Neoadjuvante
therapie (NAT) resulteert in klinisch complete respons (cCR) is een
substantieel percentage van patiënten met lokaal-gevorderd rectumcarcinoom
(LARC), hetgeen wellicht nonoperatief management mogelijk maakt. Aanwezigheid
van mucine in het tumorbed op MRI na NAT leidt tot onzekerheid over residuele
ziekte en de mogelijkheid van watch-and-wait (WW) strategie in patiënten zonder
aanwijzingen voor ziekte met proctoscopie (endoscopisch cCR). Een
retrospectieve studie van Memorial Sloan Kettering Cancer Center (MSKCC, New
York) heeft uitkomsten met WW voor deze patiënten geïnventariseerd. Dr. Martin
Weiser en collega’s publiceren de studie in het Journal of
the National Cancer Institute.1
Tussen begin
juli 2016 en eind januari 2020 werden in MSKCC 71 patiënten gezien met mucine
op MRI na NAT. Van deze patiënten hadden 20 cCR. Van deze 20 kandidaten voor WW
koos één niet voor WW, zodat 19 patiënten (27%) de WW-groep vormden en 52
patiënten (73%) de niet-WW groep. Van de 19 WW-patiënten hadden 15 (79%) geen
lokale hergroei tijdens mediaan 50 maanden follow-up (range 29-76), terwijl 4
patiënten hergroei hadden tussen 9 en 29 maanden na de NAT. Van de 52 niet-WW
patiënten ondergingen 49 chirurgie. Vijf (10%) van deze patiënten hadden
pathologisch complete respons.
De onderzoekers
concluderen dat aanwezigheid van mucine na NAT voor LARC geen contraïndicatie
is voor WW-management in anderszins geschikte WW-kandidaten met een
endoscopisch cCR.
1.Judge SJ, Malekzadeh P, Corines MJ
et al. Watch and wait in rectal cancer patients with residual mucin on MRI
following neoadjuvant therapy. J Natl Cancer Inst 2024.djae152
Summary: A retrospective study at Memorial
Sloan Kettering Cancer Center (New York, NY) found that the presence of mucin
after neoadjuvant therapy for locally advanced rectal cancer does not preclude
watch-and-wait management in otherwise appropriate candidates who achieve an
endoscopic clinical complete response.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)