Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter retrospectieve studie van real-world uitkomsten na durvalumab-consolidatie voor stadium III niet-resectabel NSCLC (0)
2025-05-05 15:00   ( Nieuws )
Tags:  stage III unresectable NSCLC real-world outcomes
Prof. Silvia NovelloOp basis van resultaten van de PACIFIC-studiewordt chemoradiotherapie gevolgd door een jaar durvalumab-consolidatie gezien als standaard-behandeling voor niet-resectabel lokaal-gevorder niet-kleincellig longcarcinoom (LA-NSCLC). Een retrospectieve studie in 23 centra in Italië heeft therapeutische strategieën en klinische uitkomsten na falen van deze behandeling in de klinische praktijk geïnventariseerd. Prof. Silvia Novello (Universtieit van Turijn) en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1

De studie includeerde 122 patiënten met progressie van de ziekte na durvalumab-consolidatie. De figuur laat zien dat de mediane progressievrije overleving en overall survival na durvalumab 9,3 maanden (95%-bti 7,1-11,4) respectievelijk 24,2 maanden (18,7-29,7) was. Onder de 93 patiënten die een volgende behandeling ondergingen kregen 22% chemo-immuuntherapie, 43% platina-gebaseerde chemotherapie, 28% niet-platina chemotherapie, en 8% gerichte therapie; de mediane PFS op deze volgende behandelingen was 12,0 respectievelijk 4,1 en 2,7 en 6,0 maanden. Onder de 65 patiënten die een jaar durvalumab voltooid hadden waren de percentages van de vier groepen 65%, 28%, 19%, en 43%. De mediane tijd tot volgende behandeling was 6,7 maanden na chemo-immuuntherapie en 2,1 maanden met chemotherapie (p=0,009).

De onderzoekers concluderen dat platina-gebaseerde chemotherapie de meest-gebruikte behandeling was na falen van durvalumab, terwijl onder geselecteerde patiënten rechallenge met chemo-immuuntherapie geassocieerd was met de beste uitkomsten.

1. Crespi V, Delcuratolo MM, Minuti G et al. Real-world outcomes of subsequent treatment strategies after durvalumab consolidation in stage III unresectable non-small cell lung cancer. Lung Cancer 2025-00468-4

Summary: A retrospective study at 23 centers in Italy found that after chemoradiation and failure of durvalumab consolidation, platinum-based chemotherapy was the predominant real-world treatment, whereas immunotherapy rechallenge was associated with the best survival outcome in selected cases


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van stralingsdosering naar de schildklier met schildklierdisfunctie in patiënten met lokaal-gevorderd NSCLC (0)
2025-05-05 13:30   ( Nieuws )
Tags:  LA NSCLC thyroid radiation dose and thyroid dysfunction
Prof. Byoung Chul ChoConcurrente chemoradiotherapie (CCRT) gevolgd door onderhouds immuuntherapie (IO) is een standaardbehandeling voor patiënten met lokaal-gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (LA NSCLC). Een retrospectieve studie van Yonsei University College of Medicine (Seoel, Zuid-Korea) heeft de associatie van stralingsdosering naar de schildklier met schildklierdisfunctie in deze patiënten onderzocht. Prof. Byoung Chul Cho en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1

De studie includeerde 250 patiënten die tussen begin 2014 en eind 2022 definitieve CCRT gevolgd door IO kregen voor LA NSCLC. Onder deze patiënten waren er 64 die bestraling naar de supraclaviculaire fossa kregen (SCFi-groep). Na mediaan 16,6 maanden follow-up was schildklierdisfunctie vastgesteld in 23 van 64 patiënten (35,9%) in de SCFi-groep en 27 van 186 patiënten (14,5%) in de niet-SCFi groep (p<0,001). De drie-jaars cumulatieve incidentie van schildklierdisfunctie was 54,9% respectievelijk 17,0% (p<0,001). Een hoger schildkliervolume blootgesteld aan 10 Gy bestraling voorspelde onafhankelijk een verhoogd risico van schildklierdisfunctie (HR 2,82), met drie-jaars cumulatieve incidentie van schildklierdisfunctie 67,9% in patiënten met V10Gy ≥19,8% en 25,6% in patiënten met V10Gy<19,8% (p<0,001).

De onderzoekers concluderen dat bestraling van de schildklier tijdens CCRT geassocieerd was met verhoogd risico van schildklierdisfunctie tijdens onderhoud IO.

1.Yang G, Yoon HI, Lim SM et al. Association of thyroid radiation dose with thyroid dysfunction in patietns with locally advanced non-small cell lung cancer treated with concurrent chemoradiotherapy followed by maintenance immunotherapy. Lung Cancer 2025.108574

Summary: A retrospective study at Yonsei University College of Medicine (Seoul, South Korea) found that among locally advanced non-small cell lung cancer patients receiving CCRT followed by maintenance immunotherapy, incidental irradiation of the thyroid during CCRT was associated with an increased risk of thyroid dysfunction during follow-up.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Patiënt-controlestudie van pariteit, borstvoeding, en risico van vroeg-ontstaan mammacarcinoom in vrouwen met een BRCA1 pathogene variant (0)
2025-05-05 12:00   ( Nieuws )
Tags:  BRCA1 pathogenic variant parity breastfeeding breast cancer prior to age 45 years
Prof. Steven NarodHet is niet duidelijk of borstvoeding en/of pariteit geassocieerd zijn met het risico van mammacarcinoom onder vrouwen met een kiemlijn pathogene variant (PV) in BRCA1. Een multinationale patiënt-controlestudie van de Breast Cancer Clinical Study Group heeft de associatie van deze twee factoren met early-onset mammacarcinoom (gediagnostiseerd voor de leeftijd van 45 jaar) geïnventariseerd. Prof. Steven Narod (Women’s College Research Institute, Toronto) en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Cancer.1

De patiënt-controlestudie includeerde vrouwen met een BRCA1 PV die deelnamen aan een longitudinale studie van reproductieve en ziektegeschiedenissen die bij inclusie werden geïnventariseerd. De patiënten in de nu gepubliceerde analyse hadden invasief mammacarcinoom voor de leeftijd 45 jaar, en de controles hadden geen invasief mammacarcinoom voor de leeftijd van 45 jaar. Pariteit als zodanig was niet geassocieerd met early-onset mammacarcinoom (OR 1,09; 95%-bti 0,95-1,25), maar onder vrouwen die nooit borstvoeding hadden gegevens was de OR voor pareuze versus nullipareuze vrouwen 1,45 (1,20-1,75). Na matching voor pariteit was ooit borstvoeding gegeven hebben geassocieerd met een 25% lager risico van early-onset mammacarcinoom (OR 0,75; 95%-bti 0,61-0,91), terwijl borstvoeding gegeven hebben gedurende tenminste 20 maanden geassocieerd was met nog lager risico van early-onset mammacarcinoom (OR 0,53; 0,40-0,72).

De onderzoekers concluderen dat deze gegevens suggereren dat onder vrouwen met een BRCA1 PV geven van borstvoeding mogelijk een rol speelt bij de preventie van early-onset mammacarcinoom.

1.Kotsopoulos J, Maxwell CA, Lubinski J et al. Parity, breastfeeding, and the risk of early-onset breast cancer in women with a BRCA1 pathogenic variant. Br J Cancer 2025-03029-x

Summary: A multinational case-control study found that among women with a BRCA1 germline pathogenic variant, breastfeeding might contribute to prevention of young-onset breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van neoadjuvante immuun-chemoradiotherapie versus chemoradiotherapie voor slokdarmcarcinoom (0)
2025-05-04 16:00   ( Nieuws )
Tags:  resectable esophageal cancer nICRT versus nCRT
Dr. Chen HuEr zijn aanwijzingen voor veelbelovende activiteit van neoadjuvant immuun-chemoradiotherapie (nICRT) voor resectabel slokdarmcarcinoom, maar er zijn slechts beperkte vergelijkende analyses uitgevoerd van nICRT versus standaard neoadjuvan chemoradiotherapie (nCRT). Een individual patient data meta-analyse van gepubliceerde studies heeft uitkomsten van nICRT vergeleken met die van nCRT. Dr. Chen Hu (Johns Hopkins University School of Medicine, Baltimore MD) en collega’s publiceren de analyse in het International Journal of Radiation Oncology.Biology.Physics.1

In de literatuur tot en met 30 oktober 2024 identificeerden de onderzoekers 37 voor het onderwerp relevante studies, met tezamen 811 patiënten die nICRT kregen en 1796 patiënten die nCRT kregen. De mediane overall survival was significant langer met nICRT dan met nCRT (HR 0,714; p=0,011). Eén-, twee-, en driejaars OS percentages waren 89,9% respectievelijk 76,0% en 66,4% met nICRT, vergeleken met 85,0% respectievelijk 66,5% en 57,3% met nCRT. Onder patiënten met squameus celcarcinoom was het percentage patiënten met pathologisch complete respons significant hoger met nICRT dan met nCRT (50% versus 38%; p=0,040). De veiligheidsprofielen van nICRT en nCRT waren vergelijkbaar, zonder significante verschillen in graad 3 of 4 treatment-related adverse events of postoperatieve complicaties.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met resectabel slokdarmacarcinoom nICRT resulteerde in betere uitkomsten dan nCRT, met een acceptabel veiligheidsprofiel.

1.Liu Y, Men Y, Boo Y et al. Neoadjuvant immunochemoradiotherapy versus chemoradiotherapy in esophageal cancer: a systematic review and meta-analysis of reconstructed individual patient data. Int J Radiot Oncol Biol Phys 2025-00387-6

Summary: Individual patient data meta-analysis of 37 studies found that nICRT showed potential for superior survival compared to standard nCRT in resectable esophageal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van associatie van voedings- en leefstijlfactoren met overleving na diagnose colorectaalcarcinoom (0)
2025-05-04 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CRC post-diagnosis dietary and lifestyle factors
Dr. Nana KeumVoedings- en leeftstijlfactoren die geassocieerd zijn met preventie van colorectaalcarcinoom (CRC) zijn uitgebreid bestudeerd, maar er is minder bekend over factoren die van invloed zijn op overleving na een CRC-diagnose. Een meta-analyse van de literatuur tot en met september 2024 heeft deze factoren geïnventariseerd. Dr. Nana Keum (Dongguk Universiteit, Seoel) en collega’s publiceren de meta-analyse in het Journal of the National Cancer Institute.1

Lagere all-cause mortaliteit werd gezien met consumptie van niet-bewerkt rood vlees (summary relative risk 0.74; 95%-bti 0,57-0,94), vollegraanproducten (0,77; 0,66-0,60), koffie (0,65; 0,55-0,77), melk (0,82; 0,71-0,93), laag-vet zuivel (0,77; 0,64-0,94), totaal calcium (0,76; 0,61-0,94), alcoholinname lager dan 45 g/d (J-vormige associatie), en fysieke activiteit (0,55; 0,44-0,69) terwijl hogere all-cause mortaliteit gezien werd met inname van geraffineerd-graanproducten (1,55; 1,03-2,33), hoog-vet zuivel (1,34; 1,05-1,71), current smoking (1,49; 1,24-1,78), former smoking (1,18; 1,04-1,34), en televisiekijken (1,28; 1,06-1,55). Er waren consistente associaties voor CRC-specifieke mortaliteit, met inverse associatie voor gebruik van calciumsupplementen.

De onderzoekers concluderen dat factoren die geassocieerd zijn met overleving van CRC verschillen en overeenkomsten hebben met factoren die geassocieerd zijn met CRC-preventie.

1.Chen Q-Y, Keum N, Giovannucci EL. Postdiagnosis dietary and lifestyle factors and mortality outcomes among colorectal cancer patients: a meta-analysis. J Natl Cancer Inst 2025;djaf098

Summary: Meta-analysis of published studies found that factors related to CRC survival share differences as well as similarities with established factors related to CRC prevention.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van lage-dosering matig-hypogefractioneerde radiotherapie voor indolent non-Hodgkin lymfoom (0)
2025-05-03 15:00   ( Nieuws )
Tags:  iNHL
Prof. Ye-Xiong LiEr is geen duidelijkheid over het optimale radiotherapieschema voor indolent non-Hodgkin lymfoom (iNHL). Een fase 2-studie in vier centra in China heeft het lage-dosering matig-hypogefractioneerde schema van 12 Gy in vier fracties voor patiënten met iNHL geëvalueerd. Prof. Ye-Xiong Li (Chinese Academy of Medical Sciences and Peking Union Medical College. Beijing) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Haematology.1

De studie includeerde 71 volwassen patiënten (73 target sites; mediane leeftijd 55 jaar; IQR 48-65; 59% vrouwen) met nieuw-gediagnostiseerd of recidiverende stadium I tot en met IV iNHL en een ECOG performance status 3 of beter. De patiënten kregen involved-site 12 Gy in vier fracties. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met complete respons na zes maanden. De mediane follow-up was 19 maanden (IQR 16-22). Het zes-maands CR-percentage was 95% (95%-bti 87-98). De meeste acute adverse events waren graad 1, met als enige graad 3 of hoger AE lymfopenie (11% van de patiënten).


De onderzoekers concluderen dat het schema van 12 Gy in vier fracties veilig was een veelbelovende activiteit had als lokale behandeling voor iNHL.

1.Wang X-Y, Zhang XM, Wang L et al. Low-dose moderate hypofractionated radiotherapy for indolent non-Hodgkin lymphoma: a multicentre, single-arm, phase 2 trial. Lancet Haematol 2025-00071-7

Summary: A multicenter phase 2 trial in China found that low-dose moderate hypofractionated radiotherapy (12 Gy in four fractions) was safe and showed promising activity as local treatment for patients with indolent non-Hodgkin lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van neoadjuvant pembrolizumab plus trastuzumab en pertuzumab voor HER2-verrijkt vroeg mammacarcinoom (0)
2025-05-03 13:30   ( Nieuws )
Tags:  WSG-KEYRICHED-1 trial HER2-enriched EBC
Prof. Sherko KümmelEr zijn toenemende aanwijzingen dan 30% tot 40% van de patiënten met HER2-positief vroeg mammacarcinoom (EBC) excellente uitkomsten kan bereiken zonder chemotherapie. De fase 2-studie WSG-KEYRICHED-1, in vijftien centra in Duitsland heeft pathologisch complete respons (pCR) geïnventariseerd met pembolizumab plus tweevoudige HER2-blokkade (trastuzumab plus pertuzumab) voor HER2-verrijkt EBC. Prof. Sherko Kümmel (Kliniken Essen-Mitte) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1



De studie includeerde 48 volwassen patiënten met unilateraal HER2-verrijkt EBC. De patiënten kregen in de neoadjuvante setting gedurende twaalf weken iedere drie weken intraveneus pembrolizumab, trastuzumab, en pertuzumab. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met pCR. Vier patiënten ondergingen geen chirurgie, en voor één patiënt kon de pCR niet beoordeeld worden. pCR werd gezien in 20 van 43 patiënten (47%) waarmee de nulhypothese niet verworpen kon worden (p=0,22). Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor vier patiënten (8%). Ernstige AEs werden eveneens gerapporteerd voor vier patiënten (8%). Pembrolizumab werd gediscontinueerd of onderbroken wegens AEs in drie patiënten (6%). Er waren geen graad 5 AEs.

De onderzoekers concluderen dat hoewel de nulhypothese niet verworpen kon worden, WSG-KEYRICHED-1 de potentie van een korte neoadjuvante chemotherapievrije combinatie van pembrolizumab met tweevoudige HER2-blokkade voor HER2-verrijkt EBC heeft laten zien.

1.Kümmel S, Gräser M, Schmid P et al. Chemotherapy-free neoadjuvant pembrolizumab combined with trastuzumab and pertuzumab in HER2-enriched early breast cancer (WSG-KEYRICHED-1): a single-arm, phase 2 trial. Lancet Oncol 2025;36:629-840

Summary: The multicenter phase 2 WSG-KEYRICHED-1 trial in Germany found promising outcomes with a short chemotherapy-free combination of neoadjuvant pembrolizumab plus trastuzumab and pertuzumab for HER2-enriched early breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter prospectieve studie van anti-PD-(L)1 herbehandeling van NSCLC met progressie na anti-PD-(L1) plus chemotherapie (0)
2025-05-03 12:00   ( Nieuws )
Tags:  NJLCG trial 1901
Prof. Shunichi SugawaraEr is geen duidelijkheid over de waarde van herbehandeling met anti-PD-(L1) voor patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) met progressie na anti-PD-(L)1 plus chemotherapie (chemo-ICI). Studie 1901 van de North Japan Lung Cancer Group) heeft monotherapie met nivolumab of pembrolizumab of atezolizumab voor deze patiënten geëvalueerd. Prof. Shunichi Sugawara (Sendai Kousei Hospital, Sendai) en collega’s publiceren de studie in Cancers.1



De studie includeerde 38 patiënten met progressie van NSCLC na chemo-ICI. Het primaire eindpunt was objective response rate op anti-PD-(L)1 monotherapie. De figuur laat zien dat één patiënt complete respons had en drie patiënten partiële respons, voor een ORR van 10,5% (95%-bti 2,9-24,8). De mediane progressievrije overleving was 2,5 maanden (95%-bti 1,6-4,4) en de mediane overall survival was 9,9 maanden (8,0-13,6). De één- en twee-jaars percentages voor PFS waren beide 13,8% (n=5). Factoren die in multivariate analyse prognostisch waren voor langere PFS was een langer ICI-vrij interval (langer dan 11,9 maanden) en en eerdere anti-PD-L1 therapie. Eén patiënt (2,6%) discontinueerde de behandeling wegens toxiciteit.

De onderzoekers concluderen dat ICI-herbehandeling in deze patiëntengroep resulteerde in een ORR van 10,5% met lange-termijn PFS in sommige patiënten.

1.Saito S, Kawashima Y, Tanaka H et al. Prospective multi-institutional observational study of retreatment with anti-PD-1/PD-L1 antibodies in patients with non-small cell lung cancer previously treated with anti-PD-1/PD-L1 plus chemotherapy: NJLCG (North Japan Lung Cancer Group) trial 1901. Cancers 2025;17:1551

Summary: A multicenter prospective study in Japan found an ORR of 10.5% and long-term PFS in some patients with ICI retreatment for NSCLC with progression after ICI plus chemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)