
De analyse includeerde volwassen patiënten van 12 academische centra in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, en Taiwan. De patiënten hadden een ECOG performance status 0 of 1. Pathologische respons werd bepaald als percentage non-viable tumor in het chirurgisch specimen, met 70% tumorregressie als criterium voor majeure pathologische respons (MPR) en 100% tumorregressie als criterium voor pathologisch complete respons (pCR).
De analyse includeerde 111 patiënten (87 mannen en 24 vrouwen), onder wie 104 patiënten met beschikbare gegevens met betrekking tot pathologische respons. De meest patiënten (69%) hadden ICI-combinaties gekregen, gedurende mediaan 1,4 maanden (IQR 0,7-2,9). MPR werd gezien in 32% van de patiënten en pCR in 18%. Na mediaan 27,2 maanden follow-up was de mediane RFS in het gehele cohort 43,6 maanden (95%-bti 28,3-NE). De figuur toont de associaties tussen pathologische respons en RFS. De RFS was significant langer onder patiënten met MPR dan onder patiënten zonder MPR (niet bereikt versus 28,3 maanden; HR 0,26; p=0,0024) en onder patiënten met pCR dan onder patiënten zonder pCR (niet bereikt versus 32,8 maanden; HR 0,19; p=0,010). Unbiased recursive partitioning analyse resulteerde in tenminste 90% pathologische respons als optimale afsnijwaarde voor voorspellen van verbeterde RFS.
De onderzoekers concluderen dat de mate van tumorregressie na neoadjuvante ICIs voor HCC patiënten met verbeterde RFS na leverresectie kan identificeren.
1.D’Alessio A, Stefanini B, Blanter J et al. Pathological response following neoadjuvant immune checkpoint inhibitors in patients with hepatocellular carcinoma: a cross-trial, patient-level analysis. Lancet Oncol 2024; epub ahead of print
Summary: Pooled analysis of five phase 1 and 2 studies found that the extent of tumor regression following neoadjuvant ICI therapy could identify patients with improved relapse-free survival following liver resection.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)