Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter fase 2-studie van toevoegen van metastasen-gerichte therapie aan systemische therapie voor oligometastatic CRPC (0)
2025-09-03 15:00   ( Nieuws )
Dr. Tamim NiaziEr is geen duidelijkheid over de rol van metastasen-gerichte therapie voor castratie-resistent prostaatcarcinoom (CRPC). De gerandomiseerde fase 2-studie GROUQ-PCS 9, in dertien centra in Canada, heeft toevoegen van stereotactische radiotherapie aan standaard systemische therapie voor oligometastatisch CRPC geëvalueerd. Dr. Tamim Niazi (McGill Uiversity, Montreal) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde CRPC-patiënten met ten hoogste 5 metastasen en een ECOG performance status 2 of beter, na progressie op androgeendeprivatietherapie (ADT). De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar ADT-enzalutamide (ENZA; 160 mg eenmaal daags) of ADT-ENZA plus SBRT naar alle metastasen. Het primaire eindpunt was radiografische progressievrije overleving.

De ADT-ENZA groep telde 48 patiënten en de ADT-ENZA-SBRT groep bestond uit 52 patiënten. De mediane leeftijd was 73,0 jaar (IQR 67,0-79,5). De mediane follow-up was 4,8 jaar (IQR 3,4-5,0). De mediane rPFS was 4,6 jaar in de ADT-ENZA-SBRT groep en 2,3 jaar in de ADT-ENZA groep (HR 0,48; p-0,014). De meest-frequente graad 3 treatment-related adverse event was impotentie (75% van 12 patiënten in de ADT-ENZA-SBRT groep en 57% van 14 patiënten in de ADT-ENZA groep). Er waren geen graad 4 of 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van SBRT aan ADT-ENZA resulteerde in verlenging van de ziektecontrole onder patiënten met oligometastatisch CRPC.

1.Niazi T, Saad F, Tisseverasinghe S et al. Metastases-directed therapy in addition to standarad systemic therapy in oligometastatic castration-resistant prostate cancer in Canada (GROUQ-PCS 9): a multicentre, open-label, randomised, phase 2 trial. Lancet Oncol 2025;26:1158-1167

Summary: The multicenter randomized phase 2 GROUQ-PCS 9 trial in Canada found that addition of SBRT to all metastatic sites to standard systemic therapy for oligometastatic CRPC prolonged disease control without significantly adding toxicity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 2-studie van lenvatinib plus pembrolizumab voor eerder-behandeld metastatisch B3 thymoom en thymuscarcinoom (0)
2025-09-03 13:30   ( Nieuws )
Tags:  PECATI trial
Dr. Jordi RemonEr is geen standaard-behandeling voor patiënten met platina-refractair gevorderd type B3 thymoom en thymuscarcinoom. De fase 2-studie PECATI, in elf centra in Frankrijk, Italië, en Spanje heeft werkzaamheid en veiligheid van de combinatie van lenvatinib en pembrolizumab voor deze patiënten geëvalueerd. Dr. Jordi Remon (Paris-Sanclay Universiteit, Villejuif) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde 43 volwassen patiënten met een ECOG performance status 0 of 1 en metastatische ziekte na tenminste één lijn platina-gebaseerde chemotherapie. De mediane leeftijd was 57 jaar (IQR 45-66); 36 patiënten hadden thymuscarcinoom en 7 hadden B3 thymoom; 23 patiënten hadden drie of meer metastaselocaties. De patiënten kregen ten hoogste 35 drie-weekse cycli van oraal lenvatinib 20 mg eens per dag en intraveneus pembrolizumab 200 mg eens per drie weken. Het primaire eindpunt was lokaal-beoordeeld percentage patiënten met progressievrije overleving na vijf maanden. Na mediaan 10,6 maanden follow-up (IQR 7,8-14,7) bereikte de studie het primaire eindpunt met vijf-maands PFS-percentage van 88,4% (90%-bti 79,8-96,7). Graad 3 of 4 treatment-emergent adverse events werden gerapporteerd voor 37% van de patiënten. Er waren geen graad 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat lenvatinib plus pembrolizumab een standaard-behandeling zou kunnen zijn voor eerder-behandeld gevorderd B3 thymoom en thymuscarcinoom.

1.Remon J, Bironzo P, Girard N et al. Lenvatinib plus pembrolizumab in pretreated metastatic B3 thymoma and thymic carcinoma (PECATI): a single-arm, phase 2 trial. Lancet Oncol 2025;26:1215-1226

Summary: The multinational phase 2 PECATI trial found that the combination of lenvatinib and pembrolizumab showed potential as standard treatment for pretreated advanced B3 thymoma and thymic carcinoma, with a manageable toxicity profile.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde fase 2-studie van remmen van dormante tumorcellen voor preventie van recidief van mammacarcinoom (0)
2025-09-03 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CLEVER trial DTCs
Prof. Angela DeMicheleRecidief van mammacarcinoom kan ontstaan uit persistente dormante gedissemineerde tumorcellen (DTCs). In muismodellen is gezien dat autofagie en mTOR-signalering een rol spelen bij tumordormantie en ontsnapping. Experimenten in het Abramson Cancer Center van de University of Pennslvania (Philadelphia) hebben laten zien dat in muizen met dormante residuele tumorcellen (RTCs) remming van de mTOR-route met everolimus (EVE), al of niet in combinatie met remming van de autofagie met hydroxychloroquine (HCQ) resulteerde in tijdsduur-afhankelijke afname van de RTC-belasting en verlenging van de recidiefvrije overleving. Prof. Angela DeMichele en collega’s van Abramson Cancer Center publiceren in Nature Medicine de fase 2-studie CLEVER van remming van dormante tumorcellen voor preventie van recidief van mammacarcinoom.1

De studie includeerde 51 overlevers van mammacarcinoom met detecteerbare DTCs in beenmergaspiraat binnen vijf jaar na de diagnose. De patiënten startten HCQ (n=15), EVE (n=15), of HCQ plus EVE (n=21). De primaire eindpunten was feasibiliteit en veiligheid. De behandelingen waren feasible en veilig; slechts één patiënt discontinueerde de behandeling wegens graad 3 toxiciteit. Secundair eindpunt was werkzaamheid. De mediane follow-up was 42 maanden. De drie-jaars percentages voor recidiefvrije overleving in de groepen met HCQ, EVE, en HCQ plus EVE waren 91,7% respectievelijk 92,9% en 100%, met gemiddelde reductie van DTC-niveaus van 80% respectievelijk 78% en 87%. De RFS-percentages waren hoger in patiënten met DTC-klaring dan in patiënten zonder deze klaring (HR 0,21; 95%-bti 0,01-3,4).

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten suggereren dat op DTC-gerichte behandeling recidief van mammacarcinoom kan tegengaan.

1.DeMichele A, Clark AS, Shea E et al. Targeting dormant tumor cells to prevent recurrent breast cancer: a randomized phase 2 trial. Nature Med 2025-03877-3

Summary: Mouse model experiments and a phase 2 CLEVER study of breast cancer survivors at the University of Pennsylvania (Philadelphia) found that targeting dormant tumor cells with hydroxychloroquine and/or everolimus resulted in promising recurrence-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3-studie van benmelstobart plus anlotinib versus sunitinib voor gevorderd niercelcarcinoom (0)
2025-09-02 15:00   ( Nieuws )
Tags:  ETER100 trial aRCC
Prof. Xinan ShengBenmelstobart is een nieuwe PD-L1 remmer. De fase 3-studie ETER100, in 37 centra in China, heeft de combinatie van benmelstobart en anlotinib vergeleken met sunitinib als eerstelijns behandeling voor gevorderd niercelcarcinoom (aRCC). Prof. Xinan Sheng (Peking University Cancer Hospital & Institute, Beijing) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde patiënten in de leeftijd van 18 tot en met 80 jaar met niet-eerder behandeld heldercellig aRCC en een ECOG performance status 0 of 1. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar intraveneus benmelstobart 1200 mg iedere drie weken plus oraal anlotinib 12 mg eens per dag gedurende de eerste twee weken van drie-weekse cycli (n=266) of oraal sunitinib 50 mg eens per dag gedurende de eerste vier weken van zes-weekse cycli (n=265). De behandeling werd voortgezet tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was centraal-beoordeelde progressievrije overleving.

De mediane leeftijd van de 531 geïncludeerde patiënten was 60 jaar (IQR 54-67); 76% waren mannen. De full analysis set bestond uit 263 patiënten in de benmelstobart plus anlotinibgroep en 264 patiënten in de sunitinibgroep. Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 22,8 maanden (IQR 15,2-29,7). De mediane PFS was 19,0 maanden met benmelstobart-anlotinib versus 9,8 maanden met sunitinib (HR 0,53; p<0,001) in de full analysis set en 19,0 maanden versus 11,0 maanden (HR 0,55; p<0,0001) in de per-protocol set. De meest frequent graad 3 of hoger treatment-related adverse event was hypertensie, in 34% van de patiënten met benmelstobart-anlotinib en 21% van de patiënten met sunitinib. Graad 5 TRAEs troffen drie patiënten in de benmelstobart-anlotinibgroep en geen van de patiënten in de sunitinibgroep.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van benmelstobart plus anlotinib resulteerde in betere PFS dan sunitinib onder patiënten met niet-eerder behandeld heldercellig aRCC.

1.Zhou A, Shen P, Li J et al. First-line benmelstobart plus anlotinib versus sunitinib in advanced renal cell carcinoma (ETER100): a multicentre, randomised, open-label, phase 3 trial. Lancet Oncol 2025;26:1145-1157

Summary: The multicenter phase 3 ETER100 trial in China found that benmelstobart plus anlotinib improved progression-free survival compared with sunitinib among patients with previously untreated, advanced clear-cell renal cell carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Relmacabtagene autoleucel voor recidiverend of refractair folliculair lymfoom: twee-jaar follow-up van RELIANCE (0)
2025-09-02 13:30   ( Nieuws )
Tags:  R R FL relma-cel
Prof. Jun ZhuDe multicenter fase 2-studie RELIANCE in China evalueerde relmacabtagene autoleucel (relma-cel) voor recidiverend of refractair folliculair lymfoom (R/R FL) in 28 patiënten (mediane leeftijd 54 jaar (range 36-71) onder wie 60,7% meer dan drie eerdere lijnen behandeling hadden gekregen. Eerder is gepubliceerd dat na drie maanden objectieve respons was gezien in alle patiënten en complete respons in 85,2%. Prof. Jun Zhu (Peking University Cancer Hospital, Beijing) en collega’s publiceren nu twee-jaars follow-up resultaten van de studie in het British Journal of Haematology.1

De mediane follow-up was 24,4 maanden. De twee-jaars percentages voor progressievrije overleving en overall survival waren 80,3% respectievelijk 100%. Geen van de patiënten had graad 3 of hoger cytokine release syndrome en één patiënt had graad 3 of hoger neurologische toxiciteit. Neutropenie (in 39,3% van de patiënten) was de meest-gerapporteerde treatment-emergent adverse event. Er waren geen graad 5 AEs.

De onderzoekers concluderen dat na twee jaar follow-up relma-cel resulteerde in duurzame remissie met manageable veiligheid onder patiënten met R/R FL.

1.Song Y, Zou D, Yang H et al. Two-year follow-up of relmacabtagene autoleucel in relapsed or refractory follicular lymhoma in RELIANCE study. Br J Haematol 2025.20122

Summary: Two-year follow-up of the multicenter phase 2 RELIANCE study in China found durable remissions and manageable safety of relmacabtagene autoleucel for R/R FL.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Anti-angiogene therapie met of zonder ICIs voor eerder-behandeld kleincellig longcarcinoom (0)
2025-09-02 12:00   ( Nieuws )
Tags:  SCLC
Prof. Yutao LiuPatiënten met kleincellig longcarcinoom (SCLC) dat recidiveert na eerstelijns behandeling hebben weinig behandelopties. Een studie van de Chinese Academy of Medical Sciences/Peking Union Medical College (Beijing) heeft angiogene therapie met of zonder immuuncheckpointremmers (ICIs) als tweede- of laterlijns behandeling voor SCLC geëvalueerd. Prof. Yutao Liu en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1

De studie includeerde 61 patiënten na falen van eerstelijns therapie. De patiënten werden gerandomiseerd naar anti-angiogene therapie plus ICIs (n=40) of anti-angiogene monotherapie (n=21). De baselinekenmerken van beide groepen verschilden niet significant. De combinatietherapie was geassocieerd met significant betere progressievrije overleving (4,0 versus 2,7 maanden; p=0,029) en disease control rate (77,5% versus 52,4%; p=0,044) vergeleken met de monotherapie. De veiligheidsprofielen verschilden niet significant, met lage percentages van ernstige AEs in beide groepen. Vier klinisch-pathologische factoren (levermetastasen, neuron specific enolase niveaus,rook geschiedenis, en geslacht) en acht plasma-eiwitniveaus waren geassocieerd met PFS en respons op behandeling. Extracellular vesicle membrane protein interleukine-12 was een marker van slechte prognose.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van anti-angiogene therapie plus ICIs werkzaamheid en veiligheid heeft laten zien voor eerder-behandeld SCLC.

1.Chen T, Wang W, Qian Y et al. Immune checkpoint inhibitors combined with anti-angiogenic therapy as second- or further-line treatment for small cell lung cancer: efficacy, safety, and prognostic biomarkers. In t J Cancer 2025.70102

Summary: A single-center cohort study in China found that the combination of anti-angiogenic therapy and ICIs showed efficacy and safety for relapsed SCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter prospectieve studie van regressie-voorspellende biomarkers tijdens actieve surveillance voor CIN2 (0)
2025-09-01 15:00   ( Nieuws )
Tags:  cervical intraepithelial neoplasia grade 2
Dr. Annarosa Del MistroOnder patiënten met graad 2 intraepitheliale neoplasie van de cervix (CIN2) wordt in een substantieel percentage spontane regressie gezien. Een multicenter prospectieve studie in Italië heeft predictieve biomarkers voor deze regressie geïnventariseerd onder patiënten die actieve surveillance ondergingen. Dr. Annarosa Del Mistro (Veneto Instituut van Oncologie, Padua) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1




De studie includeerde 319 vrouwen in de leeftijd van 25 tot en met 45 jaar die voldeden aan de vooraf-gedefinieerde inclusie- en exclusiecriteria (zichtbaarheid van transformatiezone en lesie; geen eerdere geschiedenis van CIN2+ of immuunstoornis). De vrouwen werden gedurende 24 maanden gevolgd. Tijdens de follow-up werd onder 294 vrouwen regressie gezien in 56%, persistentie in 23%, en progressie in 21%. Er waren geen associaties van deze uitkomsten met leeftijd. Honderdtien deelnemers ondergingen tijdens de follow-up excisionele behandeling; in 53 vrouwen in CIN2 gezien en in 50 vrouwen CIN3+. De waarschijnlijkheid van CIN2-regressie was geassocieerd met vroege HPV-negativiteit (OR 6,45; 95%-bti 1,68-42,6), geen expressie van p16/ki67 (2,49; 1,38-4,52), en ongemethyleerde status (2,12; 1,09-4,20).

De onderzoekers concluderen dat studie biomarkers heeft gevonden die CIN2-patiënten identificeren met mogelijk profijt van actieve surveillance voor CIN2 (visual abstract).

1.Frayle H, Gori S, Pagan A et al. Predictive biomarkers for regression in women undergoing active surveillance for cervical intraepithelial neoplasia grade 2: a prospective multicenter study in Italy. Int J Cancer 2025.70104

Summary: A multicenter prospective study in Italy identified predictive biomarkers for regression in women undergoing active surveillance for cervical intraepithelial neoplasia grade 2.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Identificeren van voorspellers van PDAC in electronische dossiers van eerstelijns zorgaanbieders: patiënt-controlestudie (0)
2025-09-01 13:30   ( Nieuws )
Tags:  pancreatic ductal adenocarcinoma
Dr. Eli RassyEr is behoefte aan methoden voor het identificeren van personen met hoog risico van het ontwikkelen van pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC). Een patiënt-controlestudie in het Verenigd Koninkrijk heeft voorspellers van PDAC in electronische patiënten dossiers van eerstelijns zorgaanbieders geïdentificeerd. Dr. Elie Rassy (Université Paris-Saclay, Frankrijk) en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Cancer.1

De studie maakte gebruik van dossiers in de database van het UK-brede The Health Improvement Network. PDAC-patiënten (cases; n=10.575) werden 1:10 gematcht voor geslacht, leeftijd, duur van follow-up, en jaar van opname in de database met controlepersonen (n=105.750). Tenminste twee jaar voor de PDAC-diagnose/indexdatum werd in de dossiers van de PDAC-patiënten hogere prevalentie gezien van alcoholgebruik, roken, dyslipidemie, verhoogde bloeddruk, en diabetes die langer dan vier jaar bestond. Onafhankelijke voorspellers van PDAC waren pancreascysten (OR 4,39), pancreatitis (OR 2,16), dyslipidemie (OR 1,50), roken (OR 1,09) en alcoholgebruik (OR 1,09). Laboratorium-markers die twee jaar of langer voor de diagnose geassocieerd waren met verhoogd risico van PDAC waren verhoogd alkalisch fosfatase (OR 3,21), bilirubine (OR 2,48), alanine-aminotransferase (OR 1,76), erytrocyten-sedimentatiesnelheid (OR 1,27), en verlaagd albumine (OR 1,54).

De onderzoekers concluderen dat analyse van electronische dossiers van eerstelijns zorgaanbieders kan bijdragen aan identificatie van personen met verhoogd risico van PDAC tenminste twee jaar voor de diagnose.

1.Rassy E, Delaloge S, Slaouti Y et al. Identifying health conditions associated with an increased risk of pancreatic ductal adenocarcinoma at medium term in nationwide electronic health records of primary care physicians. Br J Cancer 2025-03172-5

Summary: A nationwide case-control study in the UK found that analysis of electronic health records can contribute to early identifying individuals with increased risk of PDAC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)