
De studie includeerde 296 oudere LARC-patiënten die tussen begin 2013 en eind 2020 in het ziekenhuis van de universteit behandeld werden. Dertig patiënten (10,1%) kregen neoadjuvante HCRT (33 of 35 Gy in tien fracties) gevolgd door chirurgie, 195 patiënten (65.9%) kregen neoadjuvante standaard LCRT (48,6 tot 50,4 Gy in 25 tot 28 fracties) gevolgd door chirurgie, en 71 (24,0%) ondergingen upfront chirurgie. De HCRT-groep had een significant lagere incidentie van radiotherapie-gerelateerde complicaties dan de LCRT-groep (16,7% versus 48,7%; p=0,001) maar ook lager percentage patiënten met pathologisch complete respons (10,0% versus 15,4%; p=0,002). Er waren tussen de drie groepen geen significante verschillen in drie-jaars percentages voor recidiefvrije overleving (83,0% versus 77,2% versus 83,2%; p=0,411) en lokale recidiefvrije overleving (93,1% versus 93,2% versus 93,5%; p=0,464) of vijf-jaars percentages voor overall survival (65,1% versus 67,0% versus 67,7%; p=0,682).
De onderzoekers concluderen dat neoadjuvante HCRT een viabel alternatief is voor oudere LARC-patiënten.
1.Kim JS, Lee H, Park H-m et al. Efficacy of neoadjuvant hypofractionated chemoradiotherapy in elderly patients with locally advanced rectal cancer: a single-center retrospective analysis. Cancer 2024;16:4280
Summary: A retrospective study at Chonnam National University (Hwasun, South Korea) found that among patients aged 70 years or older with locally advanced rectal cancer, neoadjuvant hypfofractionated chemoradiotherapy compared to neoadjuvant conventional chemoradiotherapy demonstrated reduced radiotherapy-related complication and acceptable long-term oncologic outcomes.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)