Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multinationale fase 3-studie van cabozantinib plus atezolizumab voor metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom (0)
2025-06-15 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CONTACT-02 mCRPC
Prof. Neeraj AgarwalPatiënten met metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC) met extrapelvische weke-weefsel metastasen hebben na progressie op een androgeenreceptor-route remmer (ARPI) slechte prognose en weinig behandelopties. De multinationale fase 3-studie CONTACT-02 evalueerde de combinatie van cabozantinib en atezolzumab voor deze patiënten. Prof. Neeraj Agarwal (University of Utah, Salt Lake City) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

CONTACT-02 werd uitgevoerd in 184 centra in 24 landen. De studie includeerde volwassen patiënten met een ECOG performance status 0 of 1, met mCRPC met meetbare extrapelvische weke-weefsel metastasen na progressie op een ARPI. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar cabozantinib plus atezolizumab (n=289) of switch van de ARPI (abirateron of enzalutamide; n=286). Coprimaire eindpunten waren progressievrije overleving onder de eerste 400 gerandomiseerde patiënten, en overall survival onder alle gerandomiseerde patiënten.

Na mediaan 11,8 maanden follow-up was de PFS significant beter in de cabozantinib-atezolizumabgroep dan in de ARPI-switch groep (mediaan 6,3 versus 4,2 maanden; HR 0,65; p=0,0007). Na mediaan 23,1 maanden follow-up was de OS niet significant verschillend tussen beide groepen (mediaan 14,8 versus 15,0 maanden; HR 0,89; p=0,30). Graad 3 of 4 adverse events werden gezien in 56% van de patiënten in de cabozantinib-atezolizumabgroep versus 26% van de patiënten in de ARPI-switch groep; AEs leidden tot discontinuering van de behandeling in 17% versus 15%. Er waren geen graad 5 treatment-related adverse events.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van cabozantinib plus atezolizumab en optie kan zijn voor patiënten met mCRPC en weke-weefsel metastasen na progressie op een ARPI.

1.Agarwal N, Azad AA, Carles J et al. Cabozantinib plus atezolizumab in metastatic prostate cancer (CONTACT-02): final analyses from a phase 3, open-label, randomised trial. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 CONTACT-02 trial found promising activity of the combination of cabozantinib and atezolizumab for metastatic castration-resistant prostate cancer with soft-tissue metastases after progression on an ARPI.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Profylaxe van graft-versus-host disease met cyclofosfamide en cyclosporine (0)
2025-06-14 15:00   ( Nieuws )
Tags:  BM12 CAST GVHD prophylaxis after SCT cyclophosphamide and cyclosporin
Prof. David CurtisAllogene perifeer-bloed stamceltransplantatie (alloSCT) van een gematchte verwante donor na myeloablatieve conditionering is de geprefereerde curatieve behandeling voor patiënten met hoog-risico hematologische maligniteiten. In deze patiënten is de combinatie van een calcineurineremmer met een antimetaboliet de standaard GVHD-profylaxe. In recente studies is gezien dat post-alloSCT cyclofosfamide toegevoegd aan of in plaats van de antimetaboliet het GVHD-risico kan verlagen. De BM12 CAST gerandomiseerde studie van de Australasian Leukaemia and Lymphoma Group heeft post-transplantatie cyclofosfamide-cyclosporine (‘experimentele profylaxe’) vergeleken met cyclosporine-methotrexaat (‘standaard profylaxe’). Prof. David Curtis (Alfred Health, Melbourne) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

De studie includeerde 134 patiënten met SCT na myeloablatieve of gereduceerde-intensiteit conditionering, die werden gerandomiseerd naar experimentele profylaxe (n=66) of standaard profylaxe (n=68). Het primaire eindpunt was GVHD-vrije, relapse-vrije overleving. De figuur laat zien dat deze overleving significant langer was met experimentele profylaxe dan met standaard profylaxe (mediaan 26,2 maanden versus 6,4 maanden; na drie jaar 49% versus 14%; HR 0,42; 95%-bti 0,27-0,66). De cumulatieve incidentie van graad III of IV acute GVHD na drie maanden was 3% versus 10%. Het overall survival percentage na twee jaar was 83% versus 71% (HR 0,59; 95%-bti 0,29-1,19). De incidentie van ernstige adverse events tijdens de eerste honderd dagen na SCT verschilde niet significant tussen de twee groepen.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met hematologische maligniteiten die SCT van een verwante gematchte donor ondergingen na myeloablatieve of gereduceerde-intensiteit conditionering, de combinatie van post-SCT cyclofosfamide en cyclosporine resulteerde in lagere GVHD-vrije, relapse-vrije overleving dan standaard profylaxe.

1.Curtis DJ, Patil SS, Reynolds J et al. Graft-versus-host disease prophylaxis with cyclophosphamide and cyclosporin. N Engl J Med 2025; epub ahead of print

Summary: The BM12 CAST randomized study by the Australasian Leukaemia and Lymphoma Group found that the combination of post-transplantation cyclophosphamide and cyclosporine led to longer GVHD-free, relapse-free survival that standard prophylaxis after transplantation from a matched related donor with either reduced-intensity or myeloablative conditioning in patients with blood cancers.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Eerstelijns sugemalimab of placebo, in combinatie met chemotherapie, voor mNSCLC: vier-jaars uitkomsten van GEMSTONE-302 (0)
2025-06-14 13:30   ( Nieuws )
Tags:  GEMSTONE-302 sugemalimab
Prof. Caicun ZhouDe fase 3-studie GEMSTONE-302, in 35 centra in China, randomiseerde patiënten met niet-eerder behandeld metastatisch niet-kleincellig longcarcinoom (mNSCLC) zonder bekende sensitiserende veranderingen in EGFR, ALK, ROS1, of RET 2:1 naar sugemalimab (anti-PD-L1) plus platina-gebaseerde chemotherapie (n=320) of placebo plus platina-gebaseerde chemotherapie (n=159) gedurende vier cycli, gevolgd door ten hoogste 35 cycli sugemalimab of placebo (plus pemetrexed voor patiënten met niet-squameuze ziekte). In 2022 is gepubliceerd dat na mediaan 8,6 maanden follow-up de progressievrije overleving en na mediaan 17,8 maanden follow-up de overall survival significant beter waren in de sugemalimabgroep dan in de placebogroep. Prof. Caicun Zhou (Tongji Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren nu in The Lancet Oncology vier-jaars uitkomsten van de studie.1


Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 43,5 maanden in de sugemalimabgroep en 43,0 maanden in de placebogroep; de mediane duur van behandeling was 7,2 maanden versus 4,6 maanden. De mediane progressievrije overleving was 9,0 maanden in de sugemalimabgroep versus 4,9 maanden in de placebogroep (HR 0,49; 95%-bti 0,39-0,60) en de mediane overall survival was 25,2 maanden versus 16,9 maanden (0,68; 0,54-0,85); de vier-jaars OS-percentages waren 32,1% versus 17,3%. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van sugemalimab aan eerstelijns chemotherapie voor mNSCLC zonder bekende driver veranderingen resulteerde in significante verlenging van de overleving.

1.Zhou C, Wang Z, Sun M et al. Sugemalimab versus placebo, in combination with platinum-based chemotherapy, as first-line treatment of metastatic non-small-cell lung cancer (GEMSTONE-302): 4-year outcomes from a double-blind, randomised, phase 3 trial. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: Four-year outcomes from the multicenter phase 3 GEMSTONE-302 trial in China found that sugemalimab plus chemotherapy showed a superior long-term overall survival benefit compared with placebo plus chemotherapy, as first-line treatment for mNSCLC without known sensitizing EGFR, ALK, ROS1, or RET genomic alterations.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1-studie van eerstelijns azacitidine, venetoclax en revumenib voor AML met NPM1-mutatie of KMT2A-rearrangement (0)
2025-06-14 11:50   ( Nieuws )
Tags:  NPM1m or KMT2Ar AML revumenib
Dr. Joshua ZeidnerDe standaard eerstelijns behandeling voor AML in oudere patiënten is de combinatie van azacitidine en venetoclax. De lange-termijn uitkomsten zijn echter slecht. Revumenib is een oraal-beschikbare remmer van menine, met klinische activiteit in AML-patiënten met nucleofosmine-1 mutatie (NPM1m) of lysine-methyltransferase 2A rearrangement (KMT2Ar). Een multicenter fase 1-studie in de Verenigde Staten heeft de eerstelijns combinatie van azacitidine, venetoclax, en revumenib voor AML met NPM1m of KMT2Ar in patiënten in de leeftijd van 60 jaar en ouder geëvalueerd. Dr. Joshua Zeidner (University of North Carolina, Chapel Hill) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 43 patiënten die azacitidine en venetoclax kregen in twee doseringsniveaus (113 mg of 163 mg iedere twaalf uur). Er werd geen hoogst-verdragen dosering geïdentificeerd. Acht patiënten (19%) hadden differentiatiesyndroom en negentien patiënten (44%) hadden QTc Fridericia prolongatie; in geen van deze patiënten was permanente discontinuering van revumenib vereist. De figuur toont de respons in verschillende patiëntengroepen. De mediane tijd tot eerste respons was 28 dagen, en 84% van de responders bereikte remissie tijdens de eerste cyclus. In geen van de 37 geëvalueerde patiënten werden aanwijzingen voor meetbare residuele ziekte gezien.

De onderzoekers concluderen dat de eerstelijns combinatie van azacitidine, venetoclax, en revumenib veilig en actief was voor NPM1m- of KMT2Ar-AML in oudere patiënten.

1.Zeidner JF, Lin TL, Welkie RL et al. Azacitidine, venetoclax, and revumenib for newly diagnosed NPM1-mutated or KMT2A-rearranged AML. J Clin Oncol 2025-00914

Summary: A multicenter phase 1 trial in the USA found tolerability and efficacy of the first-line combination of azacitidine, venetoclax, and revumenib for NPM1-mutated or KMT2A-rearranged AML in older adults.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Bevolkings-gebaseerde studie van lange-termijn werkzaamheid van vroege start van FIT-screening in Taiwan (0)
2025-06-13 15:00   ( Nieuws )
Tags:  early-age FIT screening
Prof. Tony Hsiu-Hsi ChenDe toenemende incidentie van young-onset colorectaalcarcinoom (CRC) zou vroege start van de FIT-screening aantrekkelijk kunnen maken. Een bevolkings-gebaseerde studie in Taiwan heeft CRC-incidentie en –mortaliteit na start van de FIT-screening op de leeftijd van 40 jaar vergeleken met uitkomsten na start van de nu aanbevolen leeftijd op de leeftijd van 50 jaar. Prof. Tony Hsiu-Hsi Chen (Nationale Taiwan Universiteit, Taipei) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde 263.125 deelnemers (55,8% vrouwen), onder wie 39.315 tweejaarlijkse FIT-screening startten op de leeftijd van 40 tot en met 49 jaar en vervolgens tweejaarlijkse FIT-screening voortzetten na de leeftijd 50 jaar, en 223.810 tweejaarlijkse FIT-screening startten op de leeftijd van 50 jaar. De figuur laat zien dat tijdens de follow-up de vroege-screening groep vergeleken met de standaard-screening groep lagere CRC-incidentie (26,1 versus 42,6 per 100.000 persoonsjaren) en lagere CRC-mortaliteit (3,2 versus 7,4 per 100.000 persoonsjaren) had. In propensity score-gematchte analyse was vroege screening significant geassocieerd met lagere CRC-incidentie (aRR 0,79; 95%-bti 0,67-0,94) en CRC-mortaliteit (0,61; 0,38-0,98).

De onderzoekers concluderen dat start van de FIT-screening op de leeftijd van 40 tot en met 49 jaar geassocieerd was met lagere CRC-incidentie en –mortaliteit vergeleken met start op de leeftijd van 50 jaar.

1.Chiu H-M, Chen S L-S, Su C-W et al. Long-term effectiveness associated with fecal immunochemical testing for early-age screening. JAMA Oncol 2025.1433

Summary: A population-based study in Taiwan found that intiating FIT screening at age 40 to 49 years was associated with further reduction in CRC mortality and incidence compared with starting screening at age 50 years.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-studie van PEP-CMV vaccin voor recidiverend hooggradig glioom en medulloblastoom in jonge patiënten (0)
2025-06-13 13:30   ( Nieuws )
Tags:  HGG medulloblastoma PEP-CMV
Dr. Eric ThompsonHet cytomegalovirus (CMV) antigen pp65 komt tot expressie in hooggradig glioom (HGG) en medulloblastoom maar niet in aangrenzende hersengebieden. Een fase 1-studie van Duke University (Durham NC) heeft het op pp65 gerichte peptidevaccin PEP-CMV voor recidiverend HGG of medulloblastoom in kinderen of jongvolwassenen in de leeftijd van 3 tot en met 35 jaar geëvalueerd. Dr. Eric Thompson en collega’s publiceren de studie in Nature Cancer.1


De studie includeerde 36 HGG-patiënten, met een gemiddelde leeftijd van 23 ± 9 jaar. Met PEP-CMV samenhangende adverse events waren zeventien graad 1 AEs, vijftien graad 2 AEs, één graad 3 AE (pyrimidal tract syndrome), en één graad 4 AE (cerebraal oedeem) waarmee voldaan werd aan het primaire eindpunt niet-acceptabele toxiciteit. Secundair eindpunt was verandering in T-cel reactiviteit tussen baseline en na toediening van PEP-CMV, bepaald met de IFN-γ pp65 enzyme-linked immunospot assay. Onder evalueerbare 21 patiënten was de reactiviteit toegenomen met 46 spots (95%-bti 8-194). Progressievrije overleving en overall survival was exporatieve eindpunten. De mediane PFS was 2,5 maanden (95%-bti 2,2-3,2) en de mediane OS was 6,5 maanden (4,6-8,4). De twee geïncludeerde medulloblastoompatiënten hadden PFS en OS korter dan twee maanden.

De onderzoekers concluderen dat PEP-CMV goed verdragen werd en antigenspecifieke immuunrespons induceerde in patiënten met recidiverend HGG.

1.Thompson EM, Ashley DM, Ayasoufi K et al. A peptide vaccine targeting the CMV antigen pp65 in children and young adults with recurrent high-grade glioma and medulloblastoma: a phase 1 trial. Nature Cancer 2025-00998-z

Summary: A phase 1 trial at Duke University (Durham, NC) found that the CMV antigen pp65 targeted vaccine PEP-CMV was well tolerated and elicited an antigen-specific imuune response in young individuals with recurrent high-grade glioma.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Trends in incidentie van maligniteiten in volwassen personen met HIV in de Verenigde Staten (0)
2025-06-13 12:00   ( Nieuws )
Tags:  US adults with HIV trends in cancer incidence
Dr. Cameron HaasDankzij verbeteringen in antiretrovirale therapie gedurende de laatste twee decennia is de overleving van personen met HIV verbeterd. Een retrospectieve cohortstudie In twaalf staten in de VS plus Washington DC en Puerto Rico heeft trends in de incidentie van maligniteiten in personen met HIV tussen begin 2001 en eind 2019 geïnventariseerd. Dr. Cameron Haas (National Cancer Institute; Bethesda MD) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De analyse includeerde 7,2 miljoen persoonsjaren onder 847.107 personen met HIV (73% mannen). Vergeleken met 2010 tot en met 2014 was er in 2015 tot en met 2019 een significant lagere incidentie van diffuus grootcellig B-cel lymoom (-23%), Kaposi sarcoom (-24%), Hodgkin lymfoom (-25%), longmaligniteiten (-17%), en levermaligniteiten (-25%). Er was minder duidelijke verbetering in de incidentie van HPV-gedreven maligniteiten (bijvoorbeeld cervixcarcinoom en anuscarcinoom), maligniteiten die meer voorkomen in de algemene bevolking (borst, prostaat, colon), en er was een toename van de incidentie van vulvacarcinoom.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten aanhoudende verbetering van de behandeling van HIV en preventie van maligniteiten laten zien.

1.Haas CB, McGee-Avila JK, Luo Q et al. Cancer incidence and trends in US adults with HIV. JAMA Oncology 2025.1589

Summary: A retrospective cohort study of US adults living with HIV found significant declines in the incidence and relative risk for cancers from 2001 to 2019.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Tien-jaars uitkomsten van noninferioriteits-studie van partiële-borstradiotherapie na BCS voor vroeg-stadium mammacarcinoom (0)
2025-06-12 15:00   ( Nieuws )
Tags:  IMPORT LOW phase 3 trial partial-breast radiotherapy
Dr. Anna KirbyDe multicenter noninferioriteits fase 3-studie IMPORT LOW, in dertig centra in het Verenigd Koninkrijk, evalueerde intensiteit-gemoduleerde partiële-borstradiotherapie na borstsparende chirurgie (BCS) voor vrouwen met vroeg-stadium mammacarcinoom met laag risico van ipsilateraal recidief (IBTR). In 2017 is gepubliceerd dat na vijf jaar follow-up lokaal recidief niet-inferieur was met partiële-borst en verlaagde dosering radiotherapie vergeleken met standaard gehele-borst radiotherapie, met vergelijkbare of lagere frequentie van adverse events. Dr. Anna Kirby (Royal Marsden NHS Foundation Trust, Sutton) en collega’s publiceren tien-jaars uitkomsten van de studie in The Lancet Oncology.1

UK IMPORT LOW includeerde 2018 patiënten die 1:1:1 werden gerandomiseerd naar 40 Gy in vijftien fracties naar de gehele borst (whole-breast group; n=675), 36 Gy in vijftien fracties naar de gehele borst plus 40 Gy in vijftien fracties naar de partiële borst (reduced-dose group; n=674), of 40 Gy in vijftien fracties naar de partiële borst (partial-breast group). Het primaire eindpunt van de nu gepubliceerde analyse was tien-jaars IBTR. Na tien jaar follow-up waren in het cohort 45 IBTR-gebeurtenissen gezien: 17 in de whole-breast group, 11 in de reduced-dose group, en 17 in de partial-breast group, overeenkomend met cumulatieve incidentie van 2,8% respectievelijk 1,9% en 3,0%. De frequentie van matige of ernstige adverse events verschilde niet significant tussen de groepen.

De onderzoekers concluderen dat partial-breast en reduced-dose radiotherapie veilig zijn en even effectief als whole-breast radiotherapie voor patiënten met laag-risico vroeg mammacarcinoom.

1.Kirby AM, Finneran L, Griffin CL et al. Partial-breast radiotherapy after breast conservation surgery for women with early breast cancer (UK IMPORT LOW): 10-year outcomes from a multicentre, open-label, randomised, controlled, phase 3, non-inferiority trial. Lancet Oncol 2025-00194-9

Summary: Ten-year follow-up of the multicenter non-inferiority phase 3 IMPORT LOW trial in the UK found that among women after breast conserving surgery for low-risk early breast cancer, partial-breast and reduced-dose radiotherapy are as safe and effective as whole-breast radiotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)