Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Systematisch overzicht en meta-analyse van neoadjuvante immuuncheckpointremmers plus chemotherapie voor vroeg mammacarcinoom (0)
2024-08-30 13:30   ( Nieuws )
Tags:  EBC neoadjuvant ICIs plus chemotherapy
Dr. Tomas Pascual

Dr. Tomas Pascual

Er is geen consensus over de optimale combinatie van immuuncheckpointremmers (ICIs) met neoadjuvante of adjuvante chemotherapie voor vroeg-stadium mammacarcinoom (EBC). Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCTs) heeft werkzaamheid van toevoeging van ICIs aan neoadjuvante of adjuvante chemotherapie voor verschillende typen EBC geïnventariseerd. Dr. Tomas Pascual (Hospital Clinic de Barcelona) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Oncology.1


In de literatuur tot 10 december 2023 identificeerden de onderzoekers negen voor het onderwerp relevante RCTs, met tezamen 5114 EBC-patiënten: 2097 triple-negatief (TNB), 1924 HR-positief/HER2-negatief (HR+HER2- EBC), en 1115 HER2-positief (HER2+). Onder de TNBC-patiënten was toevoeging van ICIs aan neoadjuvante chemotherapie geassocieerd met verbetering van het percentage patiënten met pathologisch complete respons met meer dan 10%. Onder de patiënten met HR+/HER2- tumoren was toevoeging van ICIs aan neoadjuvante chemotherapie alleen geassocieerd met verbetering van de pCR in de populatie met PD-L1-positieve tumoren (absolute verbetering + 12,2%). Onder de patiënten met HER2+ tumoren was toevoeging van ICIs niet geassocieerd met verbetering van de pCR. Tijdens de neoadjuvante behandeling was de incidentie van graad 3 of hoger irAEs 10,3%. Onder patiënten met TNBC werd geen verbetering gezien met toevoegen van ICIs aan adjuvante chemotherapie.

De onderzoekers concluderen dat toevoeging van ICIs aan neoadjuvante chemotherapie de uitkomsten verbetert van vroeg-stadium TNBC en PD-L1-positief HR+/HER2- EBC met een acceptabel veiligheidsprofiel, maar dat geen profijt werd gezien met adjuvante ICIs.

1.Villacampa G, Navarro V, Matikas A et al. Neoadjuvant immune checkpoint inhibitors plus chemotherapy in early breast cancer. A systematic review and meta-analysis. JAMA Oncology 2024.3456

Summary: Systematic review and meta-analysis of nine RCTs involving 5114 patients found that addition of ICIs to neoadjuvant chemotherapy improves efficacy outcomes in early-stage TNBC and PD-L1+ HR+/HER2- breast cancer tumors with an acceptable safety profile; however, no benefit was observed with adjuvant ICIs.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Systematisch overzicht en meta-analyse van radiotherapie versus chirurgie voor extramedullair plasmacytoom van hoofd en hals (0)
2024-08-30 12:00   ( Nieuws )
Tags:  EMP of the head and neck RT versus surgery
Dr. Cherie-Ann Nathan

Dr. Cherie-Ann Nathan

Er is geen duidelijkheid over de impact van verschillende behandelingen op locoregionale controle en overleving van extramedullair plasmacytoom (EMP). Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft uitkomsten met radiotherapie (RT) en chirurgie voor EMP van hoofd en hals vergeleken. Dr. Cherie-Ann Nathan (Louisiana State University, Shreveport) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Otolaryngology- Head & Neck Surgery.1

In de literatuur tot november 2023 identificeerden de onderzoekers 12 voor het onderwerp relevante studies, met tezamen 742 patiënten (mediane leeftijd 59,1 jaar; IQR 53-62; 71,0% mannen) met een initiële diagnose EMP van hoofd en hals zonder multipel myeloom (MM). Er waren 505 patiënten (68,1%) die alleen radiotherapie kregen en 237 patiënten (31,9%) die alleen chirurgie ondergingen. De overall survival en ziektevrije overleving na 2, 3, en 10 jaar waren niet significant verschillend tussen beide groepen. Alleen-radiotherapie vergeleken met alleen-chirurgie was echter wel geassocieerd met significante verlaging van het risico van progressie tot MM (OR 0,4; 95%-bti 0,1-0,9). De vijf-jaars ziektevrije overleving was significant beter in de alleen-radiotherapie groep (HR 0,55; 95%-bti 0,31-0,96).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met EMP van hoofd en hals, alleen-radiotherapie vergeleken met alleen-chirurgie geassocieerd is met lager risico van progressie tot MM, maar niet met betere overall survival.

1.Vasudevan SS, Hassan Sayed SB, Kapartiwar P et al. Radiotherapy vs surgery for survival and locoregional control of head and neck extramedullary plasmacytoma. A systematic review and meta-analysis. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2024.2597





  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cohortstudie van associatie tussen body mass index en incidentie en mortaliteit van colorectaalcarcinoom in Azië (0)
2024-08-29 15:00   ( Nieuws )
Tags:  BMI CRC incidence and mortality in Asia
Dr. Hung Luu

Dr. Hung Luu

De incidentie van obesitas neemt wereldwijd toe. Een gepoolde analyse van zeventien prospectieve cohortstudies van het Asia Cohort Consortium heeft de associatie tussen body mass index (BMI) en de incidentie en mortaliteit van colorectaalcarcinoom (CRC) in Azië geïnventariseerd. Dr. Hung Luu (UPMC Hillman Cancer Center, Pittsburgh PA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De analyse van het risico van incident CRC includeerde 619.981 deelnemers (gemiddelde leeftijd 53,8 ± 10,1 jaar; 52,0% vrouwen; 11,900 incidente CRC-gevallen gediagnostiseerd tijdens mediaan 15,2 jaar follow-up) en de analyse van de CRC-gerelateerde mortaliteit includeerde 650.195 deelnemers na een CRC-diagnose; gemiddelde leeftijd 53,5 ± 10,2 jaar; 51,9% vrouwen; 4550 geïdentificeerde gevallen van CRC-gerelateerd overlijden tijdens mediaan 15,2 jaar follow-up). Vergeleken met deelnemers met een BMI 23,0 tot 25,0 was het ▩ risico van incident CRC verhoogd onder deelnemers met BMI 25,0 tot 27,5 (aHR 1,09; 95%-bti 1,03-1,16), 27,5 tot 30,0 (1,19; 1,11-1,29), en hoger dan 30,0 (1,32; 1,19-1,46) met een p voor trend < 0,001; en een hoger BMI-gerelateerde toename van het risico voor coloncarcinoom dan voor rectumcarcinoom. ▩ Een vergelijkbare associatie tussen BMI en CRC-gerelateerde mortaliteit werd gezien onder deelnemers met een BMI hoger dan 27,5 (27,5-30,0: aHR 1,18; 95%-bti 1,04-1,34; hoger dan 30,0: 1,38; 1,18-1,62) met een p voor trend <0,001. De associatie tussen BMI hoger dan 30,0 en CRC-gerelateerde mortaliteit werd gezien onder mannen (aHR 1,87; 95%-bti 1,49-2,34) met een p voor trend <0,001;maar niet onder vrouwen (p voor trend 0,15; p voor heterogeniteit 0,02).

De onderzoekers concluderen dat in Azië een positieve associatie wordt gezien tussen BMI en CRC-incidentie en CRC-gerelateerde mortaliteit. Het risico was hoger onder mannen dan onder vrouwen en hoger onder deelnemers met coloncarcinoom dan onder deelnemers met rectumcarcinoom.

1.Paragomi P, Zhang Z, Krull Abe S et al. Body mass index and risk of colorectal cancer incidence and mortality in Asia. JAMA Network Open 2024;7:e2429494

Summary: Pooled analysis of 17 prospective cohort studies included in the Asia Cohort Consortium found a positive association between BMI and CRC incidence and related mortality. The risk was greater among men and participants with colon cancer.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Uitkomsten na duurzame partiële respons of stabiele ziekte met atezolizumab plus bevacizumab voor levercelcarcinoom (0)
2024-08-29 13:30   ( Nieuws )
Tags:  HCC atezo-bev
Prof. Ann-Lii Cheng

Prof. Ann-Lii Cheng

In de multinationale fase 3-studie IMbrave150 resulteerde de combinatie van atezolizumab plus bevacizumab (atezo-bev) voor levercelcarcinoom (HCC) in veel patiënten in duurzame partiële respons en duurzame stabiele ziekte (PR/SD), met als definitie voor duurzaam ‘langer dan zes maanden’. Een real-world studie in acht centra in Japan en acht centra in Taiwan heeft uitkomsten en histopathologische kenmerken van residuele tumoren van patiënten met duurzame PR of SD op atezo-bev voor HCC geïnventariseerd. Prof. Ann-Lii Cheng (Nationale Taiwan Universiteit, Taipei) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1


In IMbrave150 waren 56 van 72 PRs (77,8%) en 41 van 144 SDs (28,5%) duurzaam. De mediane overall survival werd niet bereikt onder patiënten met duurzame PR was was 23,7 maanden onder patiënten met duurzame SD, en de mediane progressievrije overleving was 23,2 maanden onder patiënten met duurzame PR en 13,2 maanden onder patiënten met duurzame SD. In de nu gepubliceerde Japans-Taiwanese studie werden 38 tumoren geresecteerd na atezo-bev voor HCC in 32 patiënten (23 PRs en 9 SDs). Pathologisch complete respons (pCR) was meer frequent onder PR-tumoren dan onder SD-tumoren (57,7% versus 16,7%; p=0,034). Het pCR-percentage was gecorreleerd met de tijd tussen de start van atezo-bev en de resectie, en was 55,6% voor PR-tumoren die werden geresecteerd na meer dan acht maanden. Ongeveer de helft van de duurzame PR-tumoren werden door de onderzoekers omschreven als ‘ghost tumors’, gedefinieerd als radiologisch persistente tumoren zonder viabele maligne cellen.

De onderzoekers concluderen dat deze real-world analyse suggereert dat de prevalentie van spooktumoren kan bijdragen aan een verklaring voor de langere overall survival van patiënten met duurzame PR en sommige patiënten met duurzame SD in IMbrave150.

1.Shen Y-C, Liu T-H, Nicholas A et al. Clinical outcomes and histologic findings of patients with hepatocellular carcinoma with durable partial response or durable stable disease after receiving atezolizumab plus bevacizumab. J Clin Oncol 2024.00645

Summary: A real-world study in Japan and Taiwan found that in patients with durable partial response or stable disease with atezolizumab-bevacizumab for hepatocellular carcinoma, around half of the residual tumors were ghost tumors, defined as radiologically persistent tumors without viable cancer cells.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van nanvuranlat voor eerder-behandeld gevorderd galwegcarcinoom (0)
2024-08-29 12:00   ( Nieuws )
Tags:  aBTC later-line nanvuranlat
Prof. Junji Furuse

Prof. Junji Furuse

Nanvuranlat is een selectieve remmer van L-type amino acid transporter 1. Een gerandomiseerde fase 2-studie in veertien centra in Japan heeft nanvuranlat monotherapie geëvalueerd voor gevorderd galwegcarcinoom (aBTC) na falen van systemische chemotherapie. Prof. Junji Furuse (Kanagawa Cancer Center, Yokohama) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1




De studie includeerde 105 patiënten, die 2:1 werden gerandomiseerd naar intraveneus nanvuranlat 25 mg/m2 op dagen een tot en met vijf van veertien-daagse cycli (n=70) of placebo (n=35). Het primaire eindpunt was progressievrije overleving. De PFS was significant beter met navuranlat dan met placebo (HR 0,56; p=0,02). Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor 30,0% van de patiënten in de nanvuranlatgroep en 22,9% van de patiënten in de placebogroep. De overall survival was niet significant verschillend tussen beide groepen.

De onderzoekers concluderen dat nanvuranlat de PFS in patiënten met eerder behandeld aBTC verbeterde, met een acceptabel veiligheidsprofiel.

1.Furuse J, Ikeda M, Ueno M et al. A phase II placebo-controlled study of the effect and safety of nanvuranlat in patients with advanced biliary tract cancers previously treated by systemic chemotherapy. Clin Cancer Res 2024-0461

Summary: A multicenter phase 2 trial in Japan found activity and acceptable safety of nanvuranlat monotherapy for advanced biliary tract cancer after failure of systemic chemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Vergelijking van androgeenreceptorremmers voor niet-metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom (0)
2024-08-28 15:00   ( Nieuws )
Tags:  DEAR study nmCRPC ARIs
Prof. Daniel George

Prof. Daniel George

Moderne androgeenreceptorremmers (ARIs: darolutamide, enzalutamide, en apalutamide) zijn standard-of-care behandelingen voor niet-metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom (nmCRPC). De multicenter retrospectieve cohortstudie DEAR (‘darolutamide, enzalutamide, and apalutamid in nonmetastatic castration-resistant prostate cancer’) in de Verenigde Staten heeft werkzaamheid en tolerabiliteit van deze drie ARIs vergeleken. Prof. Daniel George (Duke University Cancer Institute, Durham NC) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

In de patiëntendossiers van het Precision Point Specialty netwerk van Amerikaanse urologiepraktijken identificeerden de onderzoekers patiënten met nmCRPC die niet eerder moderne hormoontherapie hadden gekregen en nieuwe ARI-behandeling startten tussen begin augustus 2019 en eind maart 2022. Onder de 870 geïncludeerde patiënten (gemiddelde leeftijd 78,8 ± 8,7 jaar) kregen 362 darolutamide (41,6%), 382 enzalutamide (43,9%), en 126 apalutamide (14,5%). Het primaire eindpunt van de studie was een composiet van discontinuering van de behandeling en progressie naar mCRPC; whichever occurred first.


▩ De figuur laat zien dat de tijd tot bereiken van composiet-eindpunt gebeurtenissen significant langer was in het darolutamide-cohort dan in de beide andere cohorten. Na correctie voor baseline covariabelen was het risico van bereiken van het composiet-eindpunt lager met darolutamide dan met enzalutamide (HR 0,66; 95%-bti 0,53-0,84) of met apalutamide (0,65; 0,48-0,88), terwijl vergelijking van enzalutamide versus apalutamide niet resulteerde in significant verschil (0,97; 0,73-1,29). Ook voor de afzonderlijke eindpunten discontinuering of progressie tot mCRPC was darolutamide significant beter dan enzalutamide en apalutamide.

De onderzoekers concluderen dat in deze grote cohortstudie van nmCRPC-patiënten die nieuwe ARIs startten darolutamide beter werd verdragen dan enzalutamide en apalutamide, hetgeen geassocieerd kan zijn met betere klinische werkzaamheid van darolutamide.

1.George DJ, Morgans AK, Constantinovici N et al. Androgen receptors inhibitors in patients with nonmetastatic castration-resistant prostate cancer. JAMA Network Open 2024;7:e2429783

Summary: The multicenter retrospective DEAR cohort study among patients with nonmetastatic castration-resistant prostate cancer found better tolerability for darolutamide compared with enzalutamide and apalutamide, which may be associated with a clinical effectiveness advantage.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve cohortstudie van gebruik van 5-α reductaseremmers en prostaatcarcinoom-mortaliteit (0)
2024-08-28 13:30   ( Nieuws )
Tags:  5-ARIs mortality after PCa diagnosis
Dr. Robert Hamilton

Dr. Robert Hamilton

Remmers van 5α-reductase (5-ARIs) zijn goedgekeurd voor de behandeling van benigne prostaathyperplasie (BPH) en zijn geassocieerd met verlaging van het risico van prostaatcarcinoom (PCa) met ongeveer 25%. Er zijn echter ook aanwijzingen voor een associatie van gebruik van 5-ARIs met hooggradige PCa. Een observationel cohortstudie in Ontario (Canada) heeft de associatie tussen prediagnose-gebruik van 5-ARIs en mortaliteit na een PCa-diagnose geïnventariseerd. Dr. Robert Hamilton (Princess Margaret Cancer Centre, Toronto) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie, uitgevoerd tussen begin 2003 en november 2017, includeerde patiënten met gelokaliseerd PCa in de leeftijd van 65 jaar of ouder. De onderzoekers vergeleken overall mortaliteit en PCa-mortaliteit in de groepen met en zonder prediagnostisch gebruik van 5-ARIs. Onder de 19.938 geïncludeerde patiënten waren er 2112 (10,6%; mediane leeftijd 74 jaar; IQR 70-79) die 5-ARIs gebruikten en 17.826 (89,4%; 71; 68-76) niet-gebruikers van 5-ARIs. Tijdens mediaan 8,96 jaar follow-up (IQR 6,28-12,17) overleden 6053 deelnemers (30,4%), onder wie 1047 (5,3%) aan PCa. Na inverse probability of treatment weighting waren ▩ overall mortaliteit en ▩ prostaatcarcinoom-specifieke mortaliteit niet verschillend tussen beide groepen.

De onderzoekers concluderen dat onder PCa-patiënten prediagnostisch gebruik van 5-ARIs niet geassocieerd was met verhoogde overall of PCa-mortaliteit.

1.Hamilton RJ, Chavarriaga J, Khurram N et al. 5-α reductase inhibitors and prostate cancer mortality. JAMA Network Open 2024;7:e2430223

Summary: A population-based cohort study in Ontario (Canada) found that among patients with prostate cancer, prediagnostic use of 5-α reductase inhibitors was not associated with overall mortality or prostate cancer mortality.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Predictieve waarde van intratumoraal CD8 voor respons van metastatische maligniteiten op immuuncheckpointremming (0)
2024-08-28 12:00   ( Nieuws )
Tags:  metastatic cancer response to ICI intratumoral CD8
Dr. Padmanee Sharma

Dr. Padmanee Sharma

Er is behoefte aan pan-cancer tumor-biomarkers die de respons op immuuncheckpointremming kunnen voorspellen. De Amerikaanse multicenter prospectieve AMADEUS studie heeft de ICI-respons voorspellende waarde van intratumorale CD8-percentages geïnventariseerd. Dr. Padmanee Sharma (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Experimental Medicine.1

De studie includeerde 79 patiënten met gevorderde solide tumoren. De patiënten werden aan de hand van het intratumoraal CD8-percentage verdeeld in een CD8-laag groep (CD8 < 15%; n=72) en een CD8-hoog groep (CD8 ≥ 15%; n=7). Patiënten in de CD8-laag groep kregen nivolumab (anti-PD-1) plus ipilimumab (anti-CTLA-4); patiënten in de CD8-hoog groep kregen nivolumab monotherapie. De disease control rate was 25,0% (95%-bti 15,8-35,2) in de CD8-laag groep en 14,3% (1,1-43,8) in de CD8-hoog groep. Tumoren van 35,9% van de patiënten (95%-bti 21,8-51,4) converteerden van CD8 < 15% voor de behandeling naar CD8 ≥ 15% na de behandeling. Responders in de CD8-laag groep hadden voor aanvang van de behandeling een inflammatoire tumor micro-omgeving, versterkt door influx van CD8 T-cellen, CD4 B-cellen, en macrofagen tijdens de behandeling.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten cruciale pan-cancer immunologische kenmerken die van belang zijn voor respons op ICIs onthullen.

1.Tsimberidou AM, Alayii FA, Okrah K et al. Immunologic signatures of response and resistance to nivolumab with ipilimumab in advanced metastatic cancer. J Exp Med 2024;221:e20240152

Summary: The multicenter prospective AMADEUS trial in the USA evaluated nivolumab with or without ipilimumab based on percentage of tumoral CD8 cells at the time of treatment in patients with various advanced solid tumors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)