Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van eerstelijns prednison, vinblastine, doxorubicine, en bendamustine voor oudere Hodgkin lymfoom patiënten (0)
2023-11-20 14:30   ( Nieuws )
Tags:  HL in elderly patients first-line PVAB
Prof. Hervé GhesquieresEr is behoefte aan meer werkzame en veilige behandeling voor Hodgkin lymfoom (HL) in oudere patiënten. Een fase 2-studie in Frankrijk en België heeft eerstelijns prednison, vinblastine, doxorubicine, en bendamustine (PVAB) voor HL-patiënten in de leeftijd van 60 jaar en ouder geëvalueerd. Prof. Hervé Ghesquieres (Hôpital Lyon Sud) en collega’s publiceren de studie in Blood.1

De studie includeerde patiënten in de leeftijd ouder dan 60 jaar met nieuw-gediagnostiseerd gevorderd Ann Arbor stadium HL, met Mini Nutritional Assessment score 17 of hoger als criterium voor inclusie van patiënten in de leeftijd van 70 jaar of ouder. De patiënten kregen zes drie-weekse cycli PVAB. Het primaire eindpunt was complete metabolische respons (CMR)-percentage na zes cycli PVAB.

De mediane leeftijd van de 89 geïncludeerde patiënten was 68 jaar (range 61-88) met 35 patiënten (39%) in de leeftijd van 70 jaar of ouder. Achtenzeventig patiënten (88%) voltooiden zes cycli behandeling. De toxiciteit was acceptabel, met ernstige treatment-related adverse events in 20% van de patiënten. CMR werd gezien in 69 patiënten (77,5%; 95%-bti 67-86). Na mediaan 42 maanden follow-up was progressie of relapse gezien in 31 patiënten (35%) en waren 24 patiënten (27%) overleden; aan HL (n=11), toxiciteit tijdens de behandeling (n=4), secundaire maligniteiten (n=6), of andere oorzaken (n=3). Vier-jaars percentages voor progressievrije overleving en overall survival waren 50% respectievelijk 69%.

De onderzoekers concluderen dat het PVAB-regime voor nieuw-gediagnostiseerd HL in oudere patiënten resulteerde in een hoog percentage CMR met acceptabele toxiciteit.

1.Ghesquieres H, Krzisch D, Nicolas Virelizier E et al. Phase 2 LYSA study of prednisone, vinblastine, doxorubicin, bendamustine for untreated older Hodgkin lymphoma patients. Blood 2023021564

Summary: A phase 2 trial in France and Belgium found that among elderly patients with previously untreated Hodgkin lymphoma, the PVAB regimen (prednisone, vinblastine, doxorubicin, and bendamustine) yielded a high complete metabolic response rate with acceptable toxicity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Combinatie van preoperatief serum-albuminegehalte en neutrofiel/lymfocyt-ratio voor voorspellen van prognose van BTC (0)
2023-11-20 13:00   ( Nieuws )
Tags:  biliary tract cancer ANS
Meer dan 60% van de patiënten met nieuw-gediagnostiseerd galwegcarcinoom (BTC) ondergaat resectie met curatieve intentie. Risicostratificatie voorafgaand aan chirurgie zou kunnen bijdragen aan het plannen van postchirurgische behandeling. Een retrospectieve studie in het Chang Gung Memorial Hospital (Kaohsiung, Taiwan) heeft de waarde van preoperatieve analyse van het serum-albuminegehalte gecombineerd met de neutrofiel/lymfoxyt-ratio (NLR) voor het voorspellen van de uitkomsten na chirurgie met curatieve intentie geïnventariseerd. Dr. Yen-Yang Chen en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

De studie includeerde 268 BTC-patiënten die tussen begin 2013 en eind 2019 resectie ondergingen en voor wie gegevens over preoperatief (binnen twee weken voor de chirurgie) albuminegehalte en neutrofiel- en lymfocytgetal beschikbaar waren. De onderzoekers berekenden voor elk van de patiënten een composiet indexscore (ANS) met een waarde van 0, 1, of 2: ANS=0 in geval van hoog albuminegehalte (hoger dan 3,5 g/l) en lage NLR (lager dan 2,2); ANS=1 in geval van laag albumine of hoge NLR; en ANS=2 in geval van laag albumine en hoge NLR. De ANS score was 0 voor 23 patiënten (8%), 1 voor 162 patiënten (56,4%) en 2 voor 102 patiënten (35,5%). De figuur laat de recidiefvrije overleving en de overall survival van de patiënten in de drie groepen zien. De mediane OS werd niet bereikt in de groep met ANS 0 en was 54,9 maanden in de groep met ANS 1 en 16,62 maanden in de groep met ANS 2. In multivariate analyse was ANS een onafhankelijke voorspeller van OS en RFS.

De onderzoekers concluderen dat gecombineerde analyse van de eenvoudig beschikbare gehalten van serum-albumine en lymfocyt- en neutrofielgetallen voorspelling van de prognose na resectie van BTC mogelijk maakt.

1.Chiu T-J, Liu Y-W, Yong C-C et al. Combined serum albumin with neutrophil-to-lymphocyte ratio predicts the prognosis of biliary tract cancer after curative resection. Cancers 2023;15:5474

Summary: A retrospective study at Chang Gung Memorial Hospital (Kaohsiung, Taiwan) found that combined preoperative serum albumin and neutrophil-to-lymphocyte ratio predicted the prognosis after curative resection for biliary tract cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Real-world uitkomsten met osimertinib voor EGFR-gemuteerd gevorderd NSCLC in 75-plussers in Japan (0)
2023-11-19 16:00   ( Nieuws )
Tags:  OSI-FACT-EP EGFR-mutated aNSCLC elderly patients
Prof. Takuro SakagamiOsimertinib is een standaard eerstelijns behandeling voor patiënten met EGFR-gemuteerd gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC). De multicenter retrospectieve OSI-FACT-EP studie in Japan heeft real-world uitkomsten met osimertinib voor EGFR-gemuteerd aNSCLC in patiënten ouder dan 75 jaar geïnventariseerd. Prof. Takuro Sakagami (Universiteitsziekenhuis, Kumamoto) en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1

De studie includeerde 538 patiënten die eerstelijns osimertinib kregen voor EGFR-gemuteerd aNSCLC, onder wie 203 patiënten die ouder waren dan 75 jaar. De figuur laat zien dat de mediane progressievrije overleving niet-significant korter was in de groep oudere patiënten, maar de mediane tijd tot falen van de behandeling was wel significant korter in de oudere groep (14,0 maanden versus 21,8 maanden; HR 1,46; p<0,001). Het percentage patiënten die de behandeling discontinueerden wegens adverse events was 28,6% in de groep oudere patiënten versus 14,9% in de jongere groep, en onder de patiënten die discontinueerden was het percentage die tweedelijns behandeling kregen 39,6% versus 72,8% in beide groepen. De mediane overall survival was 30 maanden in de oudere groep en werd niet bereikt in de jongere groep.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die eerstelijns osimertinib kregen voor EGFR-gemuteerd aNSCLC, ouder patiënten slechtere uitkomsten hadden dan jongere patiënten.

1.Sakata Y, Saito G, Sakata S et al. Osimertinib as first-line treatment for elderly patients with advanced EGFR mutation-positive non-small cell lung cancer in a real-world setting (OSI-FACT-EP).

Summary: A multicenter retrospective study in Japan found that, in a real-world clinical setting, elderly patients had worse outcomes with first-line osimertinib for EGFR mutation-positive aNSCLC when compared to non-elderly patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Werkzaamheid en veiligheid van particle beam radiotherapy voor WHO graad 2 en 3 meningeoom (0)
2023-11-19 14:30   ( Nieuws )
Tags:  WHO grade 2-3 meningioma PBRT
Particle beam radiotherapy (PBRT) zou een optie kunnen zijn voor patiënten met meningeoom. Een studie in het Shanghai Proton and Heavy Ion Center (Shanghai, China) heeft vroege resultaten met PBRT voor WHO graad 2 en 3 meningeoom geëvalueerd. Dr. Lin Kong en collega’s publiceren de studie in het Journal of Neuro-Oncology.1

De studie includeerde 28 patiënten met WHO graad 2 en 8 patiënten met WHO graad 3 meningeoom, die tussen mei 2015 en maart 2022 PBRT kregen. De mediane leeftijd ten tijde van PBRT was 48 jaar. Vijfentwintig patiënten werden behandeld voor nieuw-gediagnostiseerde ziekte en elf voor progressieve/recidiverende ziekte. Vijf patiënten kregen PBRT als herbestraling. Dertig patiënten kregen protonradiotherapie en zes koolstofion-radiotherapie, met een mediane dosering van 60 Gy-equivalent.

De mediane follow-up was 23,3 maanden. De figuur laat zien dat de lokale controle in het gehele cohort na één, twee, en drie jaar 92% respectievelijk 82% en 82% bedroeg, en dat de lokale controle veel beter was onder patiënten met graad 2 meningeoom dan onder patiënten met graad 3 meningeoom (100%, 94%, en 94% versus 50%, 25%, en 25% na één, twee, en drie jaar; p<0,001). Ook in multivariate analyse was WHO graad (2 versus 3) een significante prognosticator voor lokale controle. Er waren geen graad 3 of hoger toxiciteiten. Deze figuur toont de overall survival vanaf de PBRT en vanaf de primaire diagnose.

De onderzoekers concluderen dat PBRT voor WHO graad 2 en 3 meningeoom highly acceptable werkzaamheid en veiligheid had, maar dat langere follow-up vereist is voor het beoordelen van ziektecontrole, overleving, en mogelijke late bijwerkingen.

1.Qiu X, Gao J, Hu J et al. Particle beam radiotherapy in the treatment of WHO grade 2 and 3 meningiomas: an early experience from Shanghai Proton and Heavy Ion Center. J Neuro-Oncol 2023-04401-8

Summary: A study at Shanghai Proton and Heavy Ion Center found that particle beam radiotherapy for WHO grade 2 and 3 meningioma had acceptable efficacy and safety with median follow-up of 23.3 months.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van comorbiditeiten op overall survival van patiënten met colorectaalcarcinoom in Duitsland (0)
2023-11-19 13:00   ( Nieuws )
Tags:  CRC impact of comorbidities on overall survival
Dr. Oliver RiedelVoor verscheidene typen maligniteiten is slechtere overall survival gezien onder patiënten met comorbiditeiten dan onder patiënten zonder comorbiditeiten. Een analyse op basis van claims in een database die 20% van de Duitse bevolking omvat heeft onderzocht of dit ook het geval is onder patiënten met colorectaalcarcinoom (CRC). Dr. Oliver Riedel (Leibnitz-Institut für Präventionsforschung und Epidemiologie, Bremen) en collega’s publiceren de analyse in Acta Oncologica.1

De analyse includeerde 92.991 patiënten (49,1% vrouwen, mediane leeftijd 72 jaar) met een nieuwe CRC-diagnose tussen begin 2010 en eind 2018. Aan de hand van de claims in de database werden de patiënten onderverdeeld in vier groepen: geen comorbiditeiten (24,7%), alleen somatische comorbiditeiten (65,5%), alleen mentale comorbiditeiten (1,4%), en zowel somatische als mentale comorbiditeiten (8,4%). Tijdens mediaan 30 maanden follow-up overleden 32,8% van de patiënten. De figuur laat zien dat vergeleken met patiënten zonder comorbiditeiten, de overall survival gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, en stadium bij diagnose slechter was onder patiënten met alleen somatische comorbiditeiten (aHR 1,11; 95%-bti 1,07), alleen mentale comorbiditeiten (1,74; 1,58-1,92), en zowel somatische als mentale comorbiditeiten (1,92; 1,84-2,00). Onder de patiënten met alleen mentale comorbiditeiten was de overall survival slechter onder mannen (versus geen comorbiditeiten HR 2,19; 95%-bti 1,88-2,55) dan onder vrouwen (1,55; 1,37-1,75).

De onderzoekers concluderen dat onder CRC-patiënten, met name onder mannen, mentale comorbiditeiten geassocieerd zijn met aanzienlijk slechtere overall survival.

1.Riedel O, Viebrock J, Haug U. Overall survival in 92,991 colorectal cancer patients in Germany: differences according to type of comorbidity. Acta Oncologica 2023.2282120

Summary: A health claim database analysis in Germany found that among CRC patients, particularly males, mental health comorbidities are associated with markedly worse overall survival compared with no or only somatic comorbidities.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 2-studie van tovorafenib voor recidiverend of refractair pediatrisch laaggradig glioom (0)
2023-11-18 16:00   ( Nieuws )
Tags:  FIREFLY-1 trial pLGG tovorafenib
Dr. Lindsay KilburnGenomische veranderingen in BRAF zijn de meest-waargenomen oncogene drijvers in pediatrisch laaggradig glioom (pLGG).Tovorafenib is een oraal beschikbare selectieve en CNS-penetrante type II RAF remmer. De multinationale fase 2-studie FIREFLY-1 evalueerde tovorafenib monotherapie voor RAF-veranderd recidiverend of refractair (RR) pLGG. Dr. Lindsay Kilburn (Children’s National Hospital, Washington DC) en collega’s publiceren in Nature Medicine resultaten van de studie.1


De studie includeerde patiënten in de leeftijd van 6 maanden tot en met 25 jaar met pLGG met een bekende activerende BRAF-verandering (arm 1; n=77) of RAF-verandering (arm 2; n=60). De patiënten kregen tovorafenib 420 mg/m2 eens per week met een maximum van 600 mg. De nu gepubliceerde resultaten zijn werkzaamheid van de behandeling in arm 1 en veiligheid in armen 1 en 2. Het primaire eindpunt was overall response rate volgend RANO-HGG criteria. De figuur laat zien dat deze ORR 67% bedroeg, waarmee voldaan werd aan het vooraf-gespecificeerde werkzaamheidscriterium. De mediane tijd tot respons was 3,0 maanden en de mediane duur van respons was 16,6 maanden. De ORR volgens RAPNO-criteria was 51% met mediane TTR 5,3 maanden en DOR 13,8 maanden. Graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gezien in 42% van de patiënten, en TRAEs die discontinuering van de behandeling noodzakelijk maakten in 7%.

De onderzoekers concluderen dat tovorafenib een effectieve therapie kan zijn voor BRAF-veranderd R/R pLGG.

1.Kilburn LB, Khuong-Quang D-A, Hansford JR et al. The type II RAF inhibitor tovorafenib in relapsed/refractory pediatric low-grade glioma: the phase 2 FIREFLY-1 trial. Nature Med 2023-02668-y

Summary: The multinational phase 2 FIREFLY-1 trial found that tovorafenib could be an effective therapy for BRAF-altered, relapsed or refractory pediatric low-grade glioma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter gerandomiseerde fase 2-studie van systemische met of zonder lokale therapie voor oligometastatisch OSCC (0)
2023-11-18 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ESO-Shanghai 13 oligometastatic oesophageal squamous cell carcinoma
Prof. Kuaile ZhaoDe werkzaamheid van lokale therapie voor patiënten met oligometastatisch squameus celcarcinoom van de slokdarm (OSCC) is niet duidelijk. De gerandomiseerde fase 2-studie ESO-Shanghai 13, in zes centra in China, heeft resultaten van systemische therapie plus lokale interventie vergeleken met resultaten van alleen systemische therapie voor oligometastatisch OSCC. Prof. Kuaile Zhao (Fudan Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Gastroenterology & Hepatology.1

De studie includeerde volwassen patiënten met oligometastatisch OSCC, die 1:1 werden gerandomiseerd naar systemische therapie met of zonder lokale interventie. De randomisatie was dynamisch gebalanceerd op basis van aantal en locatie van de metastasen en lijn van systemische therapie. Systemische therapie was keus van de lokale onderzoekers uit chemotherapie, anti-PD-1 behandeling, en chemotherapie plus anti-PD-1 behandeling. Lokale therapie was keus van de lokale onderzoekers uit radiotherapie, chirurgie, of thermale ablatie naar alle metastaselocaties. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving.

De systemisch plus lokale therapiegroep telde 50 patiënten en de alleen systemische therapiegroep 51 patiënten. In deze beide groepen kregen 20 patiënten (38%) respectievelijk 23 patiënten (45%) anti-PD-1 therapie. De figuur laat zien dat zowel onder patiënten die anti-PD-1 therapie kregen als onder patiënten die geen anti-PD-1 kregen de PFS significant beter was in de groep met toevoeging van lokale therapie aan de systemische therapie. Het percentage patiënten met graad 3 of hoger treatment-related adverse events verschilde niet significant tussen de groepen (47% in de systemische plus lokale therapiegroep en 41% in de alleen-systemische therapiegroep; p=0,538) met graad 5 TRAEs in twee patiënten versus één patiënt.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met oligometastatisch OSCC toevoeging van lokale therapie voor metastasen aan systemische therapie geassocieerd was met significante verbetering van de PFS.

1.Liu Q, Chen J, Lin Y et al. Systemic therapy with or without local intervention for oligometastatic oesophageal squamous cell carcinoma (ESO-Shanghai 13): an open-label, randomised, phase 2 trial. Lancet Gastroenterol Hepatol 2023-00316-3

Summary: The multicenter randomized phase 2 ESO-Shanghai 13 trial found that among patients with oligometastatic esophageal squamous cell carcinoma, addition of local intervention to systemic therapy was associated with significantly improved progression-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Risico van colorectaalcarcinoom na abdominopelvische radiotherapie voor childhood cancer (0)
2023-11-18 13:00   ( Nieuws )
Tags:  abdominopelvic RT for childhood cancer CRC risk among survivors
Dr. Jop TeepenOverlevers van maligniteiten tijdens de jeugd (CCSs) hebben een verhoogd risico van colorectaalcarcinoom (CRC), maar de absolute risico’s die samenhangen met de behandelmodaliteiten zijn niet duidelijk. Een patiënt-controlestudie in het Europese PanCareSurFup cohort heeft het absolute CRC-risico in CCSs na abdominopelvische radiotherapie (ART) geïnventariseerd. Dr. Jop Teepen (Prinses Máxima Centrum voor Pediatrische Oncologie) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1


In het cohort van 69.460 CCSs identificeerden de onderzoekers 143 CRC-patiënten en 143 gematchte controlepersonen. De CCSs die ART hadden gekregen hadden een driemaal hogere waarschijnlijkheid van het ontwikkelen van CRC dan CCSs die geen ART hadden gekregen (OR 3,1; 95%-bti 1,4-6,6). Onder mannelijke CCSs die ART hadden gekregen was het cumulative absolute risk (CAR) 0,27% op de leeftijd veertig jaar; 1,08% op de leeftijd vijftig jaar (0,27% verwacht in de algemene bevolking); en 3,7% op de leeftijd zestig jaar (0,95% verwacht in de algemene bevolking). Onder vrouwelijke CCSs die ART hadden gekregen was de CAR 0,29% op de leeftijd veertig jaar; 1,03% op de leeftijd vijftig jaar (0,27% verwacht in de algemene bevolking), en 3,0% op de leeftijd zestig jaar (0,82% verwacht in de algemene bevolking).

De onderzoekers concluderen dat onder CCSs die ART hebben gekregen het risico van het ontwikkelen van CRC verhoogd is, met een risico dat op de leeftijd veertig jaar vergelijkbaar is met dat in de algemene bevolking op de leeftijd vijftig jaar (in veel landen de beginleeftijd van CRC-screening).

1.Heymer EJ, Józwiak K, Kremer LC et al. Cumulative absolute risk of subsequent colorectal cancer after abdominopelvic radiotherapy among childhood cancer survivors: a PanCareSurFup study. J Clin Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: Case-control analysis in a European cohort of childhood cancer survivors found that abdominopelvic radiotherapy for childhood cancer was associated with a three fold elevated risk of developing colorectal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)