De standaard
adjuvante therapie na resectie van stadium I tot en met III niet-kleincellig
longcarcinoom in patiënten met goede performance status is cisplatine, maar
niet alle patiënten kunnen cisplatine verdragen. Een multicenter retrospectieve
studie in Japan heeft de prognostische impact geïnventariseerd van andere
adjuvante therapie in patiënten die niet in aanmerking komen voor cisplatine
vanwege leeftijd 75 jaar of ouder of
vanwege nierdysfunctie. Dr. Shota Nakamura (Universiteit van Nagoya) en
collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1
Onder de
1423 patiënten met stadium II of III NSCLC die tussen begin 2010 en eind 2020
in de samenwerkende centra behandeld werden kwamen 454 niet in aanmerking voor
cisplatine. Na propensity score matching van de patiënten die wel versus geen
postoperatieve therapie kregen werden twee groepen van elk 255 patiënten
gevormd. De figuur laat zien dat postoperatieve therapie geassocieerd was met betere
vijf-jaars ziektevrije overleving (54,6% versus 35,1%; p<0,01) en betere
vijf-jaars overall survival (76,1% versus 50,0%; p<0,01).
De
onderzoekers concluderen dat adjuvante therapie na resectie van stadium II of
III NSCLC ook geassocieerd is met betere overleving onder patiënten die vanwege
hoge leeftijd of nierdysfunctie niet in aanmerking komen voor cisplatine.
1.Noritake O, Nakamura S, Kinoshita F
et al. Prognostic impact of adjuvant
therapy for cisplatin-unfit patients with non-small-cell lung cancer: a
multicenter analysis. Lung Cancer 2024.107470
Summary: A multicenter retrospective study in Japan
found that after resection of stage II or III NSCLC, adjuvant therapy was
associated with better survival outcomes among cisplatin ineligible patients.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)