Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Associaties tussen mate van industriële voedselbewerking en het risico van colorectaalcarcinoom (0)
2025-02-10 16:00   ( Nieuws )
Tags:  EPIC trial FP CRC risk
Dr. Inge HuybrechtsIndustriële voedselbewerking is in verband gebracht met verscheidene gezondheidsuitkomsten waaronder maligniteiten. Een analyse in het cohort van de European Prospective Investigation into Cancer (EPIC) heeft de associaties tussen mate van voedselbewerking en het risiso van colorectaalcarcinoom (CRC) geïnventariseerd. Dr. Inge Huybrechts (IARC, Lyon) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1

EPIC telt 450.111 deelnemers, die bij inclusie informatie verstrekten over (onder meer) hun voedingsgewoonte. De onderzoekers klasseerden de gerapporteerde voedingsmiddelen volgens het NOVA-systeem als ingrediënten, niet-bewerkte, bewerkte (PFs), en ultrabewerkte (UPFs) voedingsmiddelen. Tijdens de follow-up werd incident CRC vastgesteld in 6155 EPIC-deelnemers. De analyse wees uit dat 10% toename van UPFs in de voeding geassocieerd was met 6% hoger risico van CRC (HR 1,06; 95%-bti 1,02-1,10), terwijl 10% toename van PFs in de voeding geassocieerd was met 10% hoger risico van CRC (1,10; 1,05-1,15), terwijl 10% toename van niet-bewerkte voedingsmiddelen in de voeding geassocieerd was was 7% lager CRC-risico (0,93; 0,90-0,95). Vervanging van 10% van UPFs of PFs in de voeding door niet-bewerkte voedingsmiddelen was geassocieerd met 6% (HR 0,94; 95%-bti 0,90-0,97) respectievelijk 10% (0,90; 0,86-0,94) verlaagd risico van CRC.

De onderzoekers concluderen dat voedingspatronen die rijker waren aan PFs en UPFs geassocieerd waren met hoger CRC-risico, terwijl voedingspatronen die rijker waren aan niet-bewerkte voedingsmiddelen geassocieerd waren met lager CRC-risico.

1.Al Nahas A, Ghantous SY, Morales Berstein F et al. Associations between degree of food processing and colorectal cancer risk in a large-scale European cohort. Int J Cancer 2025.35361

Summary: Analysis in the cohort of the European Prospective Investigation into Cancer found that ultraprocessed and processed food was positively associated with CRC risk, while diets richer in unprocessed foord were associated with lower CRC risk.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Uitkomsten van segmentectomie met of zonder preoperatieve biopsie voor vroeg-stadium niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2025-02-10 14:30   ( Nieuws )
Tags:  NSCLC segmentectomy with or without preoperative biopsy
Dr. Sneha AlaparthyEr is geen consensus over de noodzaak van preoperatieve biopsie voorafgaand aan resectie van vroeg-stadium niet-kleincellig longcarcinoom. Een retrospectieve cohortstudie op basis van gegevens in de National Cancer Database heeft uitkomsten van segmentectomie met of zonder preoperatieve biopsie geïnventariseerd. Dr. Sneha Alaparthi (Thomas Jefferson University Hospital, Philadelphia PA) en collega’s publiceren de studie in Clinical Lung Cancer.1

Na exclusie van patiënten die neoadjuvante therapie ondergingen en patiënten met carcinoïde tumoren identificeerden de onderzoekers in de National Cancer Database 6891 patiënten die tussen begin 2010 en eind 2019 segmentectomie ondergingen voor klinisch stadium I NCSLC (N0 M0, tumorgrootte ≤ 2 cm). Onder deze patiënten ondergingen 2287 (33,2%) preoperatieve biopsie en 4604 (66,8%) niet. Na propensity score matching waren er tussen beide groepen geen singificante verschillen in dertig-dagen heropname (p=0,13), dertig-dagen overleving (p=0,26), negentig-dagen overleving (p=0,31), en vijf-jaars overleving (p=0,20).

1.Alaparthi SS, Ho A, Rshaidat H et al. Outcomes of segmentectomy with or without preoperative biopsy in non-small cell lung cancer (NSCLC). Clin Lung Cancer 2025-00034-8

Summary: A retrospective cohort study retrospective cohort study using the National Cancer Database found after propensity score matching no significant differences in outcomes between groups with versus without biopsy before segmentectomy for early stage, ≤ 2cm NSCLC.




  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Risico van hooggradige cervixlesies in de tweede ronde van HPV-testen na negatief resultaat in eerste ronde (0)
2025-02-10 13:00   ( Nieuws )
Tags:  high-grade cervical lesions second round HPV testing
Prof. Tone BjørgeIn veel landen wordt overgegaan van cytologietesten naar HPV-testen als primaire screening voor cervixcarcinoom. Een bevolkings-gebaseerde cohortstudie in Noorwegen heeft de impact van negatief resultaat van HPV-testen in de eerste ronde van CervicalScreen Norway op de resultaten van de tweede ronde geïnventariseerd. Prof. Tone Bjørge (Universiteit van Bergen) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1


De studie includeerde vrouwen met een negatief HPV-screeningresultaat in de eerste ronde, die vier tot zes jaar later opnieuw gescreend werden, en vergeleek de resultaten van de tweede ronde met die van de eerste ronde. Vergeleken met alle vrouwen in de eerste ronde was onder vrouwen na negatief resultaat in de eerste ronde het risico van HPV-positiviteit 42% lager (leeftijds-gecorrigeerd relatief-risico ratio 0,58; 95%-bti 0,53-0,65), en was onder HPV16-positieve vrouwen het risico van hooggradige cytologie 70% lager (0,30; 0,12-0,78). Verwijzingen voor onmiddellijke colposcopie was 51% lager in de tweede ronde vergeleken met de eerste ronde (0,49; 0,39-0,62). Het risico van CIN3+ was 71% lager in de tweede ronde dan in de eerste ronde (leeftijdsgecorrigeerd HR 0,29; 95%-bti 0,21-0,40). Onder vrouwen met negatief HPV-screeningsresultaat in de eerste ronde werden in de tweede ronde geen gevallen van cervixcarcinoom gezien.

De onderzoekers concluderen dat HPV-testresultaten van eerdere ronden van belang zijn voor het ontwerpen van optimale screeningsalgoritmes.

1.Bjørge T, Støer NC, Hverven SK et al. Risk of high-grade cervical lesions in the second round of primary human papillomavirus testing in CervicalScreen Norway: a population-based cohort study. Int J Cancer 2025.35359

Summary: A population-based study in Norway found that HPV test results from previous screening rounds should be considered when designing optimal screening algorithms for cercival cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 1-2 studie van vodobatinib voor eerder-behandelde Ph-positieve chronische myeloïde leukemie (0)
2025-02-09 16:00   ( Nieuws )
Tags:  previously treated Ph-positive CML vodobatinib
Prof. Jorge CortesEr is behoefte aan nieuwe behandelingen voor CML-patiënten die resistent of intolerant zijn tegen beschikbare tyrosinekinaseremmers (TKIs). Een multinationale fase 1-2 studie heeft de nieuwe orale selectieve BCR::ABL1 TKI vodobatinib geëvalueerd voor patiënten met gevorderd CML die tenminste drie eerdere TKIs hadden gekregen, waaronder ponatinib en asciminib. Prof. Jorge Cortes (Georgia Cancer Center, Augusta) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Haematology.1

De studie, uitgevoerd in 28 centra in tien landen, includeerde volwassen patiënten met een ECOG performance status 2 of beter. Aanwezigheid van Thr315Ile-mutatie was een exclusiecriterium. De patiënten kregen oraal vodobatinib in oplopende doseringen (fase 1) van 12 tot 240 mg eenmaal daags gedurende 60 maanden (65 vier-weekse cycli) of tot progressie van de ziekte of niet-acceptabele toxiciteit. Primaire eindpunten waren bepalen van de hoogst-verdragen dosering (fase 1) en antileukemische activiteit van vodobatinib (fase 2).

Fase 1 includeerde 58 patiënten en fase 2 twintig patiënten. Onder deze patiënten waren 66 met chronische-fase CML, acht met versnelde-fase CML, en vier met blasten-fase CML. De mediane leeftijd was 59,0 jaar (IQR 47,0-66,0) en 55% van de patiënten waren mannen. Doseringslimiterende toxiciteiten werden gezien in twee patiënten met 240 mg eens per dag, zodat vodobatinib 204 mg eens per dag werd gekozen als hoogst-verdragen dosering. Eén of meer treatment-emergent adverse events werden gezien in 73 patiënten (94%), en graad 3 of hoger TRAEs in 47 patiënten (60%). Zeven patiënten (9%) overleden tijdens de studie, onder wie één aan een oorzaak die werd beoordeeld als samenhangend met de behandeling. Majeure cytogenetische respons werd gezien in 70% van de patiënten met chronische-fase CML. Onder patiënten met versnelde-fase CML werd majeure hematologische respons gezien in 86% (mediane duur 17,8 maanden; IQR 10,2-24,3), en onder de vier patiënten met blasten-fase CML werd majeure hematologische respons gezien in twee, met mediane duur van 6,2 maanden (IQR 3,2-9,3).

De onderzoekers concluderen dat vodobatinib klinisch relevante activiteit had, met een tolerabel veiligheidsprofiel, onder patiënten met gevorderd CML die eerder tenminste drie lijnen behandeling hadden gekregen waaronder ponatinib en asciminib.

1.Cortes JE, Kim D-W, Saikia T et al. Vodobatinib for patients with Philadelphia chromosome-positive chronic myeloid leukaemia resistant or intolerant to multiple lines of previous therapy: an open-label, multicentre, phase 1/2 trial. Lancet Haematol 2025; epub ahead of print

Summary: A multinational phase 1-2 trial found clinically meaningful antileukemic activity of vodobatinib, with a tolerable safety profile, among patients with advanced CML who previously received at least three TKIs, including ponatinib and asciminib.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1-studie van CAR-macrofaag therapie voor gevorderde solide tumoren met HER2-overexpressie (0)
2025-02-09 13:00   ( Nieuws )
Tags:  HER2-overexpressing advanced solid tumors CAR-macrophage therapy
Dr. Kim ReissChimeric antigen receptor macrophage (CAR-M) cellen zijn macrofaagcellen die gemodificeerd zijn tot CAR-expressie en die antitumor-immuniteit kunnen mediëren via fagocytose, cytokine-release, activering van de micro-omgeving van de tumor, en antigeen-presentatie. CT-0508 is een anti-HER2 CAR-M. Een multicenter fase 1-studie in de Verenigde Staten heeft CT-0508 geëvalueerd onder patiënten met gevorderde tumoren met overexpressie van HER2. Dr. Kim Reiss (University of Pennsylvania, Philadelphia) en collega’s publiceren in Nature Medicine een interimanalyse van de studie.1



De studie includeerde veertien patiënten met HER2 IHC 3+ (n=9) of IHC2+ met FISH-vastgestelde amplificatie (n=5). Voorafgaand aan infusie van CT-0508 ondergingen de patiënten geen lymfodepletie. Er waren geen doseringslimiterende toxiciteiten, geen graad 3 of hoger cytokine release syndrome (CRS) en geen immune effector cell-associated neurotoxicity syndrome (ICANS). Onder de negen patiënten met HER2 IHC 3+ tumoren waren er vier (44%; 95%-bti 14-79) met stabiele ziekte acht weken na de behandeling. Er was geen relevante activiteit onder de patiënten met HER 2+ tumoren. Seriële bepalingen lieten zien dat CT-0508 de micro-ongeving van de tumor bereikte en resulteerde in expansie van CD8+ T-cellen.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten suggereren dat CT-0508 veilig en werkzaam was voor tumoren met overexpressie van HER2.

1.Reiss KA, Angelos MG, Dees EC et al. CAR-macrophage therapy for HER2-overexpressing advanced solid tumors: a phase 1 trial. Nature Med 2025-03495-z

Summary: A multicenter phase 1 trial in the USA found preliminary safety, tolerability, and activity of CAR-macrophage therapy for advanced solid tumors with HER2 overexpression.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde fase 2-studie van adjuvant anlotinib versus placebo voor gelokaliseerd hooggradig wekedelensarcoom (0)
2025-02-08 16:00   ( Nieuws )
Tags:  localized high-grade STS adjuvant anlotinib
Er is geen duidelijkheid over de werkzaamheid en veiligheid van anlotinib als adjuvante gerichte therapie voor hooggradig wekedelensarcoom (STS). Een fase 2-studie van Fudan University Shanghai Cancer Center (China) heeft patiënten met hooggradig STS na complete resectie 1:1 gerandomiseerd naar anlotinib of placebo. Prof. Wangjun Yan en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde 88 patiënten die 1:1 werden gerandomiseerd naar ten hoogste zes drie-weekse cycli oraal anlotinib 12 mg (n=44) of placebo (n=44) op dagen één tot en met veertien. De mediane follow-up was 30,95 maanden. De één- en tweejaars ziektevrije-overlevingspercentages was 88% respectievelijk 77% in de anlotinibgroep, versus 64% respectievelijk 58% in de placebogroep. Vergeleken met alleen chirurgie was chirurgie gevolgd door anlotinib geassocieerd met verlaagd risico van recidief (HR 0,47; p=0,045). Risicoreductie werd gezien onder patiënten met myxofibrosarcoom (HR 0,54: p=0,027) en niet-gedifferentieerd pleiomorf sarcoom (0,58; p=0,50). Vier patiënten (9%) discontinueerden anlotinib wegens toxiciteiten.

De onderzoekers concluderen dat na complete resectie van gelokaliseerd hooggradig STS, adjuvant anlotinib het risico van recidief verlaagt, met acceptabele toxiciteit.

1.Wang C, Hu X, Yang L et al. Anlotinib versus placebo as adjuvant therapy for localized high-grade soft tissue sarcomas: a phase 2, double-blinded, randomized controlled trial. Clin Cancer Res 2025; epub ahead of print

Summary: A placebo-controlled phase 2 trial at Fudan University Shanghai Cancer Center found that among patients with high-grade soft tissue sarcomas, adjuvant anlotinib reduced the incidence of disease relapse, with acceptable toxicity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve cohortstudie van associatie van cumulatieve excess BMI met progressie van MGUS tot myeloom (0)
2025-02-08 14:30   ( Nieuws )
Tags:  MGUS progression to myeloma impact of cumulative excess body mass index
Dr. Su-Hsin ChangObesitas is een risicofactor voor multipel myeloom (MM) en de MM-voorloper monoclonal gammopathy of unknown significance (MGUS). Een retrospectieve cohortstudie in de Verenigde Staten heeft de impact van cumulatieve blootstelling aan obesitas op de progressie van MGUS naar MM geïnventariseerd. Dr. Su-Hsin Chang (Washington University School of Medicine, St Louis MO) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1



In de database van de US Veterans Health Administration (oktober 1999 tot eind 2021) identificeerden de onderzoekers 22.429 MGUS patiënten, onder wie 4862 (21,7%) met een body mass index (BMI) tussen 18,5 en 25 kg/m2 op het moment van de MGUS-diagnose. Vergeleken met deze patiënten hadden patiënten met een BMI tussen 25 en 30 kg/m2 (aHR 1,17; 95%-bti 1,03-1,34) of hoger (1,27; 1,09-1,47) op het moment van de MGUS-diagnose een hoger risico van progressie tot MM. Onder patiënten met BMI 18,5-25 kg/m2 op het moment van diagnose was volgende toename van de BMI tot hoger dan 25 mg/kg2 geassocieerd met 21% toename van het risico van progressie per jaar van blootstelling aan excess BMI (aHR 1,21; 95%-bti 1,04-1,40). Onder patiënten die bij de MGUS-diagnose al BMI hoger dan 25 mg/kg2 hadden was deze risicoverhoging niet statistisch significant.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met normaal lichaamsgewicht op het moment van MGUS-diagnose, cumulatieve blootstelling aan BMI 25 kg/m2 of hoger geassocieerd was met verhoogd risico van progressie tot MM.

1.Liu L, Grandhi N, Wang M et al. Cumulative excess body mass index and MGUS progression to myeloma. JAMA Network Open 2025;8:e2458585

Summary: A retrospective cohort study using the US Veterans Health Administration database found that among patients with normal BMI at the time of MGUS diagnosis, cumulative exposure to BMI 25 kg/m2 or greater was associated with an increased risk of progression to MM.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van D-VRd versus VRd voor transplant-ineligible nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom (0)
2025-02-08 13:00   ( Nieuws )
Tags:  CEPHEUS study
Dr. Saad UsmaniDe standaard-behandeling voor patiënten met nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom (NDMM) die niet in aanmerking komen voor transplantatie is triplet-therapie met hetzij daratumumab-lenalidomide-dexamethason (D-Rd) of bortezomib-lenalidomide-dexamethason (VRd). De multinationale fase 3-studie CEPHEUS evalueerde toevoeging van subcutaan daratumumab plus VRd (D-VRd) voor NDMM-patiënten die geen transplantatie ondergingen. Dr. Saad Usmani (Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York) en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1

De studie includeerde 395 patiënten die 1:1 werden gerandomiseerd naar acht cycli D-VRd of VRd, gevolgd door D-Rd of Rd tot progressie. Het primaire eindpunt was MRD-negativiteitspercentage (drempel 10­-5). Met mediaan 58,7 maanden follow-up bedroeg dit percentage 60,9% in de D-VRd groep versus 39,% in de VRd-groep (OR 2,37; p<0,0001). Ook de percentages patiënten met complete respons of beter (81,2% versus 61,6%; p<0,0001) en met tenminste 12 maanden aanhoudende MRD-negativiteit (48,7% versus 26,3%; p<0,0001) waren significant hoger met D-VRd dan met VRd. De figuur laat zien dat de progressievrije overleving significant langer was met D-VRd dan met VRd (HR 0,57; p=0,0005). Adverse events waren consistent met de bekende veiligheidsprofielen van daratumumab en VRd.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van D met VRd resulteerde in diepere en meer duurzame responsen dan alleen VRd in NDMM-patiënten die geen transplantatie ondergaan.

1.Usmani SZ, Facon T, Hungria V et al. Daratumumab plus bortezomib, lenalidomide and dexamethasone for transplant-ineligible or transplant-deferred newly diagnosed multiple myeloma: the randomized phase 3 CEPHEUS study. Nature Med (2025) 024-93485-7

Summary: The multinational phase 3 CEPHEUS study found that among transplant-ineligible or transplant-deferred newly diagnosed multiple myeloma patients, the combination of daratumumab plus VRd produced deeper and more durable responses than VRd alone.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)