
De studie includeerde 86 patiënten die ICIs kregen voor botmetastasen van NSCLC, onder wie 47 die tevens denosumab kregen (D+ICI groep) en 39 die geen denosumab kregen (ICI-groep). De D+ICI groep had vergeleken met de ICI-groep significant betere response rate van de botmetastasen (40,4% versus 20,5%; p=0,01), disease control rate (67,3% versus 38,7%; p=0,02), mediane progressievrije overleving (7,4 versus 3,6 maanden; p<0,01), en mediane overall survival (14,2 versus 8,6 maanden; p=0,02). Er was geen statistisch significant verschil tussen beide groep in incidentie van immune-related adverse events (irAEs; 29,7% versus 12,8%; p=0,07). De groep die concomitant denosumab kreeg gedurende langer dan vier maanden had vergeleken met de groep die korter dan vier maanden concomitant denosumab kreeg significant betere RR (46,2% versus 17,4%; p=0,03), mediane PFS (10,9 versus 2,8 maanden; p<0,01), en mediane OS (20,3 versus 3,8 maanden; p<0,01).
De onderzoekers concluderen dat toevoegen van denosumab aan ICI voor NSCLC met botmetastasen resulteerde in verbetering van oncologische uitkomsten zonder toename van de incidentie van irAEs.
1.Asano Y, Yamamoto N, Demura S et al. Combination therapy with immune checkpoint inhibitors and denosumab improves clinical outcomes in non-small cell lung cancer with bone metastases. Lung Cancer 2024.107858
Summary: A retrospective study at Kanazawa University (Japan) found that among patients with bone metastases from NSCLC, addition of denosumab to ICIs was associated with improved response rate, disease control rate, and overall survival without increased incidence of adverse events.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)