Afatinib is
een irreversibele ERBB-blokker met in een fase 2-studie gedemonstreerde
werkzaamheid tegen recidiverend of metastatisch squameus celcarcinoom van hoofd
en hals (HNSCC). Prof. Jean-Pascal Machiels (Koning Albert II Instituut,
Brussel) en collega’s hebben een fase 3-studie uitgevoerd van afatinib versus
methotrexaat als tweedelijns behandeling voor HNSCC na progressie op platinum-gebaseerde
chemotherapie. De uitkomsten van de LUX-Head & Neck 1 studie zijn online gepubliceerd in The Lancet Oncology.1
Deelnemers
aan de studie waren 483 patiënten van 101 centra in negentien landen. De
deelnemers werden gerandomiseerd naar afatinib (n=322) of methotrexaat (n=161).
De mediane follow-up was 6,7 maanden (IQR 3,1-9,0 maanden). Het primaire
eindpunt van de studie was progressievrije overleving. De mediane PFS was 2,6
maanden in de afatinibgroep versus 1,7 maanden in de methotrexaatgroep (HR
0,80; p=0,030). De meest frequente graad 3- of 4-bijwerkingen waren rash of
acne (10% met afatinib versus 0% met methotrexaat), diarree (9% versus 2%),
stomatitis (6% versus 8%), vermoeidheid (6% versus 3%) en neutropenie (<1%
versus 7%). Ernstige bijwerkingen werden gezien in 14% in de afatinibgroep
versus 11% in de methotrexaatgroep.
De
onderzoekers concluderen dat afatinib vergeleken met methotrexaat geassocieerd
was met significante verbetering van de PFS, met een hanteerbaar veiligheidsprofiel.
1.Machiels J-PH, Haddad R, Fayette J et al. Afatinib
versus methotrexate as second-line treatment in patients with recurrent of
metastatic squamous cell carcinoma of the head and neck progressing on or after
platinum-based therapy (LUX-Head & Neck 1): an open-label, randomised phase
3 trial. Lancet Oncol 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)