Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 3-studie van toevoegen van perioperatief camrelizumab en rivoceranib aan chemotherapie voor lokaal-gevorderd G/GEJ-carcinoom (0)
2024-10-10 15:00   ( Nieuws )
Tags:  DRAGON IV CAP 05 trial
Prof. Chen LiStandaard-behandeling voor lokaal gevorderd adenocarcinoom van maag of slokdarm-maagovergang (LA G/GEJ adenocarcinoom) is perioperatieve chemotherapie. De multicenter fase 3-studie DRAGON IV/CAP 05 in China heeft toevoegen van camrelizumab (anti-PD-1) en rivoceranib (VEGFR2-remmer) aan S-1 en oxaliplatine (SOX)-chemotherapie geëvalueerd. Prof. Li Chen (Shanghai Jiao Tong Universiteit) en collega’s publiceren resultaten van de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde patiënten met LA G/GEJ adenocarcinoom die perioperatief 1:1:1 werden gerandomiseerd naar camrelizumab plus lage-dosering rivoceranib plus SOX (SOXRC), hoge-dosering rivoceranib plus SOX (SOXR), of alleen SOX. De SOXR-groep werd voortijdig gesloten op grond van waargenomen toxiciteit in de eerste behandelde patiënten. De nu gepubliceerde analyse betreft de pathologische respons in de SOXRC-groep (n=180) en de SOX-groep (n=180).


In de SOXRC-groep en de SOX-groep kregen 99% respectievelijk 98% van de patiënten neoadjuvante therapie, voltooiden 91% respectievelijk 94% de geplande neoadjuvante therapie, en ondergingen 86% respectievelijk 87% chirurgie. De figuur laat zien dat het percentage patiënten met pathologisch complete respons 18,3% was in de SOXRC-groep versus 5,0% in de SOX-groep (OR 4,5; p<0,0001). Chirurgische complicaties werden gezien in 27% van de patiënten in de SOXRC-groep en 33% in de SOX-groep, en graad 3 of hoger met de neoadjuvante behandeling samenhangende adverse events in 34% respectievelijk 17%.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van camrelizumab plus lage dosering rivoceranib aan neoadjuvante SOX-chemotherapie voor LA G/GEJ adenocarcinoom resulteerde in significante verhoging van het percentage patiënten met pathologisch complete respons.

1.Li C, Tian Y, Zheng Y et al. Pathologic response of phase III study: perioperative camrelizumab plus rivoceranib and chemotherapy versus chemotherapy for locally advanced gastric cancer (DRAGON IV/CAP 05). J Clinc Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 3 DRAGON IV/CAP05 trial in China found that addition of camrelizumab plus low-dose rivoceranib to neoadjuvant S-1 plus oxaliplatin chemotherapy resulted in significant improvement of the pCR-rate, with a tolerable safety profile.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange-termijn genezingspercentages met adjuvant nivolumab of ipilimumab na resectie van stadium III of IV melanoom (0)
2024-10-10 13:30   ( Nieuws )
Tags:  CheckMate 238 and EORTC 18071 resected stage III IV melanoma NIVO or IPI
Dr. Peter MohrStandaard-behandelingen na resectie van stadium III of IV melanoom zijn adjuvant nivolumab (NIVO) en adjuvant ipilimumab (IPI). Een gecombineerde analyse van de multinationale fase 3-studies CheckMate 238 (NIVO versus IPI) en EORTC 18071 (IPI versus placebo) heeft met mixture cure models (MCMs) genezingspercentages met NIVO of IPI geïnventariseerd. Dr. Peter Mohr (Elbe Kliniken Buxtehude, Duitsland) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Clinical Oncology.1




In de nu gepubliceerde analyses werden genezen patiënten gedefinieerd als patiënten zonder recidief en met een mortaliteitsrisico gelijk aan dat in de algemene bevolking, en niet-genezen patiënten als patiënten met verhoogd risico van recidief en mortaliteit. De figuur toont de estimated cure rates in de twee studies. In CheckMate 238 waren de geschatte genezingspercentages 48,3% (95%-bti 41,8-54,0) met NIVO en 38,2% (32,7-44,1) met IPI. In EORTC 18071 waren de geschatte genezingspercentages 38,0% (95%-bt 32,1-44,2) met IPI en 29,2 (24,4-34,6) met placebo. In indirecte vergelijk van de twee studies was de kans op genezing significant hoger met NIVO dan met placebo (OR 2,33; 95%-bti 1,49-3,65).

De onderzoekers concluderen dat de analyse laat zien dat zowel adjuvant NIVO als adjuvant IPI resulteerde in hogere genezingspercentages dan placebo, en dat NIVO resulteerde in het hoogste genezingspercentage.

1.Weber JS, Middleton MR, Yates G et al. Estimating long-term survivorship rates among patients with resected stage III/IV melanoma: analyses from CheckMate 238 and European Organisation for Research and Treatment of Cancer 18701 trials. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Combined analyses of CheckMate 238 and EORTC 18071 found that after resection of stage III or IV melanoma, both adjuvant nivolumab and adjuvant ipilimumab resulted in higher estimated cure rates than placebo, whereas adjuvant nivolumab provided the highest cure rate.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen luchtverontreiniging en incidentie van mammacarcinoom in de Multiethnic Cohort Study (0)
2024-10-10 12:00   ( Nieuws )
Tags:  MEC air pollution and breast cancer incidence
Prof. Anna WuRecente studies suggereren dat blootstelling aan fijnstof (PM2.5) een risicofactor is voor mammacarcinoom (BC), maar het is niet duidelijk in hoeverre dit het geval is onder vrouwen van uiteenlopende rassen en etniciteiten. Een analyse in het cohort van de MultiethnicCohort (MEC) Study heeft de associatie tussen PM2.5-blootstelling en het BC-risico geïnventariseerd. Prof. Anna Wu (University of Southern California, Los Angeles) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Clinical Oncology.1


Het cohort bestaat uit 58.358 vrouwen in Californië onder wie 70% Afrikaans-Amerikanen en Latinas. Tijdens gemiddeld 19,3 jaar follow-up werd BC gediagnostiseerd in 3524 deelnemers. Time-varying blootstelling aan PM2.5 werd bepaald aan de hand van satelliet-waarnemingen van de woonplaatsen van de deelnemers. Deze blootstelling was geassocieerd met statistisch significant verhoogd BC-risico: per toename met 10 μg/m3 HR 1,28 (95%-bti 1,08-1,51). Er waren geen aanwijzingen voor heterogeniteit in de associaties tussen verschillende rassen/etniciteiten en hormoonreceptorstatus. Familiegeschiedenis van BC liet wel aanwijzingen voor heterogeniteit in de PM2.5-associaties zien (p voor heterogeniteit 0,046). In meta-analyse van MEC en tien andere prospectieve cohorten was blootstelling aan PM2.5 eveneens geassocieerd met verhoogd BC-risico: per toename met 10 mg/m3 HR 1,05 (p=0,064).

De onderzoekers concluderen dat blootstelling aan PM2.5 een risicofactor is voor BC, zonder impact van ras/etniciteit op de associatie.

1.Wu AH, Wu J, Tseng C et al. Air pollution and breast cancer incidence in the Multiethnic Cohort Study. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Analysis among participants of the Multiethnic Cohort Study found that PM2.5 exposure is a risk factor for breast cancer among women, with no evidence of heterogeneity in associations by race and ethnicity and hormone receptor status.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prof. Willem Fibbe eerste hoofdredacteur van Blood Immunology and Cellular Therapy (0)
2024-10-09 15:29   ( Nieuws )
Tags:  Blood ICT
Prof. WIllem FibbeBlood Immunology and Cellular Therapy (Blood ICT) is een nieuwe uitgave van de American Society of Hematology (ASH), die vanaf 2025 zal verschijnen. ASH maakte vandaag bekend dat prof. Willem Fibbe (emeritus hoogleraar Hematologie, in het bijzonder stamcelbiologie, van het Leids Universitair Medisch Centrum) de eerste editor-in-chief van Blood ICT wordt. Een andere nieuw uitgave is Blood Red Cells and Iron (Blood RCI), met als eerste editor-in-chief prof. Patrick Gallagher (The Ohio State University, Columbus). ASH-president Mohandas Narla betoont zich excited to welcome two new journals led by Drs. Fibbe and Gallagher who will bring their unique expertise and vision to the Blood journals.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde fase 2-studie van osimertinib met of zonder ramucirumab voor TKI-naïef EGFR-gemuteerd mNSCLC (0)
2024-10-09 15:00   ( Nieuws )
Tags:  RAMOSE trial
Dr. Xiuning LeIn preklinische experimenten zijn aanwijzingen gezien voor synergie tussen remming van EGFR- en VEGF-routes voor het uitstellen van resistentie tegen EGFR-TKIs. De multicenter gerandomiseerde fase 2-studie RAMOSE in de Verenigde Staten evalueerde osimertinib met of zonder ramucirumab voor patiënten met EGFR-gemuteerd metastatisch niet-kleincellig longcarcinoom (mNSCLC) die niet eerder TKIs gekregen hadden. Dr. Xiuning Le (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren een geplande interimanalyse van de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie randomiseerde 147 patiënten 2:1 naar osimertinib plus ramucirumab (groep A) of osimertinib monotherapie (groep B). Op het moment van de interimanalyse was de mediane follow-up 16,6 maanden. De figuur laat zien de de mediane progressievrije overleving (primair eindpunt) 24,8 maanden was in groep A en 15,6 maanden groep B (HR 0,55; p=0,023) met 12-maands PFS-percentage 76,7% versus 61,9%. Er waren geen significante verschillen tussen beide armen voor de eindpunten overall response rate en disease control rate. Treatment-related adverse events werden gezien in 100% van de patiënten in arm A en 98% van de patiënten in arm B. Er waren geen graad 5 TRAEs, één graad 4 TRAE (in groep A), en graad 3 TRAEs in 53% van de patiënten in groep A en 41% van de patiënten in groep B. TRAE-gerelateerde discontinuering was noodzakelijk voor 9,7% van de patiënten in groep A en 8,7% van de patiënten in groep B.

De onderzoekers concluderen dat osimertinib plus ramucirumab vergeleken met osimertinib monotherapie resulteerde in significant langere PFS onder patiënten TKI-naïef EGFR-gemuteerd mNSCLC. De combinatie was veilig en werd goed verdragen.

1.Le X, Patel JD, Shum E et al. A multicenter open-label randomized phase II study of osimertinib with and without ramucirumab in tyrosine kinase inhibitor-naïve EGFR-mutant metastatic non-small cell lung cancer. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter randomized phase 2 RAMOSE trial found that ramucirumab plus osimertinib significantly prolonged progression-free survival compared with osimertinib alone in patients with TKI-naïve EGFR-mutant mNSCLC. The combination was safe and well tolerated.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen aerobe fysieke activiteit en depressie onder patiënten met maligniteiten: meta-analyse (0)
2024-10-09 13:30   ( Nieuws )
Tags:  aerobic physical activity and depression among cancer patients
Dr. Sapna OberoiDepressie komt veel voor onder patiënten met maligniteiten. Aerobe fysieke activiteit (APA) is een effectieve strategie voor het managen van depressie in de algemene bevolking, maar de effectiviteit van APA voor het verlagen van depressiesymptomen onder patiënten met maligniteiten is niet duidelijk. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde gerandomiseerde klinische studies (RCTs) heeft de associatie tussen APA en depressie onder volwassen patiënten met maligniteiten geïnventariseerd. Dr. Sapna Oberoi (Cancer Care Manitoba, Winnipeg, Canada) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1

In de literatuur tussen begin 1980 en 5 juli 2023 vonden de onderzoekers 25 voor het onderwerp relevante RCTs die aan de inclusiecriteria van de meta-analyse voldeden (vergelijking van APA-interventie met gebruikelijke zorg, wachtlijstcontrole, attention control, of geen interventie en rapporteren van depressie). Tien studies (40%) hadden laag risico van bias. De studies telden tezamen 1931 volwassen patiënten (leeftijd 18 tot en met 80 jaar). De primaire uitkomst was patiënt-gerapporteerde depressie binnen een maand na het eind van de interventie (‘short term’). Secundaire uitkomsten waren depressie tussen één en zes maanden na het eind van de interventie (‘medium term’) en tussen zes en twaalf maanden na het eind van de interventie (‘long term’).

De figuur laat de resultaten van de analyse zien. APA was geassocieerd met verlaagd risico van short term zelf-gerapporteerde depressie (standardized mean difference -0.38; p<0.001; I2=76%). Deze afname was niet significant voor medium-term zelf-gerapporteerde depressie (SMD -0,27; p=0,10; I2=0%; twee studies; 143 patiënten) maar wel voor long-term zelf-gerapporteerde depressie (SMD -0,32; p=0,03; I2=31%; drie studies; 299 patiënten).

De onderzoekers concluderen dat de meta-analyse uitwijst dat APA geassocieerd was met matige korte-termijn en lange-termijn vermindering van depressie onder volwassen patiënten met maligniteiten.

1.Kulchycki M, Halder HR, Askin N et al. Aerobic physical activity and depression among patients with cancer. A systematic review and meta-analysis. JAMA Network Open 2024;7:e2437964

SummarySystematic review and meta-analysis of randomized clinical trials found that aerobic physical activity was associated with modest short-term and long-term reductions of depression among adult cancer patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cohortstudie van maternale en obstetrische uitkomsten van zwangerschap-geassocieerde hematologische maligniteiten (0)
2024-10-09 12:00   ( Nieuws )
Tags:  pregnancy-associated hematological malignancies
Dr. Rudy BirsenGelet op de zeldzaamheid van zwangerschap-geassocieerde hematologische maligniteiten (PAHM) zijn er weinig gegevens voor het geleiden van de behandeling. Een Frankrijk-brede observationele cohortstudie heeft maternale en obstetrische uitkomsten van PAHM geïnventariseerd. Dr. Rudy Birsen (Université Paris Cité) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Haematology.1

De studie includeerde alle zwangerschappen in Frankrijk die eindigden tussen begin 2012 en eind 2022, met exclusie van abortussen en outpatient miskramen, en exclusie van vrouwen met een geschiedenis van hematologische maligniteit voor de zwangerschap. Onder de 9.996.523 zwangerschappen in 5.995.235 vrouwen werden 1336 PAHMs geïdentificeerd: 413 tijdens de zwangerschap (4,3 per 100.000 zwangerschappen) en 953 binnen twaalf maanden na de zwangerschap (9,53 per 100.000 zwangerschappen). Er waren geen significante verschillen in overall survival tussen deze beide groepen (p=0,63), ook niet in afzonderlijke analyses van Hodgkin lymfoom (p=0,59), agressief B-cel non-Hodgkin lymfoom (p=0,40), en acute leukemie (p=0,51). Ernstige maternale morbiditeit was meer frequent in geval van hematologische maligniteit tijdens de zwangerschap dan in zwangerschappen zonder hematologische maligniteit (26,2% versus 1,5%). Hematologische maligniteit tijdens de zwangerschap was vergeleken met zwangerschap zonder hematologische maligniteit geassocieerd met verhoogd risico van bevalling voor de 32e week (9,8% versus 1,2%; p<0,0001) en bevalling voor de 36e week (35,4% versus 5,4%; p<0,0001).

De onderzoekers concluderen dat er geen significante verschillen waren in uitkomsten van PAHM tijdens versus na de zwangerschap, en dat hematologische maligniteit tijdens de zwangerschap geassocieerd was met verhoogd risico van preterme geboorte.

1.Pinson P, Boussaid I, Decroocq J et al. Maternal and obstetric outcomes in women with pregnancy-associated haematological malignancier: an observational nationwide cohort study. Lancet Haematol 2024; epub ahead of print

Summary: A nationwide observational cohort study in France investigated maternal and obstetric outcomes of pregnancy-associated hematological malignancies.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3-studie van thorax-radiotherapie plus EGFR-TKI voor EGFR-gemuteerd oligo-orgaan metastatisch NSCLC (0)
2024-10-08 15:00   ( Nieuws )
Tags:  oligo-organ mNSCLC EGFR-TKI with or without thoracic radiotherapy
Prof. Baosheng LiEr is geen duidelijkheid over de waarde van toevoegen van thorax-radiotherapie (TRT) aan systemische therapie voor patiënten met oligo-orgaan metastatisch niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Een multicenter fase 3-studie van de Northern Radiation Oncology Group of China-002 heeft de combinatie van TRT met EGFR-TKIs vergeleken met alleen EGFR-TKIs als eerstelijns behandeling voor EGFR-gemuteerd oligo-orgaan metastatisch NSCLC. Prof. Baosheng Li (Shandong Eerste Medische Universiteit, Jinan) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 118 patiënten die werden gerandomiseerd naar TKI plus TRT of alleen TKI. De TRT was 60 Gy naar de primaire longtumor en positieve regionale lymfeklieren. Radiotherapie naar metastasen in andere organen werd overgelaten aan het oordeel van de lokale behandelaars. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving. De mediane PFS was 17,1 maanden in de TKI plus TRT groep versus 10,6 maanden in de alleen-TKI groep (HR 0,57; p=0,004). De mediane overall survival was 34,4 maanden in de TKI plus TRT groep versus 26,2 maanden in de alleen-TKI groep (HR 0,62; p=0,029). Ernstige treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 11,9% van de patiënten in de TKI plus TRT groep en 5,1% van de patiënten in de alleen-TKI groep.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van TRT aan eerstelijns EGFR-TKIs voor EGFR-gemuteerd oligo-orgaan metastatisch NSCLC resulteerde in betere overlevingsuitkomsten, met acceptabele toxiciteit.

1.Sun H, Li M, Huang W et al. Thoracic radiotherapy improves the survival in patients with EGFR-mutated oligo-organ metastatic non-small cell lung cancer treated with epidermal growth factor receptor-tyrosine kinase inhibitors: a multicenter, randomized, controlled, phase III trial. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multicenter phase 3 trial in China found that addition of thoracic radiotherapy to first-line EGFR-TKI was associated with improved survival outcomes of patients with EGFR-mutated oligo-organ metastatic NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)