
De Spanje-brede studie includeerde 20.754 volwassen patiënten met een diagnose NSCLC of SCLC tussen begin augusturs 2016 en eind maart 2023, die na behandeling remissie van de tumor hadden bereikt. In 480 van deze patiënten (2,3%) werd na mediaan 41,2 maanden follow-up een SPC gediagnostiseerd. De figuur laat de cumulatieve incidentie van SPCs in verschillende groepen zien. De incidentie was lager in de groep patiënten die gerichte therapie hadden gekregen dan in de groep patiënten die immuuntherapie hadden gekregen, en was het hoogst in de groep patiënten die chemotherapie hadden gekregen. De incidentie was het laagst onder patiënten die nooit gerookt hadden, onder patiënten met M1-ziekte, en was niet-significant lager onder SCLC-patiënten dan onder NSCLC-patiënten.
De onderzoekers concluderen dat de incidentie van SPCs significant lager was na behandeling met gerichte therapie en immuuntherapie dan na behandeling met chemotherapie, en dat roken een belangrijke geassocieerde factor was.
1.Provencio M, Cobo M, Rodriguez-Abreu D et al. Incidence of second primary cancers in lung cancer survivors by oncological treatment: a nationwide prospective cohort study in Spain. Lancet Regional Health Europe 2025.101402
Summary: A nationwide prospective study in Spain found that among patients with NSCLC or SCLC who achieved remission after treatment, the incidence of second primary tumors was significantly lower after immunotherapy or targeted therapy compared with chemotherapy.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)