
De Simon’s two-stage fase 2-studie includeerde 18 patiënten met moeilijk-resecteerbaar BCC, gedefinieerd als noodzaak van huid-flap of –transplantatie voor het sluiten van de wond. Het primaire eindpunt was het percentage patiënten die na zes cycli T-VEC (13 weken) resectabele ziekte hadden zonder noodzaak van reconstructieve plastische chirurgie. Dit eindpunt werd reeds na het eerste stadium bereikt (9 van 18 patiënten; 50%) waarna de studie gesloten werd wegens vroeg succes. De objective response rate was 55,6% en de complete pathological response rate was 33,3%. De behandeling leidde tot slechts milde adverse events. De zes-maands percentages voor recidiefvrije overleving en overall survival waren beide 100%. In twee patiënten werd een nieuw BCC gediagnostiseerd. T-VEC resulteerde in significante toename van cytotoxische T-cellen, B-cellen, en myeloïde cellen en afname van regulatorische T-cellen in de micro-omgeving van de tumoren.
De onderzoekers concluderen dat neoadjuvant T-VEC een viabele behandelingsoptie is voor patiënten met moeilijk-resecteerbaar BCC.
1.Ressler JM, Plaschka M, Silmbrod R et al. Efficacy and tolerability of neoadjuvant therapy with talimogene laherparepvec in cutaneous basal cell carcinoma: a phase II trial (NeoBCC trial). Nature Med (2025) 024-00979-x
Summary: The phase 2 NeoBCC trial at the Medical University of Vienna (Austria) found that neoadjuvant therapy with the oncolytic virus talimogene laherparepvec was a viable treatment option for patients with difficult-to-resect basal cell carcinomas.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)