Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter fase 2-studie van sacituzumab tirumotecan versus docetaxel voor eerder-behandeld EGFR-gemuteerd aNSCLC (0)
2025-06-06 15:00   ( Nieuws )
Tags:  OptiTROP-Lung03 sac-TMT
Prof. Li ZhangEGFR-TKIs zijn standaard eerstelijns behandelingen voor EGFR-gemuteerd gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC), maar ontwikkeling van resistentie is onvermijdelijk. De gerandomiseerde fase 2-studie OptiTROP-Lung03, in 48 centra in China, heeft het op trophoblast cell surface antigen 2 gerichte antibody-drug conjugate sacituzumab tirumotecan (sac-TMT) vergeleken met docetaxel voor EGFR-gemuteerd aNSCLC na progressie op EGFR-TKIs en platina-gebaseerde chemotherapie. Prof. Li Zhang (Sun Yat-sen Universiteit, Guangzhou) en collega’s publiceren de studie in BMJ.1

Tussen 1 september 2023 en eind december 2024 werden in de centra 137 patiënten (leeftijd 18-75 jaar) 2:1 gerandomiseerd naar sac-TMT 5 mg/kg op dagen één en vijftien van vier-weekse cycli (n=91) of docetaxel 75 mg/m2 op dag één van drie-weekse cycli (n=46), met de mogelijkheid van cross-over na ziekteprogressie op docetaxel. De mediane follow-up was 12,2 maanden. Het primaire eindpunt was objective response rate. De figuur laat zien dat de ORR 45% bedroeg in de sac-TMT groep versus 16% in de docetaxelgroep (p<0,001). Deze figuur laat zien dat ook de progressievrije overleving en overall survival significant beter waren in de sac-TMT groep dan in de docetaxelgroep, met een 12-maands OS-percentage van 73% versus 54% (HR 0,49; p=0,007; na correctie voor cross-over HR 0,36; 95%-bti 0,20-0,66). Graad 3 of hoger treatment-related adverse events waren minder frequent in de sac-TMT groep dan in de docetaxelgroep (56% versus 72%); er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concludere dat sac-TMT vergeleken met docetaxel resulteerde in betere ORR, PFS, en OS, met een manageable veiligheidsprofiel onder patiënten met EGFR-gemuteerd aNSCLC na progressie op EGFR-TKI en platina-gebaseerde chemotherapie.

1.Fang W, Li X, Wang Q et al. Sacituzumab tirumotecan versus docetaxel for previously treated EGFR-mutated advanced non-small lung cancer: multicentre, open label, randomised controlled trial. BMJ 2025;389-085680

Summary: The multicenter randomized phase 2 OptiTROP-Lung03 trial in China found improvement in objective response rate, progression-free survival, and overall survival with sacituzumab tirumotecan versus docetaxel, with a manageable safety profile in patients with EGFR-mutated locally advanced or metastatic NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van eerstelijns atezolizumab plus paclitaxel en bevacizumab voor gevorderd TNBC (0)
2025-06-06 13:30   ( Nieuws )
Tags:  ATRACTIB trial aTNBC
Prof. Antonio Llombart CussacDe standaard eerstelijns behandeling voor gevorderd triple-negatief mammacarcinoom (aTNBC) is afhankelijk van de expressie van PD-L1. De fase 2-studie ATRACTIB, in 22 centra in vier landen, evalueerde de combinatie van atezolizumab met paclitaxel en bevacizumab als eerstelijns behandeling voor aTNBC, ongeacht de PD-L1 status. Prof. Antonio Llombart Cussac (Academisch Ziekenhuis Arnau de Vilanova, Valencia) en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1

De studie includeerde 100 vrouwelijke patiënten, met PD-L1 negatieve status in 97,6% van evalueerbare tumoren. Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde progressievrije overleving. De figuur laat zien dat de mediane PFS 11,0 maanden was (95%-bti 9,0-13,4) waarmee het primaire eindpunt bereikt werd. Deze figuur laat zien dat de objective response rate 63,0% bedroeg (95%-bti 52,8-72,4) en dat de mediane overall survival 27,4 maanden was (23,4-37,4). Er waren geen graad 5 treatment-related adverse events en geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van atezolizumab met paclitaxel en bevacizumab als eerstelijns behandeling voor aTNBC belangrijke antitumoractiviteit had.

1.Gion M, Blancas I, Cortez-Castedo P et al. Atezolizumab plus paclitaxel and bevacizumab as first-line treatment of advanced triple-negative breast cancer: the ATRACTIB phase 2 trial. Nature Med 2025-03734-3

Summary: The multicenter phase 2 ATRACTIB trial found significant antitumor activity without treatment-related deaths or new safety signals of the first-line combination of atezolizumab with paclitaxel and bevacizumab for aTNBC, regardless of PD-L1 status.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Real-world gebruik en uitkomsten van immuuntherapie voor HNSCC met afstandsmetastase (0)
2025-06-06 12:00   ( Nieuws )
Tags:  mHNSCC immunotherapy
Dr. Ryan CareyImmuuntherapie is onderdeel van multimodale behandeling voor squameus celcarcinoom van hoofd en hals met afstandsmetastase (mHNSCC). Overlevingsuitkomsten met deze behandeling buiten het kader van klinische studies zijn niet systematisch onderzocht. Een bevolkings-gebaseerde cohortstudie op basis van gegevens in de National Cancer Database heeft real-world gebruik en uitkomsten van niet-palliatieve immuuntherapie voor mHNSCC geïnventariseerd. Dr. Ryan Carey (University of Pennsylvania, Philadelphia) en collega’s publiceren de studie in JAMA Otolaryngology – Head & Neck Surgery.1

In de NCDB identificeerden de onderzoekers 5059 patiënten met een diagnose mHNSCC tussen begin 2013 en eind 2020 (gemiddelde leeftijd bij diagnose 64,6 ± 10,6 jaar; 80,5% mannen). Onder deze patiënten waren er 1073 (21,3%) die immuuntherapie kregen. Het gebruik van immuuntherapie nam ieder jaar toe, van 9,3% in 2013 tot 33,8% in 2020. Patiënten die zowel chemotherapie als immuuntherapie kregen hadden langere mediane overall survival dan patiënten die alleen chemotherapie kregen (19,1 versus 17,3 maanden). Vergeleken met alleen chemotherapie was in multivariate analyse toevoegen van immuuntherapie aan chemotherapie geassocieerd met betere OS (HR 0,81; 95%-bti 0,72-0,91) maar was alleen immuuntherapie geassocieerd met slechtere OS (1,25; 1,08-1,45), evenals geen chemotherapie en geen immuuntherapie (2,31; 2,12-2,52). Toevoegen van immuuntherapie aan chemotherapie was geassocieerd met betere OS in de subgroepen van patiënten met mHNSCC van de hypofarynx, mondholte, en larynx, maar niet van de orofarynx.

De onderzoekers concluderen dat in de Verenigde Staten gebruik van immuuntherapie voor mHNSCC tussen begin 2013 en eind 2020 significant toegenomen is, en geassocieerd was met bescheiden verbetering van de OS onder patiënten met mHNSCC van hypofarynx, mondholte, en larynx, maar niet van de orofarynx.

1.Sangal NR, Tapescu I, Kaki P et al. Immunotherapy utilization outcomes in distantly metastatic head and neck squamous cell carcinoma. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2025.1351

Summary: A population-based cohort study using the National Cancer Database found that among patients with metastatic HNSCC, immunotherapy use increased significantly from 2013 to 2020 and was associated with modest overall survival improvements in patients with hypopharyngeal, oral cavity, and laryngeal cancers but not in patients with oropharyngeal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Achterwege laten van regionale nodale bestraling na respons van mammacarcinoom op neoadjuvante chemotherapie (0)
2025-06-05 15:00   ( Nieuws )
Tags:  breast cancer
Prof. Eleftherios MamounasHet profijt van regionale nodale bestraling in de behandeling van mammacarcinoom is bekend voor patiënten met pathologisch positieve axillaire klieren. Een multinationale fase 3-studie heeft onderzocht of patiënten met na neoadjuvante chemotherapie pathologisch tumorvrije klieren (ypN0) ook baat hebben bij deze bestraling. Prof. Eleftherios Mamounas (AdventHealth Cancer Institute, Orlando FL) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

De studie includeerde patiënten met klinisch stadium T1-T3 N1 M0 mammacarcinoom die na neoadjuvante chemotherapie ypN0-status hadden. De patiënten werden gerandomiseerd naar al of niet regionale nodale bestraling. Het primaire eindpunt was interval van vrijblijven van invasief recidief of overlijden aan mammacarcinoom (IBC-RFI). Onder de 1641 geïncludeerde patiënten waren 1556 evalueerbaar voor het primaire eindpunt: 772 in de bestraalde groep en 784 in de niet-bestraalde groep. Na mediane duur van follow-up 59,5 maanden waren 109 IBC-RFI gebeurtenissen vastgesteld: 50 in de bestraalde groep en 59 in de niet-bestraalde groep (92,7% versus 91,8% vrij van recidief; HR 0,88; p=0,51). Regionale nodale bestraling was ook niet geassocieerd met significant beter locoregionaal recidiefvrij interval, afstandsrecidiefvrij interval, ziektevrije overleving, en overall survival. Er waren geen onverwachte adverse events (graad 4: 0,5% in de bestraalde groep versus 0,1% in de niet-bestraalde groep).

De onderzoekers concluderen dat adjuvante regionale nodale bestraling niet resulteerde in lager risico van invasief mammacarcinoom of overlijden aan mammacarcinoom onder patiënten die negatieve axillaire klieren hadden na neoadjuvante chemotherapie.

1.Mamounas EP, Bandos H, White JR et al. Omitting regional nodal irradiation after response to neoadjuvant chemotherapy. N Engl J Med 2025;392:2113-2124

Summary: A multinational phase 3 trial found that adjuvant regional nodal irradiation did not decrease the risk of invasive breast cancer recurrence or death form breast cancer in patients who had negative axillary nodes after neoadjuvant chemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van HBM4003 plus toripalimab voor refractaire neuro-endocriene neoplasmen (0)
2025-06-05 13:30   ( Nieuws )
Tags:  NENs HBM4003 toripalimab
Prof. Lin ShenNa progressie op eerstelijns platina-gebaseerde chemotherapie zijn er weinig behandelopties voor patiënten met hooggradige neuro-endocriene neoplasmen (NENs). Een multicenter fase 2-studie in China heeft tweevoudige immuuncheckpointblokkade met HBM4003 (anti-CTLA-4) en toripalimab (anti-PD-1) voor hooggradig refractaire NENs geëvalueerd. Prof. Lin Shen (Peking University Cancer Hospital & Institute) en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde 29 NEN-patiënten met progressie op eerstelijns chemotherapie (11 na twee of meer lijnen chemotherapie). Onder deze patiënten waren er 22 met neuro-endocrien carcinoom (NEC), drie met graad 3 neuro-endocriene tumor (NETs G3), en vier met mixed neuroendocrine-non-neuroendocrine neoplasms (MiNENs). Dertien patiënten hadden longmetastase en achttien hadden levermetastase. De patiënten kregen HBM4003 in dosering 0,3 mg/kg (n=13) of 0,45 mg/kg (n=16) iedere drie weken plus toripalimab 240 mg iedere drie weken. Het primaire eindpunt was objective response rate (ORR).

Onder de 26 patiënten in de efficacy analysis set was de ORR 34,6% (95%-bti 17,2-55,7) en de disease control rate 65,4% (44,3-82,8); onder de 19 NEC-patiënten was de ORR 36,8% (16,3-61,6) en de DCR 68,4% (43,4-87,4). De figuur toont de PFS onder de NEN-patiënten (A), de OS onder de NEN-patiënten (B), de PFS onder de NEC-patiënten (C) en de OS onder de NEC-patiënten, met de blauwe lijnen voor patiënten die HBM4003 0,3 mg/kg kregen en de rode lijnen voor patiënten die HBM4003 0,45 mg/kg kregen. Alle patiënten hadden tenminste één treatment-related adverse event; tien patiënten (34,5%) hadden graad 3 of hoger TRAEs, en acht (27,6%) hadden graad 3 of hoger immuun-gerelateerde AEs.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van HBM4003 en toripalimab veelbelovende antitumoractiviteit en manageable veiligheid had onder patiënten met refractaire NENs.

1.Zhang P, Chen K, Yang J et al. Efficacy and safety of HBM4003 combined with toripalimab in refractory neuroendocrine neoplasms: a multicenter, phase II study. eClinMed 2025103249

Summary: A multicenter phase 2 trial in China found promising activity and manageable safety of the combination of HBM4003 (anti-CTLA-4) and toripalimab (anti-PD-1) among patients with refractory neuroendocrine neoplasms.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange-termijn uitkomten met cilta-cel voor recidiverend of refractair multipel myeloom in CARTITUDE-1 (0)
2025-06-05 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CARTITUDE-1 RRMM cilta-cel
Prof. Sundar JagannathDe multicenter fase 1b-2 studie CARTITUDE-1 evalueerde ciltacabtagene autoleucel (cilta-cel) voor zwaar-voorbehandeld recidiverend of refractair multipel myeloom (RRMM). In 2021 is gepubliceerd dat een enkele cilta-cel infusie resulteerde in vroege, diepe, en duurzame responsen. Prof. Sundar Jagannath (Icahn School of Medicine at Mount Sinai, New York) en collega’s publiceren in het Journal of Clinical Oncology een analyse van lange-termijn uitkomsten van de studie.1

De figuur toont de patient disposition van de studie. Op het moment van de nu gepubliceerde analyse hadden alle patiënten (n=97) tenminste vijf-jaar follow-up, en was de mediane duur van follow-up 61,3 maanden. De mediane overall survival was 60,7 maanden (95%-bti 41,9-NE). Tweeëndertig patiënten (33%) waren langer dan vijf jaar na die infusie van cilta-cel in leven en vrij van progressie, zonder onderhoudsbehandeling. Onder de twaalf patiënten die werden getest op minimaal residuele ziekte (MRD; tenminste 10-5 drempel) was het MRD-percentage vijf jaar na infusie 100%. Er waren geen significante verschillen in baseline-factoren tussen de groepen zonder versus met progressie binnen vijf jaar. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten suggereren dat cilta-cel curatief zou kunnen zijn onder patiënten met RRMM.

1.Jagannath S, Martin TG, Cohen AD et al. Long-term (≥5-year) remission and survival after treatment with ciltacabtagene autoleucel in CARTITUDE-1 patients with relapsed/refractory multiple myeloma. J Clin Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: Long-term follow-up of the phase 1b-2 CARTITUDE-1 trial found that ciltacabtagene autoleucel is potentially curative in patients with relapsed or refractory multiple myeloma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van eerstelijns lurbinectedine-atezolizumab onderhoud voor extensief-stadium kleincellig longcarcinoom (0)
2025-06-04 15:00   ( Nieuws )
Tags:  IMforte ES-SCLC
Prof. Luis Paz-AresDe overleving van patiënten met extensief-stadium kleincellig longcarcinoom (ES-SCLC) na standaard eerstelijns immuuncheckpointremmer plus platina-gebaseerde chemotherapie is slecht. De multinationale fase 3-studie Imforte evalueerde lurbinectedine-atezolizumab of atezolizumab onderhoudsbehandeling in patiënten zonder progressie na inductietherapie met atezolizumab, carboplatine, en etoposide. Prof. Luis Paz-Ares (Hospital Universitario 12 de Octubre, Madrid) en collega’s presenteerden de studie op de Annual Meeting van ASCO in Chicago en publiceren de resultaten in The Lancet.1

IMforte werd uitgevoerd in 96 centra in dertien landen. De studie includeerde volwassen patiënten met niet-eerder behandeld ES-SCLC. De 660 patiënten kregen vier drie-weekse cycli van atezolizumab plus carboplatine en etoposide inductietherapie, waarna patiënten zonder progressie (n=483) werden gerandomiseerd naar onderhoud met lurbinectdine plus atezolizumab (n=242) of alleen atezolizumab (n=241). De primaire eindpunten waren onafhankelijk centraal beoordeelde progressievrije overleving en overall survival. Zesentwintig maanden na randomisatie van de eerste patiënt waren de PFS (sHR 0,54; p<0,0001) en OS (sHR 0,73; p=0,017) langer in de lurbinectedine-atezolizumabgroep dan in de atezolizumabgroep. Graad 3 of 4 adverse events werden gerapporteerd voor 38% in de lurbinectedine-atezolizumabgroep en 22% in de atezolizumabgroep, en graad 5 AEs voor 5% versus 3%.

De onderzoekers concluderen dat lurbinectedine plus atezolizumab een nieuwe therapeutische optie is voor eerstelijns onderhoud onder patiënten met ES-SCLC.

1.Paz-Ares L, Borghaei H, Liu SV et al. Efficacy and safety of first-line maintenance therapy with lurbinectedin plus atezolizumab in extensive-stage small-cell lung cancer (IMforte): a randomised, multicentre, open-label, phase 3 trial. Lancet 2025; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 IMforte trial found that after first-line immunochemotherapy for extensive-stage small-cell lung cancer, maintenance with lurbidenectedin plus atezolizumab resulted in longer progression-free survival and overall survival than atezolizumab monotherapye maintenance, albeit with a higher incidence of adverse events.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van overall survival na neoadjuvant nivolumab plus chemotherapie voor niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2025-06-04 14:00   ( Nieuws )
Tags:  CheckMate 816
Prof. Patrick FordeDe multinationale fase 3-studie CheckMate 816 randomiseerde patiënten met resectabel stadium IB tot en met IIIA niet-kleincellig longcarcinoom naar drie cycli neoadjuvant nivolumab plus platina-gebaseerde chemotherapie of alleen platina-gebaseerde chemotherapie, gevolgd door resectie. In 2022 is gepubliceerd dat het percentage patiënten met pathologisch complete respons en de gebeurtenisvrije overleving significant beter waren in de nivolumabgroep. Prof. Patrick Forde (Trinity College Dublin, Ierland) en collega’s presenteerden op de Annual Meeting van ASCO in Chicago overall survival uitkomsten van de studie, en publiceren deze resultaten in The New England Journal of Medicine.1

Beide groepen telden 179 patiënten. Na mediaan 68,4 maanden follow-up was het vijf-jaars OS-percentage 65,4% in de nivolumab-chemotherapiegroep en 55,0% in de chemotherapiegroep (HR 0,72; p=0,048). Het profijt van nivolumab was consistent in de meeste subgroepen. In exploratieve analyses was het vijf-jaars OS-percentage in de nivolumab-chemotherapiegroep 95,3% onder patiënten met pathologisch complete respons versus 55,7% in patiënten zonder pathologisch complete respons, en 75,0% onder patiënten met presurgery klaring van ctDNA versus 52,6% onder patiënten zonder klaring.

De onderzoekers concluderen dat drie cycli neoadjuvant nivolumab plus chemotherapie resulteerde in significant betere OS onder patiënten met resectabel NSCLC dan alleen neoadjuvante chemotherapie.

1.Forde PM, Spicer JD, Provencio M et al. Overall survival with neoadjuvant nivolumab plus chemotherapy in lung cancer. N Engl J Med 2025; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 CheckMate 816 trial found that among patients with resectable stage IB to IIIA NSCLC, three cycles of neoadjuvant nivolumab plus chemotherapy significantly improved overall survival as compared with chemotherapy alone.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)