vaccinatiepercentage (p<0,001). Onder geïnfecteerde overlevers van maligniteiten waren vrouwelijk geslacht en jeugdigere leeftijd geassocieerd met hogere waarschijnlijkheid van het ontwikkelen van matige/ernstige symptomen.

De onderzoekers concluderen dat er behoefte is aan programma’s voor preventie en controle van COVID-19 infecties onder overlevers van maligniteiten.

1.Yang NN, Zhao J, Zheng Z et al. COVID-19 vaccination, infection, and symptoms among cancer survivors in the United States. J Natl Cancer Inst 2024;djae029

Summary: Analysis of US nationally representative survey data investigated COVID-19 vaccination, infection, and symptoms among cancer survivors in the United States.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Raciale/etnische dispariteiten in uitkomsten met neoadjuvante chemotherapie voor triple-negatief mammacarcinoom (0)
2024-02-25 16:00   ( Nieuws )
Tags:  neoadjuvant chemotherapy for TNBC racial ethnic disparities in outcomes
Dr. Maggie DiNomeEr zijn aanwijzingen voor slechtere overall survival (OS) van triple-negatief mammacarcinoom (TNBC) onder zwarte dan onder blanke patiënten. Een analyse van de National Cancer Database heeft de associatie tussen ras/etniciteit en pathologisch complete respons (pCR) op neoadjuvante chemotherapie en OS onder vrouwen met TNBC geïnventariseerd. Dr. Maggie DiNome (Duke University School of Medicine, Durham NC) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Clinical Oncology.1


In de NCDB over de periode 2010-2020 identificeerden de onderzoeker 40.890 vrouwen die neoadjuvante chemotherapie kregen voor stadium I tot en met III TNBC. De mediane leeftijd was 53 jaar (IQR 44-61). Non-Hispanic White (NHW)-vrouwen maakten 64% uit van het cohort; Non-Hispanic Black (NHB) 23,7%; Hispanic (H) 8%; Non-Hispanic Asian (NHA) 3,3%; en Non-Hispanic Other (NHO 1,1%. In het gehele cohort werd pCR gezien in 29,8% van de patiënten: 30,5% in NHW; 27% in NHB, 32,6% in H; 28,8% in NHA; en 29,8% in NHO. Niet-gecorrigeerde OS was significant hoger onder de patiënten met pCR dan onder patiënten met residuele ziekte (5-jaars OS 91,7% versus 66,7%; p<0,001), en deze associatie bleef significant na correctie voor demografische en tumorkenmerken. Het effect van pCR op OS was niet afhankelijk van ras/etniciteit (p voor interactie 0,10). Maar NHB-patiënten (OR 0,89; p=0,001) hadden lagere waarschijnlijkheid en H-patiënten (OR 1,19; p=0,001) hadden hogere waarschijnlijkheid van bereiken van pCR dan NHW-patiënten. Na correctie voor patiënt- en ziektekenmerken, inclusief bereiken van pCR, bleven H (HR 0,76; p<0,001) en NHA (0,64; p<0,001) ras/etniciteit significant geassocieerd met OS.

De onderzoekers concluderen dat onder met neoadjuvant chemotherapie behandelde TNBC-patiënten waarschijnlijkheid van bereiken van pCR en OS geassocieerd waren met ras/etniciteit.

1.Woriax HE, Thomas SM, Plichta JK et al. Racial/ethnic disparities in pathologic complete response and overall survival in patients with triple-negative breast cancer treated with neoadjuvant chemotherapy. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Analysis of the National Cancer Database showed that among women receiving neoadjuvant chemotherapy for TNBC, odds of achieving pCR and OS were associated with race/ethnicity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen kwaliteit van de voeding en het risico van en mortaliteit na een diagnose ovariumcarcinoom (0)
2024-02-25 14:30   ( Nieuws )
Tags:  diet quality ovarian cancer
Anlan CaoEr is geen duidelijkheid over de associatie van kwaliteit van de voeding met het risico van epitheliaal ovariumcarcinoom (EOC) en met de overleving na een EOC-diagnose. Een analyse van deelnemers aan de prospectieve NIH-AARP Diet and Health Study heeft deze associaties geïnventariseerd. PhD-student Anlan Cao (Yale School of Public Health, New Haven CT) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of the National Cancer Institute.1

In 1995 en 1996 includeerde de studie 150.643 vrouwen in de leeftijd van 50 tot en met 71 jaar. Bij inclusie beantwoorden de vrouwen een 124-item voedselfrequentievragenlijst. Op basis van deze antwoorden berekenden de onderzoekers de voedingskwaliteit volgens de Healthy Eating Index-2015 (HEI-2015), de alternate Mediterranean diet score (aMED), en de Dietary Approaches to Stop Hypertension (DASH)-score. Tijdens de follow-up tot eind 2017 (mediane follow-up 20,5 jaar) werd in het cohort EOC gediagnostiseerd in 1107 vrouwen (0,7%). Er was geen associatie tussen de voedingskwaliteit en het risico van EOC. Van de 1107 vrouwen met EOC overleden er 893 (80,7%) met een mediane overall survival van 2,5 jaar na de diagnose. Hogere pre-diagnose kwaliteit van de voeding bij inclusie in de studie volgens HEI-2015 (kwintiel 5 versus kwintiel 1: HR 0,75; 95%-bti 0,60-0,93) en volgens aMED (kwintiel 5 versus kwintiel 1: HR 0,68; 95%-bti 0,53-0,87) was geassocieerd met lagere all-cause mortaliteit. De pre-diagnose DASH-score was niet geassocieerd met all-cause mortaliteit na een EOC-diagnose.

De onderzoekers concluderen dat hogere kwaliteit van de voeding volgens HEI-2015 en aMED niet geassocieerd was met het risico van EOC, maar wel met betere overleving na een EOC-diagnose.

1.Cao A, Esserman DA, Cartmel B et al. Association between diet quality and ovarian cancer risk and survival. J Natl Cancer Inst 2024;djae040

Summary: Analysis among women in the prospective NIH-AARP Diet and Health Study found that pre-diagnosis diet quality according to HEI-2015 and aMED was not associated with ovarian cancer risk, but better pre-diagnosis diet quality was associated with lower all-cause mortality after ovarian cancer diagnosis.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 2-studie van belzutifan voor von Hippel-Lindau ziekte-geassocieerde pancreaslesies (0)
2024-02-25 13:00   ( Nieuws )
Tags:  LITESPARK-004 VHL disease-associated pancreatic lesions belzutifan
Dr. Tobias ElseDe multinationale fase 2-studie LITESPARK-004 evalueert de HIF-2α remmer belzutifan in patiënten met von Hippel-Lindau (VHL)-ziekte. In 2021 werd de primaire analyse van de studie gepubliceerd, die liet zien dat belzutifan actief was voor VHL-geassocieerd niercelcarcinoom (RCC). Dr. Tobias Else (University of Michigan, Ann Arbor) en collega’s publiceren nu in Clinical Cancer Research resultaten onder patiënten met VHL-geassocieerde pancreaslesies (pNETs en sereuze cystadenomen) in LITESPARK-004.1

De studie includeerde 61 patiënten met VHL-diagnose gebaseerd op kiemlijn VHL-verandering, tenminste één meetbare RCC-tumor, geen neoplasme waarvoor onmiddellijke chirurgie vereist was, ECOG performance status 0 of 1, en geen eerdere systemische behandeling. Alle patiënten hadden tenminste één pancreaslesie, en 22 patiënten (36%) hadden tenminste één bij inclusie meetbare pNET. De patiënten kregen oraal belzutifan 120 mg eens per dag. De mediane follow-up was 37,8 maanden (range 36,1-46,1). De objective response rate van alle pancreaslesies was 84% (51 van 61; 17 complete responsen) en van de pNETs 91% (20 van 22; 7 complete responsen). De mediane duur van respons van de pancreaslesies en de pNETs werd niet bereikt, evenmin als de mediane progressievrije overleving. Na de start van de behandeling was de mediane lineaire groeisnelheid van de pNETs -4,2 mm per jaar (range - 7,9 tot - 0,8). Elf patiënten (18%) hadden graad 3 treatment-related adverse events; er waren geen graad 4 of 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat belzutifan robuuste activiteit had voor VHL-ziekte geassocieerde pancreaslesies, met manageable veiligheid.

1.Else T, Jonasch E, Iliopoulos O et al. Belzutifan for von Hippel-Lindau disease: pancreatic lesion population of the phase 2 LITESPARK-004 study. Clin Cancer Res 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 2 LITESPARK-004 trial found robust activity and manageable safety of belzutifan in VHL disease-associated pancreatic lesions.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van eribuline plus pembrolizumab voor metastatisch wekedelensarcoom (0)
2024-02-24 16:00   ( Nieuws )
Tags:  metastatic soft-tissue sarcoma eribulin plus pembrolizumab
Dr. Candace HaddoxIn preklinische modellen is gezien dat eribuline de immuunmicro-omgeving van tumoren kan moduleren door invloed op de cGAS-STING route. Een fase 2-studie van Dana-Farber Cancer Institute (Boston MA) heeft de combinatie van eribuline en pembrolizumab voor metastatisch wekedelensarcoom geëvalueerd. Dr. Candace Haddox en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde patiënten in drie cohorten: leiomyosarcoom (LMS, n=19), liposarcoom (LPS, n=20), en niet-gedifferentieerd pleomorf sarcoom en andere wekedelensarcomen die baat kunnen hebben bij PD-1 remming (UPS/Other; n=18). De patiënten kregen drie-weekse cycli van intraveneus pembrolizumab 200 mg op dag één en intraveneus eribuline 1,4 mg/m2 op dagen één en acht. De behandeling werd voortgezet tot progressie, tot niet-acceptabele toxiciteit, of gedurende twee jaar. Het primaire eindpunt was twaalf-weeks progressievrij-overlevingspercentage (PFS-12) in elk van de drie cohorten. De PFS-12 was 36,8% (90%-bti 22,5-60,4) in het LMS-cohort; 69,6% (54,5-89,0) in het LPS-cohort; en 52,6% (36,8-75,3) in het UPS/Other-cohort. Respons werd gezien in alle drie de patiënten met angiosarcoom in het UPS/Other-cohort. De toxiciteit was manageable. Hogere serumgehalten van IFNα en IL4 waren geassocieerd met klinisch profijt. In een patiënt die twee jaar behandeling voltooide werden immuunaggegraten met expressie van PD-1 en PD-L1 gezien.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van eribuline en pembrolizumab veelbelovende activiteit had voor LPS en angiosarcoom.

1.Haddox CL, Nathenson MJ, Mazzola E et al. Phase 2 study of eribulin plus pembrolizumab in metastatic soft-tissue sarcomas: clinical outcomes and biological correlates. Clin Cancer Res 2024; epub ahead of print

Summary: A phase 2 trial at Dana-Farber Cancer Institute (Boston, MA) found promising activity of the combination of eribulin and pembrolizumab for liposarcoma and angiosarcoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van liposomaal eribuline plus nivolumab voor eerder-behandeld maagcarcinoom (0)
2024-02-24 14:30   ( Nieuws )
Tags:  Study 120 gastric cancer E7389-EF plus nivolumab
Dr. Akihito KawazoeE7389-LF is een liposomale formulering van eribuline. De multicenter fase 2-studie 120 in Japan evalueert de combinatie van liposomaal eribuline met nivolumab voor maligniteiten. Dr. Akihito Kawazoe (National Cancer Hospital East, Kashiwa) en collega’s publiceren in Clinical Cancer Research resultaten in het cohort met patiënten met eerder-behandeld maagcarcinoom.1


De studie includeerde 31 patiënten met niet-resectabel progressief maagcarcinoom na platina plus fluoropyrimidine in eerste lijn en een taxaan-bevattend regime in tweede lijn. De patiënten kregen E7389EF 2,1 mg/m2 in combinatie met nivolumab 360 mg, beide intraveneus eens per drie weken. De objective response rate was 25,8% (95%-bti 11,9-44,6),de mediane progressievrije overleving was 2,69 maanden (1,99-2,99), en de mediane overall survival was 7,85 maanden (4,47-NE). De meest-gerapporteerde treatment-emergent adverse events van any graad waren neutropenie (77,4% van de patiënten), leukopenie (74,2%), en afgenomen eetlust (51,6%).

De onderzoekers concluderen dat E7389-LF in combinatie met nivolumab veelbelovende antitumorwerkzaamheid had in patiënten met eerder-behandeld maagcarcinoom.

1.Kawazoe A, Yamamoto N, Sugimoto N et al. Phase II study of the liposomal formulation of eribulin (E7389-EF) in combination with nivolumab: results from the gastric cancer cohort. Clin Cancer Res 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 2 Study 120 in Japan found promising antitumor activity of the combination of liposomal eribulin and nivolumab among patients with previously treated gastric cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)