Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Werkzaamheid van bivalent HPV-vaccin tegen invasief cervixcarcinoom en CIN3+ in Nederland (0)
2025-05-27 13:30   ( Nieuws )
Tags:  bivalent HPV vaccine cervical cancer and CIN3+
Marit MiddeldorpHet tegen cervixcarcinoom beschermende effect van HPV-vaccinatie is aangetoond in registry linkage studies met beginleeftijd van screening lager dan 25 jaar. In Nederland begint de routinematige screening op de leeftijd van 30 jaar. Een retrospectieve studie van het RIVM (Bilthoven) heeft de werkzaamheid van een bivalent HPV16/18 vaccin tegen cervixcarcinoom en CIN3+ geëvalueerd onder vrouwen in Nederland. PhD-student Marit Middeldorp en collega’s publiceren de studie in The Lancet Regional Health Europe.1

De onderzoekers inventariseerden de vaccinatiestatus van vrouwen geboren in 1993 die op de leeftijd 16 jaar in aanmerking kwamen voor HPV-vaccinatie, en linkten deze informatie met histopathologische resultaten in Palga. De vrouwen werden onderscheiden in een groep volledig gevaccineerden (drie doses of twee doses met een interval van 150 dagen), een groep gedeeltelijk gevaccineerden, en een groep niet-gevaccineerden. Er waren 5 gevallen van cervixcarcinoom onder de 47.130 volledig-gevacineerden (0,011%), twee onder de 5098 gedeeltelijk gevaccineerden (0,039%), en 42 onder 50.831 niet-gevaccineerden (0,083). De cumulative risk ratio voor volledig-gevaccineerden versus niet-gevaccineerden was 0,085 (95%-bti 0,025-0,24) voor cervixcarcinoom en 0,19 (0,16-0,23) voor CIN3+. De CRR voor gedeeltelijk-gevaccineerden versus niet-gevaccineerden was 0,52 (95%-bti 0,12-1,71) voor cervixcarcinoom en 0,42 (0,30-0,57) voor CIN3+

De onderzoekers concluderen dat de bescherming door het bivalente vaccin aanhoudt tot tenminste de leeftijd 30 jaar.

1.Middeldorp M, Brouwer JGM, Duijster JW et al. The effect of bivalent HPV vaccination against invasive cervical cancer and cervical intraepithelial neoplasia grade 3 (CIN3+) in the Netherlands: a population-based linkage study. Lancet Reg Health Europe 2025.101327

Summary: A population-based retrospective study in The Netherlands found that bivalent HPV16/18 vaccination was associated with reduced risk of cervical cancer and CIN3+, indicating the vaccine protection extends at least until age 30 years.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange termijn klinische uitkomsten van metastatisch-melanoompatiënten met aanvankelijk stabiele ziekte op pembrolizumab (0)
2025-05-27 12:00   ( Nieuws )
Tags:  MM SD with pembrolizumab long-term outcomes
Dr. Eva EllebaekEen substantieel aantal patiënten die anti-PD-1 monotherapie krijgen voor metastatisch melanoom (MM) heeft aanvankelijk stabiele ziekte (SD), maar de real-world prognose van deze patiënten is niet duidelijk. Een Denemarken-brede cohortstudie heeft real-world uitkomsten van patiënten die pembrolizumab kregen voor MM geïnventariseerd. Dr. Eva Ellebaek (Academisch Ziekenhuis Kopenhagen) en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Cancer.1

In de Danish Metastatic Melanoma Database identificeerden de onderzoekers 1048 patiënten die tussen begin juli 2014 en eind april 2022 pembrolizumab kregen voor niet-resectabel stadium III of stadium IV melanoom. Onder deze patiënten hadden 233 (22,2%) aanvankelijk SD, met een mediane progressievrije overleving van 14,7 maanden en een mediane overall survival van 50,1 maanden. In 44 (18,9%) respectievelijk 52 (22,3%) van deze patiënten werd vervolgens partiële respectievelijk complete respons gezien. Deze patiënten hadden significant betere PFS dan patiënten met aanhoudende SD (PR: HR 0,52; p=0,003; CR: HR 0,15; p<0,001); deze overlevingsresultaten waren vergelijkbaar met die van patiënten met aanvankelijke PR en CR. Negenenveertig patiënten (21,0%) met aanvankelijke SD hadden tijdens mediaan 82,3 maanden follow-up aanhoudende SD.

De onderzoekers concluderen dat onder MM-patiënten met aanvankelijke SD op pembrolizumab 40% vervolgens objectieve respons ontwikkelden, met betere lange-termijn prognose dan patiënten met aanhoudende SD.

1.Mansfield Noringriis I, Donia M, Madsen K et al. Long-term clinical outcome of patients with metastatic melanoma and initial stable disease during anti-PD-1 checkpoint inhibitor immunotherapy with pembrolizumab. Br J Cancer 2025-03048-8

Summary: A Denmark-wide cohort study found that among metastatic melanoma patients with initial stable disease on pembrolizumab monotherapy, 40% developed a subsequent objective response, with improved long-term prognosis comparable to patients with initial response.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Skeletspierdichtheid als voorspeller van pathologisch complete respons op neoadjuvante chemo-immuuntherapie in TNBC (0)
2025-05-26 15:00   ( Nieuws )
Tags:  TNBC SMD pCR to neoadjuvant chemoimmunotherapy
Dr. Kabsoo ShinEr is geen duidelijkheid over de voorspellende waarde van spier-gerelateerde indicatoren onder TNBC-patiënten die neoadjuvante therapie ondergaan. Een retrospectieve studie van de Katholieke Universiteit van Korea (Seoel) heeft de pathologisch complete respons (pCR)-voorspellende waarde geïnventariseerd van skeletspierdichtheid (SMD) in TNBC-patiënten die neoadjuvante chemotherapie (NACT) of neoadjuvante chemo-immuuntherapie (NACIT) kregen. Dr. Kabsoo Shin en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

Tussen begin maart 2021 en eind maart 2024 kregen in het ziekenhuis van de universiteit 144 TNBC-patiënten neoadjuvante therapie: 42 kregen NAC met paclitaxel/carboplatine gevolgd door doxorubicine, en 122 kregen NACIT (NAC plus pembrolizumab). SMD werd bepaald met CT op L3-niveau. Hogere SMD was significant geassocieerd met jeugdigere leeftijd, lagere body mass index, en minder comorbiditeiten. In de groep die NACIT kreeg was hoge SMD (n=68) vergeleken met lage SMD (n=34) geassocieerd met hoger pCR-percentage (63,2% versus 44,1%; p=0,066). In multivariate analyse waren hogere SMD (per 5-eenheden toename OR 1,67; p=0,003) en hogere PD-L1 combined positive score (per 10-eenheden toename OR 1,38; p=0,019) voorspellen voor het bereiken van pCR. De mediane gebeurtenisvrije overleving (EFS) was significant langer in de groep met hoge SMD (p=0,017) en onder patiënten met pCR (p<0,001). In de NACT-groep was de SMD niet geassocieerd met pCR of EFS.

De onderzoekers concluderen dat CT-bepaalde SMD een reflectie was van fysieke reserve in TNBC-patiënten die neoadjuvante therapie kregen. SMD was een predictieve marker voor werkzaamheid van NACIT.

1.Mun HS, Kim SH, Lee J et al. Skeletal muscle density as a predictive marker for pathologic complete response in triple-negative breast cancer treated with neoadjuvant chemoimmunotherapy. Cancers 2025;17:1768

Summary: A retrospective study at The Catholic University of Korea (Seoul) found that CT-meaured skeletal muscle density reflected the physical reserve in TNBC patients receiving neadjuvant therapy and was a predictive marker for achieving pCR to neoadjuvant chemo-immunotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cohortstudie van simpele hysterectomie als alternatief voor radicale hysterectomie voor vroeg-stadium cervixcarcinoom (0)
2025-05-26 13:30   ( Nieuws )
Tags:  early-stage cervical cancer simple hysterectomy
Het is niet duidelijk of simpele hysterectomie een veilig alternatief is voor radicale hysterectomie onder patiënten met vroeg-stadium cervixcarcinoom. Onderzoekers van Sichuan Universiteit (Chengdu, China) hebben in een retrospectieve cohortstudie op basis van gegevens in de SEER-database oncologische uitkomsten na simpele en radicale hysterectomie voor vroeg-stadium cervixcarcinoom geïnventariseerd. Prof. Mingrong Xi en collega’s publiceren de studie in Annals of Surgical Oncology.1

In de database over de periode van begin 2004 tot eind 2015 identificeerden de onderzoekers 5144 patiënten met vroeg-stadium cervixcarcinoom, met tumorgrootte 2 cm of kleiner, geen lymfekliermetastase en geen afstandsmetastase. Van deze patiënten ondergingen 2454 (47,7%) radicale hysterectomie en 2690 (52,3%) simpele hysterectomie. Propensity matching resulteerde in twee groepen van elk 2116 patiënten. Tussen de groepen met simpele en radicale hysterectomie waren geen verschillen in ziektespecifieke overleving (HR 1,00; p=0,985) en overall survival (HR 0,90; p=0,256). In multivariate analyse was type hysterectomie geen onafhanfkelijke prognostische factor voor ziektespecifieke overleving (p=0,707) of overall survival (p=0,103).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met vroeg-stadium cervixcarcinoom de oncologische uitkomsten niet slechter waren na simpele hysterectomie dan na radicale hysterectomie.

1.Pei K, Dongmei Li MM, Mingrong X. Simple hysterectomy as a viable alternative to radical hysterectomy for early-stage cervical cancer: a population-based cohort study. Ann Surg Oncol 2025-17520-5

Summary: A retrospective cohort study using the SEER database found that among patients with early-stage cervical cancers, oncologic outcomes were not significantly different after simple hysterectomy compared with radical hysterectomy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van toevoegen van lenvatinib aan eerstelijns pembrolizumab en chemotherapie voor mnsqNSCLC (0)
2025-05-26 12:00   ( Nieuws )
Tags:  LEAP-006 study metastatic nonsquamous non-small cell lung cancer
Prof. Roy HerbstPembrolizumab plus pemetrexed en platina-gebaseerde chemotherapie (carboplatine of cisplatine) is een standaard eerstelijns behandeling voor metastatisch niet-squameus niet-kleincellig longcarcinoom (mnsqNSCLC). De multinationale fase 3-studie LEAP-006 evalueerde toevoegen van lenvatinib aan deze behandeling. Prof. Roy Herbst (Yale School of Medicine, New haven CT) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Thoracic Oncology.1

LEAP-006 includeerde 748 patiënten met niet-eerder behandeld mnsqNSCLC zonder targetable veranderingen. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar lenvatinib 8 mg (n=375) of placebo (n=373) eenmaal daags toegevoegd aan vier cycli pembrolizumab plus pemetrexed en platina-gebaseerde chemotherapie, gevolgd door ten hoogste 35 cycli pembrolizumab plus pemetrexed. De behandeling werd voortgezet tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Primaire eindpunten waren progressievrije overleving en overall survival. De mediane PFS was 12,1 maanden in de lenvatinibgroep versus 9,3 maanden in de placebogroep (HR 0,88; p=0,0796) en de mediane OS in de twee groepen was 21,8 versus 22,1 maanden (HR 1,05; p=0,7082); graad 3 en hoger treatment-related adverse events werden gezien in 69,7% respectievelijk 55,6%; graad 5 TRAEs in 5,6% respectievelijk 2,7%.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van lenvatinib aan eerstelijns pembrolizumab plus chemotherapie niet resulteerde in betere uitkomsten onder patiënten met mnsqNSCLC.

1.Herbst RS, Cho BC, Zhou C et al. Lenvatinib plus pembrolizumab, pemetrexed, and a platinum as first-line therapy for metastatic nonsquamous non-small-cell lung cancer: phase 3 LEAP-006 study. J Thor Oncol 2025.05.016

Summary: The multinational phase 3 LEAP-006 study found that among patients with metastatic nonsquamous non-small cell lung cancer, addition of lenvatinib to first-line pembrolizumab and chemotherapy did not significantly improve PFS or OS.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van ramucirumab plus irinotecan versus irinotecan voor ramucirumab-refractair gevorderd maagcarcinoom (0)
2025-05-25 15:00   ( Nieuws )
Tags:  RINDBeRG trial AGC
Dr. Narikazu BokuVoortzetting van antiangiogene middelen na progressie leidt tot overlevingsprofijt in verscheidene typen maligniteiten. De multicenter fase 3-studie RINDBeRG in Japan randomiseerde patiënten met gevorderd of recidiverend carcinoom van maag- of slokdarm-maagoverving (AGC) die eerder progressie hadden op ramuccirumab-gebaseerde behandeling naar ramucirumab plus irinotecan (combinatiegroep) of irinotecan monotherapie als derde- of laterelijns behandeling. Dr. Narikazu Boku (Universiteit van Tokio) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1




De studie includeerde volwassen patiënten (in Japan 20 jaar of ouder). De combinatiegroep telde 202 patiënten en de monotherapiegroep 200. De figuur laat zien dat de overall survival (primair eindpunt) niet beter was in de combinatiegroep dan in de monotherapiegroep, terwijl de progressievrije overleving significant beter was in de combinatiegroep dan in de monotherapiegroep. Ook de disease control rate was beter in de combinatiegroep (64,4% versus 52,1%; p=0,03). Adverse events met de combinatie waren manageable.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van ramuricumab aan irinotecan niet resulteerde in verbetering van de OS in AGC-patiënten die eerder progressie hadden op ramucirumab-bevattende therapie.

1.Sakai D, Kadowaki Sm Kawabata R et al. Randomized phase III trial of ramucirumab beyond progression plus irinotecan in patients with ramucirumab-refractory advanced gastric cancer: RINDBeRG trial. J Clin Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 3 RINDBeRG trial in Japan found that adding ramucirumab to irinotecan did not provide a significant OS advantage over irinotecan alone in patients with advanced gastric cancer who had progressed during ramucirumab-containing therapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1a-1b studie van anlotinib voor kinderen met hoog-risico recidiverend of refractair sarcoom (0)
2025-05-25 12:00   ( Nieuws )
Tags:  R R sarcoma in children anlotinib
Prof. Yizhuo ZhangAnlotinib is een nieuwe multitargeted TKI. De veiligheid, aanbevolen dosering, en werkzaamheid van anlotinib voor pediatrische patiënten is niet goed bekend. Een fase 1a-1b studie van Sun Yat-sen University Cancer Center (Guangzhou, China) heeft anlotinib voor kinderen met hoog-risico recidiverend of refractair (R/R) sarcoom geëvalueerd. Prof. Yizhuo Zhang en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1



De studie includeerde 34 patiënten in de leeftijd van vijf tot en met achttien jaar, die in een 3+3 design oplopende doseringen anlotinib eens per dag kregen gedurende de eerste twee weken van drie-weekse cycli. De behandeling werd voortgezet tot progressie van de ziekte of niet-acceptabele toxiciteit, of gedurende een jaar. De hoogst-verdragen dosering en aanbevolen fase 2-dosering kwam uit op 8 mg voor kinderen met een lichaamsgewicht lager dan 35 kg en 12 mg voor zwaardere kinderen. Alle patiënten hadden met deze dosering adverse events, waarvan de meeste graad 1 of 2 waren. Er waren geen graad 4 of 5 AEs. Er was geen objectieve responsen; de disease control rate was 52,4% (95%-bti 29,1-75,7). Onder de dertien patiënten die anlotinib kregen gedurende een jaar waren twee-jaars percentages voor PFS en OS 84,6% (95%-bti 51,2-95,9) respectievelijk 92,3% (56,6-98,9).

De onderzoekers concluderen de anlotinib in pediatrische patiënten goed verdragen werd, en voorlopige aanwijzingen voor werkzaamheid heeft laten zien voor R/R sarcoom in kinderen.

1.Lu S, Que Y, Liu D et al. Safety and feasibility of anlotinib in children with high risk, recurrent or refractory sarcomas: an open-label, single-centre, single-arm, phase Ia/Ib trial. eClinMed 2025.103258

Summary: A phase 1a-1b trial at Sun Yat-sen University Cancer Center (Guangzhou, China) found tolerability and preliminary evidence of efficacy of anlotinib as a maintenance therapy in pediatric patients with high risk, relapsed or refractory sarcoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde fase 1b-studie van intratympanische injecties van DB-020 voor reduceren van ototoxiciteit van cisplatine (0)
2025-05-24 15:00   ( Nieuws )
Tags:  high-dose cisplatin ototoxicity DB-020
Prof. Benedict PanizzaDB-020 is een formulering van thiosulfaat voor intratympanische (IT) injectie om ototoxiciteit van hoge-dosering cisplatine te verminderen. Een gerandomiseerde fase 1b-studie in vijf centra in Australië en de Verenigde Staten heeft de veiligheid en werkzaamheid van DB-20 geïnventariseerd. Prof. Benedict Panizza (Princess Alexandra Hospital, Brisbane) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde volwassen patiënten die gepland waren voor tenminste drie cycli cisplatine met een totale cumulatieve blootstelling van tenminste 280 mg/m2. De patiënten kregen IT DB-020, in doseringsniveau 12% of 25%) in het ene oor en placebo in het andere oor, iedere drie of vier weken, binnen drie uur voor de toediening van cisplatine. Primaire eindpunten waren veiligheid en tolerabiliteit; het secundaire eindpunt was audiometrisch bepaalde ototoxiciteit.

De studie includeerde 22 patiënten (mediane leeftijd 55,1 jaar), die gemiddeld 2,3 cycli cisplatine kregen met een gemiddelde cumulatieve dosering 255 mg/m2. Twintig patiënten ondergingen baseline- en follow-up audiometrie. Kortdurende oorpijn werd vaak gerapporteerd na de IT-injecties, maar er waren geen persistente lymfanische perforaties of andere ernstige adverse events. De figuur laat zien dat de ototoxiciteit (250-8.000 Hz) significant vaker werd gezien in de placebo-oren dan in de DB-020 behandelde oren (p=0,0027).

De onderzoekers concluderen dat DB-020 IT-injecties werden verdragen en resulteerden in reductie van ototoxiciteit van hoge-dosering cisplatine.

1.Panizza BJ, O’Leary SJ, Hart CD et al. Randomized phase 1b clinical trial of DB-020 intratympanic injections to reduce high-dose cisplatin ototoxicity. J Clin Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: A multicenter phase 1b trial in Australia and the USA found that DB-020 intratypanic injections were tolerated and showed meaningful reductions in cisplatin ototoxicity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)