Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter fase 1-studie van toripalimab plus HBM4003 (anti-CTLA-4) voor gevorderde solide tumoren (0)
2024-10-07 15:00   ( Nieuws )
Tags:  advanced solid tumors toripalimab plus HBM4003
HBM4003 is een nieuw anti-CTLA-4 heavy chain-only antichaam. Een multicenter fase 1-studie in China heeft HBM4003 in combinatie met toripalimab (anti-PD-1) geëvalueerd voor patiënten met gevorderd melanoom. Prof. Chuanliang Cui (Peking University Cancer Hospital & Institute, Beijing) en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

De studie includeerde 37 patiënten met gevorderd melanoom, twee patiënten met gevorderd urotheelcarcinoom, en één patiënt met gevorderd niercelcarcinoom. Vijftien patiënten (37,5%) hadden baseline PD-L1 expressie 1% of hoger, en zestien patiënten (40%) hadden niet eerder systemische behandeling gekregen. In de escalatiefase kregen de patiënten toripalimab 240 mg iedere drie weken plus oplopende doseringen HBM4003 (0,03 tot 0,3 mg/kg iedere drie weken). De aanbevolen fase 2-dosering (RP2D) kwam uit op 0,3 mg/kg. In totaal werden 36 patiënten met deze dosering behandeld. Er waren geen graad 4 of 5 immuungerelateerde adverse events. Tenminste één treatment-related adverse event werd gerapporteerd voor 90% van de patiënten (graad 3 of hoger in 25%). De figuur laat de werkzaamheid onder de 32 RP2D-behandelde evalueerbare patiënten met melanoom zien. De ORR was 33,3% in de groep die niet eerder anti-PD-(L)1 behandeling had gekregen en 5,9% in de groep die eerder anti-PD-(L)1 behandeling had gekregen; voor mucosaal melanoom waren deze percentages 40,0% en 10,0%.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van toripalimab en HBM4003 acceptabele veiligheid en veelbelovende activiteit heeft laten zien onder patiënten met gevorderde solide tumoren, inclusief het moeilijk te behandelen mucosaal melanoom.

1.Tang B, Chen Y, Jiang Y et al. Toripalimab in combination with HBM4003, an anti-CTLA-4 heavy chain-only antibody, in advanced melanoma and other solid tumors: an open-label phase I trial. J ImmunoTher Cancer 2024-009662

Summary: A multicenter phase 1 study in China found manageable safety and promising antitumor activity of the combination of toripalimab and HBM4003 in patients with advanced melanoma, including the difficult-to-treat mucosal subtypes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen kwaliteit van de voeding en chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie in coloncarcinoom (0)
2024-10-07 13:30   ( Nieuws )
Tags:  colon cancer CIPN diet quality
Dr. Justin BrownChemotherapie-geïnduceerde neuropathie (CIPN) is een frequente en doseringslimiterende bijwerking van oxaliplatine. Een secundaire analyse van de multicenter Focus on Reducing Dose-Limiting Toxicities in Colon Cancer with Resistance Exercise (FORCE)-studie heeft de associatie tussen kwaliteit van de voeding en ontwikkeling van matige en/of ernstige CIPN in overlevers van coloncarcinoom geïnventariseerd. Dr. Justin Brown (Pennington Biomedical Research Center, Baton Rouge LA) en collega’s publiceren de analyse in Cancer.1

De analyse includeerde 132 patiënten die oxaliplatine-gebaseerde chemotherapie kregen. De patiënten beantwoordden voor aanvang van de chemotherapie een 127-item voedselfrequentievragenlijst. De onderzoekers berekenden voor alle deelnemers een voedingskwaliteitsscore aan de hand van de Alternative Healthy Eating Index-2010. CIPN werd beoordeeld op basis van de CTCAE-criteria. Matige of ernstige CIPN werd gezien in 74 patiënten (56,1%). Hogere kwaliteit van de voeding was geassocieerd met significant verlaagd risico van matige en ernstige CIPN. Consumptie van rood en bewerkt vlees en suiker-gezoete frisdranken was geassocieerd met verhoogd risico van matige en ernstige CIPN, terwijl consumptie van groenten geassocieerd was met verlaagd risico van ernstige CIPN.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met coloncarcinoom die oxaliplatine-gebaseerde chemotherapie kregen hogere kwaliteit van de voeding voor aanvang van de chemotherapie geassocieerd was met verlaagd risico van matige of ernstige CIPN.

1.Compton SLE, Yang S, Madere J et al. Dietary quality and chemotherapy-induced peripheral neuropathy in colon cancer. Cancer 2024.35599

Summary: Secondary analysis of the FORCE study found that higher baseline dietary quality was associated with a reduced risk of moderate or severe CIPN among patients with colon cancer who received oxaliplatin-based chemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van afatinib plus bevacizumab na resistentie tegen osimertinib in gevorderd EGFR-gemuteerd NSCLC (0)
2024-10-07 12:00   ( Nieuws )
Tags:  ABCD-study
Dr. Akito HataIn veel klinische studies van EGFR-gemuteerd gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC) is synergie gezien van EGFR-TKIs en VEGFR-remmers. De multicenter fase 2-studie ABCD in Japan heeft de combinatie van afatinib en bevacizumab geëvalueerd voor EGFR-gemuteerd aNSCLC na ontwikkeling van uiteenlopende osimertinib-resistentiemechanismen. Dr. Akito Hata (Minimally Invasive Cancer Center, Kobe) en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1

De studie includeerde 28 patiënten die resistentie hadden ontwikkeld tegen osimertinib. De patiënten kregen afatinib 30-40 mg eenmaal daags plus bevacizumab 15 mg/kg iedere drie weken tot progressie van de ziekte. Respons werd gezien in 17,9% van de patiënten en ziektecontrole in78,6%. De mediane duur van respons was 9,0 maanden (range 4,2-22,3), de mediane progressievrije overleving en overall survival waren 2,7 respectievelijk 9,3 maanden. In plasmamonsters en rebiopten werden TP53-mutaties gezien in 61%, T790M-mutatie in 54%, ongebruikelijke EGFR-mutaties in 32%, MET-mutaties in 32%, C797S-mutatie in 21%, BRAF-mutaties in 11%, HER2-mutaties in 7%, KRAS-mutaties in 7%, en PI3K-mutaties in 7%. Complete respons werd gezien in één patiënt (17%) met C797S-mutatie en in vijf van dertien T790M-negatieve patiënten (38%), en radiografische respons in drie van negen (33%) patiënten met ongebruikelijke EGFR-mutaties. Geen van de patiënten met T790M, EGFR, BRAF, KRAS of PI3K mutaties had respons. De meest-gerapporteerde graad 3 of hoger adverse events waren hypertensie in 29% van de patiënten, proteïnurie in 7% en diarree in 7%.

De onderzoekers concluderen dat geselecteerde patiënten met resistentie tegen osimertinib baat hadden bij afatinib plus bevacizumab.

1.Hata A, Katakami B, Takase N et al. Afatinib plus bevacizumab combination after osimertinib resistance in advanced EGFR-mutant non-small cell lung cancer: phase ABCD-study. Lung Cancer 2024.107988

Summary: The multicenter phase 2 ABCD-study in Japan found activity of the combination of afatinib and bevacizumab in EGFR-mutated advanced NSCLC with specific osimertinib resistance mechanisms.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van regorafenib voor refractair gevorderd carcinoom van maag en slokdarm-maagovergang (0)
2024-10-06 15:00   ( Nieuws )
Tags:  INTEGRATE IIa study AGOC regorafenib
Prof. Nick PavlakisEr zijn niet veel behandelingsopties voor refractair gevorderd carcinoom van maag of slokdarm-maagovergang (AGOC). In de fase 2-studie INTEGRATE I resulteerde de orale multikinaseremmer regorafenib vergeleken met placebo in verlenging van de progressievrije overleving van AGOC-patiënten. De multinationale fase 3-studie INTEGRATE IIa inventariseerde het effect van regorafenib op overall survival. Prof. Nick Pavlakis (University of Sydney, Australië) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 251 patiënten (157 in Azië en 94 in niet-Aziatische landen) met bevestigd evalueerbaar AGOC die tenminste twee eerdere lijnen van behandeling hadden gekregen. De patiënten werden 2:1 gerandomiseerd naar regorafenib plus beste ondersteunende zorg (n=169) of placebo plus beste ondersteunende zorg (n=82). Gepoolde analyse van INTEGRATE I en INTEGRATE IIa liet zien dat de overall survival significant beter was met regorafenib dan met placebo HR 0,70; p=0,001). De figuur laat zien dat in alleen INTEGRATE IIa de mediane OS 4,5 maanden was met regorafenib versus 4,0 maanden met placebo (HR 0,68; p=0,006) met twaalf-maands OS-percentages van 19% versus 6%. Er waren voor dit OS-effect van regorafenib geen significante verschillen tussen vooraf-gespecificeerde subgroepen (waaronder patiënten uit Azië versus rest of world). Regorafenib was ook geassocieerd met verbetering van de PFS (HR 0,53; p<0,0001) en uitstel van verslechtering van de kwaliteit van leven. Het toxiciteitsprofiel was consistent met wat eerder gepubliceerd is.

De onderzoekers concluderen dat regorafenib in vergelijking met placebo de overleving van patiënten met refractair AGOC verbeterde.

  • 1.Pavlakis N, Shitara K, Sjoquist K et al. INTEGRATE IIa phase III study: regorafenib for refractory advanced gastric cancer. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 INTEGRATE IIa study found that regorafenib improved survival versus placebo among patients with refractory advanced gastric and esophagogastric junction cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 1-2 studie van glofitamab voor recidiverend of refractair mantelcellymfoom (0)
2024-10-06 13:30   ( Nieuws )
Tags:  R R MCL glofitamab
Dr. Tycel PhillipsPatiënten met recidiverend of refractair mantelcellymfoom (R/R MCL) hebben een slechte prognose. Glofitamab is een T-cell engaging CD20 x CD3 bispecifiek antilichaam. Een multinationale fase 1-2 studie evalueerde glofitamab voor R/R MCL. Dr. Tycel Phillips (University of Michigan Medical School, Ann Arbor) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 61 R/R MCL patiënten, die mediaan twee eerdere lijnen therapie hadden gekregen (range 1-5). Zeven dagen voor de eerste glofitamab-dosis kregen de patiënten obinutuzumab 1000 of 2000 mg om het risico van cytokine release syndrome (CRS) met glofitamab te verlagen. Glofitamab werd in oplopende doseringen gegeven, met target dose 16 of 30 mg iedere drie weken gedurende twaalf cycli. Eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde respons.


Onder de 60 voor werkzaamheid evalueerbare patiënten was de complete response rate 78,3% (95%-bti 65,8-87,9) en de overall response rate 85,0% (73,4-92,9). Onder de 31 patiënten die eerder Bruton tyrosinekinaseremmer hadden gekregen was de CRR 71,0% (95%-bti 52,0-85,8) en de ORR 74,2% (55,4-88,1). CRS werd gezien in 70,0% van de patiënten, met lagere incidentie in de groep patiënten die 2000 mg obinutuzumab hadden gekregen (63,6%; graad 2 of hoger 22,7%) dan in de groep patiënten die 1000 mg obinutuzumab hadden gekregen (87,5%; graad 2 of hoger 62,5%). Vier patiënten discontinueerden glofitamab wegens adverse events (alle infecties).

De onderzoekers concluderen dat vaste-duur glofitamab resulteerde in hoge percentages patiënten met complete respons onder zwaar-voorbehandelde R/R MCL patiënten.

1.Phillips TJ, Carlo-Stella C, Morschhauser F et al. Glofitamab in relapsed/refractory mantle cell lymphoma: results from a phase I/II study. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multinational phase 1-2 study found that fixed-duration glofitamab induced high complete response rates in heavily pretreated patients with relapsed or refractory mantle cell lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

IPD meta-analyse van werkzaamheid van behandelingsmodaliteiten voor gevorderd mucosaal melanoom (0)
2024-10-06 12:00   ( Nieuws )
Tags:  MM
Dr. Valerie Shiwen YangMucosaal melanoom (MM) is een agressief subtype van melanoom. De behandelingsopties zijn gebaseerd op ervaringen met meer-voorkomende cutane melanomen, hoewel MM van cutaan melanoom verschilt in pathogenese, etiologie, en prognose. Een systematisch overzicht en individual patient data meta-analyse van gepubliceerde studies heeft de werkzaamheid van immuuncheckpointremmers (anti-PD1 en anti-CTLA4) en andere behandelingsmodaliteiten voor gevorderd MM geëvalueerd. Dr. Valerie Shiwen Yang (National Cancer Center Singapore) en collega’s publiceren de analyse in eClinicalMedicine.1

De analyse includeerde 35 studies met tezamen 2833 MM-patiënten. De hoogste twaalf-maands percentages voor overall survival en progressievrije overleving werden gezien met combinatie van anti-PD1 en anti-CTLA4 behandeling (71,8% respectievelijk 35,1%) gevolgd door alleen anti-PD1 (64,0% respectievelijk 28,3%), combinatie van anti-PD1 en VEGF-remming, KIT-remming, en alleen anti-CTLA4. Anti-PD1 monotherapie resulteerde in significant betere PFS dan anti-CTLA4 monotherapie (HR 0,548; 95%-bti 0,376-0,799). Toevoegen van radiotherapie aan anti-PD1 resulteerde niet in significante verbetering van de uitkomsten.

De onderzoekers concluderen dat anti-PD1 de beste monotherapie is voor systemische behandeling van MM. Combinatie van anti-PD1 met andere behandelingen zoals anti-CTLA4, VEGF-remmers, of radiotherapie resulteerde niet in significante verbetering van de uitkomsten.

1.Tiang Teo AY, Yau CE, Low CE et al. Effectiveness of immune checkpoint inhibitors and other treatment modalities in patients with advanced mucosal melanomas: a systematic review and individual patient data meta-analysis. eClinMed 2024.102870

Summary: Systematic review and individual patient data meta-analysis of 35 studies (2833 patients) found that for the systemic treatment of advanced mucosal melanoma, anti-PD1 is the best monotherapy. While combining anti-PD1 with other treatment options might achieve better outcomes, these improvements did not reach statistical significance.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter real-world studie van ciltacabtagene autoleucel voor recidiverend of refractair multipel myeloom (0)
2024-10-05 15:00   ( Nieuws )
Tags:  RRMM cilta-cel
Dr. Surbhi SidanaCiltacabtagene autoleucel (cilta-cel) CAR-T therapie is in 2022 goedgekeurd voor patiënten met recidiverend of refractair multipel myeloom (RRMM) op basis van resultaten van de fase 2-studie CARTITUDE-1. Er is behoefte aan informatie over werkzaamheid en veiligheid van cilta-cel voor RRMM in de klinische praktijk. Dr. Surbhi Sidana (Stanford University, Palo Alto CA) en collega’s publiceren in Blood de resultaten van de eerste real-world studie van cilta-cel voor RRMM.1

De studie includeerde 255 patiënten van zestien academische centra in de Verenigde Staten, van wie 56% niet zouden hebben voldaan aan de inclusiecriteria van CARTITUDE-1. De patiënten hadden mediaan zes eerdere lijnen van behandeling ondergaan. De patiënten ondergingen leukaferese, waarna 236 patiënten (92,5%) cilta-cel kregen. Cytokine release syndrome werd gezien in 75% van de patiënten (graad 3 of hoger in 5%), ICANS in 14% (graad 3 of hoger in 4%), en vertraagde neurotoxiciteit in 10%. Overall respons en complete respons of beter werden gezien in 89% respectievelijk 70% van de patiënten. De nonrelapse mortaliteit was 10%, voornamelijk door infecties. Na mediaan 13 maanden follow-up vanaf de infusie van cilta-cel was de mediane progressievrije overleving niet bereikt, met een 12-maands PFS-percentage 68% (95%-bti 62-74). Tweede primaire maligniteiten met uitzondering van non-melanoma skin cancers werden gezien in 5,5% en myeloïde maligniteiten/AML in 1,7%.

De onderzoekers concluderen dat cilta-cel voor RRMM in de klinische praktijk een gunstig werkzaamheidsprofiel had, ondanks het feit dat de meerderheid van de patiënten in deze studie niet voldeed aan de inclusiecriteria van CARTITUDE-1.

1.Sidana S, Patel KK, Peres LC et al. Safety and efficacy of standard or care ciltabtabgene autoleucel for relapsed/refractory multiple myeloma. Blood 2024.025945

Summary: A multicenter study in the USA found a favorable efficacy profile of standard of care cilta-cel for relapsed or refractory multiple myeloma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Behandeling en uitkomsten van patiënten met hersenmetastasen van kleincellig longcarcinoom (0)
2024-10-05 13:30   ( Nieuws )
Tags:  SCLC BMs
Dr. Sunit DasPatiënten met kleincellig longcarcinoom (SCLC) hebben een hoog risico van hersenmetastase (BM) en een slechte prognose. Er is beheofte aan grootschalige real-world evidentie van de klinische presentatie en behandeling van patiënten met BM van SCLC. Een bevolkings-gebaseerde retrospectieve cohortstudie in Ontario (Canada) heeft klinische kenmerken en uitkomsten van deze patiënten geïnventariseerd. Dr. Sunit Das (University of Toronto) en collega’s publiceren de studie in eClinical Medicine.1

De studie includeerde alle patiënten die tussen begin april 2010 en eind maart 2018 in Ontario een diagnose SCLC kregen en niet later een tweede diagnose an een maligniteit kregen (n=8705; 4433 mannen en 4272 vrouwen; mediane leeftijd bij diagnose 68 jaar; IQR 61-75). De mediane overall survival van alle patiënten was 7,46 maanden (95%-bti 7,23-7,69). BMs werden gediagnostiseerd in 2686 patiënten (32%), onder wie 43,7% met synchrone BMs en 56,3% met asynchrone BMs. De mediane OS van patiënten met BMs was 9,76 maanden (95%-bti 9,36-10,22). Vier procent respectievelijk 62% en 35% van de patiënten kregen SRS respectievelijk WBRT of geen behandeling voor BMs in eerstelijns setting of na profylactische craniële bestraling (PCI). In propensity score-gematchte analyse was OS vanaf het moment van de BM-diagnose niet verschillend tussen SRS- en WBRT-behandelde cohorten onder patiënten die geen PCI hadden gekregen (HR 0,68; p=0,091; n=86) maar beter met SRS dan met WBRT onder patiënten die PCI kregen voorafgaan aan ontwikkeling van BM (HR 0,47; p=0,0042; n=112).

De onderzoekers concluderen dat SCLC-patiënten een slechte prognose hebben, en dat veel van deze patiënten al bij diagnose BMs hebben of die tijdens de follow-up ontwikkelen. Patiënten met SCLC en BMs hebben wellicht baat bij SRS.

1.Gaebe K, Erickson AW, Chen S et al. Brain metastasis burden and management in patients with small cell lung cancer in Canada: a retrospective, population-based cohort study. eClinMed 2024.102871

Summary: A retrospective study in Ontario, Canada, found that overall survival of patients with small cell lung cancer was poor, and many patients present with brain metastases. These patients might benefit from stereotactic radiosurgery.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)