Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van PET-gebaseerde pCR-aangepaste chemotherapievrije behandeling voor vroeg HER2-positief mammacarcinoom (0)
2024-04-04 15:00   ( Nieuws )
Tags:  PHERGain trial HER2-positive EBC
Prof. Antonio Llombart-CussacEr is behoefte aan een veilige methode voor de-escalatie van gebruik van chemotherapie voor patiënten met HER2-positief vroeg-stadium mammacarcinoom (EBC). De multinationale fase 2-studie PHERGain heeft een 18F-FDG PET-gebaseerde pathologisch complete respons (pCR)-aangepaste strategie geëvalueerd voor het beoordelen van de mogelijkheid om chemotherapie achterwege te laten. Prof. Antonio Llombart-Cussac en collega’s publiceren de studie in The Lancet.1

PHERGain werd uitgevoerd in 45 centra in zeven Europese landen. De studie includeerde patiënten met centraal-bevestigd HER2-positief stadium I-IIIA invasief operabel EBC met tenminste één PET-evalueerbare lesie. De patiënten werden gestratificeerd voor hormoonreceptorstatus 1:4 gerandomiseerd naar twee groepen. Patiënten in groep A kregen drie-weekse cycli docetaxel, carboplatine, trastuzumab, en pertuzumab (TCHP) . Patiënten in groep B kregen drie-weekse cycli van trastuzumab plus pertuzumab met of zonder endocriene therapie. Voor aanvang van de behandeling en na twee cycli werden PET-scans uitgevoerd. Patiënten in groep B die PET-responders waren zetten trastuzumab plus pertuzumab met of zonder endocriene therapie voort voor nog zes cycli. Patiënten in groep B zonder PET-respons kregen zes cycli TCHP. Na de chirurgie kregen PET-responders in groep B die geen pCR hadden zes cycli TCHP, en alle patiënten kregen ten hoogste achttien cycli trastuzumab en pertuzumab. Primaire eindpunten waren pCR in PET-responders na twee cycli in groep B (reeds gepubliceerd) en percentage patiënten zonder invasieve ziekte (iDFS) na drie jaar in groep B.

Groep A bestond uit 71 patiënten en groep B uit 285, van wie 89% respectievelijk 94% chirurgie ondergingen. Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane duur van follow-up 43,3 maanden (range 0,0-63,0). Het drie-jaars invasieve-ziektevrije percentage in groep B was 94,8% (95%-bti 91,4-97,1), waarmee het primaire eindpunt bereikt werd. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen. Graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gezien in 62% van de patiënten in groep A versus 33% van de patiënten in groep B; serious adverse events werden gezien in 28% respectievelijk 14%. Groep B PET-responders met pCR hadden de laagste incidentie van graad 3 of hoger TRAEs (1%) zonder enige SAEs.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met HER2-positief EBC, een PET-gebaseerde pCR-aangepaste strategie geassocieerd was met uitstekende drie-jaars iDFS. De strategie identificeerde ongeveer één op de drie patiënten met HER2-positief EBC die veilig chemotherapie achterwege konden laten.

1.Pérez-Garcia JM, Cortés J, Ruiz-Borrego M et al. 3-year invasive disease-free survival with chemotherapy de-escalation using an 18F-FDG-PET-based, pathological complete response-adapted strategy in HER2-positive early breast cancer (PHERGain): a randomised, open-label, phase 2 trial. Lancet 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 2 PHERGain trial found that among HER2-positive EBC patients, a PET-based, pCR-adapted strategy was associated with an excellent 3-year invasive disease-free survival rate. This strategy identified about a third of patients who had HER2-positive EBC who could safely omit chemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3-studie van toevoeging van transarteriële chemo-embolisatie aan sorafenib voor HCC met preoperatieve PVTT (0)
2024-04-04 12:30   ( Nieuws )
Tags:  hepatocellular carcinoma with preoperative portal vein tumor thrombus TACE sorafenib
Prof. Ming KuangGeselecteerde patiënten met levercelcarcinoom (HCC) met portal vein tumor thrombus (PVTT) kunnen baat hebben bij chirurgische resectie, en postoperatieve adjuvante therapie zou de incidentie van recidief kunnen verlagen. Een fase 3-studie in vijf centra in China heeft toevoeging van transarteriële chemo-embolisatie (TACE) aan adjuvant sorafenib voor deze patiënten geëvalueerd. Prof. Ming Kuang (Sun Yat-sen Universiteit, Guangzhou) en collega’s publiceren de studie in JAMA Surgery.1

De studie includeerde 158 HCC-patiënten met PVTT (mediane leeftijd 54 jaar; IQR 43-61; 88,6% mannen), die na chirurgie 1:1 werden gerandomiseerd naar oraal sorafenib 400 mg tweemaal daags (begonnen binnen drie dagen na randomisatie) met of zonder TACE (uitgevoerd één dag na de start van sorafenib). Het primaire eindpunt was recidiefvrije overleving. De mediane follow-up was 28,4 maanden. De mediane RFS was significant langer in de TACE plus sorafenib-groep dan in de alleen-sorafenibgroep: 16,8 versus 12,6 maanden (HR 0,57; p=0,002). Ook de mediane overall survival was langer in de TACE plus sorafenib-groep dan in de alleen-sorafenibgroep: 30,4 versus 22,5 maanden (HR 0,57; p=0,02). De meest-waargenomen graad 3 of 4 adverse event was hand-voetsyndroom (29,1% in de TACE plus sorafenib-groep versus 30,4% in de alleen-sorafenibgroep). Geen van de patiënten had een graad 5 AE.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met HCC en preoperatieve PVTT toevoeging van TACE aan adjuvant sorafenib resulteerde in significante verlenging van RFS en OS, en goed verdragen werd (visual abstract).

1.Peng Z, Fan W, Liu Z et al. Adjuvant transarterial chemoembolization with sorafenib for portal vein tumor thrombus. A randomized clinical trial. JAMA Surg 2024.0506

Summary: A multicenter phase 3 trial in China found that among patients with hepatocellular carcinoma and preoperative portal vein tumor thrombus, addition of transarterial chemoembolization to postoperative sorafenib was associated with significant improvement of recurrence-free and overall survival, and was well tolerated.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Tucatinib-trastuzumab-capecitabine na trastuzumab-deruxtecan voor HER2-positief metastatisch mammacarcinoom (0)
2024-04-04 12:00   ( Nieuws )
Tags:  HER2-positive mBC TTC after T-DXd
Dr. Jean-Sébastien FrenelHet is niet duidelijk of de combinatie van tucatinib met trastuzumab en capecitabine (TTC) werkzaam is onder patiënten met HER2-positief metastatisch mammacarcinoom (mBC) die eerder trastuzumab deruxtecan (T-DXd) gekregen hebben. Een retrospectieve cohortstudie in twaalf centra in Frankrijk heeft uitkomsten van deze patiënten met TTC geïnventariseerd. Dr. Jean-Sébastien Frenel (Institut de Cancérologie de l’Ouest, Nantes) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 101 mBC-patiënten die tussen 1 augustus 2020 en eind 2022 in de twaalf centra behandeld werden. De mediane leeftijd was 56 jaar (range 31-85). Het mediane aantal eerdere lijnen van behandeling voor mBC op het moment van start van TTC was 4 (range 2-15), inclusief trastuzumab en/of pertuzumab in 81,2% en ado-trastuzumab-emtansine in 93,1%. De mediane duur van T-DXd behandeling was 8,9 maanden (range 1,4-25,8) en 81,2% had ziekteprogressie tijdens T-DXd behandeling terwijl 17,8% T-DXd gediscontinueerd had wegens toxiciteit en 1% om andere redenen. TTC was de derde- of vierdelijns behandeling in 36,6% en was de onmiddellijke lijn van behandeling na T-DXd in 85,1%. De mediane progressievrije overleving met TTC was 4,7 maanden (95%-bti 3,9-5,6), de mediane tijd tot volgende behandeling was 5,2 maanden (4,5-7,0), en de mediane overall survival was 13,4 maanden (11,1-NR). Onder de zestien patiënten met actieve hersenmetastasen was de mediane PFS 4,7 maanden (95%-bti 3,0-7,3), de mediane TTNT 5,6 maanden (4,4-NR), en de mediane OS 12,4 maanden (8,3-NR).

De onderzoekers concluderen dat TTC activiteit had onder patiënten met HER2-positief mBC die eerder T-DXd hadden gekregen, inclusief patiënten met actieve hersenmetastasen.

1.Frenel J-S, Zeghondy J, Guérin-Charbonnel C et al. Tucatinib combination treatment after trastuzumab-deruxtecan in patients with ERBB2-positive metastatic breast cancer. JAMA Network Open 2024;7:e244435

Summary: A retrospective cohort study at 12 French centers found that clinically meaningful activity of the combination of tucatinib with trastuzumab and capecitabine among patients with metastatic breast cancer who were previously treated with trastuzumab deruxtecan, including patients with brain metastasis.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van neoadjuvant mFOLFOX6 of CAPOX versus upfront chirurgie voor lokaal-gevorderd coloncarcinoom (0)
2024-04-03 15:00   ( Nieuws )
Tags:  OPTICAL trial locally advanced colon cancer
Dr. Yanhong DengEr is geen duidelijkheid over de waarde van neoadjuvante chemotherapie voor coloncarcinoom. De multicenter fase 3-studie OPTICAL in China heeft drie maanden neoadjuvant mFOLFOX6 of CAPOX voor lokaal-gevorderd coloncarcinoom vergeleken met upfront chirurgie. Dr. Yanhong Deng (Sun Yat-sen Universiteit, Guangzhou) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 744 patiënten die werden gerandomiseerd naar preoperatief zes cycli mFOLFOX6 of vier cycli CAPOX, gevolgd door chirurgie en adjuvante chemotherapie (NAC-groep; n=371) of onmiddellijke chirurgie gevolg door adjuvante chemotherapie (controlegroep; n=374). Het primaire eindpunt was drie-jaars ziektevrije overleving.

De mediane follow-up was 48,0 maanden (IQR 46,0-50,1). De driejaars DFS-percentages waren 82,1% in de NAC-groep versus 77,5% in de controlegroep (HR 0,74; 95%-bti 0,54-1,03). R0-resectie werd in beide groepen uitgevoerd in 98% van de patiënten die chirurgie ondergingen. Pathologisch complete respons in de NAC-groep was 7%. Vergeleken met de controlegroep had de NAC-groep een significant lager percentage pT3-4 tumoren (94% versus 77%), lymfeklier metastase (pN1-2 46% versus 31%), en potentieel betere overall survival (sHR 0,44; 95%-bti 0,25-0,77).

De onderzoekers concluderen dat neoadjuvante chemotherapie vergeleken met upfront chirurgie niet resulteerde in significant DFS-profijt, maar wel veilig was en resulteerde in substantiële pathologische downstaging.

1.Hu H, Zhang J, Li Y et al. Neoadjuvant chemotherapy with oxaliplatin and fluoropyrimidine versus upfront surgery for locally advanced colon cancer: the randomized, phase III OPTICAL trial. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 3 OPTICAL trial in China found that among patients with locally advanced colon cancer, neoadjuvant chemotherapy with mFOLFOX6 or CAPOX did not results in significant DFS benefit compared with upfront surgery. However, the neoadjuvant approach was safe and resulted in substantial pathologic downstaging.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gebruik van mentale gezondheidszorg onder ouders van kinderen met maligniteiten (0)
2024-04-03 13:30   ( Nieuws )
Tags:  parents of children with cancer mental health care utilization
Dr. Xu JiHet is denkbaar dat zorgdragen voor een kind met een maligniteit een ongunstige impact heeft op de mentale gezondheid van ouders. Een cross-sectionele studie in de Verenigde Staten heeft gebruik van mentale gezondheidszorg door ouders van kinderen met maligniteiten geïnventariseerd. Dr. Xu Ji (Emory University, Alanta GA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

In een grote verzekerings-database over de periode begin 2010 to eind 2018 identificeerden de onderzoekers particulier verzekerde gezinnen van 4837 kinderen met een diagnose van een maligniteit voor de leeftijd 22 jaar (4210 moeders en 4016 vaders) en 24.185 gezinnen zonder kinderen met een maligniteit (21.444 moeders en 19.951 vaders). De meeste ouders waren in de leeftijd van 35 tot 55 jaar (76,5% versus 73,6% in de gezinnen met respectievelijk zonder een kind met een maligniteit). De figuur laat zien dat de waarschijnlijkheid van gebruik van de mentale gezondheidszorg door tenminste één van de ouders significant hoger was in de gezinnen met dan in de gezinnen zonder een kind met een maligniteit. De verschillen tussen beide groepen gezinnen waren groter onder moeders dan onder vaders.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten bevestigen dat zorgdragen voor een kind met een maligniteit geassocieerd is met verhoogd gebruik van mentale gezondheidszorg.

1.Hu X, Grosse SD, Han X et al. Mental health care utilization among parents of children with cancer. JAMA Network Open 2024;7:e244531




  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van niveaus van tumorinfiltrerende lymfocyten met overleving zonder chemotherapie voor vroeg-stadium TNBC (0)
2024-04-03 12:00   ( Nieuws )
Tags:  triple-negative breast cancer TILs
Dr. Roberto Leon-FerreEr is geen duidelijkheid over de associaties van de abundantie van tumorinfiltrerende lymfocyten (TILs) met recidief en overlijden onder patiënten met vroeg-stadium triple-negatief mammacarcinoom (TNBC) die geen adjuvante of neoadjuvante chemotherapie krijgen. Een retrospectieve gepoolde analyse van individual patient-level data van dertien centra in Azië, Europa, en Noord-Amerika heeft deze associaties geïnventariseerd. Dr. Roberto Leon-Ferre (Mayo Clinic, Rochester MN) en collega’s van de International Immuno-Oncology Biomarker Working Group publiceren de analyse in JAMA.1

De analyse includeerde 1966 vroeg-stadium TNBC-patiënten die tussen begin 1979 en eind 2017 chirurgie met of zonder radiotherapie maar geen adjuvante of neoadjuvante chemotherapie kregen, met follow-up tot eind september 2021. De mediane leeftijd was 56 jaar (IQR 39-71); 55% had stadium I TNBC). Het mediane TIL-niveau was 15% (IQR 5-40). Vierhonderzeventien patiënten (21%) hadden een TIL-niveau 50% of hoger (mediane leeftijd 41 jaar; IQR 36-63) en dertienhonderd patiënten (66%) hadden een TIL-niveau lager dan 30% (mediane leeftijd 59 jaar; IQR 41-72). De vijf-jaars overall survival percentages waren 90% onder patiënten met TIL-niveau 50% of hoger, vergeleken met 72% onder patiënten met TIL-niveau lager dan 30%. Na mediaan 18 jaar follow-up en na correctie voor leeftijd, tumorgrootte, nodale status, histologische graad, en gebruik van radiotherapie, was elke toename van het TIL-niveau met 10% geassocieerd met betere invasieve-ziektevrije overleving (HR 0,92; 95%-bti 0,89-0,94), recidiefvrije overleving (0,90; 0,87-0,92), afstandsrecidiefvrije overleving (0,87; 0,84-0,90), en overall survival (0,88; 0,85-0,91).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met vroeg-stadium TNBC die alleen locoregionale therapie kregen, mammacarcinoomweefsels met hogere TIL-niveaus geassocieerd was met significant betere overleving.

1.Leon-Ferre A, Jonas SF, Salgado R et al. Tumor-infiltrating lymphocytes in triple-negative breast cancer. JAMA 2024;331:1135-1144

Summary: Retrospective pooled analysis of early-stage TNBC patients of 13 centers found that among patients who did not receive adjuvant or neoadjuvant chemotherapy, breast cancer tissue with a higher abundance of tumor-infiltrating lymphocytes was associated with significantly better survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van postoperatieve radiotherapie op prognose van vroeg-stadium squameus celcarcinoom van de tong (0)
2024-04-02 15:00   ( Nieuws )
Tags:  pT1-2N0M0 OTSCC PORT
Het is niet duidelijk welke subgroepen van patiënten met vroeg-stadium (pT1-2N0M0) squameus celcarcinoom van de tong (OTSCC) baat hebben bij postoperatieve radiotherapie (PORT). Een retrospectieve cohortstudie van Zhejiang Universiteit (Hangzhou, China) heeft deze groepen geïdentificeerd. Prof. Qichun Wei en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 528 patiënten (mediane leeftijd 62 jaar; IQR 52-69) met een diagnose vroeg-stadium OTSCC die tussen 2009 en 2022 chirurgie ondergingen, onder wie 145 ook PORT kregen. In multivariate analyse was PORT geassocieerd met betere overlevingsuitkomsten, terwijl matig-tot-slechte differentiatie, perineurale invasie (PNI), lymfovasculaire invasie (LVI), en toenemende diepte van invasie (DOI) geassocieerd waren met slechtere overlevingsuitkomsten. Onder patiënten met matig-tot-slechte differentiatie was chirurgie plus PORT geassocieerd met betere uitkomsten dan alleen chirurgie. Na propensity score matching was in deze groep de vijf-jaars overall survival 97% met chirurgie plus PORT versus 69% met alleen chirurgie (p=0,003) en de ziektevrije overleving 88% versus 50% (p=0,001). Vergelijkbare overlevingswinst met PORT werd gezien in de 104 patiënten met PNI en/of LVI. In subgroepen met DOI groter dan 5 mm resulteerde toevoeging van PORT aan chirurgie in verbetering van de ziektevrije overleving maar niet overall survival.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met pT1-2N0M0 OTSCC de subgroepen met matig-tot slechte differentiatie, PNI, en LVI betere OS en DFS hadden met chirurgie plus PORT dan met alleen chirurgie, terwijl de subgroep met DOI groter dan 5 mm betere DFS had met toevoeging van PORT aan chirurgie.

1.Tian Q, Jiang L, Dai D et al. Impact of postoperative radiotherapy on the prognosis of early-stage (pT1-2N0M0) oral tongue squamous cell carcinoma. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A retrospective cohort study at Zhejiang University (Hangzhou, China) found that among patients with pT1-2N0M0 oral tongue squamous cell carcinoma, subgroups with moderate-to-poor differentiation, perineural invasion, lymphovascular invasion, and depth of invasion > 5 mm benefited from addition of postoperative radiotherapy to surgery.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen blootstelling aan polybroomdifenylethers en risico van maligniteiten-gerelateerde mortaliteit (0)
2024-04-02 13:30   ( Nieuws )
Tags:  PBDEs cancer mortality
Prof. Wei BaoPolybroomdifenylethers (PBDEs) zijn vlamvertragers, die worden gebruikt in een groot aantal huishoudelijke voorwerpen, waaronder stoffen, meubels, en elektronica. De productie en het gebruik van PBDEs zijn in veel landen verboden onder de Stockholm Convention on Persistent Organic Pollutants, maar ze komen in water, lucht, en bodem nog veel voor. Ze worden in het milieu afgebroken door debrominatiereacties, waarbij toxische lager-gebromineerde PBDE-congeneren ontstaan. Een prospectieve analyse van PBDE-serumniveaus van deelnemers aan de Amerikaanse National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) in 2003 en 2004 gelinkt aan mortaliteitsgegevens tot eind 2019 heeft de associatie tussen blootstelling aan PBDEs en mortaliteit geïnventariseerd. Prof. Wei Bao (University of Science and Technology of China, Anhui) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1


De studie includeerde 1100 deelnemers die in 2003-2004 ouder waren dan 19 jaar. De gemiddelde leeftijd was 42,9 ± 0,6 jaar; 51,8% waren vrouwen. Tijdens 16.162 persoonsjaren follow-up (mediaan 15,8 jaar; IQR 15,2-16,3) overleden 199 deelnemers. Na correctie voor leeftijd, geslacht, ras/etniciteit, leefstijl en sociaal-economische factoren, en body mass index, hadden deelnemers met hogere PBDE-serumniveaus verhoogd risico van mortaliteit. Deelnemers in het hoogste vergeleken met het laagste serum-PBDE tertiel hadden een ruim 300% verhoogd risico van mortaliteit door maligniteiten (HR 4,09; 95%-bti 1,71-9,79), maar geen significant verschillende all-cause mortaliteit (1,43; 0,98-2,07) of cardiovasculaire mortaliteit (0,92; 0,41-2,08).

De onderzoekers concluderen dat PBDE-blootstelling significant geassocieerd was met verhoogd risico van mortaliteit door maligniteiten.

1.Liu B, Lehmler H-J, Ye Z et al. Exposure to polybrominated diphenyl ethers and risk of all-cause and cause-specific mortality. JAMA Network Open 2024;7:e243127

Summary: A USA-representative cohort study found that exposure to polybrominated diphenyl ethers was associated with an increased risk of cancer mortality.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)