Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Sequentie van immuuncheckpointremmers en BRAF/MEK-remmers voor melanoom: impact op ontwikkeling van hersenmetastasen (0)
2024-09-25 13:30   ( Nieuws )
Tags:  SECOMBIT trial BRAFV600-mutant melanoma
Prof. Paolo AsciertoEr is geen duidelijkheid over de impact van de volgorde van immuuncheckpointremmers (ICIs) en BRAF/MEK-remmers op de ontwikkeling van hersenmetastasen in patiënten met metastatisch niet-resectabel BRAFV600-gemuteerd melanoom. De multinationale retrospectieve SECOMBIT-studie heeft deze impact geïnventariseerd. Dr. Paolo Ascierto (Istituto Nazionale Tumori, Napels) en collega’s publiceren de studie in NEJM Evidence.1



De studie includeerde patiënten zonder hersenmetastasen, die behandeld werden met de BRAF/MEK-remmers encorafenib en binimetinib tot ze progressieve ziekte hadden en vervolgens de ICIs ipilimumab en nivolumab kregen (arm A; n=69); patiënten die behandeld werden met ipilimumab en nivolumab tot progressieve ziekte en vervolgens encorafenib en binimetinib kregen (arm B; n=69); en patiënten die acht weken encorafenib en binimetinib kregen gevolgd door ipilimumab en nivolumab tot progressieve ziekte en herbehandeling met encorafenib en binimetinib (arm C; n=68). De mediane follow-up was 56 maanden. Hersenmetastasen werden tijdens de follow-up gezien in 23 van 69 patiënten in arm A, 11 van 69 patiënten in arm B, en 9 van 68 in arm C. De zestig-maands hersenmetastasevrije overlevingspercentages waren 56% in arm A, 80% in arm B (versus A: HR 0,40; 95%-bti 0,23-0,58) en 85% in arm C (0,35; 0,16-0,76).

De onderzoekers concluderen dat de volgorde van BRAF/MEK-remmers en ICIs van invloed is op de hersenmetastasevrije overleving onder patiënten met metastatisch niet-resectabel BRAFV600-gemuteerd melanoom.

1.Ascierto PA, Mandalà M, Ferrucci PF et al. Sequencing of checkpoint or BRAF/MEK inhibitors on brain metastases in melanoma. NEJM Evidence 2024;3:10

Summary: The multinational SECOMBIT trial found that the sequence of BRAF/MEK inhibitors and immune checkpoint inhibitors is associated with brain metastasis-free survival among patients with metastatic unresectable BRAFV600-mutant melanoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Stereotactische radiochirurgie voor spinale metastasen van prostaatcarcinoom (0)
2024-09-25 12:00   ( Nieuws )
Tags:  spinal metastases from prostate cancer SRS
Dr. Samuel AdidaSpinale metastasen kunnen geassocieerd zijn met pijn, neurologische stoornis, en wervelcompressie. Een retrospectieve analyse van een prospectief bijgehouden database van University of Pittsburgh Medical Center (PA) heeft uitkomsten van stereotactische radiochirurgie (SRS) voor spinale metastasen van prostaatcarcinoom onderzocht. Dr. Samuel Adida en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Neuro-Oncology.1

Tussen begin 2003 en eind 2023 werden in het centrum 37 patiënten met 51 spinale metastasen van prostaatcarcinoom met SRS behandeld. Vijftien lesies (29%) waren eerder geresecteerd en 34 lesies (67%) waren eerder bestraald. Het mediane volume was 37,0 cc (range 2,9-263,3). De meerderheid van de lesies (71%) werden behandeld met een enkele fractie (mediaan 20 Gy, range 14-22,5); multifractionele behandeling bestond uit 21-30 Gy in twee tot en met vijf fracties. De mediane follow-up was 12 maanden (range 1-146). De lokale controlepercentages na zes maanden, één jaar, en twee jaar waren 97%, 91%, en 91%. Hormoongevoeligheid was niet geassocieerd met lokale controle. De overall survival percentages na zes maanden, één jaar, en twee jaar waren 71%, 36%, en 32%. Leeftijd hoger dan 70 jaar (p=0,048) en tumorvolume groter dan 30 cc (p=0,03) waren geassocieerd met slechtere overall survival. Complete of partiële pijnrespons werd gezien in 58% van de patiënten. Er waren acht gevallen (16%) van adverse radiation effects, waaronder twee (4%) wervelcompressiefracturen.

De onderzoekers concluderen dat SRS als primaire of adjuvante behandeling voor spinale metastasen van prostaatcarcinoom kan resulteren in duurzame lokale controle en verlichting van pijn met minimale toxiciteit.

1.Adida S, Taori S, Donohue JK et al. Stereotactic radiosurgery for patients with spinal metastases from prostate cancer. J Neuro-Oncol 2024-04821-0

Summary: Retrospective analysis of a prospectively maintained database of Pittsburgh University Medical Center (PA) found that radiosurgery as a primary or adjuvant treatment modality for spinal metastases from prostate cancer confers durabel local control and moderate pain relief with minimal toxicity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associaties tussen concentraties van circulerende metabolieten van de tryptofaan-kynurenineroute en mortaliteit onder CRC-patiënten (0)
2024-09-24 15:00   ( Nieuws )
Tags:  Stage I-III CRC tryptophan-kynurenine pathway metabolites
Dr. Biljana GigicVeranderingen in de tryptofaan-kynurenine stofwisselingsroute zijn in verband gebracht met de etiologie van colorectaalcarcinoom (CRC), maar de prognostische relevantie van deze route in CRC-patiënten is niet duidelijk. Een gepoolde analyse van zes prospectieve studies van het multinationale FOCUS-consortium heeft associaties tussen preoperatieve concentraties van circulerende metabolieten van deze route met all-cause mortaliteit onder CRC-patiënten geïnventariseerd. Dr. Biljana Gigic (Academisch Ziekenhuis Heidelberg, Duitsland) en collega’s publiceren de analyse in het International Journal of Cancer.1


De zes studies includeerden tezamen 2102 patiënten met stadium I tot en met III CRC. De onderzoekers bepaalden preoperatieve concentraties van tryptofaan, kynurenine, kynureninezuur (KA), xanthureenzuur (XA), 3-hydroxyanthranielzuur (HAA), anthranielzuur (AA), picolinezuur (PA), en quinolinezuur (QA). Tijdens mediaan 3,2 jaar follow-up (IQR 2,2-4,9) overleden 290 patiënten (13,8%). Hogere preoperatieve concentraties van tryptofaan (per verdubbeling HR 0,56; 95%-bti 0,41-0,76), XA (0,74; 0,64-0,85), en PA (0,76; 0,64-0,92) waren geassocieerd met lager risico van all-cause mortaliteit, terwijl hogere concentraties van HK (1,80; 1,47-2,21) en QA (1,31; 1,05-0,76) geassocieerd waren met hoger risico van all-cause mortaliteit. Een hogere kynurenine:tryptofaan-ratio, een marker van cel-gemedieerde immuunactivering, was geassocieerd met verhoogd risico van overlijden (per verdubbeling HR 2,07; 95%-bti ,52-2,83).

De onderzoekers concluderen dat metabolieten van de tryptofaan-kynurenineroute prognostische markers kunnen zijn van overleving van CRC-patiënten.

1.Damerell V, Klaassen-Dekker N, Brezina S et al. Circulating tryptophan-kynurenine pathway metabolites are associated with all-cause mortality among patients with stage I-III colorectal cancer. Int J Cancer 2024.35183

Summary: Pooled analysis of six prospective trials of the multinational FOCUS consortium found that tryptophan-kynurenine pathway metabolites may be prognostic markers of survival in CRC patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cohortstudie van associatie tussen onderlinge verbondenheid van ziekenhuizen en uitkomsten van patiënten met hersenmetastasen (0)
2024-09-24 13:30   ( Nieuws )
Tags:  hospital connectedness brain metastasis outcomes
Dr. Wenya Linda BiPatiënten met hersenmetastasen krijgen interdisicplinaire en in de Verenigde Staten vaak multicenter zorg. Een cohortstudie in Massachusetts heeft de associatie tussen onderlinge verbondenheid (connectedness) van ziekenhuizen en de uitkomsten van hun patiënten met hersenmetastasen geïnventariseerd. Dr. Wenya Linda Bi (Brigham and Women’s Hospital, Boston) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 4679 volwassen patiënten met hersenmetastasen die in 2018 en 2019 in Massachusetts behandeld werden. De mediane leeftijd was 64 jaar (IQR 57-73) en 55% waren vrouwen. De primaire eindpunten waren overlijden in het ziekenhuis en duur van verblijf in het ziekenhuis (LOS). Connectedness werd bepaald als gewogen som van banden van een ziekenhuis met andere ziekenhuizen. De figuur laat de interhospital connections zien. Onder de geïncludeerde patiënten waren er 993 (21%) die behandeling ondergingen in twee of meer ziekenhuizen. Ziekenhuizen met hoge graad van connectedness waren veelal klein, en de helft had geen subspecialiteit neuro-oncologie. Toegenomen connectedness was significant geassocieerd met lagere inpatient mortaliteit: het laagste kwartiel van connectedness was geassocieerd met een meer dan verdubbelde mortaliteit vergeleken met het hoogste kwartiel (OR 2,34; p=0,003). Deze associatie was onafhankelijk van het patiëntvolume van het ziekenhuis. Connectedness was ook geassocieerd LOS.

De onderzoekers concluderen dat hospital-to-hospital interconnectedness significant geassocieerd was met verbeterde klinische uitkomsten van patiënten met hersenmetastasen.

1.Tong L, Patel RV, Aizer AA et al. Role of hospital connectedness in brain metastasis outcomes. JAMA Network Open 2024;7:e2435051

Summary: A cohort study in Massachusetts found that relationships between hospitals are associated with changes in patient outcomes in the interdisciplinary care of patients with brain metastases, likely owing to specialized and interdisciplinary care required in the disease management.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cardiovasculaire ziekte en beroerte na maligniteiten en behandeling in ouderen: secundaire analyse van ASPREE (0)
2024-09-24 12:00   ( Nieuws )
Tags:  ASPREE trial CVD and stroke following cancer in older adults
Dr. Suzanne OrchardDe Aspirin in Reducing Events in the Elderly (ASPREE) in Australië en de Verenigde Staten randomiseerde community-dwelling oudere personen (leeftijd 70 jaar en ouder; 65 jaar en ouder in niet-Kaukasische personen in de Verenigde Staten) tussen maart 2010 en eind 2014 1:1 naar lage-dosering aspirine (100 mg per dag) of placebo. De interventie stopte op 12 juni 2017. Een secundaire analyse van de studie onderzocht de impact van een geschiedenis van maligniteiten en behandeling daarvoor op het risico van cardiovasculaire ziekte (CVD) en beroerte. Dr. Suzanne Orchard (Monash University, Melbourne) en collega’s publiceren de studie in Cancer.1

De studie includeerde 15.454 ouderen in Australië (87%) en de Verenigde Staten (13%). Onder deze patiënten waren er 1392 (9%) met een incidente diagnose van een maligniteit. Het eindpunt van de analyse was een composiet van hospitalisatie voor hartfalen (HHF), myocardinfarct (MI), en beroerte. Voor dit eindpunt was het risico tweemaal zo hoog onder de deelnemers met een maligniteit als onder de maligniteit-vrije deelnemers (20,8 versus 10,3 gebeurtenissen per 1000 persoonsjaren (IRR 2,03; 95%-bti 1,51-2,66) met verhoogd risico van MI, HHF, overall beroerte en ischemische beroerte. Deze risicoverhoging bleef statistisch significant na correctie voor klinische risicofactoren voor CVD. Chemotherapie was geassocieerd met verhoogd CVD-risico. Gebruik van aspirine had geen effect op het CVD-risico.

De onderzoekers concluderen dat oudere patiënten met maligniteiten een verhoogd risisco van MI, HHF, en beroerte hebben.

1.Muhandiramge J, Zalcberg JR, Warner ET et al. Cardiovascular disease and stroke following cancer and cancer treatment in older adults. Cancer 2024.35503

Summary: Secondary analysis of the randomized ASPREE trial found that incidence of cardiovascular disease and stroke was increased in older adults with cancer. Aspirin did not impact CVD incidence in these patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van neoadjuvante chemoradiotherapie versus neoadjuvante chemotherapie voor aanvankelijk niet-resectabel coloncarcinoom (0)
2024-09-23 15:00   ( Nieuws )
Tags:  LACC NACRT versus NACT
Dr. Rong ZhangNeoadjuvante chemotherapie (NACT) wordt gewoonlijk gebruikt voor het downstagen van de tumor en verhogen van het R0-resectiepercentage onder patiënten met lokaal-gevorderd coloncarcinoom (LACC). Neoadjuvante chemoradiotherapie (NACRT) is de standaard-behandeling voor lokaal-gevorderd rectumcarcinoom en lokaal-gevorderd slokdarmcarcinoom. Een fase 3-studie van Sun Yat-sen Universiteit (Guangzhou, China) heeft NACRT vergeleken met NACT voor aanvankelijk niet-resectabel LACC. Dr. Rong Zhang en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde 45 patiënten met aanvankelijk niet-resectabel LACC. De patiënten werden gerandomiseerd naar NACT (n=20) of NACRT (n=25). De NACT-groep kreeg vier drie-weekse cycli XELOX, en de NACRT-groep kreeg daaraan toegevoegd dagelijks bestraling (42,5 tot 50 Gy in 25 fracties). Patiënten die resectabel LACC ontwikkelden ondergingen 6 tot 12 weken na de neoadjuvante behandeling chirurgie gevolgd door adjuvante chemotherapie. Het percentage patiënten die R0-resectie ondergingen was 80% in de NACRT-groep versus 20% in de NACT-groep. Het primaire eindpunt van de studie was overall survival. De figuur laat zien dat de overall survival, progressievrije overleving, en lokale controle significant beter waren met NACRT dan met NACT. NACT en NACRT werden goed verdragen, zonder significante verschillen tussen de groepen in ernstige adverse events. Er waren geen graad 5 AEs.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van bestraling aan NACT voor aanvankelijk niet-resectabel LACC resulteerde in verhoging van het R0-percentage en verbetering van PFS en OS.

1.Zhang Z-T, Xiao W-W, Li L-R et al. Neoadjuvant chemoradiotherapy versus neoadjuvant chemotherapy for initially unresectable locally advanced colon cancer: short-term outcomes of an open-label, single-centre, randomised, controlled, phase 3 trial. eClinMed 2024.102836

Summary: A phase 3 trial at Sun Yat-sen University (Gunagzhou, China) found that addition of radiation to neoadjuvant chemotherapy for initially unresectable locally advanced colon cancer resulted in increased R0 resection rate and improved PFS and OS.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

SEER-database analyse van prognostische impact van tumor deposits in patiënten met colorectaalcarcinoom (0)
2024-09-23 13:30   ( Nieuws )
Tags:  CRC TDs
Prof. George ChangDe identificatie van tumor deposits (TDs) speelt slechts een beperkte rol in de stadiëring van colorectaalcarcinoom (CRC). Een analyse van gegevens in de SEER-database heeft de prognostische impact van TDs in patiënten na resectie van primair CRC onderzocht. Prof. George Chang (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de analyse in Cancer.1



In de SEER-database voor de periode van begin 2010 tot eind 2019 identificeerden de onderzoekers 147.783 patiënten met een diagnose stadium I tot en met III primair CRC. TDs waren aanwezig in 15.444 patiënten (10,5%). Aanwezigheid van TDs was significant geassocieerd met ongunstige tumorkenmerkn, waaronder gevorderd pathologisch stadium, nodale status, en metastasestatus. Aanwezigheid van TDs was geassocieerd met slechtere ziektespecifieke overleving (CSS; HR 3,12; 95%-bti 3,02-3,22), ook in analyses voor afzonderlijke N-categorieën; bijvoorbeeld N2a en TD-negatief (2,50; 2,37-2,64) versus N2a en TD-positief (3,75; 3,49-4,03). Aanwezigheid van meerdere TDs was geassocieerd met slechtere CSS vergeleken met een enkele TD in iedere gegeven N-categorie; bijvoorbeeld N2a met twee of meer TDs (HR 4,32; 95%-bti 3,87-4,82) versus N2a met een enkele TD (3,09; 2,65-3,61).

De onderzoekers concluderen dat TDs onafhankelijke voorspellers waren van slechtere uitkomsten onder patiënten met CRC.

1.Bhuthiana N, Peacock O, Uppal A et al. The prognostic impact of tumor deposits in colorectal cancer: more than just N1c. Cancer 2024; epub ahead of print

Summary: Analysis of data in the SEER database showed the tumor deposits are independent predictors of worse outcome in patients with colorectal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde studie van levertransplantatie plus chemotherapie versus alleen chemotherapie voor niet-resectabele CLM (0)
2024-09-23 12:00   ( Nieuws )
Tags:  TransMet trial unresectable colorectal liver metastases liver transplantation
Prof. René AdamPermanent niet-resectabele levermetastasen van colorectaalcarcinoom (CLMs) zijn geassocieerd met slechte lange-termijn overleving. De gerandomiseerde TransMet-studie, in twintig academische centra in België, Frankrijk, en Zwitserland, heeft levertransplantatie (LT) plus chemotherapie vergeleken met alleen chemotherapie voor permanent niet-resectabele CLMs. Prof. René Adam (Université de Paris-Saclay) en collega’s publiceren de studie in The Lancet.1


De studie includeerde patiënten met permanent niet-resectabele CLMs na resectie van BRAF-wildtype colorectaalcarcinoom dat responsief was op chemotherapie, een ECOG performance status 0 of 1, en geen extrahepatische ziekte. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar LT plus chemotherapie (n=47) of alleen chemotherapie (n=47). Elf patiënten in de LT plus chemotherapiegroep en negen patiënten in de alleen-chemotherapiegroep kregen niet de geplande behandeling, zodat de per-protocol analyse 36 respectievelijk 38 patiënten includeerde. De mediane leeftijd was 54,0 jaar; 59% waren mannen. De mediane follow-up was 59,3 maanden (IQR 42,4-60,2). Het vijf-jaars overal survival percentage was 56,6% in de LT plus chemotherapiegroep versus 12,6% in de alleen-chemotherapiegroep (HR 0,37; p=0,0003) in de intention-to-treat populatie en 73,6% in de LT plus chemotherapiegroep versus 9,3% in de alleen-chemotherapiegroep in de per-protocol populatie. Ernstige adverse events werden gerapporteerd voor 80% van de patiënten die LT ondergingen en 83% van de patiënten die alleen-chemotherapie ondergingen. Drie patiënten in de LT plus chemotherapiegroep ondergingen hertransplantatie, onder wie één die postoperatief overleed aan multiorgaanfalen.

De onderzoekers concluderen dat onder geselecteerde patiënten met permanent niet-resectabele CLMs. LT plus chemotherapie resulteerde in significante overlevingsvoordeel vergeleken met alleen chemotherapie.

1.Adam R, Piedvache C, Chiche L et al. Liver transplantation plus chemotherapy versus chemotherapy alone in patients with permanently unresectable colorectal liver metastases (TransMet): results from a multicentre, open-label, prospective, randomised controlled trial. Lancet 2024;404;1107-118

Summary: The randomized TransMet trial, at 20 tertiary centers in Europe, found that in selected patients with permanently unresectable colorectal liver metastases, liver transplantation plus chemotherapy significantly improved survival versus chemotherapy alone.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)