Douglas A.
Corley (Kaiser Permanente, Oakland) en collega’s publiceerden gisteren in The New England Journal of Medicine
online
de uitkomsten van een studie naar het verband tussen de adenoma detection rate
(ADR) van gastro-enterologen en het risico van colorectaalkanker en sterfte bij
hun patiënten.1 De ADR is gedefinieerd als het percentage van
coloscopiën waarbij een behandelaar tenminste één adenoom vindt.
De
onderzoekers evalueerden 314.872 coloscopiën die waren uitgevoerd door 136
gastro-enterologen. De ADRs liepen uiteen van 7,4% tot 52,5%. Gedurende de
follow-up periode van zes maanden tot tien jaar na de coloscopie werden 712
interval colorectaal-adenocarcinomen waargenomen, waaronder 255 gevorderde
kankers en 147 gevallen van overlijden aan colorectaalkanker. Voor de patiënten
met een behandelaar uit het hoogste ADR-quintiel bedroeg het risico van interval
kanker 4,8 gevallen per 10.000 persoonsjaren; voor de patiënten met een
behandelaar uit het laagste ADR-quintiel 9,8 gevallen per 10.000 persoonsjaren.
Voor patiënten met een behandelaar uit het hoogste ADR-quintiel, vergeleken met
patiënte met een behandelaar uit het laagste ADR-quintiel, bedroeg de HR van any interval cancer 0,52 (95%-betrouwbaarheidsinterval
0,39-0,69), de HR van gevorderde interval kanker 0,43 (95%-bti 0,29-0,64), en
de HR van fatale interval kanker 0,38 (95%-bti 0,22-0,65). Elke 1,0% toename
van de ADR van een behandelaar was geassocieerd met een 3,0% afname van het
kankerrisico van zijn patiënten (HR 0,97; 95%-bti 0,96-0,98).
Referentie 1. Corley DA, Jensen CD, Marks AR et al. Adenoma
detection rate and risk of colorectal cancer and death. N Engl J Med
2014;370:1298-1306
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)