Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Impact van obesitas op overleving na immuuncheckpointremming voor squameus celcarcinoom van hoofd en hals (0)
2024-07-04 12:00   ( Nieuws )
Tags:  ICIs for HNSCC survival impact of obesity
Prof. Joseph CurryRecente studies hebben een overlevingsvoordeel laten zien van obesitas onder patiënten die immuuncheckpointremmers (ICIs) krijgen voor verscheidene typen maligniteiten. Een retrospectieve analyse van een bevolkings-gebaseerde patiëntendatabase in de Verenigde Staten heeft onderzocht of dit overlevingsvoordeel van obesitas ook bestaat onder patiënten met hoofd en hals squameus celcarcinoom (HNSCC). Prof. Joseph Curry (Thomas Jefferson University Hospital, Philadelphia PA) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Otolaryngology – Head & Neck Surgery.1

In de database identificeerden de onderzoekers patiënten die tussen begin 2012 en eind 2023 ICIs kregen voor HNSCC. Na propensity score matching voor pretreatment comorbiditeiten en oncologisch stadium werden twee groepen van ieder 83 patiënten gevormd met een BMI van 20-24,9 kg/m2 (normale BMI) en BMI 30 kg/m2 of hoger (obesitas). Het primaire eindpunt van de analyse was overall survival. De OS was significant beter in de obesitas-groep na drie maanden (HR 0,54; 95%-bti 0,31-0,96), na drie jaar (0,56; 0,38-0,83), en na vijf jaar (0,62; 0,44-0,86). Obesitas was ook geassocieerd met lager risico van afhankelijkheid van gastrostomie na zes maanden (OR 0,41; 95%-bti 0,21-0,80), na een jaar (0,41; 0,21-0,78), drie jaar (0,35; 0,18-0,65), en vijf jaar (0,34; 0,18-0,65), en van afhankelijkheid van tracheostomie na een jaar (0,52; 0,28-0,90), drie jaar (0,45; 0,45-0,90), en vijf jaar (0,45; 0,45-0,90). Er waren tussen beide groepen geen significante verschillen in dysfagie of immuun-gerelateerde bijwerkingen.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten uitwijzen dat onder patiënten die ICIs krijgen voor HNSCC, obesitas geassocieerd was met significant betere overleving en functionele uitkomsten.

1.Mastrolonardo EV, Llerena P, Lu J et al. Obesity and survival after immune checkpoint inhibition for head and neck squamous cell carcinoma. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2024.1568

Summary: A population-based database analysis of patients receiving ICIs for HNSCC found a significant overall survival benefit of obesity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Neoadjuvante chemotherapie met of zonder camrelizumab voor lokaal-gevorderd slokdarm squameus celcarcinoom (0)
2024-07-03 15:00   ( Nieuws )
Tags:  phase 3 ESCORT-NEO NCCES01 trial LA-ESCC camrelizumab
Prof. Jie HeIn éénarmige studies zijn veelbelovende resultaten gezien met neoadjuvant camrelizumab (anti-PD-1) plus chemotherapie voor resectabel lokaal-gevorderd squameus celcarcinoom van de slokdarm (LA-ESCC). De multicenter fase 3-studie ESCORT-NEO/NCCES01 in China heeft toevoegen van camrelizumab aan neoadjuvante chemotherapie voor LA-ESCC geëvalueerd. Prof. Jie He (Chinese Academy of Medical Sciences and Peking Union Medical College, Beijing) en collega’s publiceren een interimanalyse van de studie in Nature Medicine.1

De studie includeerde 391 patiënten met resectabel LA-ESCC (T1b-3N1-3M0 of T3N0M0) die gestratificeerd volgens klinisch stadium (I/II, III, of IVA) 1:1:1 werden gerandomiseerd naar twee cycli neoadjuvant camrelizumab plus nab-paclitaxel plus cisplatine (cam+nab-TP groep; n=132), camrelizumab plus paclitaxel plus cisplatine (cam+TP groep; n=130), of paclitaxel plus cisplatine (TP-groep; n=129), gevolgd door resectie en adjuvant camrelizumab in de twee camrelizumab-groepen. Primaire eindpunten waren percentage patiënten met pathologisch complete respons (pCR; centraal geblindeerd onafhankelijk beoordeeld) en gebeurtenisvrije overleving (EFS).

De pCR-percentages waren 28,0% in de cam+nab-TP groep en 15,4% in de cam+TP groep, significant hoger dan de 4,7% in de TP-groep (p<0,001 respectievelijk p=0,0034). De EFS-resultaten waren op het moment van de nu gepubliceerde analyse nog niet matuur. De incidentie van graad 3 of hoger treatment-related adverse events tijdens de neoadjuvante behandeling was 34,1% in de cam+nab-TP groep vergeleken met 29,2% in de cam+TP groep en 28,8% in de TP-groep; postoperatieve complicaties werden gezien in 34,2% vergeleken met 38,8% en 32,0%.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van camrelizumab aan neoadjuvante chemotherapie resulteerde in significante verbetering van de pCR-percentage, met tolerabel veiligheidsprofiel.

1.Qin J, Xue L, Hao A et al. Neoadjuvant chemotherapy with or without camrelizumab in resectable esophageal squamous cell carcinoma: the randomized phase 3 ESCORT-NEO/NCCES01 trial. Nature Med 2024-03064-w

Summary: The multicenter phase 3 ESCORT-NEO/NCCES01 trial in China found that addition of camrelizumab to neoadjuvant chemotherapy for locally advanced esophageal squamous cell carcinoma resulted in improved pCR rate.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van ras en sociaal-economische factoren op epigenetische leeftijdsversnelling in overlevers van childhood cancer (0)
2024-07-03 13:30   ( Nieuws )
Tags:  EAA NHB versus NHW CCSs SDOH
Dr. Zhaoming WangEr zijn geen gegevens over de impact van ras/etniciteit en sociaal-economische factoren op epigenetische leeftijdsversnelling (EAA) in overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd. Een cross-sectionele studie onder overlevers in het St Jude Lifetime Cohort heeft de EAA in non-Hispanic Black (NHB) overlevers vergeleken met die in non-Hispanic White (NHW) overlevers, en de mediërende rol van behandelingen en social determinants of health (SDOH) geïnventariseerd. Dr. Zhaoming Wang (St Jude Children’s Research Hospital, Memphis TN) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 1706 overlevers: 230 NHB die bij diagnose mediaan 9,5 jaar oud waren geweest en 1476 NHW met mediane leeftijd 9,3 jaar bij diagnose. DNA-methylering werd bepaald in DNA uit perifeer-bloed mononucleaire cellen. De met de behandeling samenhangende EAA was significant hoger onder de NHB-overlevers dan onder de NHW-overlevers (adjusted least square means 1,41 versus 0,47). Deze verschillen werden ten dele gemedieerd door opleidingsniveau en deprivatie-index van de woonomgeving.

De onderzoekers concluderen dat door behandeling toegenomen EAA verschilde tussen NHB- en NHW-overlevers, en dat dit verschil ten dele werd gemedieerd door SDOH.

1.Chen C, Plonski N-M, Dong Q et al. Race and ethnicity, socioeconomic factors, and epigenetic age acceleration in survivors of childhood cancer. JAMA Network Open 2024;7:e2419771

Summary: A cross-sectional study within the St Jude Lifetime Cohort found that treatment-related increased epigenetic age acceleration among childhood cancer survivors differed between NHB and NHW survivors, and that this racial disparity was partially mediated by social determinants of health.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-2 studie van dendritische-celtherapie na resectie van pancreascarcinoom (0)
2024-07-03 12:00   ( Nieuws )
Tags:  resected pancreatic cancer dendritic cell-based immunotherapy
Prof. Casper van EijckNa resectie met curatieve intentie en adjuvante multiagent chemotherapie voor pancreascarcinoom wordt in een hoog percentage van de patiënten recidief gezien. Een fase 1-2 studie in het Erasmus MC (Rotterdam) heeft adjuvante dendritische cel (DC)-therapie voor deze patiënten geëvalueerd. Prof. Casper van Eijck en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 38 patiënten na resectie en voltooiing van standaard adjuvante therapie. De mediane leeftijd was 62 jaar (IQR 55-68). De patiënten kregen vaccinaties met autologe DCs, geproduceerd middels een eerdere gepubliceerd proces. Achtentwintig patiënten (74%) kregen alle vijf de geplande vaccinaties, en drie (8%) respectievelijk zeven (16%) kregen vier respectievelijk drie vaccinaties. Na mediaan 25,5 maanden follow-up waren 26 patiënten (68%) vrij van recidief, met een twee-jaars RFS-percentage 64%, waarmee voldaan werd aan het vooraf-gespecificeerde criterium van twee-jaars RFS ≥ 60%.

De onderzoekers concluderen dat DC-gebaseerde immuuntherapie na resectie en voltooiing van standaard-therapie voor pancreascarcinoom in een gerandomiseerde studie dient te worden onderzocht.

1.Van ’t Land FR, Willemsen M, Bezemer K et al. Dendritic cell-based immunotherapy in patients with resected pancreatic cancer. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A phase 1-2 trial at Erasmus Medical Center (Rotterdam, The Netherlands) found promising activity of dendritic cell-based immunotherapy after resection and completion of standard-of-care adjuvant therapy for pancreatic cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Immuuntherapie-gebaseerde totale neoadjuvante therapie voor pMMR/MSS lokaal-gevorderd rectumcarcinoom (0)
2024-07-02 15:00   ( Nieuws )
Tags:  TORCH trial MSS LARC immunotherapy-based TNT
Conventionele totale neoadjuvante therapie (TNT) voor pMMR/MSS lokaal-gevorderd rectumcarcinoom (LARC) resulteert in percentage patiënten met complete respons (CR) van ongeveer 25%. De multicenter gerandomiseerde fase 2-studie TORCH in China heeft incorporatie van de PD-1 remmer toripalimab in een TNT-regime voor LARC geëvalueerd. Dr. Zhen Zhang (Fudan Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren in het Journal of Clinical Oncology resultaten met dit iTNT-regime.1


De studie includeerde 121 patiënten die werden gerandomiseerd naar twee groepen. Patiënten in groep A (n=62) kregen short-course radiotherapy (SCRT) gevolgd door zes cycli consolidatie immuunchemotherapie met capecitabine en oxaliplatine plus toripalimab. Patiënten in groep B (n=59) kregen twee cycli inductie immuunchemotherapie gevolgd door SCRT en nog vier cycli consolidatie immuunchemotherapie. Op basis van de tumorrespons (digital rectal examination, MRI, endoscopie) werden werd patiënten met incomple respons totale mesorectale excisie (TME) aangeraden, en konden patiënten met CR kiezen voor watch-and-wait (WW). Het primaire eindpunt was CR, met een CR-percentage van 40% als vooraf-gedefinieerd criterium voor werkzaamheid.

De mediane follow-up was 19 maanden. CR werd bereikt in 56,5% in groep A en 54,2% in groep B, waarmee beide groepen voldeden aan het werkzaamheidscriterium. In elk van beide groepen ondergingen 15 patiënten WW en bleven ziektevrij. De meest frequente graad 3 en 4 toxiciteiten waren trombocytopenie en neutropenie. Groep A telde een hoger percentage patiënten met klinisch complete respons (43,5% versus 35,6%) en een lager percentage patiënten met graad 3 of 4 trombocytopenie tijdens de neoadjuvante behandeling (24,2% versus 33,9%).

De onderzoekers concluderen dat beide iTNT-regimes voor pMMR/MSS LARCresulteerden in aanzienlijk betere CR-percentages dan conventionele TNT-regimes.

1.Xia F, Wang Y, Wang H et al. Randomized phase II trial of immunotherapy-based total neoadjuvant therapy for proficient mismatch repair or microsatellite stable locally advanced rectal cancer (TORCH). J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 2 TORCH trial in China found that among patients with pMMR/MSS locally advanced rectal cancer, incorporation of toripalimab in a total neoadjuvant therapy regimen improved complete response rates compared with conventional total neoadjuvant regimens.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde studie van preventieve werkzaamheid van neuromusculaire training voor CIPN (0)
2024-07-02 13:30   ( Nieuws )
Tags:  STOP trial chemotherapy-induced peripheral neuropathy SMT WBV
Dr. Fiona StreckmannChemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN) is een prevalente en klinisch relevante bijwerking van chemotherapie, met negatieve impact op de kwaliteit van leven. Het gebrek aan preventieve of therapeutische opties voor CIPN maakt vaak veranderingen van de behandeling noodzakelijk, die kunnen resulteren in verlaagde overleving. De prospectieve gerandomiseerde STOP-studie, in vier centra in de regio Keulen (Duitsland) heeft preventieve werking van neuromusculaire training voor CIPN geïnventariseerd. Dr. Fiona Streckmann (Universiteit van Basel, Zwitserland) en collega’s publiceren de studie in JAMA Internal Medicine.1




De studie includeerde 158 patiënten (gemiddelde leeftijd 49,1 jaar; range 18,0-82,0; 58,9% mannen) die oxaliplatine of vinca-alkaloïden kregen. De patiënten werden voor de duur van de chemotherapie 1:1:1 gerandomiseerd naar sensorimotorische training (SMT; n=55), whole-body vibration training (WBV; n=53), of gebruikelijke zorg (treatment as usual, TAU; n=50). SMT en WBV werden tweemaal per week in sessie van 15 tot 30 minuten gegeven. De patiënten werden vijf jaar gevolgd. Het primaire eindpunt was incidentie van CIPN.

De incidentie van CIPN was significant lager in de SMT-groep (30%) en de WBV-groep (41,2%) dan in de TAU-groep (70,6%; p=0,002). De patiënten die vinca-akaloïden kregen en SMT volgden hadden het meeste profijt. In per-protocol analyse van patiënten die tenminste 75% van de sessies volgden was de incidentie van CIPN 28,6% in de SMT-groep en 37,5% in de WBV-groep vergeleken met 73,3% in de TAU-groep.

De onderzoekers concluderen dat de gerandomiseerde studie heeft laten zien dat neuromusculaire training kan resulteren in verlaging van de incidentie van CIPN (visual abstract).

1.Streckmann F, Elter T, Lehmann HC et al. Preventive effect of neuromuscular training on chemotherapy-induced neuropathy. A randomized clinical trial. JAMA Internal Med 2024.2354

Summary: The prospective randomized STOP trial, at 4 centers in Germany, found efficacy of neuromuscular training for decreasing chemotherapy-induced peripheral neuropathy symptoms.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van fluor-18 PSMA-1007 PET/CT versus multiparametrische MRI voor locoregionale stadiëring van prostaatcarcinoom (0)
2024-07-02 12:00   ( Nieuws )
Tags:  Next Generation Trial prostate cancer 18F-PSMA-1007 PET CT versus multiparametric MRI
Dr. Adam KinnairdDe diagnose en het management van intermediair- en hoog-risico prostaatcarcinoom worden in toenemende mate geïnformeerd door vorderingen in diagnostische imaging. De fase-2 Next Generation Trial in twee centra in Alberta (Canada) heeft de accuratesse van 18F-PSMA-1007 PET/CT (PSMA PET) vergeleken met die van multiparametrische MRI voor de primaire locoregionale stadiëring van intermediair- en hoog-risico prostaatcarcinoom. Dr. Adam Kinnaird (University of Alberta, Edmonton) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde 134 patiënten die radicale prostatectomie ondergingen (gemiddelde leeftijd bij prostatectomie 62,0 ± 5,7 jaar). Voorafgaand aan de prostatectomie ondergingen de patiënten PSMA PET en MRI binnen twee weken van elkaar. PSMA PET was statistisch significant superieur aan MRI voor de accurate identificatie van pathologisch tumorstadium (45% versus 28%; p=0,003), correcte identificatie van de dominante nodule (94% versus 83%; p=0,01), lateraliteit (64% versus 44%; p=0,001), en extracapsulaire extensie (75% versus 63%), maar niet seminal vesicle invasie (91% versus 85%; p=0,07).

De onderzoekers concluderen dat de studie superioriteit van PSMA PET boven MRI heeft laten zien voor de pretreatment locoregionale stadiëring van intermediair- en hoog-risico prostaatcarcinoom.

1.Mookerji N, Pfanner T, Hui A et al. Fluorine-18 prostate-specific membrane antigen-1007 PET/CT vs multiparametric MRI for locoregional staging of prostate cancer. JAMA Oncol 2024.3196

Summary: A phase 2 trial at two centers in Alberta (Canada) found superiority of 18F-PSMA-1007 PET/CT over multiparametric MRI in the pre-prostatectomy staging of intermediate-risk and high-risk prostate tumors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van irinotecan-temozolomide met of zonder dasatinib-rapamycine voor R/R neuroblastoom (0)
2024-07-01 15:00   ( Nieuws )
Tags:  RIST-rNB-2011 trial relapsed or refractory neuroblastoma
Prof. Selim CorbaciogluNeuroblastoom (NB) is de meest-voorkomende extracraniële solide tumor in kinderen. De gerandomiseerde fase 2-studie RIST-rNB-2011, in 40 centra in Duitsland en Oostenrijk, evalueerde irinotecan-temozolomide gecombineerd met dasatinib-rapamycine (RIST-regime) in patiënten met recidiverend of refractair (R/R) NB. Prof. Selim Corbacioglu (UMC Regensburg) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde 129 R/R NB-patiënten in de leeftijd van 1 tot en met 25 jaar. De mediane leeftijd was 5,4 jaar (IQR 3,7-8,1). De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar RIST (n=63) of alleen irinotecan-temozolomide (controlegroep; n=66). De mediane follow-up was 72 maanden (IQR 31-88). De figuur laat zien dat de progressievrije overleving (primair eindpunt) significant langer was met RIST dan met controle (mediaan 11 versus 5 maanden; HR 0,62; p=0,019) en dat de mediane overall survival niet-significant langer was met RIST dan met controle (20 versus 16 maanden; HR 0,68; p=0,073). Onder de 48 patiënten met MYCN-amplificatie was de mediane PFS 6 maanden met RIST versus 2 maanden met controle (HR 0,45; p=0,012). Onder de patiënten zonder MYCN-amplificatie was de mediane PFS 14 maanden met RIST versus 8 maanden met controle (HR 0,84; p=0,49). De meest-gerapporteerde graad 3 of hoger treatment-related adverse events waren neutropenie (81% met RIST versus 82% met controle), trombocytopenie (67% versus 68%), en anemie (58% versus 63%). Eén patiënt in de RIST-groep overleed aan behandelingsgerelateerd multiorgaanfalen.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met R/R NB, toevoegen van dasatinib-rapamycine aan irinotecan-temozolomide resulteerde in betere PFS; dit profijt was beperkt tot patiënten met MYCN-amplificatie.

1.Corbacioglu S, Lode H, Ellinger S et al. Irinotecan and temozolomide in combination with dasatinib and rapamycin versus irinotecan and temozolomide for patients with relapsed or refractory neuroblastoma (RIST-rNB-2011): a multicentre, open-label, randomised, controlled, phase 2 trial. Lancet Oncol 2024;25:922-932

Summary: The randomized phase 2 RIST-rNB-2011 trial in Germany and Austria found that among patients with relapsed or refractory neuroblastoma, addition of dasatinib-rapamcyin to irinotecan-temozolomide was associated with improved progression-free survival and overall survival; the improvement was limited to the group with MYCN amplification.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)