Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter fase 2-studie van eerstelijns gerichte therapie plus CHOP versus alleen CHOP voor nieuw-gediagnostiseerd PTCL (0)
2024-07-31 15:00   ( Nieuws )
Tags:  GUIDANCE-03 trial
Prof. Wei-Li ZhaoPerifeer T-cellymfoom (PTCL) is een heterogene ziekte met slechte prognose. De multicenter gerandomiseerde fase 2-studie GUIDANCE-03 in China heeft eerstelijns gerichte therapie plus CHOP (CHOPX) vergeleken met alleen CHOP voor PTCL. Prof. Wei-Li Zhao en collega’s publiceren de studie in The Lancet-Regional Health Western Pacific.1

De studie includeerde volwassen patiënten met nieuw-gediagnostiseerd PTCL, die werden gerandomiseerd naar zes cycli CHOPX of CHOP. Patiënten in de CHOPX-groep kregen in de eerste cyclus alleen CHOP, waarna vanaf cyclus 2 gerichte therapie werd toegevoegd: decitabine voor patiënten met TP53-mutatie, azaciticine voor TET2/KMT2D-mutatie, tucidinostat voor CREBBP/EP300-mutatie, en lenalidomide zonder de genoemde mutaties. Het primaire eindpunt was complete response rate (CRR) na zes cycli.


Beide groepen telden 48 patiënten. De studie voldeed aan het vooraf-gespecificeerde criterium voor werkzaamheid, met na zes cycli CRR 64,6% in de CHOPX-groep versus 33,3% in de CHOP-groep )OR 0,27; p=0,004). De mediane follow-up was 24,3 maanden (IQR 12,0-26,7). De figuur laat zien dat de mediane progressievrije overleving 25,5 maanden was in de CHOPX-groep versus 9,0 maanden in de CHOP-groep (HR 0,57; p=0,41) en de de mediane overall survival niet bereikt werd in de CHOPX-groep en 30,9 maanden was in de CHOP-groep (HR 0,55; p=0,088). De meest-frequente graad 3 of 4 hematologische en niet-hematologische adverse events in de CHOPX-groep waren neutropenie (65%) respectievelijk infectie (10%).

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van gerichte therapie aan eerstelijns CHOP voor PTCL resulteerde in hogere CRR en langere PFS.

1.Cai M-C, Cheng S, Jing H-M et al. Targeted agents plus CHOP compared with CHOP as the first-line treatment for newly diagnosed patients with peripheral T-cell lymphoma (GUIDANCE-03): an open-label, multicentre phase 2 clinical trial. Lancet Regional Health Western Pacific 2024.101160

Summary: The multicenter phase 2 GUIDANCE-03 trial in China found that addition of targeted agents to first-line CHOP for PTCL resulted in improved complete response rate and progression-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Engraftment van patiënt-verkregen xenograften voorspelt slechte overleving onder patiënten met nieuw-gediagnostiseerd TNBC (0)
2024-07-31 13:30   ( Nieuws )
Tags:  newly-diagnosed triple-negative breast cancer PDX engraftment
Prof. Alana WelmCorrect inschatten van het risico van recidief is van belang voor de behandeling van patiënten met niet-metastatisch triple-negatief mammacarcinoom (TNBC). De tot op heden beste voorspeller van het risico van recidief is niet-bereiken van pathologisch complete respons na neoadjuvante chemotherapie, maar de associatie van pCR met recidiefvrije overleving en overall survival is verre van perfect. De niet-interventionele TOWARDS studie van Huntsman Cancer Institute van de University of Utah (Salt Lake City) heeft de prognostische waarde van engraftment van patiënt-verkregen xenograften (PDXs) onder patiënten met nieuw-gediagnostiseerd TNBC geïnventariseerd. Prof. Alana Welm en collega’s publiceren de studie in JCO Precision Oncology.1

De studie includeerde 80 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd niet-metastatisch ER-negatief of ER-laag TNBC. De tumoren werden chirurgisch getransplanteerd in 3-4 weken oude vrouwelijke NOD/SCID-muizen. Engraftment was succesvol in 18 patiënten en niet-succesvol in 62. Recidief binnen één jaar werd gezien in 8 van 18 (44%) patiënten met tumoren met succesvolle engraftment versus één van 62 (1,6%) patiënten met tumoren zonder engraftment (HR 17,5; p<0,0001). De mediane follow-up was 2,6 jaar. De HRs voor overall survival en mammacarcinoom-specieke overleving in PDX+ versus PDX- patiënten waren 21,1 (p<0,001) respectievelijk 39,5 (p<0,001).

De onderzoekers concluderen dat tumor engraftment assays, als maat voor de agressiviteit van tumoren, TNBC-patiënten kunnen identificeren met hoog risico van recidief.

1.Vaklavas C, Matsen CB, Chu Z et al. TOWARDS study: patient-derived xenograft engraftment predicts poor survival in patients with newly diagnosed triple-negative breast cancer. JCO Precision Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The noninterventional TOWARDS study at the University of Utah (Salt Lake City) found that patient-derived xenograft engraftment predicted poor survival among patients with newly diagnosed triple-negative breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Werkzaamheid van anti-obesitas medicatie onder aromataseremmer-gebruikende overlevers van mammacarcinoom (0)
2024-07-31 11:48   ( Nieuws )
Tags:  BC survivors AIs AOM
Dr. Maria Hurtado AndradeAromataseremmers (AIs) blokkeren de synthese van oestrogeen, en worden gebruikt als lange-termijn adjuvante therapie in postmenopauzale overlevers van mammacarcinoom (BC). Gebruik van AIs kan geassocieerd zijn met gewichtstoename. Er is geen duidelijkheid over de impact van AIs op werkzaamheid van anti-obesitas medicatie (AOM). Een retrospectieve cohortstudie van de Mayo Clinic (Rochester MN) heeft deze impact geïnventariseerd. Dr. Maria Hurtado Andrade en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1

De studie includeerde 62 obese AI-gebruikende BC-overlevers die tevens AOM gebruikten (AOM-AI groep; gemiddelde leeftijd 63,6 ± 10 jaar; gemiddelde body mass index 34,3 ± 7,1 kg/m2) en 62 obese controlevrouwen zonder geschiedenis van BC die geen AI gebruikten maar wel AOM (AOM-groep; 62,8 ± 9,9 jaar; 34,6 ± 6,5 kg/m2). De gemiddelde duur van follow-up was 9,3 ± 3,5 maanden. Het eindpunt van de studie was total body weight loss percentage (TBWL%) bij de laatste follow-up. Dit percentage was lager in de AOM-AI groep dan in de AOM-groep (-5,3 ± 5,0 versus -8,2 ± 6.3 ; p=0,005). Het percentage patiënten dat na twaalf maanden tenminste 5%, tenminste 10%, en tenminste 15% gewichtsverlies had bereikt was hoger in de AOM-groep dan in de AOM-AI groep. AOM-gebruik in de AOM-AI groep resulteerde wel in verbeteringen in nuchter glucose, HbA1c, systolische bloeddruk, en LDL-cholesterol.

De onderzoekers concluderen dat gebruik van AI door BC-overlevers de werkzaamheid van AOM verslechterde.

1.Fansa S, Ghusn W, Tama E et al. Efficacy of antiobesity medications among breast cancer survivors taking aromatase inhibitors. Breast Cancer Res Treat 2024-07450-3

Summary: A retrospective cohort study at the Mayo Clinic (Rochester, MN) found that the use of aromatase inhibitors in breast cancer survivors was associated with less weight loss response to anti-obesity medications compared to patients without breast cancer history who did not take aromatase inhibitors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van ipilimumab plus nivolumab voor bijnierschorscarcinoom (0)
2024-07-30 15:00   ( Nieuws )
Tags:  DART SWOG S1609 adrenocortical carcinoma cohort ipilimumab plus nivolumab
Prof. Razelle KurzrockImmuuntherapie is werkzaam gebleken in een groot aantal typen veel-voorkomende maligniteiten, maar over de werkzaamheid voor zeldzame maligniteiten is minder bekend (‘rare cancers’; incidentie minder dan 6 per 100.000 per jaar). De NCI/SWOG S1609 Dual Anti-CTLA-4 and Anti-PD-1 blockade in Rare Tumors (DART) is een multicenter fase 2 basket studie in de Verenigde Staten. Prof. Razelle Kurzrock (Medical College of Wisconsin, Milwaukee) en collega’s publiceren resultaten van het bijnierschorscarcinoom-cohort van DART in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

Het cohort telde 21 patiënten (16 vrouwen en 5 mannen) met een mediane leeftijd van 53 jaar (range 26-69) en een ECOG performance status 0 of 1. Het mediane aantal eerdere lijnen behandeling was 2 (range 1-9). De patiënten kregen intraveneus ipilimumab 1 mg/kg iedere zes weken plus intraveneus nivolumab 240 mg iedere twee weken, tot ziekteprogressie, symptomatische verslechtering, uitstel van de behandeling gedurende acht weken vanwege any reason, of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was overall response rate. Drie patiënten hadden bevestigde respons, voor een ORR van 14%. Eén patiënt had niet-bevestigde respons, en één patiënt had stabiele ziekte gedurende langer dan 6 maanden waarmee de clinical benefit rate uitkwam op 24%. De progressievrije overleving van de zeven patiënten met iRECIST klinisch profijt was 57, 52, 18, 15, 13, 13, 7, en 7 maanden. De mediane overall survival was 15,8 maanden met 6-maands OS-percentage 76%. De meest-frequente toxiciteiten waren vermoeidheid (62%) en rash (38%), en de meest-frequente graad 3 of 4 immune-related adverse events waren leverdysfunctie (9,5%) en bijnierinsufficiëntie (9,5%). Discontinuering van de behandeling was nodig in vier patiënten (21%). Er waren geen graad 5 adverse events.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van ipilimumab en nivolumab activiteit had onder patiënten met refractair bijnierschorscarcinoom.

1.Patel SP, Othus M, Chae YK et al. Phase II basket trial of dual anti-CTLA-4 and anti-PD-1 blockade in rare tumors (DART) SWOG S1609: adrenocortical carcinoma cohort. J ImmunoTher Cancer 2024-009074

Summary: In the adrenocortical carcinoma cohort of the multicenter multicohort phase 2 DART SWOG S1609 trial, the combination of ipilimumab and nivolumab showed activity, with a median overall survival of 15.8 months.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Single-center ervaringen met trastuzumab deruxtecan voor leptomeningeale metastasen van HER2-veranderde maligniteiten (0)
2024-07-30 13:30   ( Nieuws )
Tags:  LM T-DXd
Prof. Seema NagpalEr is toenemende evidentie voor intracraniële activiteit van trastuzumab deruxtecan (T-DXd) in patiënten met HER2-positief mammacarcinoom. Een retrospectief overzicht van patiënten van Stanford Medicine (Stanford CA) heeft werkzaamheid van T-DXd voor leptomeningeale metastasen (LM) van HER2-veranderde maligniteiten geïnventariseerd. Prof. Seema Nagpal en collega’s publiceren het overzicht in het Journal of Neuro-Oncology.1

Tussen juli 2020 en eind 2023 kregen in Stanford Medicine 18 patiënten T-DXd voor LM van HER2-veranderde maligniteiten: 6 met HER2-positief mammacarcinoom, 8 met HER2-laag/negatief mammacarcinoom, 2 met HER2-positief maag-slokdarmcarcinoom, en 2 met HER-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom. Partiële respons op T-DXd werd gezien in 4 van 6 (67%) patiënten met HER2-positief mammacarcinoom, in 2 van 8 (25%) patiënten met HER2-laag/negatief mammacarcinoom, en in geen van de vier andere patiënten. De mediane overall survival na start van T-DXd was 5,8 maanden. De overleving na start van T-DXd was numeriek langer onder patiënten met HER2-positief mammacarcinoom dan onder patiënten met HER2-laag/negatief mammacarcinoom en niet-borst maligniteiten (mediaan 13,9 maanden versus 5,2 maanden en 4,6 maanden). Landmark-analyse liet zien dat patiënten met radiologische respons van LM op T-DXd na 2,5 maanden langere overleving hadden dan non-responders (14,2 maanden versus 2,6 maanden; HR 0,18; p<0,05).

De onderzoekers concluderen dat T-DXd LM-respons induceerde in een subset van de patiënten, en dat deze respons geassocieerd was met verlenging van de overleving.

1.Rogawski D, Cao T, Ma Q et al. Durable responses to trastuzumab deruxtecan in patients with leptomeningeal metastases from breast cancer with variable HER2 expression. J Neuro-Oncol 2024-04788-y

Summary: A retrospective review of patients of Stanford Medicine (Stanford CA) found activity of trastuzumab deruxtecan for leptomeningeal metastases in a subset of patients with HER2-altered cancers.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Ras-gebonden associaties tussen obesitas en early-onset mammacarcinoom en specifieke moleculaire subtypen (0)
2024-07-30 12:00   ( Nieuws )
Tags:  Ras-gebonden associaties tussen obesitas en early-onset mammacarcinoom en specifieke moleculaire subtypen
Prof. Seema SinghEpidemiologische studies hebben associaties laten zien tussen obesitas en het risico van mammacarcinoom (BC). De impact van ras op deze associaties is niet duidelijk. Een retrospectieve cohortstudie in drie klinieken van de University of South Alabama (Mobile AL) heeft ras-specifieke associaties tussen body mass index en early-onset BC (EO; diagnose voor de leeftijd van 45 jaar) en diagnose van specifieke moleculaire subtypen geïnventariseerd. Prof. Seema Singh en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1


De studie includeerde 1085 BC-patiënten onder wie 332 zwarte patiënten (30,6%; mediane leeftijd 58 jaar; IQR 50-66) en 753 blanke patiënten (69,4%; mediane leeftijd 63 jaar; IQR 53-71). Van deze patiënten waren 499 (46,0%) obees (BMI 30 kg/m2 of hoger). Zwarte vrouwen hadden een significant hoger risico van EO-BC dan blanke vrouwen (OR 1,95; p=0,001) en obesitas verhoogde dit risico significant in zwarte vrouwen vergeleken met blanke vrouwen (2,92; p=0,006). Zwarte vrouwen met obesitas hadden ook een hoger risico van een diagnose luminal A BC (OR 2,53; p<0,001) en triple-negatief BC (2,48; p-0,002) dan blanke vrouwen met obesitas. Vergelijkbare associaties werden gezien onder vrouwen met hoge serum-leptinespiegels als biomarker voor adipositas.

De onderzoekers concluderen dat obesitas geassocieerd was met verhoogd risico van EO-BC en een diagnose luminal A BC en TNBC in zwarte vrouwen.

1.Sudan SK, Sharma A, Vikramdeo KS et al. Obesity and early-onset breast cancer and specific molecular subtype diagnosis in Black and White women. NIMHD Social Epigenomics Program. JAMA Network Open 2024;7:e2421846

Summary: A retrospective cohort study at the University of Southern Alabama (Mobile) found that obesity was associated with an enhanced risk of early-onset breast cancer and diagnosis of luminal A and TNBC subtypes in Black women.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-2 studie van lenalidomide plus obinutuzumab voor recidiverend indolent non-Hodgkin lymfoom (0)
2024-07-29 15:00   ( Nieuws )
Tags:  R R nHL lenalidomide plus obinutuzumab
Dr. Loretta NastoupilEen standaard behandeling voor recidiverend indolent B-cell non-Hodgkin lymfoom (B-nHL) is rituximab plus lenalidomide. Een fase 1-2 studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft de combinatie van obinutuzumab en lenalidomide voor recidiverend en refractair (R/R) indolent B-nHL geëvalueerd. Dr. Loretta Nastoupil en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1



De studie includeerde patiënten met R/R graad 1-3A folliculair lymfoom, marginale-zone lymfoom, en kleincellig lymfocytisch lymfoom, en een ECOG performance status 2 of beter. Patiënten met aanwijzingen voor transformatie naar agressief lymfoom werden geëxcludeerd. In fase 1 (n=9) kregen de patiënten vier-weekse cycli van intraveneus obinutuzumab 1000 mg op dag één met oplopende doseringen oraal lenalidomide eenmaal daags. Na fase 1 werd als aanbevolen fase 2-dosering (RP2D) voor lenalidomide gekozen voor 20 mg eenmaal daags. Fase 2 includeerde 57 patiënten die zes cycli behandeling kregen, waarna ze in geval van respons obinutuzumab onderhoudsbehandeling konden krijgen. De figuur toont het studieprofiel.

Onder de 66 patiënten in beide fasen waren er 14 (21%) met graad 3 of 4 neutropenie en 7 (11%) met graad 3 of 4 trombocytopenie; er waren geen patiënten met febriele neutropenie. Graad 3 of 4 niet-hematologische toxiciteiten waren longinfectie (8%), vermoeidheid (8%), en rash (6%). Onder de 60 patiënten die de RP2D kregen hadden na zes maanden 54 patiënten (90%; 95%-bti 79-96) overall respons, waarmee voldaan werd aan het vooraf-gespecificeerde criterium voor werkzaamheid. Complete respons werd gezien in 20 patiënten (33%; 95%-bti 22-47). Deze figuur laat zien dat na mediaan 41,7 maanden follow-up de mediane progressievrije overleving, tijd tot progressie, en overall survival niet bereikt waren, met vier-jaars percentages 55% respectievelijk 56% en 84%.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van oraal lenalidomide en intraveneus obinutuzumab veilig is en actief onder patiënten met R/R indolent B-nHL.

1.Gurumurthi A, Chin CK, Feng L et al. Safety and activity of lenalidomide in combination with relapsed indolent non-Hodgkin lymphoma: a single group, open-label, phase 1/2 trial. eClinMed 2024.102747

Summary: A phase 1-2 trial at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found safety and activity of the combination of lenalidomide and obinutuzumab among patients with relapsed and refractory indolent B cell non-Hodgkin lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Preventie van taxaan-geïnduceerde nagelveranderingen en perifere neuropathie door koeling van handen en voeten (0)
2024-07-29 13:30   ( Nieuws )
Tags:  taxane-induced nail changes and peripheral neuropathy extremity cooling
Prof. Richard CathomasNageltoxiciteit en perifere neuropathie zijn frequente bijwerkingen van taxaan-chemotherapie. Een prospectieve studie in het Kantonsspital Graubünden (Chur, Zwitserland) heeft cryotherapie voor preventie van deze bijwerkingen geëvalueerd. Prof. Richard Cathomas en collega’s publiceren de studie in Supportive Care in Cancer.1

De studie includeerde 69 patiënten die taxaan-chemotherapie kregen in de adjuvante of palliatieve setting van verschillende typen maligniteiten. Er waren 21 patiënten die docetaxel kregen (geplande dosering tenminste 300 mg/m2) en 48 patiënten die paclitaxel kregen (≥ 720 mg/m2). Vanaf dertig minuten voor begin van de chemotherapie-infusie tot dertig minuten na het eind van de infusie werden de dominante hand en voet met de Hilotherapy machine gekoeld tot 10 tot 12oC; de contralaterale hand en voet werden niet gekoeld als intrapatient control. Primaire eindpunten van de studie waren nageltoxiciteit vanwege docetaxel en chemotherapy-induced peripheral neuropathy (CIPN) vanwege paclitaxel. Deze figuur laat zien dat de koeling resulteerde in lager risico van nageltoxiciteit in de docetaxel-behandelde patiënten (OR 0,42; p=0,045). Deze figuur laat zien dat de koeling ook resulteerde in lager risico van CIPN in de paclitaxel-behandelde patiënten (OR 0,28; p=0,001). De koeling werd goed verdragen.

De onderzoekers concluderen dat koeling van handen en voeten resulteerde in een klinisch relevante verlaging van het door taxaan-chemotherapie geïnduceerde risico van nageltoxiciteit en CIPN.

1.Johnson K, Stoffel B, Schwitter M et al. Prevention of taxane chemotherapy-induced nail changes and peripheral neuropathy by apllication of extremity cooling: a prospective single-centre study with intrapatient comparison. Supp Care Cancer 32:554

Summary: A single-center prospective study in Switzerland found that cooling of hands and feet has a clinically meaningful impact on reducing occurrence of taxane chemotherapy-induced nail toxicity and peripheral neuropathy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)