Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Werkzaamheid van volgende behandeling na eerstelijns olaparib-onderhoud voor gevorderd ovariumcarcinoom (0)
2024-11-10 13:00   ( Nieuws )
Tags:  PAOLA-1 ENGOT-ov25 subsequent therapies after olaparib maintenance
Prof. Isabelle Ray-CoquardDe multinationale fase 3-studie PAOLA-1/ENGOTov25 randomiseerde patiënten met nieuw-gediagnostiseerd gevorderd ovariumcarcinoom na respons op eerstelijns chemoherapie 2:1 naar olaparib plus bevacizumab of placebo plus bevacizumab onderhoudstherapie. In 2019 is gepubliceerd dat de progressievrije overleving significant beter was in de olaparibgroep dan in de placebogroep. Prof. Isabelle Ray-Coquard (Centre Léon Bérard, Lyon) en collega’s publiceren nu in Annals of Oncology een analyse van de werkzaamheid van volgende behandelingen in PAOLA-1 patiënten die olaparib-onderhoud gekregen hadden.1

Onder de 806 patiënten in de analyse waren er 544 (67,5%) die na progressie chemotherapie kregen. De mediane duur van start van first subsequent therapy (FST) tot start van second subsequent therapy (SST) was korter onder patiënten met progressie tijdens de eerstelijns olaparib-onderhoudsfase (mediaan 6,1 maanden) dan onder patiënten met progressie na de eerstelijns olaparib-onderhoudsfase (mediaan 11,4 maanden). In multivariate analyse was progressie na versus tijdens eerstelijns olaparib-onderhoud geassocieerd met tijd tussen FST en SST (HR 0,65; p=0,0011) onafhankelijk van platinavrij interval of klinisch risico. Onder patiënten die na progressie chemotherapie plus een PARP-remmer als FST kregen was de werkzaamheid eveneens afhankelijk van het moment van progressie (tijdens versus nu olaparib-onderhoud).

De onderzoekers concluderen dat de timing van progressie ten opzichte van olaparib-onderhoud van invloed is op de werkzaamheid van volgende behandeling.

1.Harter P, Marth C, Mouret-Reynier M-A et al. Efficacy of subsequent therapies in patients with advanced ovarian cancer who relapse after first-line olaparib maintenance: results of the PAOLA-1/ENGOT-ov25 trial. Ann Oncol 2024.10.828

Summary: Post hoc analysis of the multinational phase 3 PAOLA-1 trial found that among patients with advanced ovarian cancer who progressed during first-line olaparib maintenance, first subsequent chemotherapy with or without PARP inhibitor was less efficacious than among patients who progressed after first-line olaparib maintenance.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2b-studie van mirdametinib voor symptomatisch NF1-geassocieerd plexiform neurofibroom (0)
2024-11-09 16:00   ( Nieuws )
Tags:  ReNeu trial NF1-PNs mirdametinib
Dr. Christopher MoertelPlexiforme neurofibromen (PNs) zijn niet-maligne zenuwschedetumoren die voorkomen in 30% tot 50% van de patiënten met neurofibromatose type 1 (NF1). De multicenter fase 2b-studie ReNeu in de Verenigde Staten evalueerde de MEK1/2-remmer mirdametinib voor symptomatische NF1-PNs in volwassenen en kinderen (leeftijd 2-17 jaar). Dr. Christopher Moertel (University of Minnesota, Minneapolis) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

ReNeu includeerde 58 volwassenen en 56 kinderen met significante morbiditeit van NF1-PNs. De patiënten kregen 24 vier-weekse cycli van mirdametinib 2 mg/m2 (maximaal 4 mg) tweemaal daags op dagen één tot en met eenentwintig. Het primaire eindpunt was objective response rate, gedefinieerd als percentage patiënten met tenminste 20% afname van het target PN-volume. De figuur laat zien dat 41% van de volwassenen en 52% van de kinderen onafhankelijk-bevestigde objectieve respons hadden. De mediane target PN volumetrische respons was -41% in volwassenen en -42% in kinderen. Patiënten in beide cohorten (of hun ouders/verzorgers) rapporteerden significante en klinische relevante verbetering in ernst van de pijn, pijninterferentie, en gezondheids-gerelateerd kwaliteit van leven die vroeg begon en aanhield tijdens de behandeling. De meest-gerapporteerde treatment-related adverse events waren dermatitis, diarree en misselijkheid onder de volwassenen en dermatitis, diarree, en paronyxchia onder de kinderen.

De onderzoekers concluderen dat mirdametinib resulteerde in significante objectieve respons en duurzame verbetering van de klachten van volwassenen en kinderen met NF1-PNs.

1.Moertel CL, Hirbe AC, Shuhaiber HH et al. ReNeu: a pivotal, phase Iib trial of mirdametinib in adults and children with symptomatic neurofibromatosis 1-associated plexiform neurofibroma. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 2b ReNeu trial in the USA found activity of mirdametinib for symptomaticNF1-associated plexiform neurofibroma in adults and children.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van impact van body mass index en type 2 diabetes op werkzaamheid van ICIs voor melanoom (0)
2024-11-09 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ICIs for melanoma BMI and T2D as determinants of response
Dr. Ryan SullivanImmuuncheckpointremmers (ICIs) hebben de overlevingsuitkomsten onder melanoompatiënten verbeterd. Een retrospectieve studie van Massachusetts General Hospital, Harvard Medical School, en Beth Israel Deaconess Medical Center (Boston MA) heeft de impact van body mass index (BMI) en type 2 diabetes mellitus (T2D) op de werkzaamheid van ICIs in patiënten met melanoom geïnventariseerd. Dr. Ryan Sullivan (MGH) en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1




De studie includeerde 2078 melanoompatiënten die tussen begin 2014 en eind 2022 ICIs kregen. , onder wie 1412 overgewicht hadden (BMI ≥ 25 kg/m2) en 215 T2D hadden. De figuur laat zien dat na propensity-score matching (666 patiënten met overgewicht vergeleken met 666 patiënten zonder overgewicht) de patiënten met overgewicht langere overall survival hadden dan patiënten zonder overgewicht (mediaan 67,7 versus 36,7 maanden; p<0,001). Patiënten met T2D hadden kortere overall survival dan dan patiënten zonder T2D (mediaan 28,5 versus 67,3 maanden; p<0,001). Patiënten met overgewicht zonder T2D hadden de beste overlevingsuitkomsten.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die ICIs kregen voor melanoom, overgewicht geassocieerd was met langere overleving, terwijl T2D geassocieerd was met kortere overleving.

1.Jan YJA, Chiang C-H, Osataphan S et al. Body mass index and type 2 diabetes mellitus as metabolic determinants of immune checkpoint inhibitors response in melanoma. J ImmunoTher Cancer 2024-009769

Summary: A multicenter retrospective study found that among patients with melanoma treated with ICIs, patients with overweight had better survival outcomes compared with non-overweight, while patients with type 2 diabetes had worse survival outcomes than patients without type 2 diabetes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van recidief van NSCLC na pCR op neoadjuvante chemotherapie met of zonder ICIs (0)
2024-11-09 13:00   ( Nieuws )
Tags:  non-small cell lung cancer
Neoadjuvante chemotherapie (CT) met of zonder immuuncheckpointremmers (ICIs) is standaard voor patiënten met operabel niet-kleincellig longcarcinoom. Een retrospectieve studie van de Universiteit van Zhejiang (China) heeft de impact van toevoegen van ICIs aan neoadjuvante CT voor operabel NSCLC op risico van recidief geëvalueerd onder patiënten met pathologisch complete respons (pCR) na neoadjuvante behandeling. Prof. Fen Lan en collega’s publiceren de studie in BMC Cancer.1

De studie includeerde 24 NSCLC-patiënten met pCR na neoadjuvante behandeling. Zestien van deze patiënten hadden neoadjuvant CT plus ICIs gekregen, en acht patiënten hadden alleen neoadjuvante CT gekregen. In de CT groep kregen alle patiënten adjuvante chemotherapie; in de ICI+CT groep kregen twaalf patiënten adjuvante chemotherapie (75%). Alle patiënten werden tenminste 20 maanden gevolgd. De figuur laat zien dat na 20 maanden het recidiefpercentage in de ICI+CT groep 6,25% bedroeg, terwijl het recidiefpercentage in de alleen-CT groep 37,5% was (p=0,044). Eén patiënt in de alleen-CT groep overleed 11 maanden na de chirurgie aan gastroïntestinale bloeding; in de ICI+CT groep overleed geen van de patiënten tijdens de follow-up. Tijdens de adjuvante therapie was het risico van anemie significant lager in de ICI+CT groep dan in de alleen-CT groep (12,5% versus 50%; p=0,046).

De onderzoekers concluderen dat onder NSCLC-patiënten met pCR na neoadjuvante behandeling, het risico van recidief significant lager was onder patiënten die neoadjuvante ICI+CT hadden gekregen dan onder patiënten die neoadjuvant alleen-CT hadden gekregen.

1.Mao Y, Chen F, Ye Z et al. Neoadjuvant immune checkpoint inhibitor reduced recurrence in operable NSCLC patients with pathologic complete response: a retrospective analysis. BMC Cancer 2024;24:1366

Summary: A retrospective study at Zhejiang University (China) found that among NSCLC patients with pCR after neoadjuvant therapy, the risk of recurrence was lower in patients who had received neoadjuvant chemotherapy plus immune checkpoint inhibitors compared with patients who had received neoadjuvant chemotherapy alone. 


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde fase 2-studie van neoadjuvant en adjuvant toripalimab voor locoregionaal-gevorderd nasofarynxcarcinoom (0)
2024-11-08 16:00   ( Nieuws )
Tags:  lraNPC neoadjuvant and adjuvant toripalimab
Prof. Hai-Qiang MaiPatiënten met locoregionaal-gevorderd nasofarynxcarcinoom (lraNPC) en een hoge pretreatment plasmaconcentratie van Epstein-Bar virus (EBV) DNA hebben een hoog risico van redicief na concurrente chemoradiotherapie (CRT). Een gerandomiseerde placebo-gecontroleerde fase 2-studie van Sun Yat-sen Universiteit (Guangzhou, China) heeft de werkzaamheid van neoadjuvant en adjuvant toripalimab (anti-PD-1) onder deze patiënten geëvalueerd. Prof. Hai-Qiang Mai en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde patiënten in de leeftijd van 18 tot en met 65 jaar met nieuw-gediagnostiseerd hoog-risico stadium III en IVa lraNPC met voor aanvang van de behandeling tenminste 1500 kopieën EBV DNA per ml plasma en een ECOG performance score 0 of 1. De patiënten werden 2:1 gerandomiseerd naar twee twee-weekse cyli neoadjuvant toripalimab 240 mg of placebo, gevolgd door concurrente cisplatine plus IMRT, en acht drie-weekse adjuvant toripalimab of placebo Het primaire eindpunt was twee-jaars progressievrij-overlevingspercentage.

De toripalimabgroep bestond uit 100 patiënten en de placebogroep uit 50. Onder de 150 patiënten waren 115 mannen (77%) en 35 vrouwen (23%). De mediane follow-up was 37,8 maanden (IQR 34,2-46,5). Het twee-jaars PFS-percentage was 92,0% in de toripalimabgroep versus 74,0% in de placebogroep (sHR 0,40; p=0,019). De meest-waargenomen graad 3 of hoger acute adverse events (binnen een jaar na de start van de behandeling) waren leukopenie (40% in de toripalimabgroep versus 44% in de placebogroep, mucositis (28% versus 20%), neutropenie (17% versus 18%), anemie (16% versus 10%), en verlies van lichaamsgewicht (12% versus 12%); de meest-waargenomen graad 3 of hoger late AE was gehoorverlies (8% versus 8%). Een van de patiënten in de placebogroep overleed tijdens de studie aan niet als met de behandeling samenhangend beoordeelde oorzaak.

De onderzoekers concluderen dat toripalimab in de neoadjuvante en adjuvante fase (‘sandwich approach’) in combinatie met CRT een veelbelovende benadering is voor lraNPC

1.Liu S-L, Li X-Y, Yang J-H et al. Neoadjuvant and adjuvant toripalimab for locoregionally advanced nasopharyngeal carcinoma: a randomised, single-centre, double-blind, placebo-controlled, phase 2 trial. Lancet Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A placebo-controlled phase 2 study at Sun Yat-sen University (Guangzhou, China) found that neoadjuvant plus adjuvant toripalimab combined with concurrent chemoradiotherapy was associated with improved progression-free survival, with manageable safety.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1b-2 studie van equecabtagene autoleucel voor recidiverend of refractair multipel myeloom (0)
2024-11-08 14:30   ( Nieuws )
Tags:  FUMANBA-1 trial RRMM eque-cel
Prof. Lugui QiuEquecabtagene autoleucel (eque-cel) is een BCMA-gerichte CAR T-celtherapie, met aanwijzingen voor werkzaamheid tegen recidiverend of refractair multipel myeloom (RRMM). De fase 1b-2 studie FUMANBA-1, in veertien centra in China, heeft eque-cel voor RRMM geëvalueerd in een groot cohort van patiënten die tenminste drie eerdere lijnen van behandeling hadden gekregen. Prof. Lugui Qiu (National Clinical Research Center for Blood Diseases, Tianjin) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde 116 RRMM-patiënten die aferese ondergingen, onder wie 103 een eenmalige infusie van eque-cel kregen (1,0 x 106 CAR-positieve T-cellen per kg). De mediane leeftijd was 58 jaar (range 39-70) en 53,4% waren mannen). De mediane follow-up was 13,8 maanden (range 0,4-27,2). Onder de 101 voor werkzaamheid evalueerbare patiënten was de overall response rate 96,0%, met complete respons of beter in 74,3%. Onder de twaalf patiënten die eerder CAR T-celtherapie ondergingen werd met eque-cel respons gezien in 75%. De mediane progressievrije overleving werd niet bereikt, met twalf-maands PFS-percentage van 78% (95%-bti 68,6-86,0). MRD-negativiteit (gevoeligheidsdrempel 10-5) werd bereikt in 95,0% van de patiënten. CRS werd gezien in 96 patiënten (graad 1 of 2 in 95) en ICANS in twee (alleen graad 1 of 2). Twintig patiënten (19%) ontwikkelden antidrug-antilichamen. CAR-positieve T-cellen werden waargenomen in alle patiënten, met langste duur 735 dagen.

De onderzoekers concluderen dat behandeling met eque-cel resulteerde in vroege, diepe, en duurzame responsen onder patiënten met zwaar-voorbehandeld RRMM, met een manageable veiligheidsprofiel.

1.Li C, Zhou K, Hu Y et al. Equecabtagene autoleucel in patients with relapsed or refractory multiple myeloma. The FUMANBA-1 nonrandomized clinical trial. JAMA Oncol 2024.4879

Summary: The multicenter phase 1b-2 FUMANBA-1 trial in China found that equecabtagene autoleucel led to early, deep, and durable responses in patients with heavily pretreated RRMM with a manageable safety profile.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cohortstudie van lange-termijn bijwerkingen en complicaties van behandeling voor prostaatcarcinoom (0)
2024-11-08 13:00   ( Nieuws )
Tags:  prostate cancer treatment long-term adverse effects and complications
Dr. Joseph UngerProstaatcarcinoom (PCA) heeft vaak een indolent beloop, hetgeen zorguldige afweging van profijt en risico’s van behandeling noodzakelijk maakt. Een retrospectieve cohortstudie heeft lange-termijn bijwerkingen en complicaties van behandeling voor PCA geïnventariseerd. Dr. Joseph Unger (Fred Hutchinson Cancer Center, Seattle WA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde patiënten met PCA die deelnamen aan twee PCA-preventiestudies (PCPT en SELECT). In deze twee studies ontwikkelden 3946 deelnemers PCA, onder wie 655 behandeld werden met prostatectomie, 1056 met radiotherapie, en 2235 geen behandeling ondergingen. In analyses gecorrigeerd voor leeftijd, ras, en kalenderjaar was het twaalf-jaars risico van urinaire of seksuele complicaties ruim zeven maal hoger onder de patiënten die prostatectomie hadden ondergaan (HR 7,23; p<0,001) en bijna driemaal hoger onder de patiënten die radiotherapie hadden gekregen (2,76; p<0,001) dan onder de niet-behandelde patiënten. Onder de patiënten die radiotherapie hadden gekregen was het risico van blaascarcinoom bijna driemaal hoger (HR 2,78; p<0,001) dan onder de niet-behandelde patiënten, naast een bijna honderdmaal verhoogd risico van stralings-specifieke uitkomsten waaronder cystitis (131,47; p<0,001) en proctitis (87,91; p<0,001). De incidentie van tenminste één van de tien geanalyseerde behandelings-gerelateerde complicaties was 124,26 per 1000 persoonsjaren in de prostatectomiegroep vergeleken met 62,15 per 1000 persoonsjaren in de radiotherapiegroep en 23,61 per 1000 persoonsjaren in de niet-behandelde groep.

De onderzoekers concluderen dat behandeling voor PCA geassocieerd was met hoog risico van complicaties in de twaalf jaren na de behandeling.

1.Unger JM, Till C, Tangen CM et al. Long-term adverse effects and complications after prostate cancer treatment. JAMA Oncol 2024.4397

Summary: Analysis of patients with prostate cancer found that treatment with prostatectomy or radiotherapy was associated with substantially increased rates of complications in the 12 years after treatment.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gepoolde lange-termijn uitkomsten met nivolumab plus ipilimumab of alleen nivolumab voor gevorderd melanoom (0)
2024-11-07 16:00   ( Nieuws )
Tags:  CheckMate studies NIVO + IPI NIVO
Prof. Georgina LongZowel de combinatie van nivolumab plus ipilimumab als nivolumab monotherapie hebben duurzaam klinisch profijt geleverd voor patiënten met niet-resectabel of metastatisch melanoom. Een gepoolde analyse van zes CheckMate-studies heeft lange-termijn uitkomsten met deze beide benaderingen vergeleken. Prof. Georgina Long (Melanoma Institute Australia, Sydney) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Clinical Oncology.1

De analyse includeerde ICI-naïeve patiënten met gevorderd melanoom die nivolumab 1 mg/kg plus ipilimumab 3 mg/kg of nivolumab 3 mg/kg plus ipilimumab 1 mg/kg kregen (NIVO + IPI groep; n=839) of nivolumab 3 mg/kg (NIVO-groep; n=536). De mediane follow-up was 45,0 maanden in de NIVO + IPI groep en 35,8 maanden in de NIVO-groep. De figuur laat zien dat zowel de overall survival als ook de melanoom-specifieke overleving beter waren in de NIVO + IPI groep dan in de NIVO-groep. Er was een consistent profijt van NIVO + IPI vergeleken met NIVO in BRAF-mutant en BRAF-wildtype patiënten en in patiënten met normaal en patiënten met verhoogd LDH. Klinische factoren die geassocieerd waren met slechtere overleving waren LDH hoger dan de upper limit of normal in beide groepen, leeftijd 65 jaar of ouder in de NIVO + IPI groep, en aanwezigheid van levermetastasen in de NIVO-groep.

De onderzoekers concluderen dat deze retrospectieve niet-gerandomiseerde analyse laat zien dat onder patiënten met ICI-naïef gevorderd melanoom de combinatie van nivolumab plus ipilimumab resulteerde in langere overleving dan nivolumab monotherapie.

1.Long GV, Larkin J, Schadendorf D et al. Pooled long-term outcomes with nivolumab plus ipilimumab or nivolumab alone in patients with advanced melanoma. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Pooled analysis of six CheckMate studies found that among patients with ICI-naïve advanced melanoma the combination of nivolumab plus ipilimumab resulted in longer overall survival and melanoma-specific survival than nivolumab monotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)