Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Vergelijking van lange-termijn oncologische uitkomsten van centrale lumpectomie en conventionele borstsparende chirurgie (0)
2024-03-26 14:30   ( Nieuws )
Tags:  breast cancer CL versus cBCS
Prof. Wonshik HanCentrale lumpectomie (CL) is een techniek van borstsparende chirurgie (BCS) voor centraal in de borst gelokaliseerde tumoren waarbij resectie van het tepel-areola complex met de tumor plaatsvindt. Een retrospectieve analyse in Zuid-Korea heeft lange-termijn oncologische uitkomsten van CL vergeleken met die van conventionele borstsparende chirurgie (cBCS). Prof. Wonshik Han (Seoel Nationale Universiteit) en collega’s publiceren de analyse in Breast Cancer Research and Treatment.1

De studie includeerde 6533 patiënten met invasief mammacarcinoom die tussen begin 2004 en eind 2018 BCS met schone resectiemarges ondergingen. Onder deze patiënten waren er 106 (1,6%) die CL ondergingen. De mediane duur van follow-up was 73,4 maanden. De figuur laat zien dat zowel voor als na 1:3 propensity score matching de CL-groep significant hoger ipsilateral breast tumor recurrence (IBTR)-percentage had dan de cBCS-groep. Er waren echter geen significante verschillen tussen de groepen voor de uitkomsten regionaal recidief, afstandsmetastase, en overall survival.

De onderzoekers concluderen dat voor patiënten met centraal gelokaliseerde tumoren die voorkeur hebben voor borstbehoud, CL gevolgd zorgvuldige surveillance dooroverwogen kan worden.

1.Jung J-J, Cheun J-H, Kim H-K et al. Comparison of long-term oncologic outcomes of central lumpectomy and conventional breast-conserving surgery for invasive breast cancer: propensity score matching analysis. Breast Cancer Res Treat 2024-07297-8

Summary: Retrospective analysis of breast cancer patients in South Korea found that central lumpectomy was associated with a higher ipsilateral breast tumor recurrence rate compared to conventional breast-conserving surgery, while other survival outcomes were comparable.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van klinische en leefstijlkenmerken op overleving van verschillende leeftijdsgroepen van mammacarcinoompatiënten (0)
2024-03-26 13:00   ( Nieuws )
Tags:  female invasive breast cancer patients age at diagnosis clinical and lifestyle characteristics
Dr. Jason LiuDe incidentie van op vroege leeftijd gediagnostiseerd mammacarcinoom (BC) neemt wereldwijd toe. Er is geen informatie over de impact van klinische en leefstijlkenmerken op de prognose van BC gediagnostiseerd in verschillende leeftijdscategorieën. Een retrospectieve analyse in Taiwan heeft deze impact geïnventariseerd. Dr. Jason Liu (Nationale Yang Ming Chiao Tung Universiteit, Taipei) en collega’s publiceren de analyse in Breast Cancer Research and Treatment.1

De analyse includeerde vrouwelijke patiënten met invasief BC gediagnostiseerd tussen begin 2002 en eind 2015, met follow-up tot eind 2020. Het cohort omvatte 8471 jonge patiënten (gediagnostiseerd op de leeftijd van 20 tot 40 jaar), 57.695 patiënten van middelbare leeftijd (40-65), en 14.074 oudere patiënten (65 of ouder). De onderzoekers analyseerden impact van klinische factoren (tumor- en behandelingskenmerken) en leefstijlfactoren (body mass index, roken van sigaretten, en alcoholgebruik) op de vijf-jaars overleving.

De verdeling van de klinische en leefstijlkenmerken was verschillend over de drie leeftijdsgroepen, maar hadden in het algemeen een vergelijkbare richting van associatie met de overleving. Het ontvangen van any behandeling was geassocieerd met langere overleving, met name in de groep oudere patiënten. Ondergewicht bij de initiële behandeling was geassocieerd met slechtere overleving vergeleken met normaal gewicht, met name in de groep oudere patiënten. Huidige rokers hadden slechtere overleving dan nooit-rokers, in de groepen middelbare en oudere patiënten. De vijf-jaars BC-specifieke overleving was niet significant beter onder patiënten in de leeftijd van 45 tot 50 jaar vergeleken met patiënten in de leeftijd van 40 tot 45 jaar, hoewel in Taiwan de aanbevolen leeftijd voor start van screening 45 jaar is.

De onderzoekers concluderen dat deze gegevens bijdragen aan beter begrip van kenmerken en prognose van early-onset en later-onset BC, en van de impact van klinische en leefstijlfactoren.

1.Teng Y-T, Wang YA, Dong Y-H, Liu JJ. Five-year survival prognosis of young, middle-aged, and elderly adult female invasive breast cancer patients by clinical and lifestyle characteristics. Breast Cancer Res Treat 2024-07280-3

Summary: A retrospective analysis in Taiwan evaluated the impact of clinical and lifestyle characteristics on prognosis of young, middle-aged, and elderly adult female invasive breast cancer patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Trends in mortaliteit door subtypen van colorectaalcarcinoom in de Verenigde Staten, 1999 tot en met 2020 (0)
2024-03-25 16:00   ( Nieuws )
Tags:  US CRC mortality trends 1999-2020
Dr. Justin BradyIn de afgelopen twee decennia is de mortaliteit door colorectaalcarcinoom (CRC) in de Verenigde Staten verminderd. Trends in de mortaliteit door verschillende subtypen van CRC zijn echter niet duidelijk. Dr. Justin Brady (Mayo Clinic Arizona, Phoenix) en collega’s publiceren in het International Journal of Cancer een analyse van gegevens in de database van de Wide-Ranging Online Data for Epidemiologic Research van de Centers for Disease Control and Prevention.1

De leeftijd-gestandaardiseerde incidentie van overall CRC daalde in de studieperiode van 26,42 naar 15,98 per 100.000 personen, met een Average Annual Percent Change (AAPC) van -2,41. De figuur laat zien dat de mortaliteit door coloncarcinoom en rectumcarcinoom in de studieperiode daalde, maar dat de leeftijd-gestandaardiseerde mortaliteit (AAMR) door rectosigmoïdcarcinoom significant toenam van 0,82 tot 1,08 per 100.000 personen, met een AAPC van +1,10. Mannen (23,90 per 100.000) en Zwarte personen (26,93 per 100.000) hadden de hoogste AAMRs. De overall AAMR door CRC nam af onder personen in de leeftijd van 50 jaar of ouder, maar nam significant toe van 1,02 tot 1,58 per 100.000 onder personen in de leeftijd van 15 tot en met 49 jaar.

De onderzoekers concluderen dat de overall CRC-mortaliteit afnam, maar dat er toenemende trends waren van mortaliteit door early-onset CRC en rectosigmoïdcarcinoom.

1.Tan JY, Yeo Y-H, Ng WL et al. How have US colorectal cancer mortality trends changed in the past 20 years? Int J Cancer 2024.34926

Summary: Analysis of colorectal cancer mortality data in the USA in the last two decades showed that overall CRC mortality declined, while there were rising trends in mortality due to young-onset CRC and rectosimoid cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Systematisch overzicht en meta-analyse van impact van preoperatieve MRI op recidief na borstsparende chirurgie (0)
2024-03-25 14:30   ( Nieuws )
Tags:  BCS preoperative MRI in-breast tumor recurrence
Dr. Matthew CarrollOnder patiënten die borstsparende chirurgie (BCS) ondergaan voor mammacarcinoom zou preoperatieve MRI (pMRI) additionele tumoren kunnen identificeren en kunnen resulteren in lager risico van in-breast tumor recurrence (IBTR). Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft de associatie tussen pMRI en het risico van IBTR na BCS onderzocht. Dr. Matthew Carroll (Dartmouth-Hitchcock Medical Center, Lebanon NH) en collega’s publiceren de meta-analyse in Annals of Surgical Oncology.1


In de literatuur vonden de onderzoekers 20 voor het onderwerp relevante studies die voldeden aan de inclusiecriteria van het systematisch overzicht: 14 retrospectieve overzichten, 3 cohortstudies, en 3 gerandomiseerde gecontroleerde studies. Twee studies rapporteerden een statistisch significant lager percentage IBTR met pMRI, en 18 studies vonden geen significant verschil, hoewel er in 12 van deze 18 studies wel een trend van lager IBTR-percentage met pMRI werd gezien. Er waren 16 studies die voldeden aan de criteria voor meta-analyse. Gepoolde analyse van 11 van deze studies liet een trend van lager IBTR met pMRI zien: HR 0,89 (95%-bti 0,74-1,05). Gepoolde analyse van de 5 studies met vergelijkbare duur van follow-up voor beide groepen resulteerde wel in lager relatief risico van IBTR met pMRI (RR 0,45; 95%-bti 0,25-0,81).

De onderzoekers concluderen dat er enige evidentie is voor lager risico van IBTR met pMRI, maar dat de meta-analyse van alle studies deze hypothese niet bevestigde.

1.Carroll MC, Yen RW, Leech M, Barth RJ. A systematic review and meta-analysis of the role of preoperative MRI in in-breast tumor recurrence after breast conserving surgery. Ann Surg Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Meta-analysis of published studies found some evidence, but no hard proof, for the hypothesis that the identification of additional tumors in the breast using preoperative MRI results in lower rates of in-tumor breast recurrence after breast-conserving surgery.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

CA-125 KELIM als prognostische factor voor residuele ziekte na NACT voor hooggradig sereus gevorderd ovariumcarcinoom (0)
2024-03-25 13:00   ( Nieuws )
Tags:  advanced ovarian cancer CA-125 KELIM
Dr. Dimitrios ZouzoulasDe standaard-behandeling voor gevorderd ovariumcarcinoom is neoadjuvante chemotherapie (NACT) gevolgd door interval debulking chirurgie (IDS). Er is geen biomarker die kan voorspellen of na NACT complete cytoreductie bereikt kan worden. Een retrospectieve studie van de Aristoteles Universiteit (Thessaloniki, Griekenland) heeft de waarde van de CA-125 elimination rate constant K (KELIM)-score geïnventariseerd als triage tool voor de identificatie van patiënten die ideale kandidaten zijn voor IDS na NACT. Dr. Dimitrios Zouzoulas en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

De studie includeerde 83 patiënten met hooggradig sereus gevorderd ovariumcarcinoom die tussen begin 2012 en eind 2022 in het ziekenhuis van de universiteit NACT gevolgd door IDS ondergingen. Er waren 51 patiënten met een gunstige KELIM-score (≥1) en 32 patiënten met een ongunstige KELIM-score (<1). De analyse liet een significante associatie zien tussen de KELIM-score en residuele ziekte (p<0,05), hetgeen uitwijst dat patiënten met een gunstige KELIM-score met IDS complete cytoreductie kunnen bereiken. Gunstige KELIM-score was niet significant geassocieerd met progressievrije overleving maar wel met overall survival.

De onderzoekers concluderen dat de KELIM-score patiënten kan identificeren die na NACT complete cytoreductie kunnen bereiken.

1.Zouzoulas D, Tsolakidis D, Tzitzis P et al. The use of CA-125 KELIM to identify which patients can achieve complete cytoreduction after neoadjuvant chemotherapy in high-grade serous advanced ovarian cancer. Cancers 2024;16:1266

Summary: A retrospective study at Aristotle University (Thessaloniki, Greece) found that among patients receiving neoadjuvant chemotherapy for high-grade serous advanced ovarian cancer, the KELIM score can safely triage patients and identify who will benefit from interval debulking surgery.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prospectieve studie van associatie van irAEs met werkzaamheid van durvalumab na CRT voor niet-resectabel stadium III NSCLC (0)
2024-03-24 16:00   ( Nieuws )
Tags:  durvalumab for NSCLC irAEs
Dr. Koji HarataniOntwikkeling van immuun-gerelateerde bijwerkingen (irAEs) voorspelt de werkzaamheid van PD-L1 remmers onder patiënten met metastatisch niet-kleincellig longcarcinoom (NSLC). De associatie van irAEs met werkzaamheid van PD-L1 remmers onder patiënten met niet-metastatisch NSCLC is niet bekend. Een multicenter prospectieve studie in Japan heeft deze associatie geïnventariseerd. Dr. Koji Haratani (Kindai Universiteit, Osaka) en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Cancer.1

De studie includeerde patiënten met niet-resectabel stadium III NSCLC, die behandeld werden met het PACIFIC regime van durvalumab-onderhoud na chemoradiotherapie (CRT). De associatie tussen ontwikkeling van irAEs met progressievrije overleving werd geëvalueerd met een acht-weekse landmark-analyse en met een multivariabele analyse gecorrigeerd voor baseline factoren. irAEs werden gecategoriseerd als mild of niet-mild aan de hand van noodzaak van behandeling met systemische steroïden.

Onder de 127 geïncludeerde patiënten waren er 85 zonder irAEs, 21 met milde irAEs, en 21 met niet-milde irAEs. De figuur toont de resultaten van de analyses. De mediane PFS in deze drie groepen was 16,0 maanden respectievelijk niet-bereikt en 9,7 maanden. In multivariate analyse waren niet-milde irAEs geassocieerd met slechtere PFS vergeleken met geen irAEs (HR 3,86; 95%-bti 1,31-11,38) en ook vergeleken met milde irAEs (11,58; 2,11-63,63), terwijl milde irAEs geassocieerd waren met niet-significant betere PFS vergeleken met geen irAEs (0,30; 0,07-1,61).

De onderzoekers concluderen dat in deze patiëntenpopulatie de ontwikkeling van milde irAEs geasssocieerd was met betere PFS, terwijl ontwikkeling van niet-milde irAEs geassocieerd was met slechtere PFS, vergeleken met geen ontwikkeling van irAEs.

1.Haratani K, Nakamura A, Mamesaya N et al. Association of immune-related adverse events with durvalumab efficacy after chemoradiotherapy in patients with unresectable stage III non-small cell lung cancer. Br J Cancer 2024-02662-2

Summary: A multicenter prospective study in Japan found that among patients receiving durvalumab after chemoradiotherapy for unresectable stage III NSCLC, development of mild immune-related adverse events was associated with improved PFS, both compared with no development of irAEs and with development of nonmild irAEs.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van hoge-dosering vitamine D voor verlaging van botverlies met androgeendeprivatie voor prostaatcarcinoom (0)
2024-03-24 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ADT for prostate cancer vitamin D to attenuate bone loss
Dr. Luke PepponeAndrogeendeprivatie therapie (ADT) kan de groei van prostaatcarcinoomtumoren remmer. ADT veroorzaakt echter ook verlies van botmineraaldichtheid (BMD) hetgeen leidt tot verhoogd risico van fracturen. Een gerandomiseerde fase 2-studie van de University of Rochester (NY) heeft hoge-dosering vitamine D (HDVD) voor verlaging van BMD-verlies geëvalueerd. Dr. Luke Peppone en collega’s publiceren de studie in Cancer.1

De studie includeerde prostaatcarcinoom-patiënten in de leeftijd van 60 jaar of ouder met een serum 25-hydroxyvitamine D-niveau lager dan 32 ng/ml die in de zes maanden voor inclusie begonnen waren met ADT. Alle patiënten kregen per dag 1000 mg calcium en 600 IE vitamine D. De 59 geïncludeerde patiënten (gemiddelde leeftijd 67,7 jaar) werden voor de duur van 24 weken 1:1 gerandomiseerd naar wekelijks 50.000 IE vitamine D (n=29) of placebo (n=30).

Na 24 weken interventie was het BMD-verlies van de heup 1,5% in de HDVD-groep versus 4,1% in de placebogroep (p=0,03). Het BMD-verlies van de femurhals bedroeg 1,7% in de HDVD-groep versus 4,4% in de placebogroep (p=0,06). Onder de patiënten met baseline BMD lager dan 27 ng/ml was het BMD-verlies van de heup 2,3% in de HDVD-groep versus 7,1% in de placebogroep (p<0,01). Er was tussen de groepen geen verschil in het voorkomen van adverse events.

De onderzoekers concluderen dat HDVD-suppletie resulteerde in significante vermindering van BMD-verlies onder patiënten die ADT kregen voor prostaatcarcinoom.

1.Peppone LJ, Kleckner AS, Fung C et al. High-dose vitamin D to attenuate bone loss in patients with prostate cancer on androgen deprivation therapy: a phase 2 RCT. Cancer 2024.35275

Summary: A randomized phase 2 trial at the University of Rochester, NY, found that among patients receiving androgen deprivation therapy for prostate cancer, high dose vitamin D suppletion significantly reduced bone mineral density loss, especially among patients with low baseline serum 25-hydroxyvitamin D levels.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van toevoeging van lokale behandeling voor hersenmetastasen aan osimertinib voor EGFR-gemuteerd NSCLC (0)
2024-03-24 12:52   ( Nieuws )
Tags:  BMs from EGFR-mutant NSCLC osimertinib plus local treatment versus osimertinib alone
Prof. Mashiro SeikeOsimertinib is een standaard-behandeling voor patiënten met EGFR-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom, en is zeer effectief voor hersenmetastasen (BMs). Het is niet duidelijk of lokale behandeling voor BMs voorafgaand aan osimertinib de overleving van deze patiënten kan verbeteren. Een multicenter retrospectieve studie in Japan heeft de overlevingsimpact van LT onder deze patiënten geïnventariseerd. Prof. Masahiro Seike (Nippon Medical School, Tokio) en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1

De studie includeerde 121 achtereenvolgende patiënten die tussen augustus 2018 en november 2021 in de deelnemende centra behandeld werden, onder wie 57 met EGFR 19 del- en 64 patiënten met L858R-mutatie. Vijfenveertig patiënten kregen upfront LT, en 76 patiënten kregen alleen osimertinib. In IPTW-gecorrigeerde analyse was de overall survival in de upfront LT-groep significant langer dan in de alleen-osimertinibgroep (mediaan niet-bereikt versus 31,2 maanden; p=0,021). De OS-HR was 0,37 (95%-bti 0,16-0,87), en de CNS-PFS HR was 0,36 (0,15-0,87).

De onderzoekers concluderen dat upfront LT voor BMs geassocieerd was met significant langere OS en CNS-PFS onder patiënten die osimertinib kregen voor EGFR-gemuteerd NSCLC.

1.Tozuka T, Noro R, Mizutani H et al. Osimertinib plus local treatment for brain metastases versus osimertinib alone in patients with EGFR-mutant non-small cell lung cancer. Lung Cancer 2024.107540

Summary: A multicenter retrospective study in Japan found that among patients receiving osimertinib for EGFR-mutant NSCLC with brain metastases, upfront local treatment of the brain metastases was associated with improved overall survival and CNS progression-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)