Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Retrospectieve studie van real-world uitkomsten met door Molecular Tumor Board aanbevolen behandelingen (0)
2025-06-12 13:30   ( Nieuws )
Tags:  MTB recommendations real-world outcomes
Prof. Giancarlo PruneriAanbevelingen door de Molecular Tumor Board spelen een belangrijke rol in de selecties van moleculair-gerichte middelen. De bruikbaarheid van MTB-aanbevelingen in de klinische praktijk is echter niet bewezen. Een retrospectieve studie van het Istituto Nazionale dei Tumori (Milaan) heeft real-world uitkomsten met door de MTB-aanbevolen behandelingen geïnventariseerd. Prof. Giancarlo Pruneri en collega’s publiceren de studie in JCO Precision Oncology.1

De studie includeerde 1813 patiënten die tot en met november 2022 tijdens de eerste achttien maanden van de activiteit van de MTB besproken werden. Onder deze patiënten kwamen 458 (25,2%) volgens de MTB in aanmerking voor een moleculair gerichte behandeling en werden 117 (6,4%) inderdaad volgens de MTB-aanbeveling behandeld. De mediane follow-up was 14,0 maanden (IQR 3,8-20,4), en 16,5 maanden (14,0-21,3) in de groep patiënten die volgens de aanbeveling waren behandeld (groep A), 13,5 maanden (3,5-19,7)in de groep die niet volgens de aanbeveling waren behandeld (groep B), en 13,5 maanden (3,0-20,2) in de groep voor wie de MTB geen behandeling had aanbevolen (groep C). De mediane overall survival werd niet-bereikt in groep A, was 20,6 maanden in groep B (versus A: HR 1,58; p=0,012), en was 29,4 maanden in groep C (versus A: HR 1,11; p=0,871). Panel A laat zien dat onder de 1270 patiënten met metastatische ziekte de mediane OS niet bereikt werd in groep A; 17,7 maanden was in groep B (versus A: HR 1,76; p=0,002); en 20,5 maanden was in groep C (versus A: HR 1,42; p=0,035), terwijl panel B laat zien dat deze verschillen significant bleven in multivariate analyse.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met een door de MTB aanbevolen behandeling, het werkelijk ontvangen van deze behandeling resulteerde in significante verbetering van de OS.

1.Nichetti F, Brambilla M, Duca M et al. Real-world outcomes of Molecular Tumor Board treatment recommendations. JCO Precision Oncol 2025;9: epub ahead of print

Summary: A retrospective study at the Istituto Nazionale dei Tumori (Milan, Italy) found that cancer patients treated according to Molecular Tumor Board recommendations had better real-world outcomes than patients receiving other treatments.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve analyse van associatie tussen weerstandstraining en lymfoedeem in overlevers van mammacarcinoom (0)
2025-06-12 12:00   ( Nieuws )
Tags:  BCSs resistance training lymphedema
Dr. Colin ChampLymfoedeem is een frequent behandelings-gerelateerde bijwerking onder overlevers van mammacarcinoom (BCSs). Fysieke activiteit is geassocieerd met betere uitkomsten na de behandeling, maar er is geen concensus over de wenselijkheid van intensieve fysieke activiteit zoals weerstandstraining. Een retrospectieve analyse van BCSs heeft de associatie van weerstandstraining en lymfoedeem in BCSs geïnventariseerd. Dr. Colin Champ (Allegheny Health Network, Pittsburgh PA) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1


Tussen september 2022 en april 2024 includeerde de analyse vrouwelijke BCSs onder deelnemers van drie prospectieve studies. De vrouwen kregen gedurende drie maanden doserings-geëscaleerde weerstandstraining in drie sessies per week. Voor aanvang en na voltooiing van de interventie werd lymfoedeem bepaald met bioïmpedantie-analyse. Er waren 115 vrouwen die het regime voltooiden. (mediane leeftijd 54 jaar; range 24-71), onder wie 96 (83%) in de schildwachtklierbiopsie (SLNB)-groep en 14 (12%) in de axillaire-lymfeklierdissectie (ALND)-groep.

Bij inclusie hadden vijftien vrouwen (13%) klinisch lymfoedeem: acht (8%) in de SLNB-groep en zeven (37%) in de ALND-groep. In geen van deze deelnemers werd na voltooiing van de weerstandtraining subjectieve of klinische verslechtering van lymfoedeem gezien. Bilaterale vetvrije massa van de arm was na de weerstandstraining significant toegenomen (p<0,001). De oedeem-index (verhouding tussen extracellulair water en totaal-lichaams water) vebeterde significant in alle patiënten (p<0,001).

De onderzoekers concluderen dat intense weerstandstraining onder BCSs niet resulteerde in verslechtering van lymfoedeem en geassocieerd was met verbeteringen in vochtbalans en vetvrije spiermassa in de armen.

1.Shamsesfandabadi P, Abadi MSE, Yin Y et al. Resistance training and lymphedema in breast cancer survivors. JAMA Network Open 2025;8:e2514765

Summary: A retrospective analysis among breast cancer survivors found that intense resistance training did not exacerbate lymphedema and was associated with improvements in fluid balance and lean mass in the upper extremities.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange-termijn follow-up van van transorale chirurgie en risico-gebaseerde adjuvante behandeling voor HPV-geassocieerd OPC (0)
2025-06-11 15:00   ( Nieuws )
Tags:  E3311 HPV-associated oropharyngeal cancer
Prof. Barbara BurtnessDe multicenter fase 2-studie E3311 in de Verenigde Staten evalueerde transorale chirurgie (TOS) met risico-gebaseerde adjuvante behandeling voor HPV-geassocieerd orofarynxcarcinoom (OPC). De studie includeerde patiënten met resectable cT1-2 stadium III/IV p16+ OPC zonder vergrote lymfeklieren (LNs). Patiënten met negatieve marges, 0 of 1 positieve LN, en geen extranodale extensie (ENE) werden geobserveerd (arm A), patiënten met negatieve marges, 2 tot en met 4 positieve LNs of ENE ≤ 1 mm werden gerandomiseerd naar 50 Gy (arm B) of 60 Gy (arm C), en patiënten met positieve marges, meer dan 4 positieve LNs of ENE > 1 mm kregen wekelijks cisplatine en 60-66 Gy. Prof. Barbara Burtness (Yale Cancer Center, New Haven CT) en collega’s publiceren in het Journal of Clinical Oncology lange-termijn resultaten van de studie.1

Onder de 359 evalueerbare patiënten waren de 54-maand percentages voor progressievrije overleving en overall survival 90,6% (90%-bti 87,2-93,1) respectievelijk 95,3% (93,0-96,9). Het 54-maands PFS-percentage was 93,2% (90%-bti 79,6-97,8) in arm A; 94,9% (89,7-97,5) in arm B; 90,2% (82,7-94,6) in arm C; en 85,5% (77,5-90,8) in arm D; het 54-maands OS-percentage was 97,1% (85,7-99,4) in arm A; 97,9% (93,5-99,3) in arm B; 95,1% (90,1-97,6) in arm C; en 92,5% (86,9-95,7) in arm D.

De onderzoekers concluderen dat TOS gevolgd door risico-aangepaste adjuvante behandeling resulteerde in goede 54-maand percentages voor PFS en OS.

1.Burtness B, Flamand Y, Quon H et al. Long-term follow-up of E3311, an ECOG-ACRIN Cancer Research Group phase II trial of transoral surgery and risk-based adjuvant treatment in Human Papillomavirus-initiated oropharynx cancer. J Clin Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: Long-term follow-up of the multicenter phase 2 E3311 trial in the USA found that among patients with HPV-associated oropharyngeal cancer, transoral surgery and risk-based adjuvant treatment resulted in outstanding 54-month PFS and OS rates.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve cohortstudie van biomarker-specifieke overleving en medicatiekosten onder aNSCLC-patiënten (0)
2025-06-11 12:30   ( Nieuws )
Tags:  aNSCLC biomarker-specific survival medication cost
Dr. Shi-Yi WangGerichte behandelingen en immuuntherapie verlengen de overleving van patiënten met gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC) maar zijn geassocieerd met hoge kosten. Een USA-brede retrospectieve cohortstudie heeft biomarker-specifieke overleving en medicatiekosten van aNSCLC-patiënten geïnventariseerd. Dr. Shi-Yi Wang (Yale School of Public health, New Haven CT) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

Het cohort bestond uit 26.635 patiënten met gegevens in de Flatiron Health database, met een diagnose aNSCLC tussen begin 2016 en eind 2022, en follow-up tot eind september 2023. De gemiddelde leeftijd bij diagnose was 68,9 ± 10,0 jaar; 52% van de patiënten waren mannen. De patiënten werden gecategoriseerd op basis van aanwezigheid van driver-veranderingen, inclusief ALK-rearrangement, BRAF-variatie, of EGFR-variatie, terwijl patiënten zonder deze veranderingen onderverdeeld werden in drie groepen op basis van hun PD-L1 expressie (<1%, 1% tot 50%, en ≥ 50%).

De figuur laat de overall survival en de medicatiekosten voor de onderscheiden groepen zien. De mediane overall survival was 39,9 maanden onder patiënten met ALK-rearrangement; 27,0 maanden onder patiënten met EGFR-variatie; 18,7 maanden onder patiënten met BRAF-variatie; en 12,3 maanden respectievelijk 13,7 maanden en 16,2 maanden onder patiënten in de drie PD-L1 expressiegroepen. De medicatiekosten per één- of twee-jaar overleving voor patiënten zonder driver-veranderingen was consistent hoger dan voor patiënten met driver-veranderingen.

De onderzoekers concluderen dat er behoefte is aan ontwikkeling van meer-betaalbare en effectieve medicatie voor aNSCLC-patiënten zonder driver-veranderingen.

1.Tan J, Yang S-C, Dinan MA et al. Biomarker-specific survival and medication cost for patients with non-small cell lung cancer. JAMA Network Open 2025;8:e2514519

Summary: A retrospective cohort study using the Flatiron Health database investigated biomarker-specific survival and medication cost for patients with advanced non-small cell lung cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

SEER-database analyse van incidentie van appendix-adenocarcinoom in geboortecohorten in de Verenigde Staten (0)
2025-06-11 12:00   ( Nieuws )
Tags:  AA incidence in US birth cohorts
Dr. Caitlin MurphyEr zijn aanwijzingen voor een toename van de incidentie van appendix-adenocarcinoom (AA) in de Verenigde Staten. Een analyse van de SEER-database heeft de incidentie in verschillende vijf-jaars geboortecohorten geïnventariseerd. Dr. Caitlin Murphy (University of Texas Health Science Center, Houston) en collega’s publiceren de studie in Annals of Internal Medicine.1

De analyse includeerde 4858 personen in de leeftijd van 20 jaar of ouder met een diagnose AA tussen begin 1975 en eind 2019. De leeftijd-specifieke incidentie van AA werd voor vijf-jaars leeftijdsgroepen en tijdsperioden vergeleken met een 1945-geboortecohort (geboren tussen begin 1941 en eind 1949). Vergeleken met het 1945-geboortecohort was de AA-incidentie meer dan verdrievoudigd (IRR 3,41; 95%-bti 2,54-4,56) in het 1980-geboortecohort en meer dan verviervoudigd in het 1985-geboortecohort (4,62; 3,12-6,82). Deze toename werd gezien voor alle histologische types van AA.

De onderzoekers concluderen dat er sterke niet-verklaarde geboortecohort-effecten zijn in de incidentie van AA.

1.Hollowatyj AN, Washington MK, Goldberg RM, Murphy CC. Birth cohort effects in appendiceal adenocarcinoma incidence across the United States. Ann Intern Med 2025;178:

Summary: Analysis using the SEER database found that compared to the 1945 five-year birth cohort, the incidence of appendiceal adenocarcinoma more than tripled among the 1980 birth cohort and more than quadrupled among the 1985 birth cohort.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

IPD meta-analyse van werkzaamheid van immuuncheckpointremmers voor PD-L1 negatief niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2025-06-10 15:00   ( Nieuws )
Tags:  PD-L1 negative NSCLC ICIs
Dr. Matteo RotaOndanks recente vordering in de behandeling van niet-kleincellig longcarcinoom blijft PD-L1 negatieve ziekte een therapeutische uitdaging. Een individual participant data meta-analyse heeft de werkzaamheid van immuuncheckpointremmers (ICIs) voor PD-L1 negatief NSCLC geïnventariseerd. Dr. Matteo Rota (Universiteit van Brescia, Italië) en collega’s publiceren de analyse in Lung Cancer.1

De analyse includeerde 43 fase 1- tot en met 3-studies die ICI-gebaseerde behandelingen voor PD-L1 negatief NSCLC vergeleken. De studies telden tezamen 7039 patiënten. Alleen-ICIs resulteerden in meta-analyse in een objective response rate van 11%, terwijl combinatie van ICIs met chemotherapie resulteerde in de hoogst ORR (48%). De ORR met combinatie van ICIs was 23% en de ORR met alleen chemotherapie was 22%. De mediane progressievrije overleving was 2,3 maanden met alleen ICI; 6,8 maanden met ICIs plus chemotherapie; en 5,7 maanden met combinatie van ICIs; terwijl de mediane overall survival in deze drie groepen 10,1 maanden respectievelijk 15,6 maanden en 17,6 maanden was. In netwerk meta-analyse resulteerde pembrolizumab plus platina-gebaseerde chemotherapie in de hoogste ORR en 45% betere PFS vergeleken met alleen chemotherapie.

De onderzoekers concluderen dat combinatietherapie, in het bijzonder ICIs met chemotherapie, resulteerden in significante verbetering van ORR, PFS, en OS onder patiënten met PD-L1 negatief NSCLC.

1.Gemelli M, Cortinovis D, Carola G et al. Efficacy of immune checkpoint inhibitors (ICIs) in PD-L1 negative non-small cell lung cancer (NSCLC) – a meta-analysis based on reconstructed individual participant data. Lung Cancer 2025.108621

Summary: Individual participant data meta-analysis of phase 1, 2, and 3 studies found that combination therapies of ICIs with chemotherapy significantly improve ORR, PFS, and OS in PD-L1 negative NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve cohortstudie van real-world uitkomsten met adjuvant nivolumab voor spierinvasief urotheelcarcinoom (0)
2025-06-10 13:30   ( Nieuws )
Tags:  MIUC adjuvant nivolumab
Dr. Alexander Chehrazi-RaffleDe multinationale fase 3-studie CheckMate 274 liet zien dat na radicale chirurgie voor spierinvasief urotheelcarcinoom (MIUC) adjuvant nivolumab vergeleken met placebo resulteerde in verlenging van de ziektevrije overleving. Een retrospectieve cohortstudie heeft real-world uitkomsten met deze behandeling geïnventariseerd. Dr. Alexander Chehrazi-Raffle (City of Hope Comprehensive Cancer Center, Duarte CA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De USA-brede studie op basis van retrospectief review van dossiers includeerde patiënten na resectie van stadium II tot en met IIIB MIUC die tussen begin september 2021 en eind november 2002 adjuvant nivolumab begonnen en tenminste zes maanden follow-up hadden of binnen zes maanden na het begin van de adjuvante behandeling overleden. De primaire eindpunten van de studie waren ziektevrije overleving en overall survival.

De studie includeerde 253 patiënten (mediane leeftijd bij diagnose 67,8 jaar; IQR 61,5-72,4; 66,8% mannen) onder wie 141 neoadjuvante chemotherapie hadden gekregen (55,7%). De mediane follow-up na de start van adjuvant nivolumab was 12,8 maanden (IQR 9,6-15,4). Tijdens de adjuvante behandeling hadden 52 patiënten (20,6%) een adverse event. Bij de laatste follow-up was de mediane duur van adjuvant nivolumab 11,2 maanden (IQR 8,4-12,0) en hadden 220 patiënten (87,0%) de behandeling gediscontinueerd, voornamelijk vanwege voltooiing van de geplande therapie (74,1%); discontinuering wegens AEs werd gerapporteerd voor tien patiënten (4,5%). De mediane DFS en OS werden niet bereikt; de 12-maands percentages vanaf het begin van de adjuvante behandeling waren 86,3% respectievelijk 90,8%. De uitkomsten waren vergelijkbaar onder patiënten met en zonder neoadjuvante chemotherapie. Bij de laatste follow-up waren 226 patiënten in leven (89,3%) onder wie 209 (92,5% van 226) ziektevrij.

De onderzoekers concluderen dat de real-world klinische uitkomsten met adjuvant nivolumab voor MIUC vergelijkbaar waren met die van CheckMate 274.

1.Barrigán-Carillo R, Ebrahimi H, John WS et al. Clinicl outcomes in patients with muscle-invasive urothelial carcinoma treated with nivolumab. JAMA Netwrok Open 2025;8:e2514427

Summary: A retrospective medical record review cohort study of patients with muscle-invasive urothelial carcinoma found clinical outcomes with adjuvant nivolumab consistent with those observed in the CheckMate 274 trial.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van studies van impact van patiëntnavigatie op borst- en cervixcarcinoomscreening en follow-up (0)
2025-06-10 11:59   ( Nieuws )
Tags:  screening and follow-up patient navigation
Dr. Heidi NelsonScreenings- en follow-up percentages voor mammacarcinoom en cervixcarcinoom lopen uiteen tussen sociaal-economische en demografische groepen. Patiëntnavigatie programma’s kunnen patiënten helpen barrières in de gezondheidszorg te overwinnen. Een meta-analyse van gepubliceerde studies heeft de impact van patiëntnavigatie op screening en follow-up voor mammacarcinoom en cervixcarcinoom geïnventariseerd. Dr. Heidi Nelson (Kaiser Permanente School of Medicine, Pasadena CA) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Internal Medicine.1

In de literatuur tussen begin 2000 en eind september 2024 identificeerden de onderzoekers 42 gerandomiseerde voor het onderwerp relevante studies, met tezamen 39.111 deelnemers, die beschikbaarheid van patiëntnavigatie vergeleken met gebruikelijke zorg of controle. De primaire eindpunten waren percentages patiënten die deelnamen aan screening binnen een jaar na de interventie; secundaire eindpunten waren follow-up percentages binnen twee jaar. Voor mammacarcinoom resulteerde patiëntnavigatie versus vergelijkingsgroepen in hogere percentages screening (RR 1,50; 95%-bti 1,30-1,75; I2=88,0%; 30 studies; 34.744 deelnemers) en follow-up (RR 1,23; 95%-bti 1,15-1,41; I2=12,6%; 3 studies; 1008 deelnemers). Ook voor cervixcarcinoom resulteerde patiëntnavigatie versus vergelijkingsgroepn in hogere percentages screening (RR 1,62; 95%-bti 1,28-2,09; I2=89,6%; 20 studies; 11.820 deelnemers) en follow-up (RR 1,63; 95%-bti 0,86-2,65; I2=69.0%; 2 studies; 401 deelnemers). De voorspelde absolute één-jaars percentages na patiëntnavigatie waren 13,8% hoger voor mammacarcinoomscreening en 15,6% hoger voor cervixcarcinoomscreening dan in de vergelijkingsgroepen.

De onderzoekers concluderen dat de analyse suggereert dat programma’s voor patiëntnavigatie screening en follow-up voor mammacarcinoom en cervixcarcinoom kunnen bevorderden.

1.Nelson HD, Cantor AG, Pappas M et al. Patient navigation services for breast and cervical cancer screening and follow-up. A meta-analysis. JAMA Intern Med 2025.1590

Summary: Results of meta-analysis of published studies suggest that patient navigation services can increase breast and cervical cancer screening and follow-up.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)