Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter gerandomiseerde studie van actieve monitoring versus richtlijn-concordante therapie voor laag-risico DCIS (0)
2024-12-13 14:30   ( Nieuws )
Tags:  COMET randomized clinical trial low-risk ductal carcinoma in situ
Prof. Shelley HwangActieve monitoring voor laag-risico ductaal carcinoom in situ (DCIS) van de borst is gesuggereerd als een alternatief voor richtlijn-concordante therapie, maar de veiligheid van deze benadering is nog niet duidelijk. De prospectieve gerandomiseerde COMET-studie, in 100 centra in de Verenigde Staten heeft uitkomsten van actieve monitoring vergeleken met die van behandeling volgens de richtlijnen. Prof. Shelley Hwang (Duke University, Durham NC) en collega’s publiceren de studie in JAMA.1

De studie includeerde 957 vrouwen in de leeftijd van 40 jaar of ouder met een nieuwe diagnose graad 1 of 2 DCIS tussen begin 2017 en eind 2023. De vrouwen werden gerandomiseerd naar actieve monitoring (follow-up met imaging en borstonderzoek iedere zes maanden; n=484) of richtlijn-concordante behandeling (chirurgie met of zonder radiotherapie; n=473). De mediane leeftijd was 63,7 jaar in de actieve-monitoringgroep en 63,6 jaar in de richtlijn-concordante zorggroep. Het primaire eindpunt was twee-jaars cumulatief risico van ispsilateraal invasief mammacarcinoom.

Op het moment van de nu gepubliceerde primaire analyse was de mediane follow-up 36,9 maanden. Chirurgie voor DCIS was uitgevoerd in 346 patiënten: 264 in de richtlijn-concordante zorggroep en 82 in de actieve-monitoringgroep. Het twee-jaars cumulatief risico van ipsilateraal invasief mammacarcinoom was 4,2% in de actieve-monitoringgroep en 5,9% in de richtlijn-concordante zorggroep, waarmee actieve monitoring niet-inferieur was aan richtlijn-concordante zorg. De kenmerken van de invasieve tumoren verschilden niet significant tussen beide groepen.

De onderzoekers concluderen dat onder vrouwen met laag-risico DCIS actieve monitoring niet resulteerde in hoger twee-jaars risico van invasief mammacarcinoom in dezelfde borst vergeleken met richtlijn-concordante therapie (visual abstract).

1.Hwang ES, Hyslop T, Lynch T et al. Active monitoring with or without endocrine therapy for low-risk ductal carcinoma in situ. The COMET randomized clinical trial. JAMA 2024.26698

Summary: The multicenter randomized COMET trial found that among patients with low-risk DCIS, active monitoring was noninferior to guideline-concordant care for the end point invasive cancer in the same breast at 2 years.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van nivolumab plus AVD als eerstelijns therapie voor klassiek Hodgkin lymfoom in oudere patiënten (0)
2024-12-13 13:00   ( Nieuws )
Tags:  cHL in older adults first-line N-AVD
Dr. Alison MoskowitzEen fase 2-studie van Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York) evalueerde de combinatie van nivolumab met doxorubicine, vinblastine, en dacarbazine (N-AVD) als eerstelijns behandeling voor klassiek Hodgkin lymfoom (cHL) in oudere patiënten (60 jaar of ouder). Dr. Alison Moskowitz (Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1


De studie includeerde 40 patiënten (mediane leeftijd 66 jaar; range 60-78; 38% 70 jaar of ouder; 78% stadium III of IV ziekte; 68% met International Prognostic Score 3 of hoger), die voor aanvang van de behandeling geriatrische beoordeling ondergingen. Tweeëntachtig procent van de patiënten waren afhankelijk voor tenminste één activity of daily living (ADL), 23% afhankelijk voor tenminste één instrumental ADL, 50% met slechte score op de timed up and go test, en 40% met polyfarmacie. De patiënten kregen zes cycli standaard AVD plus intraveneus nivolumab 240 mg op dag één en vijftien van elke cyclus. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving (PFS).

De werkzaamheid van de behandeling kon worden geëvalueerd in 37 patiënten (92,5%). De mediane follow-up was 49 maanden. De drie-jaars PFS- en overall survival percentages waren 79% respectievelijk 97%. Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gezien in 50% van de patiënten, onder wie 8% met febriele neutropenie. Vier patiënten (10%) discontinueerden de behandeling wegens TRAEs. Baseline geriatrische aandoeningen waren niet geassocieerd met overlevingsuitkomsten of toxiciteiten.

De onderzoekers concluderen dat eerstelijns N-AVD werkzaam is en goed verdragen wordt onder oudere patiënten met cHL en een breed scala aan geriatrische aandoeningen.

1.Torka P, Feldman T, Savage KJ et al. Phase II trial of nivolumab plus doxorubicin, vinblastine, dacarbazine as frontline therapy in older adults with Hodgkin lymphoma. J Clin Oncol 2024-01278

Summary: A phase 2 trial at Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York, NY) found that the combination of nivolumab and AVD is a highly effective and well-tolerated frontline regimen for classical Hodgkin lymphoma in older adults with a wide range of geriatric impairments.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van imlunestrant met of zonder abemaciclib voor gevorderd mammacarcinoom (0)
2024-12-12 16:00   ( Nieuws )
Tags:  EMBER-3 study ER-positive HER2-negative aBC
Dr. Komal JhaveriImlunestrant is een volgende-generatie hersenpenetrante oraal-beschikbare selective estrogen receptor degrader (SERD) die continue ER-remming levert, ook in tumoren met ESR1-mutaties. In de multinationale fase 3-studie EMBER-3 is imlunestrant met of zonder abemaciclib voor ER-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom (aBC) geëvalueerd. Dr. Komal Jhaveri (Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

De studie includeerde 874 patiënten met recidief of progressie tijdens of na therapie met aromataseremmer met of zonder CDK4/6-remmer. De patiënten werden gerandomiseerd naar imlunestrant (n=331), standaard endocriene monotherapie (n=330), of imlunestrant plus abemaciclib (n=213). Primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde progressievrije overleving (PFS) met imlunestrant versus standaardtherapie onder patiënten met ESR1-mutaties en onder alle patiënten, en met imlunestrant-abemaciclib versus alleen imlunestrant onder alle patiënten.

De figuur laat zien dat onder de 256 patiënten met ESR1-mutaties de mediane PFS 5,5 maanden was met imlunestrant en 3,8 maanden met standaard-therapie; de geschatte restricted mean survival time na 19,4 maanden was 7,9 maanden met imlunestrant en 5,4 maanden met standaard-therapie (p<0,001). In de overall populatie was de mediane PFS 5,6 maanden met imlunestrant en 5,5 maanden met standaard-therapie (p=0,12). Onder de 426 patiënten in de vergelijking van imlunestrant met abemaciclib versus alleen imlunestrant was de mediane PFS 9,4 maanden versus 5,5 maanden (HR 0,57; p<0,001). De incidentie van graad 3 of hoger adverse events was 17,1% met imlunestrant vergeleken met 20,7% met standaard-therapie en 48,6% met imlunestrant plus abemaciclib.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met ER-positief HER2-negatief aBC, behandeling met imlunestrant resulteerde in langere PFS dan standaard-therapie onder patiënten met ESR1-mutatie maar niet in de overall populatie, en dat toevoeging van abemaciclib aan imlunestrant resulteerde in langere PFS ongeacht de ESR1-mutatiestatus.

1.Jhaveri KL, Neven P, Casalnuovo ML et al. Imlunestrant with or without abemaciclib in advanced breast cancer. N Engl J Med 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 EMBER-3 trial found that among patients with ER-positive, HER2-negative advanced breast cancer, treatment with imlunestrant led to longer PFS than standard therapy among those with ESR1 mutations but not in the overall population, whereas imlunestrant-abemaciclib improved PFS as compared with imlunestrant, regardless of ESR1-mutation status.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van genetische subgroepen van telomeer-biologie aandoeningen met risico van maligniteiten (0)
2024-12-12 14:30   ( Nieuws )
Tags:  TBD genotypes cancer risk
Dr. Sharon SavageTelomere biology disorders (TBDs) zijn overerfbare syndromen van beenmergfalen veroorzaakt door kiemlijn pathogene varianten in genen die betrokken zijn bij het onderhoud van telomeren. TBDs zijn geassocieerd met verhoogd risico van maligniteiten. Een longitudinale studie in het TBD-cohort van het National Cancer Institute (NCI, Bethesda MD) heeft de associatie tussen verschillende genetische subgroepen van TBDs met het risico van maligniteiten geïnventariseerd. Dr. Sharon Savage en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

Het cohort bestond uit 230 personen met TBDs die waren gedetecteerd bussen begin 2002 en juli 2022 (58,7% mannen; mediane leeftijd bij laatste follow-up 34,6 jaar; range 1,4-82,2). De TBD-genotypen werden onderscheiden op basis van het erfelijkheidspatroon: autosomaal-dominant (AD-non-TINF2) versus autosomaal-recessief/X-linked (AR/XLR) versus AD-TINF2). Onder alle deelnemers was het risico van maligniteiten ruim driemaal hoger dan in de algemene bevolking (observed/expected ratio 3,35; 95%-bti 2,32-4,68). Het hoogste risico werd gezien onder personen met AR/XLR TBDs (O/E 19,16; 95%-bti 9,19-35,24), met een significant jeugdigere leeftijd bij diagnose van de maligniteit dan onder personen met AD-non-TINF2 TBDs (mediaan 36,7 versus 44,5 jaar; p=0,01). Het risico van solide tumoren was het hoogst in deelnemers met AR/XLR (O/E 23,97). Het risico van hematologische maligniteiten was het hoogst onder personen net AD-non-TINF2 (OE 9,41).

De onderzoekers concluderen dat personen met TBDs een verhoogd risico van maligniteiten hebben vergeleken met de algemene bevolking, met het hoogste risico en de laagste leeftijd bij diagnose onder personen met AR/XLR inheritance.

1.Niewisch MR, Kim J, Giri N et al. Genotype and associated cancer risk in individuals with telemore biology disorders. JAMA Network Open 2024;7:e2450111

Summary: A cohort study of individuals with telemore biology disorders found an increased cancer risk among these individuals compared with the general population, with the highest risk and the earliest age of onset for individuals with AR/XLR inheritance. 


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Temporele trends in gebruik van metastasectomie in de Verenigde Staten: analyse van National Inpatient Sample (0)
2024-12-12 13:00   ( Nieuws )
Tags:  trends in use of metastasectomy
Dr. Jesse PassmanIn het tijdperk van nieuwe gerichte middelen en immuuntherapie kan metastasectomie leiden tot verbetering van uitkomsten van gemetastatiseerde maligniteiten. Een analyse van het National Inpatient Sample over de periode begin 2016 tot eind 2021heeft trends in het gebruik van metastasectomie voor vijf typen maligniteiten in de Verenigde Staten geïnventariseerd. Dr. Jesse Passman (University of Pennsylvania, Philadelphia) en collega’s publiceren de analyse in Cancer.1


De analyse includeerde patiënten met colorectaalcarcinoom, longcarcinoom, mammacarcinoom, melanoom, of niercarcinoom, en metastasen in long, lever, bijnier, hersenen, of dunne darm. Over de gehele studieperiode was colorectaalcarcinoom de meest frequent indicatie voor metastasectomie (n=57.644), gevolgd door longcarcinoom (n=55.090), mammacarcinoom (n=12.616), niercarcinoom (n=8427), en melanoom (n=5658). De figuur laat zien dat tijdens de studieperiode gebruik van metastasectomie toenam onder patiënten met mammacarcinoom (average annual percent change +10,6%; p=0,013) of melanoom (+8,3%; p=0,040), maar niet significant veranderde onder patiënten met longcarcinoom (-1,6%; p=0,26), colorectaalcarcinoom (+0,3%; p=0,83), of niercarcinoom (+2,3%; p=0,36).

De onderzoekers concluderen dat tussen begin 2016 en eind 2021 gebruik van metastasectomie significant toenam onder patiënten met mammacarcinoom of melanoom.

1.Passman JE, Kallan MJ, Robertson JL et al. Contemporary trends in utilization of metastasectomy in the era of targeted and immunotherapies. Cancer 2024.35664

Summary: Analysis of the National Inpatient Sample found that between 2016 and 2021, utilization of metastasectomy increased significantly for melanoma and breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van durvalumab plus tremelimumab voor gevorderde zeldzame maligniteiten (0)
2024-12-11 16:00   ( Nieuws )
Tags:  advanced rare cancers D plus TM
Dr. Abha GuptaDuale remming van CTLA-4 en PD-L1 is een effectieve strategie gebleken voor verscheidene maligniteiten. Een multicenter fase 2 basket studie in Canada heeft de combinatie van durvalumab (D) en tremelimumab (TM) geëvalueerd voor acht typen gevorderde maligniteiten. Dr. Abha Gupta (Princess Margaret Cancer Centre, Toronto) en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde patiënten in acht cohorten: speekselkliercarcinoom, carcinoma of unknown primary met tumor-infiltrerende lymfocyten en/of expressie van PD-L1, mucosaal melanoom, acraal melanoom, osteosarcoom, niet-gedifferentieerd pleiomorfisch sarcoom, heldercellig ovariumcarcinoom (CCCO), en squameus celcarcinoom van het anuskanaal (SCCA). De patiënten hadden gevorderde, metastatische of recidiverende, of niet-resectabele ziekte zonder bekende levensverlengende behandeling, ECOG performance status 0 of 1, en leeftijd zestien jaar of ouder. De patiënten kregen vier cycli D (intraveneus 1500 mg) plus TM (75 mg) iedere vier weken, gevolgd door D iedere vier weken tot ziekteprogressie.


De melanoom-cohorten werden gesloten wegens gebrek aan accrual. De overige cohorten includeerden 138 voor toxiciteit en 128 voor werkzaamheid evalueerbare patiënten. In alle cohoren behalve het osteosarcoomcohort werden duurzame responsen gezien. De overall response rate was 16% (95%-bti 10-23). De hoogste responspercentages werden gezien in het cohort met speekselkliercarcinoom (4 van 20; 20%; 95%-bti 6-44) en CCCO (8 van 39; 21%; 9-37). Vier patiënten hadden graad 4 adverse events en 39 patiënten hadden graad 3 AEs.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van D en TM resulteerde in betekenisvolle responsen onder patiënten met speekselkliercarcinoom of CCCO.

1.Gupta AA, Tinker A, Jonker D et al. Durvalumab and tremelimumab in patients with advanced rare cancer: a multi-centre, non-blinded, open-label phase II basket trial. eClinMed 2024.102991

Summary: A multicenter phase 2 trial in Canada found meaningful responses to durvalumab plus tremelimumab in salivary carcinoma and clear cell carcinoma of the ovary.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van tafasitamab plus lenalidomide en rituximab voor recidiverend of refractair folliculair lymfoom (0)
2024-12-11 14:30   ( Nieuws )
Tags:  inMIND trial R R FL
Prof. Laurie SehnEr is behoefte aan meer-werkzame behandelingen voor recidiverend of refractair folliculair lymfoom (R/R FL). De multinationale fase 3-studie inMIND evalueerde het op CD19 gerichte monoklonaal antilichaam tafasitamab in combinatie met lenalidomide en rituximab voor R/R FL. Prof. Laurie Sehn (University of British Columbia, Vancouver, Canada) presenteerde de studie gisteren tijdens de Late-Breaking Abstracts sessie van het ASH congres in San Diego.1



De studie includeerde 548 volwassen patiënten met CD19+ en CD20+ graad 1 to en met 3A R/R FL en ECOG performance status 0 of 1, die tenminste één eerdere lijn van behandeling hadden gekregen waaronder een anti-CD20 monoklonaal antilichaam. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar intraveneus tafasitamab 12 mg/kg (n=273) of placebo (n=275) op dagen één, acht, vijftien, en tweeëntwintig van cycli één tot en met drie en op dagen één en vijftien van cycli vier tot en met twaalf, in combinatie met standaard doseringen lenalidomide en rituximab. Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde progressievrije overleving.

Op het moment van data cutoff voor de nu gepresenteerde analyse was de mediane duur van follow-up 14,1 maanden. De mediane tijd tot progressie, relapse, of overlijden was 22,4 maanden in de tafasitamabgroep en 13,9 maanden in de placebogroep (HR 0,43; p<0,0001). Ook de PFS beoordeeld door het Independent Review Committee was significant beter met tafasitamab dan met placebo (mediaan niet bereikt versus 16,0 maanden; HR 0,41; p<0,0001). PFS-profijt met tafasitamab boven placebo werd gezien in alle geprespicificeerde subgroepen. De overall survival gegevens waren nog immatuur, maar lieten wel een trend zien van betere OS in de tafasitamabgroep (HR 0,59; 95%-bti 0,31-1,13). Er waren tussen de twee groepen geen significante verschillen in voorkomen van adverse events.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met R/R FL toevoegen van tafasitamab aan lenalidomide en rituximab resulteerde in significante verbetering van de PFS.

1.Sehn LH et al. ASH Annual Meeting 2024, abstr. LBA1

Summary: The multinational phase 3 inMIND trial found that addition of tafasitamab to lenalidomide and rituximab resulted in significant and clinically meaningful improvement in progressiof-free survival among patients with relapsed or refractory follicular lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van daratumunab versus actieve monitoring voor hoog-risico smeulend multipel myeloom (0)
2024-12-11 13:00   ( Nieuws )
Tags:  AQUILA trial SMM daratumumab
Prof. Meletios DimopoulosHet anti-CD38 antilichaam daratumumab is goedgekeurd voor de behandeling van multipel myeloom. De multinationale fase 3-studie AQUILA heeft daratumumab vergeleken met actieve monitoring voor patiënten met smeulend multipel myeloom (SMM). Prof. Meletios Dimopoulos (Nationale en Kapodistrische Universiteit, Athene) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

AQUILA includeerde 390 patiënten met hoog-risico SMM, die werden gerandomiseerd naar subcutaan daratumumab voor 39 cycli (36 maanden) of tot progressie van de ziekte (n=194) of actieve monitoring (n=196). Het primaire eindpunt was progressievrije overleving; progressie tot actief multipel myeloom werd centraal onafhankelijk beoordeeld. De mediane follow-up was 65,2 maanden. Het risico van progressie of overlijden was significant lager in de daratumumabgroep dan in de actieve-monitoringgroep (HR 0,49; p<0,001). De vijf-jaar PFS-percentages waren 63,1% met daratumumab en 40,8% met actieve monitoring. Vijftien patiënten (7,7%) in de daratumumabgroep en 26 patiënten (13,3%) in de actieve-monitoringgroep overleden (HR 0,52; 95%-bti 0.27-0.98). De vijf-jaars OS-percentages waren 93,0% met daratumumab en 86,9% met actieve monitoring. De meest-gerapporteerde graad 3 of 4 adverse event was hypertensie; in 5,7% van de patiënten in de daratumumabgroep en 4,6% van de patiënten in de actieve-monitoringgroep. AEs leidden tot discontinuering van de behandeling in 5,7% van de patiënten in de daratumumabgroep.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met SMM, subcutaan daratumumab geassocieerd was met significant lager risico van progressie tot actief multipel myeloom of overlijden, en met een significant hogere OS dan actieve monitoring.

1.Dimopoulos MA, Voorhees PM, Schjesvold F et al. Daratumumab or active monitoring for high-risk smoldering multiple myeloma. N Engl J Med 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 AQUILA trial found that among patients with high-risk smoldering multiple myeloma, subcutaneous daratumumab monotherapy was associated with a significantly lower risk of progression to active multiple myeloma or death and higher overall survival than active monitoring.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)