.jpg)
De onderzoekers bepaalden niveaus van sCD27 en sCD30 in het bloed van 218 NHL-patiënten en 218 individueel gematchte controlepersonen. Vergeleken met het laagste kwartiel van het sCD27 niveau waren de ORs van NHL in het tweede, derde, en vierde kwartiel 1,60 (95%-bti 0,83-3,09); 1,94 (95%-bti 0,98-3,83); en 4,45 (2,25-8,81) (p trend =0,000005). Voor het tweede, derde, en vierde kwartiel van sCD30 waren de ORs 1,74 (95%-bti 0,85-3,58); 1,86 (95%-bti 0,94-3,67); en 5,15 (95%-bti 2,62-10,12) (p trend = 0,0000002). Deze associaties bleven statistisch significant in personen met een NHL-diagnose tien jaar of langer na het nemen van het bloedmonster. De grootte van de associaties met het NHL-risico waren vergelijkbaar met wat is gezien in eerdere studies in Westerse populaties.
De onderzoekers concluderen dat de vergelijkbare associaties tussen sCD27 respectievelijk sCD30 en het NHL-risico in verschilllende populaties aangeven dat B-cel activering een belangrijk onderliggend mechanisme van lymfomagenese is.
1.Bassig BA, Shu X-Q, Koh W-P et al. Soluble levels of CD27 and CD30 are associated with risk of non-Hodgkin lymphoma in three Chinese prospective cohorts. Int J Cancer 2015; epub ahead of print