Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Meta-analyse van neoadjuvante immuun-chemoradiotherapie versus chemoradiotherapie voor slokdarmcarcinoom (0)
2025-05-04 16:00   ( Nieuws )
Tags:  resectable esophageal cancer nICRT versus nCRT
Dr. Chen HuEr zijn aanwijzingen voor veelbelovende activiteit van neoadjuvant immuun-chemoradiotherapie (nICRT) voor resectabel slokdarmcarcinoom, maar er zijn slechts beperkte vergelijkende analyses uitgevoerd van nICRT versus standaard neoadjuvan chemoradiotherapie (nCRT). Een individual patient data meta-analyse van gepubliceerde studies heeft uitkomsten van nICRT vergeleken met die van nCRT. Dr. Chen Hu (Johns Hopkins University School of Medicine, Baltimore MD) en collega’s publiceren de analyse in het International Journal of Radiation Oncology.Biology.Physics.1

In de literatuur tot en met 30 oktober 2024 identificeerden de onderzoekers 37 voor het onderwerp relevante studies, met tezamen 811 patiënten die nICRT kregen en 1796 patiënten die nCRT kregen. De mediane overall survival was significant langer met nICRT dan met nCRT (HR 0,714; p=0,011). Eén-, twee-, en driejaars OS percentages waren 89,9% respectievelijk 76,0% en 66,4% met nICRT, vergeleken met 85,0% respectievelijk 66,5% en 57,3% met nCRT. Onder patiënten met squameus celcarcinoom was het percentage patiënten met pathologisch complete respons significant hoger met nICRT dan met nCRT (50% versus 38%; p=0,040). De veiligheidsprofielen van nICRT en nCRT waren vergelijkbaar, zonder significante verschillen in graad 3 of 4 treatment-related adverse events of postoperatieve complicaties.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met resectabel slokdarmacarcinoom nICRT resulteerde in betere uitkomsten dan nCRT, met een acceptabel veiligheidsprofiel.

1.Liu Y, Men Y, Boo Y et al. Neoadjuvant immunochemoradiotherapy versus chemoradiotherapy in esophageal cancer: a systematic review and meta-analysis of reconstructed individual patient data. Int J Radiot Oncol Biol Phys 2025-00387-6

Summary: Individual patient data meta-analysis of 37 studies found that nICRT showed potential for superior survival compared to standard nCRT in resectable esophageal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van associatie van voedings- en leefstijlfactoren met overleving na diagnose colorectaalcarcinoom (0)
2025-05-04 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CRC post-diagnosis dietary and lifestyle factors
Dr. Nana KeumVoedings- en leeftstijlfactoren die geassocieerd zijn met preventie van colorectaalcarcinoom (CRC) zijn uitgebreid bestudeerd, maar er is minder bekend over factoren die van invloed zijn op overleving na een CRC-diagnose. Een meta-analyse van de literatuur tot en met september 2024 heeft deze factoren geïnventariseerd. Dr. Nana Keum (Dongguk Universiteit, Seoel) en collega’s publiceren de meta-analyse in het Journal of the National Cancer Institute.1

Lagere all-cause mortaliteit werd gezien met consumptie van niet-bewerkt rood vlees (summary relative risk 0.74; 95%-bti 0,57-0,94), vollegraanproducten (0,77; 0,66-0,60), koffie (0,65; 0,55-0,77), melk (0,82; 0,71-0,93), laag-vet zuivel (0,77; 0,64-0,94), totaal calcium (0,76; 0,61-0,94), alcoholinname lager dan 45 g/d (J-vormige associatie), en fysieke activiteit (0,55; 0,44-0,69) terwijl hogere all-cause mortaliteit gezien werd met inname van geraffineerd-graanproducten (1,55; 1,03-2,33), hoog-vet zuivel (1,34; 1,05-1,71), current smoking (1,49; 1,24-1,78), former smoking (1,18; 1,04-1,34), en televisiekijken (1,28; 1,06-1,55). Er waren consistente associaties voor CRC-specifieke mortaliteit, met inverse associatie voor gebruik van calciumsupplementen.

De onderzoekers concluderen dat factoren die geassocieerd zijn met overleving van CRC verschillen en overeenkomsten hebben met factoren die geassocieerd zijn met CRC-preventie.

1.Chen Q-Y, Keum N, Giovannucci EL. Postdiagnosis dietary and lifestyle factors and mortality outcomes among colorectal cancer patients: a meta-analysis. J Natl Cancer Inst 2025;djaf098

Summary: Meta-analysis of published studies found that factors related to CRC survival share differences as well as similarities with established factors related to CRC prevention.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van lage-dosering matig-hypogefractioneerde radiotherapie voor indolent non-Hodgkin lymfoom (0)
2025-05-03 15:00   ( Nieuws )
Tags:  iNHL
Prof. Ye-Xiong LiEr is geen duidelijkheid over het optimale radiotherapieschema voor indolent non-Hodgkin lymfoom (iNHL). Een fase 2-studie in vier centra in China heeft het lage-dosering matig-hypogefractioneerde schema van 12 Gy in vier fracties voor patiënten met iNHL geëvalueerd. Prof. Ye-Xiong Li (Chinese Academy of Medical Sciences and Peking Union Medical College. Beijing) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Haematology.1

De studie includeerde 71 volwassen patiënten (73 target sites; mediane leeftijd 55 jaar; IQR 48-65; 59% vrouwen) met nieuw-gediagnostiseerd of recidiverende stadium I tot en met IV iNHL en een ECOG performance status 3 of beter. De patiënten kregen involved-site 12 Gy in vier fracties. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met complete respons na zes maanden. De mediane follow-up was 19 maanden (IQR 16-22). Het zes-maands CR-percentage was 95% (95%-bti 87-98). De meeste acute adverse events waren graad 1, met als enige graad 3 of hoger AE lymfopenie (11% van de patiënten).


De onderzoekers concluderen dat het schema van 12 Gy in vier fracties veilig was een veelbelovende activiteit had als lokale behandeling voor iNHL.

1.Wang X-Y, Zhang XM, Wang L et al. Low-dose moderate hypofractionated radiotherapy for indolent non-Hodgkin lymphoma: a multicentre, single-arm, phase 2 trial. Lancet Haematol 2025-00071-7

Summary: A multicenter phase 2 trial in China found that low-dose moderate hypofractionated radiotherapy (12 Gy in four fractions) was safe and showed promising activity as local treatment for patients with indolent non-Hodgkin lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van neoadjuvant pembrolizumab plus trastuzumab en pertuzumab voor HER2-verrijkt vroeg mammacarcinoom (0)
2025-05-03 13:30   ( Nieuws )
Tags:  WSG-KEYRICHED-1 trial HER2-enriched EBC
Prof. Sherko KümmelEr zijn toenemende aanwijzingen dan 30% tot 40% van de patiënten met HER2-positief vroeg mammacarcinoom (EBC) excellente uitkomsten kan bereiken zonder chemotherapie. De fase 2-studie WSG-KEYRICHED-1, in vijftien centra in Duitsland heeft pathologisch complete respons (pCR) geïnventariseerd met pembolizumab plus tweevoudige HER2-blokkade (trastuzumab plus pertuzumab) voor HER2-verrijkt EBC. Prof. Sherko Kümmel (Kliniken Essen-Mitte) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1



De studie includeerde 48 volwassen patiënten met unilateraal HER2-verrijkt EBC. De patiënten kregen in de neoadjuvante setting gedurende twaalf weken iedere drie weken intraveneus pembrolizumab, trastuzumab, en pertuzumab. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met pCR. Vier patiënten ondergingen geen chirurgie, en voor één patiënt kon de pCR niet beoordeeld worden. pCR werd gezien in 20 van 43 patiënten (47%) waarmee de nulhypothese niet verworpen kon worden (p=0,22). Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor vier patiënten (8%). Ernstige AEs werden eveneens gerapporteerd voor vier patiënten (8%). Pembrolizumab werd gediscontinueerd of onderbroken wegens AEs in drie patiënten (6%). Er waren geen graad 5 AEs.

De onderzoekers concluderen dat hoewel de nulhypothese niet verworpen kon worden, WSG-KEYRICHED-1 de potentie van een korte neoadjuvante chemotherapievrije combinatie van pembrolizumab met tweevoudige HER2-blokkade voor HER2-verrijkt EBC heeft laten zien.

1.Kümmel S, Gräser M, Schmid P et al. Chemotherapy-free neoadjuvant pembrolizumab combined with trastuzumab and pertuzumab in HER2-enriched early breast cancer (WSG-KEYRICHED-1): a single-arm, phase 2 trial. Lancet Oncol 2025;36:629-840

Summary: The multicenter phase 2 WSG-KEYRICHED-1 trial in Germany found promising outcomes with a short chemotherapy-free combination of neoadjuvant pembrolizumab plus trastuzumab and pertuzumab for HER2-enriched early breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter prospectieve studie van anti-PD-(L)1 herbehandeling van NSCLC met progressie na anti-PD-(L1) plus chemotherapie (0)
2025-05-03 12:00   ( Nieuws )
Tags:  NJLCG trial 1901
Prof. Shunichi SugawaraEr is geen duidelijkheid over de waarde van herbehandeling met anti-PD-(L1) voor patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) met progressie na anti-PD-(L)1 plus chemotherapie (chemo-ICI). Studie 1901 van de North Japan Lung Cancer Group) heeft monotherapie met nivolumab of pembrolizumab of atezolizumab voor deze patiënten geëvalueerd. Prof. Shunichi Sugawara (Sendai Kousei Hospital, Sendai) en collega’s publiceren de studie in Cancers.1



De studie includeerde 38 patiënten met progressie van NSCLC na chemo-ICI. Het primaire eindpunt was objective response rate op anti-PD-(L)1 monotherapie. De figuur laat zien dat één patiënt complete respons had en drie patiënten partiële respons, voor een ORR van 10,5% (95%-bti 2,9-24,8). De mediane progressievrije overleving was 2,5 maanden (95%-bti 1,6-4,4) en de mediane overall survival was 9,9 maanden (8,0-13,6). De één- en twee-jaars percentages voor PFS waren beide 13,8% (n=5). Factoren die in multivariate analyse prognostisch waren voor langere PFS was een langer ICI-vrij interval (langer dan 11,9 maanden) en en eerdere anti-PD-L1 therapie. Eén patiënt (2,6%) discontinueerde de behandeling wegens toxiciteit.

De onderzoekers concluderen dat ICI-herbehandeling in deze patiëntengroep resulteerde in een ORR van 10,5% met lange-termijn PFS in sommige patiënten.

1.Saito S, Kawashima Y, Tanaka H et al. Prospective multi-institutional observational study of retreatment with anti-PD-1/PD-L1 antibodies in patients with non-small cell lung cancer previously treated with anti-PD-1/PD-L1 plus chemotherapy: NJLCG (North Japan Lung Cancer Group) trial 1901. Cancers 2025;17:1551

Summary: A multicenter prospective study in Japan found an ORR of 10.5% and long-term PFS in some patients with ICI retreatment for NSCLC with progression after ICI plus chemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van eerstelijns acalabrutinib plus bendamustine-rituximab voor mantelcellymfoom (0)
2025-05-02 15:00   ( Nieuws )
Tags:  ECHO trial MCL acalabrutinib
Prof. Michael WangToevoeging van de BTK-remmer ibrutinib aan bendamustine-rituximab als eerstelijns behandeling voor mantelcellymfoom (MCL) resulteerde in verlenging van de progressievrije overleving maar niet van de overall survival. De multinationale fase 3-studie ECHO evalueerde toevoeging van de BTK-remmer acalabrutinib aan bendamustine-rituximab voor niet-eerder behandeld MCL. Prof. Michael Wang (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 598 patiënten in de leeftijd van 65 jaar of ouder. De patiënten werden gerandomiseerd naar acalabrutinib (100 mg tweemaal daags; n=299) of placebo (n=299) tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit, toegevoegd aan zes cycli bendamustine-rituximab, gevolgd door twee jaar rituximab-onderhoud in patiënten met respons. Crossover naar acalabrutinib bij ziekteprogressie was toegestaan. Het primaire eindpunt was centraal onafhankelijk beoordeelde progressievrije overleving. De mediane duur van follow-up was 44,9 maanden. De mediane PFS was 66,4 maanden in de acalabrutinibgroep en 49,6 maanden in de placebogroep (HR 0,73; p=0,0160). Het profijt van acalabrutinib werd gezien in alle onderscheiden subgroepen. Percentages patiënten met overall respons en complete respons waren 91,0% respectievelijk 66,6% in de acalabrutinibgroep en 88,0% respectievelijk 53,5% in de placebogroep. Overall survival was niet significant verschillend tussen beide groepen (HR 0,86; p=0,27). Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor 88,9% van de patiënten in de acalabrutinibgroep en 88,2% van de patiënten in de placebogroep.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van acalabrutinib aan eerstelijns bendamustine-rituximab voor MCL resulteerde in significante verlenging van de PFS met manageable toxiciteit.

1.Wang M, Salek D, Belada D et al. Acalabrutinib plus bendamustine-rituximab in untreated mantle cell lymphoma. J Clin Oncol 2025-00690

Summary: The multinational phase 3 ECHO trial found that addition of acalabrutinib to first-line bendamustine-rituximab for mantle cell lymphoma resulted in significant improvement of progression-free survival with manageable toxicity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Model van CT-scans van primaire tumor en metastatische cervicale lymfeklieren voor voorspellen van uitkomsten in p16+ OPSCC (0)
2025-05-02 13:30   ( Nieuws )
Tags:  oropharyngeal squamous cell carcinoma
Prof. Anant MadabhushiKenmerken van de primaire tumor (PT) en metastatische cervicale lymfeklieren (LN) zijn geassocieerd met de prognose van squameus celcarcinoom van de orofarynx (OPSCC). Een retrospectieve analyse van drie studies heeft geresulteerd in een deep learning model dat computed tomography (CT)-scans van PT en LN van p16+ OPSCC integreert en uitkomsten kan voorspellen. Prof. Anant Madabhushi (Emory University, Atlanta GA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De onderzoekers analyseerden pretreament CT-scans van 811 patiënten (mediane leeftijd 59,0 jaar; IQR 47,4-70,6; 84,2% mannen) met p16+ OPSCC die definitieve radiotherapie of chemoradiotherapie kregen. Een van de drie cohorten werd gebruikt voor ontwikkeling en validatie van het model en de twee andere cohorten werden gebruikt voor extern testen van de performance van het model. Op basis van kenmerken van zowel PT als LN werd een imaging risicoscore (‘SwinScore’) opgesteld die uitkomsten voorspelde. In de externe test-set was de risicoscore prognostisch voor ziektevrije overleving, overall survival, en locoregionaal falen. De risicoscore had een hogere C-index (0,63) vergeleken met modellen die alleen gebaseerd waren op PT (0,61) of LN (0,58). Chemotherapie was alleen onder stadium I patiënten met een hoge risicoscore geassocieerd met betere DFS (HR 0,09; p=0,004) maar niet onder patiënten met een lage risicoscore (HR 0,83; p=0,69).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met p16+ OPSCC de SwinScore kan bijdragen aan voorspellen van uitkomsten en identificeren van patiënten die kandidaat zijn voor tailoring van de behandeling.

1.Song B, Leroy A, Yang K et al. Deep learning model of primary tumor and metastatic cervical lymph nodes from CT for outcome predictions in oropharyngeal cancer. JAMA Network Open 2025;8:e258094

Summary: retrospective analysis of three studies of p16+ OPSCC patients resulted in a deep learning model combining pretreatment CT results of primary tumor and metastatic cervical lymph nodes to predict outcomes and identify patients who were suitable candidates for treatment tailoring.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter retrospectieve cohortstudie van antimicrobiële resistentie in ambulante patiënten met maligniteiten (0)
2025-05-02 12:00   ( Nieuws )
Tags:  outpatients with cancer AMR
Dr. Diane FlayhartInfecties zijn de tweede doodsoorzaak van patiënten met maligniteiten, en worden vaak veroorzaakt door resistente bacteriën. Er is geen duidelijkheid over de frequentie van antimicrobiële resistentie (AMR) in ambulante patiënten met maligniteiten. Een multicenter retrospectieve cohortstudie heeft de frequentie van AMR bacteriële pathogenen vergeleken in ambulante patiënten met en zonder een maligniteit. Dr. Diane Flayhart (BD Global Public Health, Franklin Lakes NJ) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie evalueerde antimicrobiële gevoeligheid van bacteriën die tussen 1 april 2018 en 31 december 2022 werden geïsoleerd uit volwassen patiënten van 198 centra in de Verenigde Staten, op basis van gegevens in de BD Insights Research Database. Onder de 1.655.594 geïdentificeerde pathogenen was 3,2% afkomstig van 27.421 patiënten met een maligniteit en 96,8% van 928.128 patiënten zonder een maligniteit. In de isolaten van patiënten met een maligniteiten vergeleken met de isolaten van patiënten zonder een maligniteit was voor Pseudomona aeruginosa carbapenem-ongevoeligheid hoger (14,4% versus 11,3%; OR 1,22; 95%-bti 1,13-1,32), voor Enterobactereales de fluoroquinolon-ongevoeligheid hoger (28,0% versus 21,8%; 1,44; 1,40-1,47) evenals de carbapenem-ongevoeligheid (1,5% versus 0,8%; 1,89; 1,72-2,07), de multidrugresistentie (8,7% versus 4,5%; 2,03; 1,95-2,11), voor Staphylococcus aureus de meticilline-resistentie hoger (53,0% versus 48,3%; 1,20; 1,15-1,25), en voor Enterococcus spp de vancomycineresistentie hoger (18,6% versus 9,1%; 2,20; 2,06-2,34). De incidence rate ratio van AMR pathogene per 1000 isolaten was ook hoger in patiënten met maligniteiten dan in patiënten zonder maligniteiten.

De onderzoekers concluderen dat de frequentie van AMR onder outpatients met maligniteiten tot een factor 3 hoger was dan onder outpatients zonder maligniteiten.

1.Gupta V, Satlin MJ, Yu KC et al. Incidence and prevalence of antimicrobial resistance in outpatients with cancer: a multicentre, retrospective, cohort study. Lancet Oncol 2025;26:620-628

Summary: A multicenter retrospective study in the USA found that among outpatients with cancer antimicrobial resistance proportions in isolates were up to three times higher compared with outpatients without cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)