Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Tijdsafhankelijkheid van detectie van HPV ctDNA na chemoradiatie als prognostische biomarker voor gelokaliseerd anuscarcinoom (0)
2025-01-29 14:30   ( Nieuws )
Tags:  localized anal cancer ctDNA detection after CRT
Dr. Van MorrisIn veel typen solide tumoren is detectie van circulerend tumor DNA (ctDNA) in de weken na chirurgie geassocieerd met het risico van recidief. Het optimale tijdstip van ctDNA-bepaling als prognostische biomarker na chemoradiatie (CRT) voor anuscarcinoom is niet bekend. Een retrospectieve studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft dit tijdstip geëvalueerd. Dr. Van Morris en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde patiënten met stadium I tot en met III anuscarcinoom die tussen december 2020 en juni 2024 CRT ondergingen. Met een nieuwe hooggevoelige droplet digital HPV ctDNA PCR-assay bepaalden de onderzoekers HPV ctDNA-niveaus voor aanvang van de CRT, aan het eind van de CRT, en tijdens de surveillance. Detectie van HPV ctDNA drie maanden of langer na de CRT was geassocieerd met recidief (80% versus 2%; OR 168; p<0,0001) en inferieure recidiefvrije overleving (mediaan 4,9 maanden versus NR; HR 39,2; p<0,0001) vergeleken met HPV ctDNA-negatieve status. De sensitiviteit en specificiteit voor recidief aan de hand van HPV ctDNA-detectie waren 89% respectievelijk 95%, met positieve en negatieve voorspellende waarde 80% respectievelijk 98%. HPV ctDNA-detectie aan het eind van de behandeling was niet geassocieerd met recidief.

De onderzoekers concluderen dat detectie van HPV ctDNA met een nieuwe hooggevoelige assay tenminste drie maanden na CRT geassocieerd was met ongunstige overlevingsuitkomst.

1.Morris VK, Xiao W, Lin K et al. Time dependency for human papillomavirus circulating tumor DNA detection after chemoradiation as a prognostic biomarker for localized anal cancer. Clin Cancer Res 2025; epub ahead of print

Summary: A retrospective study at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found that with a novel, highly sensitive assay, detection of HPV ctDNA at least 3 months after chemoradiation was associated with unfavorable survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1-studie van botensilimab plus balstilimab voor recidiverend of refractair metastatisch sarcoom (0)
2025-01-29 12:58   ( Nieuws )
Tags:  advanced sarcomas BOT plus BAL
Dr. Breelyn WilkyPatiënten met gevorderde sarcomen hebben slechte uitkomsten en een hoge unmet need voor ontwikkeling van nieuwe behandelingen. Een multicenter fase 1 studie in de Verenigde Staten heeft de combinatie van botensilimab (BOT; Fc-versterkt anti-CTLA-4) en balstilimab (BAL; anti-PD-1) voor eerder-behandelde gevorderde sarcomen geëvalueerd. Dr. Breelyn Wilky (University of Colorado Cancer Center, Aurora) en collega’s publicerende studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 64 patiënten met recidiverend of refractair metastatisch sarcoom. De patiënten kregen intraveneus BOT 1 mg/kg of 2 mg/kg iedere zes weken, in combinatie met intraveneus BAL 3 mg/kg iedere twee weken, voor de duur van ten hoogste twee jaar. Het primaire eindpunt was bepaling van doseringslimiterende toxiciteiten tijdens de escalatiefase. De meest-gerapporteerde treatment-related adverse event was diarree/colitis in 35,9% van de patiënten; graad 3 in 6,3% van de patiënten; er waren geen graad 4 of 5 TRAEs. Onder alle 52 voor werkzaamheid evalueerbare patiënten was de objective response rate 19,2% (95%-bti 9,6-32,5); met ORR 27,8% (9,7-53,5) onder de 18 patiënten met angiosarcoom; 33,3% in visceraal subtype en 22,2% in cutaan subtype. Deze figuur toont de progressievrije overleving en overall survival.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van BOT en BAL veelbelovende werkzaamheid en veiligheid heeft laten zien in een groot cohort van patiënten met eerder-behandelde gevorderde sarcomen.

1.Wilky BA, Schwartz GK, Gordon MS et al. Botensilimab (Fc-enhanced anti-cytotoxic lymphocyte association protein-4 antibody) plus balstilimab (anti-PD-1 antibody) in patients with relapsed/refractory metastatic sarcomas. J Clin Oncol (2025) 24-0254.

Summary: A multicenter phase 1 trial in the United States found promising efficacy and safety in a large cohort of pretreated sarcoma patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van trifluridine-tipiracil voor eerder-behandeld ER+ HER2- metastatisch mammacarcinoom (0)
2025-01-28 16:00   ( Nieuws )
Tags:  BOOG 2019-01 TIBET trial ER+ HER2- mBC trifluridine-tipiracil
Dr. Monique BosEr zijn niet veel effectieve laterelijns chemotherapie-opties beschikbaar voor patiënten met metastatisch mammacarcinoom (mBC). In eerdere studies was onder zwaar-voorbehandelde patiënten met fluoropyrimidine-refractair metastatisch colorectaalcarcinoom en maagcarcinoom trifluridine-tipiracil (aka TAS-102) geassocieerd met overlevingsprofijt. De Nederlandse multicenterstudie BOOG 2019-01 TIBET heeft trifluridine-tipiracil geëvalueerd voor eerder-behandeld ER-positief HER2-negatief mBC. Dr. Monique Bos (Erasmus MC) en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1


De studie includeerde volwassen patiënten met een ECOG performance status 0 of 1, die eerder twee of drie lijnen chemotherapie hadden gekregen, waaronder capecitabine en een taxaan. De patiënten kregen vier-weekse cycli van trifluridine-tipiracil 35 mg/m2 tweemaal daags op dagen één tot en met vijf en dagen acht tot en met twaalf. De behandeling werd voortgezet tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primair eindpunt was percentage patiënten met ziektecontrole na acht weken, met als criterium voor werkzaamheid een ondergrens van het 80% betrouwbaarheidsinterval hoger dan 30%.

De studie includeerde 50 vrounwe, met mediaan drie (IQR 2-3) eerdere lijnen endocriene therapie en twee (2-3) lijnen chemotherapie voor mBC gekregen hadden. Het DCR-percentage na acht weken was 64% (80%-bti 55,0-72,1) waarmee voldaan werd aan het criterium voor werkzaamheid. De mediane progressievrije overleving en overall survival waren 5,4 maanden (95%-bti 2,0-7,2) respectievelijk 14,0 maanden (8,8-17,8). Er waren geen onverwachte toxiciteiten en geen graad 5 treatment-related adverse events. De kwaliteit-van-leven scores bleven stabiel tijdens de behandeling.

De onderzoekers concluderen dat trifluridine-tipiracil veelbelovende werkzaamheid had onder eerder met onder meer capecitabine behandelde mBC-patiënten.

1.Guchelaar NAD, Mathijssen RHJ, de Boer M et al. Trifluridine-tipiracil in previously treated patients with oestrogen receptor-positive, HER2-negative metastatic breast cancer (BOOG 2019-01 TIBET trial): a single-arm, multicentre, phase 2 trial. eClinMed (2025) 2024.103065

Summary: The multicenter phase 2 BOOG 2019-1 TIBET trial in The Netherlands found promising activity and tolerability of trifluridine-tipiracil among previously treated patients with ER-positive, HER2-negative metastatic breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Trends in incidentie en mortaliteit van prostaatcarcinoom in Californië, 2004 tot en met 2021 (0)
2025-01-28 14:30   ( Nieuws )
Dr. Erin Van BlaniganEr is behoefte aan informatie over trends in de incidentie en mortaliteit van prostaatcarcinoom (PrCa). Een cohortstudie van gegevens in gezondheidsdatabases in Californië heeft deze trends in de periode van 2004 tot en met 2021 geïnventariseerd. Dr. Erin Van Blarigan (University of California San Francisco) publiceren de studie in JAMA Network Open.1

Tussen begin 2004 en eind 2021 werden in Californië 387.636 PrCa-diagnosen gesteld (27.938 niet-gelokaliseerd) en overleden 58.754 mannen aan PrCa. Iets meer dan de helft (52,4%) van de diagnosen werden gesteld in mannen in de leeftijd van 55 tot 70 jaar, en 39,7% in mannen in de leeftijd van 70 jaar of ouder. De incidentie van niet-gelokaliseerd PrCa nam tussen 2011 en 2021 gemiddeld met 6,7% per jaar toe. De mortaliteit aan PrCa nam tussen 2004 en 2012 af met gemiddeld 2,6% per jaar, maar bereikte vervolgens een plateau en bleef stabiel tussen 2012 en 2022. Trends in incidentie en mortaliteit verschilden niet significant tussen mannen van verschillende rassen/etniciteiten of leeftijden of inwoners van verschillende regio’s in Californië.

De onderzoekers concluderen dat de incidentie van niet-gelokaliseerd PrCa in Californië toenam tussen begin 2011 en eind 2021, terwijl de PrCa-mortaliteit na decennia van afname stabiel bleven tussen begin 2012 en eind 2021.

1.Van Blarigan EL, McKinley MA, Washington SL et al. Trends in prostate cancer incidence and mortality rates. JAMA Network Open 2025;8:e2456825

Summary: A cohort study among California residents found that the incidence of distant stage prostate cancer increased between 2011 and 2021, whereas prostate cancer mortality rates plateaued between 2012 and 2021, ending previous decades of decline.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van encorafenib, cetuximab, en chemotherapie voor BRAF-gemuteerd colorectaalcarcinoom (0)
2025-01-28 13:00   ( Nieuws )
Tags:  BREAKWATER study previously untreated BRAF V600E mCRC
Prof. Scott KopetzDe combinatie van encorafenib en cetuximab (EC) is goedgekeurd voor eerder-behandeld BRAF-V600E gemuteerd metastastisch colorectaalcarcinoom (mCRC). De multinationale fase 3-studie BREAKWATER heeft EC plus mFOLFOX6 vergeleken met standaardzorg (SOC) onder patiënten met niet-eerder behandeld BRAF-V600Egemuteerd mCRC. Prof. Scott Kopetz (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1

De studie includeerde 1047 patiënten met een ECOG performance status 0 of 1. De patiënten werden gerandomiseerd naar EC, EC plus mFOLFOX6, of SOC. De nu gepubliceerde analyse is beperkt tot de EC plus mFOLFOX6-groep versus de SOC-groep; resultaten in de EC-groep zullen later worden gepubliceerd. De EC plus mFOLFOX6-groep bestond uit 236 patiënten en de SOC-groep uit 243 patiënten. Op het moment van data cutoff voor de nu gepubliceerde analyse werden 137 patiënten in de EC plus mFOLFOX6-groep en 82 patiënten in de SOC-groep nog volgens studieprotocol behandeld.

De studie had twee coprimaire eindpunten, progressievrije overleving en objectieve respons. De data voor PFS waren op het moment van de nu gepubliceerde analyse nog niet matuur. De objective response rate was statistisch significant en klinisch relevant beter met EC plus mFOLFOX6 dan met SOC(60,9% versus 40,0%; OR 2,443; p=0,0008). De mediane duur van respons was 13,9 maanden versus 11,3 maanden. Deze figuur laat zien dat EC plus mFOLFOX6 resulteerde in betere respons dan SOC in alle gepredefinieerde subgroepen. De eerste interimanalyse van het secundaire eindpunt overall survival liet een betere OS zien met EC plus mFOLFOX6 dan met SOC (HR 0,47; 95%-bti 0,166-1,322). Ernstige adverse events werden gezien in 37,7% van de patiënten met EC plus mFOLFOX6 en 34,6% van de patiënten met SOC; veiligheidsprofielen waren consistent met wat bekend is van elk van de middelen.

De onderzoekers concluderen de BREAKWATER significant betere en duurzame ORR heeft laten zien met EC plus mFOLFOX6 vergeleken met SOC voor niet-eerder behandeld BRAF-V600E gemuteerd mCRC.

1.Kopetz S, Yoshino T, Van Cutsem E et al. Encorafenib, cetuximab and chemotherapy in BRAF-mutant colorectal cancer: a randomized phase 3 trial. Nature Med (2025) 024-03443-3

Summary: The multinational phase 3 BREAKWATER trial found that encorafenib plus cetuximab plus mFOLFOX6 resulted in significantly better ORR compared with standard of care for previously untreated BRAF V600E-mutant metastatic colorectal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van nivolumab plus ipilimumab versus nivolumab voor MSI-H metastatisch colorectaalcarcinoom (0)
2025-01-27 16:00   ( Nieuws )
Tags:  CheckMate 8HW microsatellite instability-high mCRC
Prof. Thierry AndréDe fase 3-studie CheckMate 8HW, in 128 centra in 23 landen, includeerde immuuntherapie-naïeve volwassen patiënten met niet-resectabel of metastatisch colorectaalcarcinoom (mCRC) met microsatellite instability-high (MSI-H) of mismatch repair-deficient (dMMR) status. De patiënten werden 2:2:1 gerandomiseerd naar nivolumab plus ipilimumab, alleen nivolumab, of chemotherapie met of zonder gerichte therapie. Prof. Thierry André en collega’s publiceren in The Lancet resultaten voor het coprimaire eindpunt progressievrije overleving in de groep met nivolumab plus ipiimumab (combinatiegroep) versus de groep met alleen nivolumab, over alle lijnen van behandeling.1

De combinatiegroep bestond uit 296 patiënten, die vier doses van nivolumab 240 mg plus ipilimumab 1 mg/kg iedere drie weken kregen, gevolgd door nivolumab 480 mg iedere vier weken. De nivolumabgroep bestond uit 286 patiënten, die zes doses nivolumab 240 mg iedere twee weken kregen gevolgd door nivolumab 480 mg iedere vier weken. Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 47,0 maanden (IQR 38,4-53,2). De mediane PFS werd niet bereikt in de combinatiegroep en was 39,3 maanden in de nivolumabgroep (HR 0,62; p=0,0003); treatment-related adverse events werden gezien in 81% versus 71%; graad 3 of 4 TRAEs 22% versus 14%. Graad 5 TRAEs troffen twee patiënten in de combinatiegroep en één patiënt in de nivolumabgroep.

De onderzoekers concluderen dat nivolumab plus ipilimumab vergeleken met alleen nivolumab resulteerde in superieure PFS in alle lijnen van behandeling van patiënten met MSI-H of dMMR mCRC.

1.André T, Elez E, Lenz H-J et al. Nivolumab plus ipilimumab versus nivolumab in microsatellite instability-high metastatic colorectal cancer (CheckMate 8 HW): a randomised, open-label, phase 3 trial. Lancet 2025; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 CheckMate 8HW trial found that among patients with MSI-H or dMMR metastatic colorectal cancer, nivolumab plus ipilimumab showed superior progression-free survival versus nivolumab alone across all treatment lines.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange-termijn uitkomsten van eerstelijns nivolumab plus chemotherapie en bevacizumab voor gevorderd nsqNSCLC (0)
2025-01-27 14:30   ( Nieuws )
Tags:  TASUKI-52 trial 3-year follow-up
Prof. Ki Hyeong LeeDe fase 3-studie TASUKI-52, in Japan, Zuid-Korea, en Taiwan includeerde patiënten met niet-eerder behandeld stadium IIIB/IV of recidiverend niet-squameus niet-kleincellig longcarcinoom (nsqNSCLC) zonder sensitiserende EGFR-, ALK-, of ROS1-veranderingen. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar zes cycli nivolumab (n=275) of placebo (n=275), in combinatie met carboplatine, paclitaxel, en bevacizumab iedere drie weken, gevolgd door nivolumab of placebo, in combinatie met bevacizumab tot progressie van de ziekte of niet-acceptabele toxiciteit. In 2021 werd de primaire analyse van de studie gepubliceerd, die liet zien dat met mediane follow-up van 13,7 maanden de progressievrije overleving langer was in de nivolumabgroep dan in de placebogroep (HR 0,56; p<0,0001). Prof. Ki Hyeong Lee (Chungbuk National University Hospital) en collega’s publiceren nu in Lung Cancer lange-termijn resultaten van de studie.1

De duur van follow-up op het moment van de nu gepubliceerde analyse was tenminste 36,1 maanden. De PFS was nog steeds langer in de nivolumabgroep dan in de placebogroep (mediaan 10,6 maanden versus 8,2 maanden; HR 0,59; p<0,0001). De mediane overall survival was 31,6 maanden in de nivolumabgroep versus 24,7 maanden in de placebogroep (HR 0,71; 95%-bti 0,57-0,88). PFS en OS waren beter met nivolumab dan met placebo over patiëntengroepen met verschillende PD-L1 expressieniveaus en ongeacht baseline hersenmetastase-status. Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 76,2% van de patiënten in de nivolumabgroep en 74,9% van de patiënten in de placebogroep. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat toevoeging van nivolumab aan eerstelijns chemotherapie en bevacizumab resulteerde in langere PFS en OS onder patiënten met gevorderd nsqNSCLC.

1.Lee KH, Lee J-S, Sugawara S et al. First-line nivolumab plus platinum chemotherapy and bevacizumab for advanced nonsquamous non-small cell lung cancer: a 3-year follow-up of the phase 3 randomized TASUKI-52 trial. Lung Cancer 2025-00030-3

Summary: The multinational phase 3 TASUKI-52 trial found that adding nivolumab to first-line treatment for advanced NSCLC resulted in significant overall survival benefit at three years.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overzicht van studies van electrochemotherapie voor pancreas ductaal adenocarcinoom (0)
2025-01-27 13:00   ( Nieuws )
Tags:  PDAC ECT
Prof. Roberto Ivan TroisiPatiënten met pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC) hebben een slechte prognose, met vijf-jaars overall survival percentage van slechts 8 tot 10%. Er is behoefte aan nieuw therapeutische benaderingen voor PDAC. Electrochemotherapie (ECT) bevordert intracellulaire opname van chemotherapeutica middels electrische pulsen. Prof. Roberto Ivan Troisi (Federico II Universiteit van Napels, Italië) en collega’s publiceren in Cancers een systematisch overzicht van studies van postoperatief ECT als adjuncte behandeling voor PDAC-patiënten.1

In de literatuur van begin 2000 tot eind okoteber 2024 identificeerden de onderzoekers vijf voor het onderwerp relevante studies, met tezamen 43 volwassen patiënten met uiteenlopende PDAC-stadia. Eén studie liet een trend zien van afname van de tumorgrootte met 8,3% na één maand en 16,1% na zes maanden. De ernst van complicaties was over het algemeen mild, met ernstige complicaties in slechts 2,3% van de patiënten. Mediane overall survival werd gerapporteerd door twee studies als 8 maanden (range 2-19) en 11,5 maanden (1-74). ECT was effectief voor symptoom-management, met in één studie door 60% van de patiënten gerapporteerde vermindering van pijn/discomfort, en door 40% gerapporteerde verbetering van de kwaliteit van leven, en in een andere studie gerapporteerde afname van de pijnscores volgens de DVPR-schaal van 6 voor ECT naar 3 na één maand en 2 na zes maanden.

De onderzoekers concluderen dat ECT een veelbelovende en veilige adjunct behandeling kan zijn in de management van PDAC.

1.Rompianesi G, Loiaco G, Rescigno L et al. A systematic review of indications and clinical outcomes of electrochemotherapy in pancreatic ductal adenocarcinoma. Cancers 2025;17:408

Summary: A review of five studies (43 patients) found that electrochemotherapy could be a promising and safe adjunct treatment modality in PDAC management across different disease stages, with potential benefits in tumor control, cancer-related pain reduction, and quality of life.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)