Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van cabozantinib voor niet-resectabel progressief metastatisch feochromocytoom en paraganglioom (0)
2024-04-10 15:00   ( Nieuws )
Tags:  Natalie Trial MPPGs cabozantinib
Prof. Camilo JimenezMetastatische feochromocytomen en paragangliomen (MPPGs), die vaak geassocieerd zijn met kiemlijn pathogene veranderingen van het SDHB-gen. Deze tumoren hebben fenotype dat wordt gekenmerkt door abnormale angiogenese. De fase 2 Natalie Trial van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft de antiangiogene multi-TKI cabozantinib voor MPPGs geëvalueerd. Prof. Camilo Jimenez en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde volwassen patiënten met niet-resectabel progressief MPPG en een ECOG performance status 2 of beter. De patiënten kregen oraal cabozantinib 60 mg eenmaal daags. Het primair eindpunt was overall response rate. Onder de zestien geïncludeerde voor respons evalueerbare patiënten werd respons gezien in vier (ORR 25,0%; 95%-bti 7,3-52,4). Er waren zeven graad 3 adverse events in zes patiënten, maar geen graad 4 of 5 gebeurtenissen.


De onderzoekers concluderen dat cabozantinib veelbelovende activiteit had onder patiënten met MPPGs.

1.Jimenez C, Habra MA, Campbell MT et al. Cabozantinib in patients with unresectable and progressive metastatic phaeochromocytoma or paraganglioma (the Natalie Trial): a single-arm, phase 2 trial. Lancet Oncology 2024; epub ahead of print

Summary: The phase 2 Natalie Trial at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found that cabozantinib had promising activity in patients with unresectable and progressive metastatic pheochromocytoma or paraganglioma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Met patronen van adherentie aan endocriene therapie samenhangende klinische factoren in premenopauzaal mammcarcinoom (0)
2024-04-10 13:30   ( Nieuws )
Tags:  premenopausal breast cancer AET adherence
Kirsten WoolpertPatiënten met hormoonreceptor-positief mammacarcinoom (HR+ BC) krijgen tenminste vijf jaar adjuvante endocriene therapie (AET) voorgeschreven, maar de adherentie aan deze therapie is vaak suboptimaal. Een retrospectieve studie van de Danish Breast Cancer Group (DBCG) heeft klinische factoren geïdentificeerd die geassocieerd zijn met AET-adherentie onder premenopauzale patiënten met HR+ BC. PhD-student Kirsten Woolpert (Universiteit van Aarhus) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research.1

In de database van de DBCG identificeerden de onderzoekers 4353 vrouwen met een diagnose premenopauzaal HR+ BC tussen begin 2002 en eind 2011 die AET startten. De onderzoekers onderscheidden drie adherentiepatronen. Factoren die geassocieerd waren met hogere waarschijnlijkheid van rapid decline vergeleken met high adherence waren stadium I ziekte (versus stadium II: OR 1,9; 95%-bti 1,5-2,5), geen gebruik van chemotherapie (versus chemotherapie: 4,3; 3,0-6,1), prevalente comorbiditeit (CCI score ≥1 versus 0: 1,6; 1,1-2,3), en geschiedenis van chronisch gebruik van non-cancer medication (versus geen geschiedenis 1,3; 1,0-1,8).

De onderzoekers concluderen dat interventies om de adherentie te verbeteren in de geïdentificeerde groepen het risico van recidiverende ziekte op bevolkingsniveau zou kunnen verlagen.

1.Woolpert KM, Schmidt JA, Ahern TP et al. Clinical factors associated with patterns of endocrine therapy adherence in premenopausal breast cancer patients. Breast Cancer Res 2024;26:59

Summary: A population-based retrospective study among Danish premenopausal HR-positive breast cancer patients identified clinical factors associated with patterns of adjuvant endocrine therapy adherence.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Toevoegen van olaparib aan bevacizumab onderhoudstherapie voor ovariumcarcinoom met BRCA-like veranderingen (0)
2024-04-10 12:00   ( Nieuws )
Tags:  PAOLA-1 secondary analysis ovarian carcinoma with BRCA-like genomic aberrations
Prof. Rita SchmutzlerDe multinationale gerandomiseerde POALA-1 studie randomiseerde patiënten met nieuw-gediagnostiseerd gevorderd hoogradig ovariumcarcinoom en respons op eerstelijns platina-taxaan chemotherapie plus bevacizumab 2:1 naar twee jaar olaparib 300 mg tweemaal daags of placebo toegevoegd aan bevacizumab onderhoud. De progressievrije overleving was significant langer in de olaparibgroep. Een secundaire analyse van de studie heeft de werkzaamheid van toevoegen van olaparib aan bevacizumab-onderhoud onderzocht in de subgroepen van patiënten met en zonder BRCA-like genomische veranderingen. Prof. Rita Schmutzler (Universiteit van Keulen) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1


De analyse includeerde 469 patiënten (mediane leeftijd 60 jaar; range 26-80) met beschikbaar tumor-DNA. In 31% van de tumormonsters werd een pathogene BRCA-mutatie aangetroffen, en BRCA-like klassering kon worden uitgevoerd voor 442 patiënten. Patiënten met een BRCA-like tumor hadden langer progressievrije overleving met olaparib dan met placebo (mediaan 36,4 versus 18,6 maanden; HR 0,49; p<0,001). Onder de patiënten met non-BRCA-like tumor was toevoeging van olaparib aan bevacizumab-onderhoud niet geassocieerd met langere PFS (17,7 versus 16,6 maanden; HR 1,02; p=0,93). De interactie was significant (p=0,004), en de HRs en p-waarden waren similar in relevante subgroepen. Onder patiënten met BRCA-like tumoren was de mediane overall survival 75,2 maanden in de olaparibgroep versus 54,9 maanden in de placebogroep (HR 0,64; p=0,01) terwijl onder de patiënten met non-BRCA-like tumoren de mediane OS 38,8 maanden was in de olaparibgroep versus 52,3 maanden in de placebogroep (HR 1,48; p=0,09).

De onderzoekers concluderen dat in deze secundaire analyse van POALA-1 patiënten met BRCA-like tumor, maar niet patiënten met BRCA-non-like tumor, significant langere overleving hadden met toevoeging van olaparib aan onderhouds-bevacizumab.

1.Schouten PC, Schmidt S, Becker K et al. Olaparib addition to maintenance bevacizumab therapy in ovarian carcinoma with BRCA-like genomic aberrations. JAMA Network Open 2024;7:e245552

Summary: Secondary analysis of the PAOLA-1 randomized clinical trial found that ovarian carcinoma patients with a BRCA-like tumor, but not patients with a non-BRCA-like tumor, had significant longer survival outcomes with addition of olaparib to bevacizumab maintenance.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van perioperatief versus adjuvant S-1 plus oxaliplatine voor stadium II of III resectabel maagcarcinoom (0)
2024-04-09 15:00   ( Nieuws )
Tags:  RESONANCE trial stage II or III resectable gastric cancer perioperative versus adjuvant SOX
Dr. Xinxin WangEr zijn aanwijzingen dat perioperatieve chemotherapie gunstige werkzaamheid heeft in de behandeling van resectabel lokaal-gevorderd maagcarcinoom. De multicenter fase 3-studie RESONANCE in China heeft perioperatief S-1 plus oxaliplatine (SOX) vergeleken met adjuvant SOX in deze patiënten. Dr. Xinxin Wang (Algemeen Ziekenhuis van het Chinese Volksbevrijdingsleger, Beijing) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Hematology & Oncology.1


RESONANCE includeerde 756 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd resectabel stadium II of III. De patiënten werden gerandomiseerd naar twee tot vier cycli SOX gevolgd door chirurgie en vier tot zes cycli SOX (PC-arm; n=382) of upfront chirurgie gevolgd door acht cycli SOX (AC-arm; n=374). Het primaire eindpunt was het percentage ziektevrije patiënten na drie jaar. Panel a van de figuur laat zien dat het drie-jaars DFS-percentage 61,7% was in de PC-arm versus 53,8% in de AC-arm (p=0,019) en dat het verschil niet significant was onder de patiënten met stadium II ziekte (panel b) maar gedreven werd door de patiënten met stadium III ziekte (panel c). RO-resectie werd uitgevoerd in 94,9% van de patiënten in de PC-arm versus 83,7% van de patiënten in de AC-arm (p<0,0001); er waren geen verschillen tussen de armen in chirurgische uitkomsten of postoperatieve complicaties.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met resectabel stadium II of III maagcarcinoom, PC vergeleken met AC resulteerde in langere ziektevrije overleving en goed verdragen werd.

1.Wang X, Lu C, Wei B et al. Perioperative versus adjuvant S-1 plus oxaliplatin chemotherapy for stage II/III resectable gastric cancer (RESONANCE): a randomized, open-label, phase 3 trial. J Hematol Oncol 2024-01536-7

Summary: The multicenter phase 3 RESONANCE trial in China found that among patients with resectable stage II or III gastric cancer, perioperative chemotherapy resulted in longer disease-free survival when compared to adjuvant chemotherapy, and was well-tolerated.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Aantal gezondheidszorg-contactdagen voor patiënten met stadium IV niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2024-04-09 13:30   ( Nieuws )
Tags:  stage IV NSCLC health care contact days
Dr. Timothy HannaPatiënten met stadium IV niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) ervaren substantiële morbiditeit en mortaliteit. Een retrospectieve bevolkings-gebaseerde studie in Ontario (Canada) heeft geïnventariseerd welk gedeelte van het aantal laatste dagen van het leven van patiënten met stadium IV NSCLC wordt besteed aan contact met de gezondheidszorg buiten het eigen huis (‘contactdagen’). Dr. Timothy Hanna (Queens University, Kingston ON) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De onderzoekers identificeerden 5785 patiënten die overleden waren na een diagnose stadium IV NSCLC tussen begin 2014 en eind 2017. De mediane leeftijd bij diagnose was 70 jaar (IQR 62-77) en 53,7% waren mannen. De mediane overall survival na de diagnose was 108 dagen (IQR 49-426) en het mediane aantal contactdagen was 36 (21-62), uitwijzend dat 33,3% van de mediane dagen dat de patiënt nog te leven had in beslag genomen werd door gezondheidszorg. Mediaan 5 (IQR 2-10) dagen werden doorgebracht met specialistische palliatieve zorg. Patiënten die geen systemische therapie kregen hadden een mediane OS van 66 dagen (IQR 34-130) en mediaan 28 contactdagen (17-44), waarvan 5 (2-9) werden doorgebracht met specialistische palliatieve zorg. Contactdagen waren het meest frequent onmiddellijk na de diagnose en kort voor het overlijden. In de tussenliggende periode hadden patiënten die gerichte therapie kregen met 10,6% het laagste percentage contactdagen, vergeleken met 15,4% onder patiënten die immuuntherapie kregen en 17,7% onder patiënten die chemotherapie kregen.

De onderzoekers concluderen dat in deze cohortstudie patiënten die overleden na een diagnose stadium IV NSCLC een mediane OS na diagnose hadden in de orde van 3,5 maanden, en één van elke drie laatste levensdagen doorbrachten met gezondheidszorg buitenshuis.

1.Gupta A, Nguyen P, Kain D et al. Trajectories of health care contact days for patients with stage IV non-small cell lung cancer. JAMA Network Open 2024;7:e244278

Summary: A retrospective, population-based cohort study in Ontario, Canada, found that decedents with stage IV NSCLC had a median survival from diagnosis in the order or 3.5 months, and spent 1 in every 3 days alive interacting with the health care system outside the home.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Real-life werkzaamheid van CAR T-celtherapie voor recidiverend primair CNS lymfoom (0)
2024-04-09 12:00   ( Nieuws )
Tags:  relapsed PCNSL real-life results of CAR T-cell therapy
Dr. Caroline HouillierDe prognose van patiënten met recidiverend primair centraal-zenuwstelsel lymfoom (PCNSL) is slecht. Een retrospectieve multicenterstudie door het Franse lymphome oculaire et cérébral (LOC)-netwerk heeft real-life werkzaamheid van CAR T-celtherapie voor recidiverend PCNSL in derde of latere lijn geëvalueerd. Dr. Caroline Houillier (Sorbonne Université, Parijs) en collega’s publiceren de studie in het American Journal of Hematology.1

De studie includeerde 25 patiënten die tussen begin 2020 en eind 2023 CAR T-celtherapie kregen voor recidiverend PCNSL (zestien tisagenlecleucel en negen axicabtagene ciloleucel). De mediane leeftijd was 68 jaar, en het mediane aantal eerdere lijnen therapie was drie, inclusief stamceltransplantatie in veertien patiënten. De mediane follow-up na leukaferese was 20,8 maanden. De beste respons na de CAR T-celtherapie was complete respons in zestien patiënten (64%). Het één-jaars progressievrije-overlevingspercentage na de leukaferese, was 43%; met een PFS-plateau na een jaar. Onder de patiënten met complete of partiële respons op de CAR T-celtherapie was het één-jaars recidiefvrije-overlevingspercentage 79%. De mediane overall survival was 21,2 maanden. Cytokine release syndrome werd gezien in 23 van 25 patiënten (92%), en neurotoxiciteit in 17 van 25 (68%), onder wie vijf met graad 3 of hoger neurotoxiciteit. De werkzaamheidseindpunten waren significant hoger dan wat werd gezien in een controlegroep van het LOC-netwerk (any derde- of laterelijns behandeling voor recidiverend PCNSL: mediane PFS 3 maanden en mediane OS 4,7 maanden).

De onderzoekers concluderen dat CAR T-celtherapie werkzaam is voor recidiverend PCNSL, met een geruststellend veiligheidsprofiel.

1.Choquet S, Soussain C, Azar N et al. CAR T-cell therapy induces a high rate of prolonged remission in relapsed primary CNS lymphoma: real-life results of the LOC network. Am J Hematol 2024.27316

Summary: A multicenter retrospective study in France found that CAR T-cell therapy induces a high rate of prolonged remission in relapsed primary CNS lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1-2 studie van gepersonaliseerd neoantigen-vaccin plus pembrolizumab voor gevorderd levercelcarcinoom (0)
2024-04-08 15:00   ( Nieuws )
Tags:  GT-30 aHCC GNOS-PV02 plus pembrolizumab
Dr. Mark YarchoanOnder patiënten met gevorderd levercelcarcinoom (aHCC) hebben PD-1 remmers als monotherapie slechts bescheiden werkzaamheid. Een personalized therapeutic cancer vaccine (PTCV) zou de respons op PD-1 remmers kunnen verbeteren door de inductie van tumorspecifieke immuniteit. De multicenter fase 1-2 studie GT-30 in de Verenigde Staten heeft veiligheid en werkzaamheid geïnventariseerd van de combinatie van een DNA plasmide PTCV (‘GNOS-PV02’) en pembrolizumab voor aHCC. Dr. Mark Yarchoan (Johns Hopkins University, Baltimore MD) en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1


De studie includeerde 36 aHCC-patiënten, die eerder behandeld waren met een multityrosinekinase-remmer. GNOS-PV02 codeerde voor tot 40 neoantigenen, die waren geïdentificeerd door het sequencen van tumor-DNA en –RNA en kiemlijn-DNA voor elke patiënt afzonderlijk, en werd gecoformuleerd met een tweede DNA-plasmide dat kodeerde voor interleukine-12 (pIL12). De figuur vat de studie samen. De meest-waargenomen treatment-related adverse events waren injectieplaatsreacties, die werden gezien in 41,6% van de patiënten. Er waren geen doseringslimiterende toxiciteiten of graad 3 of hoger TRAEs. Objectieve respons werd gezien in 30,6% van de patiënten, en complete respons in 8,3%. De mediane tijd tot respons was 9,3 weken (range 8-46), de mediane progressievrije overleving was 4,2 maanden, en de mediane overall survival was 19,9 maanden. Klinische responsen waren geassocieerd met het aantal neoantigenen waarvoor het vaccin codeerde.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten laten zien dat de combinatie van een PTCV plus pembrolizumab klinische activiteit had voor aHCC.

1.Yarchoan M, Gane EJ, Marron TU et al. Personalized neoantigen vaccine and pembrolizumab in advanced hepatocellular carcinoma: a phase 1/2 trial. Nature Med 2024.02894-y

Summary: The multicenter phase 1-2 GT-30 trial found activity of the combination of a personalized neoantigen vaccine and pembrolizumab in advanced hepatocellular carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Klinisch profijt van door FDA versneld-goedgekeurde geneesmiddelen voor maligniteiten (0)
2024-04-08 13:30   ( Nieuws )
Tags:  cancer drugs receiving FDA accelerated approval clinical benefit and regulatory outcomes
Prof. Aaron KesselheimDe accelerated approval route van de FDA maakt versnelde goedkeuring van geneesmiddelen mogelijk als het op basis van surrogaat-eindpunten reasonably likely is dat de middelen klinisch profijt kunnen leveren. In zo’n geval zijn postapproval studies vereist om het profijt te bevestigen. Een studie van Brigham and Women’s Hospital en Harvard Medical School (Boston MA) heeft het klinisch profijt van tussen begin 2013 en eind 2017 versneld goedgekeurde middelen voor maligniteiten geïnventariseerd. Prof. Aaron Kesselheim en collega’s publiceren de studie in JAMA.1


Tussen begin 2013 en eind 2023 kregen 129 cancer drug-indication pairs versnelde goedkeuring. Van de 46 middelen met meer dan vijf jaar follow-up (versneld goedgekeurd tussen begin 2013 en eind 2017), kregen 29 (63%) de status van regular approval, werden 10 (22%) teruggetrokken, en waren voor 7 middelen (15%) bevestigende studies nog niet voltooid na mediaan 6,3 jaar. Voor minder dan de helft van de middelen (20/46; 23%) werd klinisch profijt aangetoond in bevestigende studies. Onder de 48 middelen die van versnelde goedkeuring overgingen naar normale goedkeuring vond deze conversie plaats op basis van overall survival in 19 (40%), op basis van progressievrije overleving in 21 (44%), op basis van responspercentage plus duur van respons in 5 (10%), en op basis van responspercentage in 2 (4%), en ondanks een negatieve bevestigende studie in 1 (2%).

De onderzoekers concluderen dat de meeste versneld toegelaten geneesmiddelen voor maligniteiten niet resulteerden in binnen vijf jaar aangetoonde verbetering van overall survival of kwaliteit van leven.

1.Liu ITT, Kesselheim AS, Scheffer Cliff ER. Clinical benefit and regulatory outcomes of cancer drugs receiving accelerated approval. JAMA 2024.2396

Summary: A cohort study of cancer drugs receiving FDA accelerated approval found that most of these drugs did not demonstrate benefit in overall survival or quality of life within 5 years of accelerated approval.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)