Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter fase 2-studie van ipilimumab plus nivolumab voor bijnierschorscarcinoom (0)
2024-07-30 15:00   ( Nieuws )
Tags:  DART SWOG S1609 adrenocortical carcinoma cohort ipilimumab plus nivolumab
Prof. Razelle KurzrockImmuuntherapie is werkzaam gebleken in een groot aantal typen veel-voorkomende maligniteiten, maar over de werkzaamheid voor zeldzame maligniteiten is minder bekend (‘rare cancers’; incidentie minder dan 6 per 100.000 per jaar). De NCI/SWOG S1609 Dual Anti-CTLA-4 and Anti-PD-1 blockade in Rare Tumors (DART) is een multicenter fase 2 basket studie in de Verenigde Staten. Prof. Razelle Kurzrock (Medical College of Wisconsin, Milwaukee) en collega’s publiceren resultaten van het bijnierschorscarcinoom-cohort van DART in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

Het cohort telde 21 patiënten (16 vrouwen en 5 mannen) met een mediane leeftijd van 53 jaar (range 26-69) en een ECOG performance status 0 of 1. Het mediane aantal eerdere lijnen behandeling was 2 (range 1-9). De patiënten kregen intraveneus ipilimumab 1 mg/kg iedere zes weken plus intraveneus nivolumab 240 mg iedere twee weken, tot ziekteprogressie, symptomatische verslechtering, uitstel van de behandeling gedurende acht weken vanwege any reason, of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was overall response rate. Drie patiënten hadden bevestigde respons, voor een ORR van 14%. Eén patiënt had niet-bevestigde respons, en één patiënt had stabiele ziekte gedurende langer dan 6 maanden waarmee de clinical benefit rate uitkwam op 24%. De progressievrije overleving van de zeven patiënten met iRECIST klinisch profijt was 57, 52, 18, 15, 13, 13, 7, en 7 maanden. De mediane overall survival was 15,8 maanden met 6-maands OS-percentage 76%. De meest-frequente toxiciteiten waren vermoeidheid (62%) en rash (38%), en de meest-frequente graad 3 of 4 immune-related adverse events waren leverdysfunctie (9,5%) en bijnierinsufficiëntie (9,5%). Discontinuering van de behandeling was nodig in vier patiënten (21%). Er waren geen graad 5 adverse events.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van ipilimumab en nivolumab activiteit had onder patiënten met refractair bijnierschorscarcinoom.

1.Patel SP, Othus M, Chae YK et al. Phase II basket trial of dual anti-CTLA-4 and anti-PD-1 blockade in rare tumors (DART) SWOG S1609: adrenocortical carcinoma cohort. J ImmunoTher Cancer 2024-009074

Summary: In the adrenocortical carcinoma cohort of the multicenter multicohort phase 2 DART SWOG S1609 trial, the combination of ipilimumab and nivolumab showed activity, with a median overall survival of 15.8 months.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Single-center ervaringen met trastuzumab deruxtecan voor leptomeningeale metastasen van HER2-veranderde maligniteiten (0)
2024-07-30 13:30   ( Nieuws )
Tags:  LM T-DXd
Prof. Seema NagpalEr is toenemende evidentie voor intracraniële activiteit van trastuzumab deruxtecan (T-DXd) in patiënten met HER2-positief mammacarcinoom. Een retrospectief overzicht van patiënten van Stanford Medicine (Stanford CA) heeft werkzaamheid van T-DXd voor leptomeningeale metastasen (LM) van HER2-veranderde maligniteiten geïnventariseerd. Prof. Seema Nagpal en collega’s publiceren het overzicht in het Journal of Neuro-Oncology.1

Tussen juli 2020 en eind 2023 kregen in Stanford Medicine 18 patiënten T-DXd voor LM van HER2-veranderde maligniteiten: 6 met HER2-positief mammacarcinoom, 8 met HER2-laag/negatief mammacarcinoom, 2 met HER2-positief maag-slokdarmcarcinoom, en 2 met HER-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom. Partiële respons op T-DXd werd gezien in 4 van 6 (67%) patiënten met HER2-positief mammacarcinoom, in 2 van 8 (25%) patiënten met HER2-laag/negatief mammacarcinoom, en in geen van de vier andere patiënten. De mediane overall survival na start van T-DXd was 5,8 maanden. De overleving na start van T-DXd was numeriek langer onder patiënten met HER2-positief mammacarcinoom dan onder patiënten met HER2-laag/negatief mammacarcinoom en niet-borst maligniteiten (mediaan 13,9 maanden versus 5,2 maanden en 4,6 maanden). Landmark-analyse liet zien dat patiënten met radiologische respons van LM op T-DXd na 2,5 maanden langere overleving hadden dan non-responders (14,2 maanden versus 2,6 maanden; HR 0,18; p<0,05).

De onderzoekers concluderen dat T-DXd LM-respons induceerde in een subset van de patiënten, en dat deze respons geassocieerd was met verlenging van de overleving.

1.Rogawski D, Cao T, Ma Q et al. Durable responses to trastuzumab deruxtecan in patients with leptomeningeal metastases from breast cancer with variable HER2 expression. J Neuro-Oncol 2024-04788-y

Summary: A retrospective review of patients of Stanford Medicine (Stanford CA) found activity of trastuzumab deruxtecan for leptomeningeal metastases in a subset of patients with HER2-altered cancers.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Ras-gebonden associaties tussen obesitas en early-onset mammacarcinoom en specifieke moleculaire subtypen (0)
2024-07-30 12:00   ( Nieuws )
Tags:  Ras-gebonden associaties tussen obesitas en early-onset mammacarcinoom en specifieke moleculaire subtypen
Prof. Seema SinghEpidemiologische studies hebben associaties laten zien tussen obesitas en het risico van mammacarcinoom (BC). De impact van ras op deze associaties is niet duidelijk. Een retrospectieve cohortstudie in drie klinieken van de University of South Alabama (Mobile AL) heeft ras-specifieke associaties tussen body mass index en early-onset BC (EO; diagnose voor de leeftijd van 45 jaar) en diagnose van specifieke moleculaire subtypen geïnventariseerd. Prof. Seema Singh en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1


De studie includeerde 1085 BC-patiënten onder wie 332 zwarte patiënten (30,6%; mediane leeftijd 58 jaar; IQR 50-66) en 753 blanke patiënten (69,4%; mediane leeftijd 63 jaar; IQR 53-71). Van deze patiënten waren 499 (46,0%) obees (BMI 30 kg/m2 of hoger). Zwarte vrouwen hadden een significant hoger risico van EO-BC dan blanke vrouwen (OR 1,95; p=0,001) en obesitas verhoogde dit risico significant in zwarte vrouwen vergeleken met blanke vrouwen (2,92; p=0,006). Zwarte vrouwen met obesitas hadden ook een hoger risico van een diagnose luminal A BC (OR 2,53; p<0,001) en triple-negatief BC (2,48; p-0,002) dan blanke vrouwen met obesitas. Vergelijkbare associaties werden gezien onder vrouwen met hoge serum-leptinespiegels als biomarker voor adipositas.

De onderzoekers concluderen dat obesitas geassocieerd was met verhoogd risico van EO-BC en een diagnose luminal A BC en TNBC in zwarte vrouwen.

1.Sudan SK, Sharma A, Vikramdeo KS et al. Obesity and early-onset breast cancer and specific molecular subtype diagnosis in Black and White women. NIMHD Social Epigenomics Program. JAMA Network Open 2024;7:e2421846

Summary: A retrospective cohort study at the University of Southern Alabama (Mobile) found that obesity was associated with an enhanced risk of early-onset breast cancer and diagnosis of luminal A and TNBC subtypes in Black women.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-2 studie van lenalidomide plus obinutuzumab voor recidiverend indolent non-Hodgkin lymfoom (0)
2024-07-29 15:00   ( Nieuws )
Tags:  R R nHL lenalidomide plus obinutuzumab
Dr. Loretta NastoupilEen standaard behandeling voor recidiverend indolent B-cell non-Hodgkin lymfoom (B-nHL) is rituximab plus lenalidomide. Een fase 1-2 studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft de combinatie van obinutuzumab en lenalidomide voor recidiverend en refractair (R/R) indolent B-nHL geëvalueerd. Dr. Loretta Nastoupil en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1



De studie includeerde patiënten met R/R graad 1-3A folliculair lymfoom, marginale-zone lymfoom, en kleincellig lymfocytisch lymfoom, en een ECOG performance status 2 of beter. Patiënten met aanwijzingen voor transformatie naar agressief lymfoom werden geëxcludeerd. In fase 1 (n=9) kregen de patiënten vier-weekse cycli van intraveneus obinutuzumab 1000 mg op dag één met oplopende doseringen oraal lenalidomide eenmaal daags. Na fase 1 werd als aanbevolen fase 2-dosering (RP2D) voor lenalidomide gekozen voor 20 mg eenmaal daags. Fase 2 includeerde 57 patiënten die zes cycli behandeling kregen, waarna ze in geval van respons obinutuzumab onderhoudsbehandeling konden krijgen. De figuur toont het studieprofiel.

Onder de 66 patiënten in beide fasen waren er 14 (21%) met graad 3 of 4 neutropenie en 7 (11%) met graad 3 of 4 trombocytopenie; er waren geen patiënten met febriele neutropenie. Graad 3 of 4 niet-hematologische toxiciteiten waren longinfectie (8%), vermoeidheid (8%), en rash (6%). Onder de 60 patiënten die de RP2D kregen hadden na zes maanden 54 patiënten (90%; 95%-bti 79-96) overall respons, waarmee voldaan werd aan het vooraf-gespecificeerde criterium voor werkzaamheid. Complete respons werd gezien in 20 patiënten (33%; 95%-bti 22-47). Deze figuur laat zien dat na mediaan 41,7 maanden follow-up de mediane progressievrije overleving, tijd tot progressie, en overall survival niet bereikt waren, met vier-jaars percentages 55% respectievelijk 56% en 84%.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van oraal lenalidomide en intraveneus obinutuzumab veilig is en actief onder patiënten met R/R indolent B-nHL.

1.Gurumurthi A, Chin CK, Feng L et al. Safety and activity of lenalidomide in combination with relapsed indolent non-Hodgkin lymphoma: a single group, open-label, phase 1/2 trial. eClinMed 2024.102747

Summary: A phase 1-2 trial at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found safety and activity of the combination of lenalidomide and obinutuzumab among patients with relapsed and refractory indolent B cell non-Hodgkin lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Preventie van taxaan-geïnduceerde nagelveranderingen en perifere neuropathie door koeling van handen en voeten (0)
2024-07-29 13:30   ( Nieuws )
Tags:  taxane-induced nail changes and peripheral neuropathy extremity cooling
Prof. Richard CathomasNageltoxiciteit en perifere neuropathie zijn frequente bijwerkingen van taxaan-chemotherapie. Een prospectieve studie in het Kantonsspital Graubünden (Chur, Zwitserland) heeft cryotherapie voor preventie van deze bijwerkingen geëvalueerd. Prof. Richard Cathomas en collega’s publiceren de studie in Supportive Care in Cancer.1

De studie includeerde 69 patiënten die taxaan-chemotherapie kregen in de adjuvante of palliatieve setting van verschillende typen maligniteiten. Er waren 21 patiënten die docetaxel kregen (geplande dosering tenminste 300 mg/m2) en 48 patiënten die paclitaxel kregen (≥ 720 mg/m2). Vanaf dertig minuten voor begin van de chemotherapie-infusie tot dertig minuten na het eind van de infusie werden de dominante hand en voet met de Hilotherapy machine gekoeld tot 10 tot 12oC; de contralaterale hand en voet werden niet gekoeld als intrapatient control. Primaire eindpunten van de studie waren nageltoxiciteit vanwege docetaxel en chemotherapy-induced peripheral neuropathy (CIPN) vanwege paclitaxel. Deze figuur laat zien dat de koeling resulteerde in lager risico van nageltoxiciteit in de docetaxel-behandelde patiënten (OR 0,42; p=0,045). Deze figuur laat zien dat de koeling ook resulteerde in lager risico van CIPN in de paclitaxel-behandelde patiënten (OR 0,28; p=0,001). De koeling werd goed verdragen.

De onderzoekers concluderen dat koeling van handen en voeten resulteerde in een klinisch relevante verlaging van het door taxaan-chemotherapie geïnduceerde risico van nageltoxiciteit en CIPN.

1.Johnson K, Stoffel B, Schwitter M et al. Prevention of taxane chemotherapy-induced nail changes and peripheral neuropathy by apllication of extremity cooling: a prospective single-centre study with intrapatient comparison. Supp Care Cancer 32:554

Summary: A single-center prospective study in Switzerland found that cooling of hands and feet has a clinically meaningful impact on reducing occurrence of taxane chemotherapy-induced nail toxicity and peripheral neuropathy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van preoperatieve ureteroscopie op recidief in de blaas na nefro-ureterectomie voor UTUC (0)
2024-07-29 12:00   ( Nieuws )
Tags:  UTUC RNU URS
Dr. Jeremy TeohUreteroscopie (URS) kan worden gebruikt voor het stellen van de diagnose upper tract urotheelcarcinoom (UTUC). Het is niet duidelijk of URS geassocieerd is met verhoogd risico van recidief in de blaas na radicale nefro-ureterectomie (RNU) voor UTUC. Een retrospectieve analyse van een prospectief bijgehouden database heeft de impact van preoperatieve URS op intravesicaal recidief in UTUC-patiënten geïnventariseerd. Dr. Jeremy Yuen-Chun Teoh (The Chinese University of Hong Kong) en collega’s publiceren de analyse in Cancers.1


Het CROES-UTUC Registry (‘Clinical Research Office of the Endourology Society Urothelial Carcinomas of the Upper Tract’) is een prospectieve database van patiënten van 125 centra in 37 landen. In de database identificeerden de onderzoekers 137 volwassen niet-metastatisch UTUC-patiënten die upfront RNU ondergingen en 132 patiënten die pre-RNU URS ondergingen. Er waren geen belangrijke demografische of klinische verschillen tussen beide groepen. De mediane duur van follow-up was 16,8 maanden in de upfront RNU groep en 15,7 maanden in de pre-RNU URS groep. De figuur laat zien dat de intravesical recurrence-free survival significant slechter was in de pre-RNU URS groep (HR 1,705; p=0,020).

De onderzoekers concluderen dat diagnostische URS voorafgaand aan RNU geassocieerd was met verhoogd risico van intravesicaal redicief na RNU voor UTUC.

1.Wong Ch-M, Ko IC-H, Leung DK-W et al. Impact of pre-operative ureteroscopy on bladder recurrence following nephroureterectomy for UTUC. Cancer 2024;16:2683

Summary: Retrospective analysis of a prospectively maintained database found that diagnostic ureteroscopy in patients with non-metastatic upper tract urothelial carcinoma was associated with increased risk of intravesical recurrence after radical nephroureterectomy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van neoadjuvante anthracycline gevolgd voor toripalimab en nab-paclitaxel voor vroeg triple-negatief mammacarcinoom (0)
2024-07-28 15:00   ( Nieuws )
Tags:  NeoTENNIS trial early-stage TNBC
Prof. Jiong WuDe voorkeursbehandeling voor stadium II en III triple-negatief mammacarcinoom (TNBC) is neoadjuvante chemotherapie (NAC) gevolgd door chirurgie. De fase 2 NeoTENNIS-studie van Fudan Universiteit (Shanghai, China) heeft toripalimab (anti-PD-1) geïncludeerd in een NAC-regime voor stadium II en III TNBC geëvalueerd. Prof. Jiong Wu en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde 70 patiënten (mediane leeftijd 51 jaar; 62,9% stadium III), die neoadjuvant vier twee-weekse cycli epirubicine-cyclofosfamide kregen, gevolgd door twaalf weken toripalimab 240 mg iedere drie weken plus wekelijks nab-paclitaxel. Zesenzestig patiënten voltooiden de behandeling zonder progressie en ondergingen chirurgie. Het primaire eindpunt was totale pathologisch complete respons. Deze werd gezien in 39 van 70 patiënten (tpCR 55,7%; 95%-bti 43,3-67,7) en borst-pCR werd gezien in 41 van 70 patiënten (58,6%; 46,2-70,2). Graad 3 of hoger adverse events werden gezien in 22,9% van de patiënten. De meest-waargenomen immuungerelateerde AE was hypothyreoïdie (7,1%; alleen graad 1 of 2).

De onderzoekers concluderen dat twaalf weken toripalimab geïncludeerd in een NAC-regime voor vroeg-stadium TNBC veelbelovende werkzaamheid en manageable toxiciteit had.

1.He M, Hao S, Ma L et al. Neoadjuvant anthracycline followed by toripalimab combined with nab-paclitaxel in patients with early triple-negative breast cancer (NeoTENNIS): a single-arm, phase II study. eClinicalMedicine 2024.102700

Summary: The phase 2 NeoTENNIS trial at Fudan University (Shanghai, China) found the inclusion of toripalimab in a neoadjuvant chemotherapy regimen for early-stage TNBC conferred encouraging activity and manageable toxicity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van vebreltinib voor gevorderd NSCLC met cMet exon 14 skipping mutatie (0)
2024-07-28 13:29   ( Nieuws )
Tags:  KUNPENG study cohort 1 aNSCLC harboring c-Metex14 alterations vebreltinib
Prof. Yi-Long WuVebreltinib is een selectieve remmer van cMET. Cohort 1 van de fase 2 KUNPENG-studie, in 17 centra in China, evalueerde vebreltinib in patiënten met gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC) met c-Met exon 14 skipping mutatie die niet eerder MET-remmers hadden gekregen. Prof. Yi-Long Wu (Zuidelijke Medische Universiteit, Guangzhou) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1



Het cohort telde 52 patiënten onder wie 35 niet eerder behandeld waren. De patiënten kregen vebreltinib 200 mg tweemaal daags. Het primaire eindpunt was objective response rate. De ORR was 75% (95%-bti 61,1-86,0) onder alle patiënten; 77,1% (59,9-89,6) onder niet-eerder behandelde patiënten; en 70,6% (44,0-89,7) onder eerder behandelde patiënten. De mediane duur van respons was 15,9 maanden. De disease control rate was 92,6%. De mediane progressievrije overleving en overall survival waren 14,1 respectievelijk 20,7 maanden. De meest-frequente treatment-related adverse events waren perifeer oedeem (82,7% van de patiënten), QT-verlenging (30,8%), en verhoogd serum creatinine (28,8%).

De onderzoekers concluderen dat vebreltinib veelbelovende activiteit en een gunstig veiligheidsprofiel had onder patiënten met METex14-gemuteerd aNSCLC.

1.Yang J-J, Zhang Y, Wu L et al. Vebreltinib for advanced non-small cell lung cancer harboring c-Met exon 14 skipping mutation: a multicenter, single-arm, phase II KUNPENG study. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multicenter phase 2 trial in China found promising efficacy and a favorable safety profile of vebreltinib in patients with METex14-mutant advanced NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)