
Deelnemers aan de studie waren 273 patiënten (58% mannen; leeftijd 64,0±10,6 jaar). De deelnemers beantwoordden voor aanvang van chemotherapie de FAACT-A/CS en de VAS voor eetlust. Als referentiestandaard voor anorexia hanteerden de onderzoekers twee externe criteria: een afsnijwaarde van tenminste 2 op de anorexia symtpom scale van e EORTC QLQ C-30, en de vraag ‘bemerkt u een verminderde eetlust?’ (ja/nee). De mediane score was 38 punten (IQR 32-42) op de FAACT-A/CS en 77 punten (IQR 47-93) op de VAS. Toepassing van de beide externe criteria resulteerde in een optimale afsnijwaarde van ≤37 voor de FAACT-A/CS (sensitiviteit 80%, specificiteit 81%, positieve voorspellende waarde 79%, negatieve voorspellende waarde 82%) en van ≤70 voor de VAS (sensitiviteit 76%, specificiteit 83%, positieve voorspellende waarde 80%, negatieve voorspellende waarde 79%).
De onderzoekers concluderen dat de studie afsnijwaarden van ≤37 voor de FAACT-A/CS en ≤70 voor de VAS suggereert voor het vaststellen van anorexie in patiënten met kanker.
1.Blauwhoff-Buskermolen S, Ruijgrok C, Ostelo RW et al. The assessment of anorexia in patients with cancer: cut-off values for the FAACT-A/CS and the VAS for appetite. Supportive Care Cancer 2015; epub ahead of print