Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Retrospectieve SEER-Medicare database analyse van gebruik van adjuvant capecitabine voor vroeg TNBC in oudere patiënten (0)
2025-03-02 13:00   ( Nieuws )
Tags:  early-stage TNBC in older patients use of adjuvant capecitabine
Dr. Mariana Chavez-MacGregorPatiënten met vroeg-stadium triple-negatief mammacarcinoom (TNBC) en residuele ziekte na neoadjuvante chemotherapie (NACT) hebben baat bij adjuvant capecitabine. Oudere patiënten worden niet altijd behandeld volgens de richtlijnen, waarschijnlijk vanwege zorgen over tolerantie. Een retrospectieve analyse van de SEER-Medicare database heeft gebruik van adjuvant capecitabine in oudere patiënten (66 jaar en ouder) met vroeg TNBC geïnventariseerd. Dr. Mariana Chavez-MacGregor (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1


De analyse includeerde oudere patiënten met een diagnose vroeg-stadium TNBC tussen begin 2010 en eind 2019, die NACT kregen en chirurgie ondergingen. Onder de 1799 patiënten in de database kregen 239 (13,3%) adjuvant capecitabine. Gebruik van capecitabine nam toe van 1,3% in 2010 tot 29,6% in 2019. Leeftijd 71 jaar of ouder (OR 0,54; 95%-bti 0,32-0,92) en twee of meer comorbiditeiten (0,42; 0,20-0,90) waren geassocieerd met lagere waarschijnlijkheid van ontvangst van tenminste zes cycli capecitabine. Onder de patiënten die capecitabine kregen werden 55 (23%) behandeld op de spoedeisende-zorgafdeling of gehospitaliseerd. Ontvangst van vier of meer cycli capecitabine was geassocieerd met verlaagd risico van overlijden (HR 0,74; 95%-bti 0,66-0,83) en ziektespecifiek overlijden (0,73; 0,61-0,89).

De onderzoekers concluderen dat gebruik van adjuvant capectabine voor vroeg-stadium TNBC in oudere patiënten in het afgelopen decennium is toegenomen en geasssocieerd was met betere overleving.

1.Sullivan M, Lei X, Karuturi M et al. Use of adjuvant capecitabine in older patients with early-stage triple-negative breast cancer. Breast Cancer Res Treat 2025-07637-2

Summary: Retrospective analysis of the SEER-Medicare database found that in recent years, adjuvant capecitabine is increasingly used for older patients with early-stage TNBC. Patients with older age and more comorbidities received fewer cycles of capecitabine. While one-fourth of patients had emergency room visits and hospitalizations, receipt of more cycles was associated with better survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Achteruitgang van fysieke gezondheid na chemotherapie of endocriene therapie onder overlevers van mammacarcinoom (0)
2025-03-01 16:00   ( Nieuws )
Tags:  Cancer Prevention Study-3 BC physical health decline after CT or ET
Dr. Lauren TerasVrouwen met een geschiedenis van mammacarcinoom (BC) ervaren sterkere achteruitgang van de fysieke gezondheid dan voor leeftijd gematchte vrouwen zonder geschiedenis van een maligniteit. Een prospectieve cohortstudie in de Verenigde Staten heeft onderzocht of de mate van achteruitgang verschilt tussen patiënten die chemotherapie versus endocriene therapie hebben gekregen. Dr. Lauren Teras (American Cancer Society, Atlanta GA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De cohortstudie was onderdeel van de Cancer Prevention Study-3, een prospectieve studie die tussen begin 2006 en eind 2023 deelnemers includeerde in 37 staten en territoria van de Verenigde Staten. De nu gepubliceerde analyse includeerde 2566 vrouwelijke overlevers van niet-metastatisch BC en 12.826 voor leeftijd gematchte vrouwen zonder geschiedenis van een maligniteit.De mediane leeftijd bij de BC-diagnose was 56,3 jaar (IQR 49,9-61,9). Onder de overlevers hadden 1223 (47,7%) endocriene therapie gekregen, 276 (10,8%) chemotherapie, en 634 (24,7%) zowel chemotherapie als endocriene therapie. De deelnemers beantwoordden vragenlijsten over hun fysieke gezondheid. Vergeleken met de vrouwen zonder geschiedenis van een maligniteit was de achteruitgang van de fysieke gezondheid binnen twee jaar na de diagnose sterker onder BC-overlevers na endocriene therapie (β= -1,12; 95%-bti -1,64 tot -0,60), chemotherapie (-3,13; -4,19 tot -2,07), of beide (-3,26; -3,97 tot -2,55). De achteruitgang onder de gebruikers van endocriene therapie werd alleen gezien onder gebruikers van aromataseremmers. Meer dan twee jaar na de diagnose werd de achteruitgang alleen gezien onder vrouwen die chemotherapie hadden gekregen.

De onderzoekers concluderen dat BC-overlevers die chemotherapie hadden gekregen langdurige achteruitgang van de fysieke gezondheid rapporteerden; een fenomeen dat niet werd gezien onder overlevers die endocriene therapie zonder chemotherapie hadden gekregen.

1.Bodelon C, Masters M, Bloodworth DE et al. Physical health decline after chemotherapy or endocrine therapy in breast cancer survivors. JAMA Network Open 2025;8:e2462365

Summary: A prospective cohort study in the United States found that among breast cancer survivors, those who received chemotherapy had long-lasting physical health decline compared with aged-matched women without cancer, unlike survivors who received endocrine therapy without chemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van neoadjuvant cabozantinib voor lokaal-gevorderd niet-metastatisch heldercellig niercelcarcinoom (0)
2025-03-01 14:30   ( Nieuws )
Tags:  LA ccRCC neoadjuvant cabozantinib
Dr. Mehmet BilenCabozantiib is een orale multikinaseremmer die is goedgekeurd voor de behandeling van metastatisch niercelcarcinoom. Een fase 2-studie van Emory University (Atlanta GA) heeft neoadjuvant cabozantinib geëvalueerd voor niet-metastatisch lokaal-gevorderd heldercellig niercelcarcinoom (LA ccRCC). Dr. Mehmet Bilen en collega’s publiceren de studie in Nature Cancer.1

De figuur toont de opzet en resultaten van de studie, die zeventien patiënten includeerde die in de neoadjuvante setting twaalf weken oraal cabozantinib 60 mg eenmaal daags kregen, gevolgd door chirurgische resectie. Het primaire eindpunt was objective response rate na twaalf weken. Partiële respons werd gezien in zes patiënten (35%), terwijl de overige elf patiënten stabiele ziekte hadden. De meest-frequente adverse events waren diarree (70,6%), anorexie (58,8%), vermoeidheid (58,8%), hypertensie (58,8%) en palmoplantaire erytrodysesthesie (52,9%); er waren geen graad 4 of 5 AEs gerelateerd aan cabozantinib of de chirurgie. Eén-jaars percentages voor ziektevrije overleving en overall survival waren 82,4% (95%-bti 54,7-93,9) respectievelijk94,1% (65-99,1). De behandeling was geassocieerd met activering van CD8+ T-cellen in het bloed, depletie van myeloïde populaties, en inductie van immuunniches voor TCF1+ stem-like CD8+ T cells.

De onderzoekers concluderen dat neoadjuvant cabozantinib voor niet-metastatisch LA ccRCC klinische actief en veilig was.

1.Bilen MA, Vo BT, Liu Y et al. Neoadjuvant cabozantinib for locally advanced nonmetastatic clear cell renal cell carcinoma: a phase 2 trial. Nature Cancer 2025-00922-5

Summary: A phase 2 trial at Emory University (Atlanta, GA) found clinical activity and safety of neoadjuvant cabozantinib for locally advanced nonmetastatic clear cell renal cell carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van HER2-verlies na trastuzumab deruxtecan voor metastatisch mammacarcinoom (0)
2025-03-01 13:00   ( Nieuws )
Tags:  mBC T-DXd HER2 loss
Prof. Funda Meric-BernstamTrastuzumab deruxtecan (T-DXd) is goedgekeurd voor de behandeling van HER2-positief en HER2-laag metastatisch mammacarcinoom (mBC), en voor HER2-positief maagcarcinoom, HER2-gemuteerd longcarcinoom, en solide tumoren met HER2-overexpressie. Een retrospectieve studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft mogelijke verandering van de HER2-status na T-DXd voor HER2-positief mBC geïnventariseerd. Prof. Funda Meric-Bernstam en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde 41 patiënten die T-DXd voor mBC kregen en pre- en post-treatment biopsie ondergingen voor immuunhistochemische bepaling van de HER2-status. HER2-verlies werd gezien in 11 patiënten (32,4% van de patiënten met pre-treatment HER2-expressie. Tien andere patiënten (29,4%) hadden verlaging van de HER2-score na T-DXd behandeling.



De onderzoekers concluderen dat HER2-verlies en verlaging van HER2-expressie frequent voorkomen in mBC-patiënten die met T-DXd behandeld worden. Herevaluatie van de HER2-status na T-DXd dient te worden overwogen alvorens een volgende HER2-gerichte therapie te starten.

1.Gouda MA, Gonugunta A, Dumbrava EE et al. Human epidermal growth factor receptor 2 loss following treatment with trastuzumab deruxtecan in patients with metastatic breast cancer. Clin Cancer Res 2025; epub ahead of print

Summary: A retrospective study at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found that HER2 loss and decrease in HER2 expression were common in mBC patients receiving T-DXd.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van gestandaardiseerd algoritme met ondersteuning door experts op vroege mortaliteit in acute promyeolocytische leukemie (0)
2025-02-28 16:00   ( Nieuws )
Tags:  ECOG-ACRIN EA9131 APL
Prof. Anand JillellaAcute promyelocytische leukemie (APL) is een ziekte met cytopenie, infecties, en gedissemineerde intravasculaire coagulatie bij presentatie. Vanwege de acute presentatie, comorbiditeiten, het relatief weinig voorkomen van APL, en gebrek aan ervaring onder de behandelaars kan de mortaliteit in de eerste maand 30% bedragen. De niet-gerandomiseerde ECOG-ACRIN EA9131 studie in de Verenigde Staten heeft een behandelstrategie geëvalueerd om de vroege mortaliteit in APL te verlagen. Prof. Anand Jillella (Universiteit van Augusta, GA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie werd uitgevoerd in zes APL-expertisecentra en 37 community centers. De onderzoekers ontwikkelden een gestandaardiseerd behandelingsalgoritme dat gericht was op ondersteunende zorg, met 24/7 ondersteuning door experts van de expertisecentra. Bij presentatie van een patiënt met APL werd contact gezocht met één van de experts en werd een behandelplan opgesteld op grond van het algoritme en suggesties van de expert. Tussen augustus 2017 en augustus 2021 includeerde de studie 201 patiënten (mediane leeftijd 53 jaar; range 18-91; 35,8% in de leeftijd van 60 jaar of ouder; 52,2% mannen). Tweeënvijftig patiënten (26,4%) hadden hoog-risico APL. In de eerste maand na de diagnose overleden zes patiënten (3,0%; 95%-bti 1,1-6,4); de één-maands overall survival was 97,0%; 95%-bti 93,5-98,6) en het één-jaars OS-percentage was 94,5% (90,3-96,9).

De onderzoekers concluderen dat gebruik van het algoritme met ondersteuning door een expert resulteerde in ‘dramatische’ afname van vroege mortaliteit onder patiënten met APL.

1.Jillella AP, Lee SJ, Altman JK et al. Academic community partnership in acute promyelocytic leukemia and early mortality. The ECOG-ACRIN EA9131 trial. JAMA Oncol (2025) 2024.7033

Summary: The multicenter nonrandomized ECOG-ACRIN EA9131 trial in the United States found that use of a standardized treatment algorithm combined with expert support resulted in decrease in early death of patients with acute promyelocytic leukemia.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van risico van tweede maligniteit onder patiënten met Erdheim-Chester ziekte (0)
2025-02-28 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ECD risk of second cancer
Prof. Augusto VaglioErdheim-Chester ziekte (ECD) is een klonaal-inflammatoire aandoening die wordt gedreven door veranderingen in genen van de MAPK-route. Een retrospectieve studie in twee histiocytosecentra in Frankrijk en Italië heeft het risico van tweede maligniteiten onder patiënten met ECD geïnventariseerd. Prof. Augusto Vaglio (Universiteit van Florence) en colleag’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

Tussen begin 2000 en eind 2023 werden in de twee centra 515 ECD-patiënten gezien. In 146 van deze patiënten werden maligniteiten gezien: hematologische maligniteiten in 73 patiënten (14%) en solide maligniteiten in 87 patiënten (17%); 14 patiënten (3%) hadden zowel hematologische als solide maligniteiten. In 63 patiënten (43%) werd de diagnose van een andere maligniteit eerder gesteld dan de ECD-diagnose, terwijl in 83 patiënten (57%) de tweede maligniteit gelijktijdig met of na de ECD-diagnose gedetecteerd werd. Vergeleken met ECD-patiënten zonder geasssocieerde maligniteit waren patiënten met tweede maligniteiten op het moment van ECD-diagnose ouder, ze waren meer frequent mannen, en ze hadden een hogere frequentie van cardiovasculaire risicofactoren. Onder maligniteiten die werden gedetecteerd na de ECD-diagnose bereikte de incidentie van hematologische maligniteiten een plateau na tien jaar, terwijl de incidentie van solide maligniteiten toe bleef nemen. De overall waarschijnlijkheid van tweede maligniteiten onder ECD-patiënten bedroeg 36% na twintig jaar. Vergeleken met de algemene Franse bevolking was het risico van een tweede maligniteit onder de ECD-patiënten bijna vijfmaal hoger (SIR 4,84; 95%-bti 4,11-5,62).

De onderzoekers concluderen dat de studie een associatie heeft laten zien tussen ECD en het risico van een tweede maligniteit.

1.Pegorano F, Peyronel F, Errahmani M-Y et al. Risk of second cancer in Erdheim-Chester disease. JAMA Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: A retrospective study in France and Italy found an association between Erdheim-Chester disease and an increased risk of a second cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van adherentie aan follow-up richtlijn na behandeling voor stadium II en III CRC in Nederland (0)
2025-02-28 13:00   ( Nieuws )
Tags:  stage II and III CRC follow-up adherence
Tara BouteNa behandeling voor colorectaalcarcinoom (CRC) ondergaan patiënten vijf jaar follow-up met CEA-testen, imaging, en coloscopie. Een retrospectieve cohortstudie in Nederland evalueerde adherentie aan de CRC follow-up richtlijn tot 2021 en de associatie van deze adherentie met curatieve-intentie behandeling van recidief. PhD-student Tara Boute (Amsterdam UMC) en collega’s publiceren de studie in Cancer Medicine.1

De studie includeerde 430 stadium II of III CRC-patiënten met recidiverende ziekte binnen drie jaar na de diagnose. De figuur laat zien dat onder deze patiënten 18,3% minder CEA-testen hadden ondergaan dan was aanbevolen; 41,3% minder imaging; 56,1% minder coloscopiën, met lager dan aanbevolen adherentie voor de drie modaliteiten tezamen in 71,9% van de patiënten. Factoren die geassocieerd waren met minder follow-up momenten waren locatie van de tumor, leeftijd, comorbiditeiten, tumordifferentiatie, en gebruik van adjuvante chemotherapie. Patiënten die minder dan aanbevolen CEA-testen hadden ondergaan hadden hoger risico van symptoom-gedetecteerd recidief (OR 4,8; 95%-bti 2,9-8,1) en een lagere waarschijnlijkheid van curatieve-intentie behandeling (0,5; 0,3-0,9). Ontvangst van minder dan aanbevolen imaging en coloscopieën was niet significant geassocieerd met curatieve-intentie behandeling.

De onderzoekers concluderen dat de studie inzicht levert in adherentie van follow-up na behandeling voor stadium II of III CRC in Nederland.

1.Boute TC, van Eekelen R, Elferink MAG et al. Follow-up adherence after treatment with curative intent for stage II and III colorectal cancer patients. Cancer Medicine 2025.4.70667

Summary: A retrospective cohort study in The Netherlands investigated follow-up adherence after treatment with curative intent for stage II and stage III colorectal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve analyse van associatie van geschiedenis van 5-ARI gebruik met werkzaamheid van ICIs voor mRCC (0)
2025-02-27 16:00   ( Nieuws )
Tags:  mRCC ICIs 5-ARIs
Prof. Peng WuImmuuncheckpointremmers (ICIs) hebben de uitkomsten van patiënten met metastatisch niercelcarcinoom (mRCC) verbeterd, maar de responsen zijn heterogeen, en er zijn geen betrouwbare predictieve biomarkers. Er zijn aanwijzingen dat de androgeenreceptor (AR)-signalering een rol speelt in de regulering van CD8+ T-celfunctie, hetgeen zou kunnen betekenen dat 5α-reductaseremmers (5-ARIs), die de androgeenactiviteit verlagen, de antitumoractivieit kunnen versterken. Een multicenter retrospectieve studie in China heeft de impact van tenminte 12 maanden gebruik van 5-ARIs op werkzaamheid van ICIs voor mRCC geïnventariseerd. Prof. Peng Wu (Southern Medical University, Guangzhou) en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

De studie includeerde 185 patiënten die ICIs kregen voor mRCC, onder wie 108 geen 5-ARIs gebruikten en 78 tenminste twaalf maanden voor de start van de ICIs met gebruik van 5-ARIs waren begonnen. De 5-ARI groep had betere respons op ICIs (objective response rate 59,8% versus 39,8%; p=0,0075) en numeriek betere disease control rate (87,0% versus 78,7%; p=0,1747). De figuur laat zien dat progressievrije overleving en overall survival significant beter waren in de 5-ARI groep dan in de controlegroep.

De onderzoekers concluderen dat deze retrospectieve studie suggereert dat geschiedenis van gebruik van 5-ARIs geassocieerd was met versterkte activiteit van ICIs voor mRCC.

1.Cheng B, Wu J, Chen K et al. Association of 5α-reductase inhibitor prescription with immunotherapy efficacy in metastatic renal cell carcinoma: a multicenter retrospective analysis. J ImmunoTher Cancer (2025) 2024-011154

Summary: A multicenter retrospective study in China found that among patients with metastatic renal cell carcinoma, a history of 5-ARI use was associated with improved responses to ICI therapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)