
De studie vergeleek prospectieve data van een groep van 110 patiënten die NECTORS kregen met een historisch cohort van 232 patiënten de CCRT kregen. Patiënten in de NECTORS-groep kregen die cycli neoadjuvant docetaxel en cisplatine gevolgd door TORS en halsdissectie. Patiënten in de CCRT-groep kregen hoge-dosering cisplatine en radiotherapie. De mediane follow-up was 5,8 jaar in de CCRT-groep en 5,1 jaar in de NECTORS-groep. In de CCRT-groep hadden elf patiënten (4,7%) locoregionaal recidief (LRR), vijf patiënten (2,2%) LRR en DM, en 28 (12,1%) alleen DM. In de NECTORS-groep hadden vijf patiënten (4,5%) LRR, één patiënt (0,9%) LRR en DM, en geen patiënt alleen DM. Na matching voor T- en N-stadia was in multivariate analyse de HR voor ontwikkeling van DM voor CCRT versus NECTORS 9,98 (95%-bti 1,29-77,29). De figuur laat zien dat de vijf-jaars mortaliteit 20% bedroeg in de CCRT-groep versus 0 in de NECTORS-groep.
De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met stadium III of IVa OPSCC NECTORS vergeleken met CCRT resulteerde in verlaging van het DM-risico.
1.Sadeghi N, Subramaniam T, Richardson K et al. Neoadjuvant chemotherapy and transoral robotic surgery for human papillomavirus-related oropharyngeal cancer. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2024.3303
Summary: A multicenter retrospective study found that among patients with stage III or IVa OPSCC neoadjuvant chemotherapy followed by transoral robotic surgery and neck dissection compared with concurrent chemoradiation was associated with decreased risk of distant metastasis.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)