De
epidemiologische aanwijzingen voor een associatie tussen de plasmaspiegel van
25-hydroxyvitamine D en het risico van mammacarcinoom zijn niet consistent. Met
name voor premenopauzale voruwen en voor associaties met mammografische
dichtheid zijn weinig gegevens beschikbaar, schrijven Kimberly Bertrand
(Harvard School of Public Health, Boston) en collega’s online in Breast Cancer Reseach and Treatment.1
In de publicatie presenteren de auteurs een cross-sectionele analyse van gegevens van 835 premenopauzale vrouwen uit het
cohort van de Nurses’ Health Study, onder wie 493 patiënten met mammacarcinoom.
De vrouwen
in het hoogste kwartiel van de plasmaspiegels van 25(OH)D hadden gemiddeld een
borstdichtheid die 5,2 procentpunten hoger was dan die van vrouwen uit het
laagste kwartiel (95%-bti 1,8-8,7 procentpunten; p trend <0,01), na
correctie voor voorspellers van 25(OH)D en risicofactoren voor mammacarcinoom.
Voor vrouwen in het hoogste tertiel van de mammografische dichtheid was de
plasmaspiegel van 25(OH)D significant invers geassocieerd met het risico van
mammacarcinoom (p trend<0,01). Dit was niet het geval voor vrouwen in de
twee lagere tertielen van de mammografische dichtheid. Deze resultaten zijn
niet in overeenstemming met de hypothese dat de vitamine D-spiegel invers
geassocieerd is met de mammografische dichtheid in premenopauzale vrouwen.
De
onderzoekers concluderen dat de associatie tussen de plasmaspiegel van 25(OH)D
en het risico van premenopauzaal mammacarcinoom alleen wordt gezien voor
vrouwen met hoge borstdichtheid.
1.Bertrand KA, Rosner B, Eliassen H et al.
Premenopausal plasma 25-hydroxyvitamin D, mammographic density, and risk of
breast cancer. Breast Cancer Res Treat 2014; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)