Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter prospectieve studie van regressie-voorspellende biomarkers tijdens actieve surveillance voor CIN2 (0)
2025-09-01 15:00   ( Nieuws )
Tags:  cervical intraepithelial neoplasia grade 2
Dr. Annarosa Del MistroOnder patiënten met graad 2 intraepitheliale neoplasie van de cervix (CIN2) wordt in een substantieel percentage spontane regressie gezien. Een multicenter prospectieve studie in Italië heeft predictieve biomarkers voor deze regressie geïnventariseerd onder patiënten die actieve surveillance ondergingen. Dr. Annarosa Del Mistro (Veneto Instituut van Oncologie, Padua) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1




De studie includeerde 319 vrouwen in de leeftijd van 25 tot en met 45 jaar die voldeden aan de vooraf-gedefinieerde inclusie- en exclusiecriteria (zichtbaarheid van transformatiezone en lesie; geen eerdere geschiedenis van CIN2+ of immuunstoornis). De vrouwen werden gedurende 24 maanden gevolgd. Tijdens de follow-up werd onder 294 vrouwen regressie gezien in 56%, persistentie in 23%, en progressie in 21%. Er waren geen associaties van deze uitkomsten met leeftijd. Honderdtien deelnemers ondergingen tijdens de follow-up excisionele behandeling; in 53 vrouwen in CIN2 gezien en in 50 vrouwen CIN3+. De waarschijnlijkheid van CIN2-regressie was geassocieerd met vroege HPV-negativiteit (OR 6,45; 95%-bti 1,68-42,6), geen expressie van p16/ki67 (2,49; 1,38-4,52), en ongemethyleerde status (2,12; 1,09-4,20).

De onderzoekers concluderen dat studie biomarkers heeft gevonden die CIN2-patiënten identificeren met mogelijk profijt van actieve surveillance voor CIN2 (visual abstract).

1.Frayle H, Gori S, Pagan A et al. Predictive biomarkers for regression in women undergoing active surveillance for cervical intraepithelial neoplasia grade 2: a prospective multicenter study in Italy. Int J Cancer 2025.70104

Summary: A multicenter prospective study in Italy identified predictive biomarkers for regression in women undergoing active surveillance for cervical intraepithelial neoplasia grade 2.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Identificeren van voorspellers van PDAC in electronische dossiers van eerstelijns zorgaanbieders: patiënt-controlestudie (0)
2025-09-01 13:30   ( Nieuws )
Tags:  pancreatic ductal adenocarcinoma
Dr. Eli RassyEr is behoefte aan methoden voor het identificeren van personen met hoog risico van het ontwikkelen van pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC). Een patiënt-controlestudie in het Verenigd Koninkrijk heeft voorspellers van PDAC in electronische patiënten dossiers van eerstelijns zorgaanbieders geïdentificeerd. Dr. Elie Rassy (Université Paris-Saclay, Frankrijk) en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Cancer.1

De studie maakte gebruik van dossiers in de database van het UK-brede The Health Improvement Network. PDAC-patiënten (cases; n=10.575) werden 1:10 gematcht voor geslacht, leeftijd, duur van follow-up, en jaar van opname in de database met controlepersonen (n=105.750). Tenminste twee jaar voor de PDAC-diagnose/indexdatum werd in de dossiers van de PDAC-patiënten hogere prevalentie gezien van alcoholgebruik, roken, dyslipidemie, verhoogde bloeddruk, en diabetes die langer dan vier jaar bestond. Onafhankelijke voorspellers van PDAC waren pancreascysten (OR 4,39), pancreatitis (OR 2,16), dyslipidemie (OR 1,50), roken (OR 1,09) en alcoholgebruik (OR 1,09). Laboratorium-markers die twee jaar of langer voor de diagnose geassocieerd waren met verhoogd risico van PDAC waren verhoogd alkalisch fosfatase (OR 3,21), bilirubine (OR 2,48), alanine-aminotransferase (OR 1,76), erytrocyten-sedimentatiesnelheid (OR 1,27), en verlaagd albumine (OR 1,54).

De onderzoekers concluderen dat analyse van electronische dossiers van eerstelijns zorgaanbieders kan bijdragen aan identificatie van personen met verhoogd risico van PDAC tenminste twee jaar voor de diagnose.

1.Rassy E, Delaloge S, Slaouti Y et al. Identifying health conditions associated with an increased risk of pancreatic ductal adenocarcinoma at medium term in nationwide electronic health records of primary care physicians. Br J Cancer 2025-03172-5

Summary: A nationwide case-control study in the UK found that analysis of electronic health records can contribute to early identifying individuals with increased risk of PDAC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Adherentie aan ASCO’s Language of Respect richtlijnen in presentaties van studies van urotheelcarcinoom (0)
2025-09-01 12:00   ( Nieuws )
Tags:  UC abstracts LoR adherence
Dr. Sumantha PalDe ASCO Language of Respect (LoR)-richtlijnen zijn ontwikkeld om patiënt-respecterend taalgebruik in wetenschappelijke publicaties en presentaties te bevorderen. De richtlijnen stellen (1) do not blame patients, (2) respect the role of patients , en (3) do not dehumanize patients. Een analyse van alle urotheelcarcinoom (UC)-presentaties van de 2023 ASCO Annual Meeting heeft de adherentie aan de richtlijnen geïnventariseerd. Dr. Sumantha Pal (City of Hope Comprehensive Cancer Center, Duarte CA) en collega’s publiceren de analyse in JCO Oncology Advances.1

De analyse includeerde 118 UC-presentaties. In 67,8% van de presentaties identificeerden de onderzoekers tenminste één niet-compliante bewering, met tenminste één dehumanizing respectievelijk blaming of disrespectful statement in 52,2% respectievelijk 33,1% en 0,8% van de presentaties. Univariate analyse liet hogere waarschijnlijkheid van noncompliance zien in presentaties met eerste auteur uit een niet-natief Engelstalig land (OR 3,0; 95%-bti 1,1-8,1), presentaties van single-country samenwerkingen (2,8; 1,2-6,4), en presentaties zonder gerapporteerde financiering (2,8; 1,0-7,6). Hogere waarschijnlijkheid van noncompliance in multivariate analyse werd gezien voor presentaties van studies in één land (OR 2,6; 95%-bti 1,1-6,5), abstracts met minder dan 2471 letters/cijfers (2,4; 1,0-5,6), en presentaties zonder gerapporteerde financiering (3,0; 1,0-8,7).

De onderzoekers concluderen dat een substantieel percentage van de UC-presentaties van ASCO 2023 niet adherent was aan ASCO LoR-richtlijnen.

1.Castro DV, Dizman N, Barragan-Carrillo R et al. Examinig adherence to ASCO’s Language of Respect in urothelial carcinoma research. JCO Oncology Advances 2025-00003

Summary: Analysis of all urothelial carcinoma abstracts from the 2023 ASCO Annual Meeting found that a substantial proportion of abstracts failed to adhere to ASCOs Language of Respect guidelines, highlighting a gap in current scientific communication.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van tislelizumab plus lenvatinib en GEMOX voor conversie van niet-resectabel lokaal-gevorderd galwegcarcinoom (0)
2025-08-31 15:00   ( Nieuws )
Tags:  ZSAB-TransGOLP study
Prof. Jia FanEr is geen duidelijkheid over het optimale conversieregime waarmee patiënten met aavankelijk niet-resectabel lokaal-gevorderd galwegcarcinoom toch chirurgie kunnen ondergaan. De fase 2-studie ZSAB-TransGOLP in twee centra in China heeft neoadjuvant tislelizumab plus lenvatinib en gemcitabine plus oxaliplatine (GOLP-regime) voor niet-resectabel lokaal-gevorderd galwegcarcinoom geëvalueerd. Prof. Jia Fan (Fudan Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

ZSAB-TransGOLP includeerde patiënten in de leeftijd van 18 tot en met 70 jaar met niet-eerder behandeld lokaal-gevorderd galwegcarcinoom, een ECOG performance status 0 of 1, Child-Pugh score A, en tenminste drie maanden levensverwachting. De patiënten kregen drie 3-weekse cycli van tislelizumab op dag één, gemcitabine op dagen één en acht, oxaliplatine op dag één, en lenvatinib eenmaal daags. De resectabiliteit werd na drie cycli beoordeeld door een multidisciplinair team. Patiënten met als R0-resectabel beoordeelde ziekte ondergingen chirurgie; de overige patiënten kregen nog drie GOLP-cycli; en patiënten die na zes cycli als niet-resectabel werden beoordeeld kregen GOLP-onderhoud voor de duur van een jaar, of tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met R0-resectie.

De studie includeerde 41 patiënten (mediane leeftijd 58 jaar; IQR 54-65; 51% mannen). De mediane duur van de GOLP-behandeling was drie cycli (IQR 3-6). Achtentwintig patiënten (68%) ondergingen chirurgie. Na mediaan 19,5 maanden follow-up was het R0-resectiepercentage 63% (95%-bti 47-78). Alle patiënten hadden tenminste één treatment-related adverse event; twintig patiënten hadden graad 3 of 4 TRAEs. Er waren geen graad 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat GOLP een mogelijk feasible conversieregime met hoge werkzaamheid is voor niet-resectabel lokaal-gevorderd galwegcarcinoom.

1.Shi G, Huang X, Li X et al. Conversion therapy of tislelizumab plus lenvatinib and GEMOX in unresectable locally advanced biliary tract cancer (ZSAB-TransGOLP): a multicenter, prospective, phase 2 study. Lancet Oncol 2025-00376-6

Summary: The phase 2 ZSAB-TransGOLP study, at two centers in China, found that tislelizumab plus lenvatinib and GEMOX chemotherapy (GOLP) was a potentially feasible and high-efficiency conversion therapy for unresectable locally advanced biliary tract cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nomogram voor het voorspellen van ontwikkeling van hersenmetastase in patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2025-08-31 12:00   ( Nieuws )
Tags:  NSCLC BrM
Dr. Alireza MansouriHersenmetastasen (BrM) vormen een frequente complicatie onder patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Een retrospectieve analyse van routinematig beschikbare gegevens van NSCLC-patiënten van Penn State Medical Center (Hershey PA) in de Verenigde Staten en Canada heeft geresulteerd in het ontwikkelen van een nomogram voor het voorspellen van BrM in NSCLC-patiënten. Dr. Alireza Mansouri en collega’s publiceren de analyse in The Lancet Regional Health Americas.1


De analyse includeerde 1904 patiënten (mediane leeftijd 68 jaar; range 38-94; 55,6% mannen). Tijdens de follow-up werden BrM gezien in 22,8% van de patiënten. De onderzoekers ontwikkelden twee nieuwe modellen voor het voorspellen van BrM: een baseline-model dat klinische en imaging data bij diagnose incorporeerde (cTNM-stadium, leeftijd bij diagnose) en een uitgebreid model met additionele klinische en behandelingsdata (aantal extracraniële metastatische sites, voorafgaande radiotherapie, chemotherapie, en chirurgie, en histologie). De figuur toont de nomogrammen voor beide modellen. De performance van beide modellen voor korte-termijn voorspelling van BrMs was vergelijkbaar; voor lange-termijn voorspelling was de performance van het uitgebreide model beter.

De onderzoekers concluderen dat de nomogrammen, die berusten op eenvoudig beschikbare klinische kenmerken en geen additionele onderzoeken vereisen, prognosticatie en risicostratificatie in NSCLC faciliteren.

1.Wilding H, Mikolajewicz N, Bhanja D et al. A nomogram to predict development of brain metastasis in non-small cell lung cancer patients: a retrospective analysis using routinely available medical records. Lancet Regional Health Am 2025.101213

Summary: A retrospective analysis of patients of Penn State Medical Center (Hersey, PA) resulted in development of a nomogram to predict brain metastasis in patients with non-small cell lung cancer using routinely available medical records.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van circulerend KIM-1 met uitkomsten van adjuvante immuuntherapie voor hoog-risico niercelcarcinoom (0)
2025-08-30 15:00   ( Nieuws )
Tags:  IMmotion010 RCC kidney injury molecule-1
Dr. Brian RiniAdjuvante immuuntherapie is de standaard-behandeling voor patiënten na resectie van niercelcarcinoom (RCC) met hoog risico van recidief, maar er zijn geen bekende biomarkers voor het geleiden van de behandeling. Post hoc analyse van de fase 3-studie IMmotion010 heeft de associatie van post-nefrectomie niveau van kidney injury molecule-1 (KIM-1) met uitkomsten van adjuvant atezolizumab geïnventariseerd. Dr. Brian Rini (Vanderbilt Ingram Cancer Center, Nashville TN) en collega’s publiceren de analyse in Annals of Oncology.1


IMmotion010 randomiseerde patiënten na resectie van hoog-risico RCC naar adjuvant atezolizumab of placebo. De studie bereikte niet het primaire eindpunt ziektevrije overleving (DFS) in de ITT-populatie. De nu gepubliceerde analyse liet zien dat patiënten met baseline serum KIM-1high slechtere DFS hadden dan patiënten met baseline serum KIM-1low (HR 1,68; 95%-bti 1,35-2,09) maar betere uitkomsten hadden met adjuvant atezolizumab dan met placebo (0,72; 0,52-0,99). Toename van KIM-1 niveau tijdens de follow-up was geassocieerd met slechtere DFS vergeleken met geen toename.

De onderzoekers concluderen dat verhoogd post-nefrectomie KIM-1 prognostisch was voor slechtere DFS en predictief voor werkzaamheid van adjuvant atezolizumab. Deze resultaten suggereren dat KIM-1 een biomarker kan zijn voor minimale residuele ziekte in RCC.

1.Rini BI, Albiges L, Tang X et al. Circulating kidney injury molecule-1 (KIM-1) and association with outcome to adjuvant immunotherapy in renal cell carcinoma. Ann Oncol 2025.08.007

Summary: Post hoc analysis of the phase 3 IMmotion010 trial (adjuvant atezolizumab versus placebo in resected RCC) found that elevated post-nephrectomy KIM-1 levels are prognostic for worse disease-free survival and predictive for atezolizumab efficacy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3-studie van avelumab versus observatie na standaard-behandeling voor hoog-risico vroeg TNBC (0)
2025-08-30 13:30   ( Nieuws )
Tags:  A-BRAVE trial high-risk early triple-negative breast cancer avelumab
Prof. Valentina GuarneriTriple-negatief mammacarcinoom (TNBC) is het meest-immunogene mammacarcinoom-subtype. De multicenter fase 3-studie A-BRAVE in Italië heeft patiënten met hoog-risico TNBC na voltooiing van standaard-chirurgie en (neo)adjuvant chemotherapie gerandomiseerd naar een jaar avelumab (anti-PD-L1) of observatie. Prof. Valentina Guarneri (Universiteit van Padua) en collega’s publiceren de studie in Annals of Oncology.1

A-BRAVE includeerde 466 patiënten in twee strata: stratum A omvatte 83 patiënten met hoog-risico ziekte vanwege ≥pN2/any pT, pN1/pT2, of pN0/pT3 na primaire chirurgie, en stratum B telde 383 patiënten met hoog-risico ziekte vanwege invasieve residuele ziekte na neoadjuvante chemotherapie. Het primaire eindpunt was ziektevrije overleving met avelumab versus observatie onder alle patiënten en in stratum B. De mediane duur van follow-up was 52,1 maanden. De drie-jaars percentages voor DFS waren 68,3% met avelumab versus 63,2% met observatie onder alle patiënten (HR 0,81; 95%-bti 0,61-1,09) en 66,9% met avelumab versus 60,7% met observatie onder stratum B-patiënten (0,80; 0,58-1,10). Onder alle patiënten waren de drie-jaars overall survival percentages 84,4% (95%-bti 79,5-88,8) met avelumab versus 76,3% (70,1-81,3) met observatie (HR 0,66; 0,45-81,3). PD-L1 status was prognostisch voor DFS maar niet predictief voor werkzaamheid van avelumab.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met vroeg-stadium hoog-risico TNBC na voltooiing van standaard-behandeling met chirurgie en (neo)adjuvante chemotherapie, een jaar avelumab niet resulteerde in betere DFS, maar mogelijk wel in betere OS.

1.Conte PF, Dieci MV, Bisagni G et al. A-BRAVE trial: a phase 3 randomized trial with anti-PD-L1 avelumab in high-risk triple-negative early breast cancer patients. Ann Oncol 2025.08.005

Summary: The multicenter phase 3 A-BRAVE trial in Italy found that among patients with TNBC at high risk of relapse who completed standard treatment with surgery and (neo)adjuvant chemotherapy, one year of adjuvant avelumab versus observation did not improve DFS. However, a descriptive analysis suggests a potential favorable impact of avelumab on OS.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Incidentie en temporele trends van depressie en angst na diagnose van een maligniteit in Japan (0)
2025-08-30 12:00   ( Nieuws )
Tags:  LIFE study
Dr. Haruhisa FukudaDepressie en angst komen veel voor onder patiënten met maligniteiten, en zijn geassocieerd met slechte adherentie aan behandelingen, kwaliteit van leven, en overlevingsuitkomsten. De longitudinale LIFE-studie van Kyushu Universiteit (Fukuoka, Japan) heeft incidentie en temporele trends van depressie en angst na een diagnose van een maligniteit geïnventariseerd. Dr. Haruhisa Fukuda en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1


LIFE gebruikte claims data van 22,863 patiënten met een nieuw-gediagnostiseerde maligniteit tussen begin april 2018 en eind maart 2021, met twee jaar follow-up na de diagnose. De figuur toont de resultaten van de studie. De overall incidentiepercentages waren 3,36 respectievelijk 3,11 per 1000 persoonsmaanden voor depressie respectievelijk angst. De incidentie van depressie piekte rond de tweede maand na de diagnose van de maligniteit, terwijl angst piekte in de eerste maand. Vrouwelijk geslacht en gebruik van chemotherapie waren geassocieerd met hogere incidentie van zowel depressie als angst. Patiënten met pancreascarcinoom hadden de hoogste incidentie van beide aandoeningen.

De onderzoekers concluderen dat deze analyse waardevolle inzichten biedt in de incidentie en timing van mentale aandoeningen in patiënten met maligniteiten.

1.Kawaguchi K, Maeda M, Murata F et al. Incidence and temporal trends of depression and anxiety following cancer diagnosis in Japan: insights from the LIFE study. Int J Cancer 2025.70118

Summary: The longitudinal LIFE study at Kyushu University (Fukuoka, Japan) found that among patients with newly diagnosed cancer, depression incidence peaked around the second month after diagnosis, while anxiety peaked in the first month after diagnosis.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)