Chronische
lymfocytische leukemie wordt frequent gecompliceerd door secundaire autoimmuun-cytopenieën
(AIC). Dr. Jeffrey Jones (The Ohio State University, Columbus) en collega’s
hebben de impact van ibrutinib-behandeling voor CLL op het optreden van AIC
onderzocht. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Leukemia.1 De analyses zijn gebaseerd op een
retrospectief overzicht van gegevens van 301 CLL-patiënten die tussen juli 2010
en juli 2014 in Columbus werden behandeld met ibrutinib in het kader van
klinische studies.
Voor de
start van de ibrutinib-therapie had 26% van de patiënten een AIC-episode
doorgemaakt. Gedurende 468 patiëntjaren blootstelling aan ibrutinib werden zes
gevallen van AIC gezien (incidentie ongeveer 13 episodes per 1000 patiëntjaren).
Er waren 22 patiënten op AIC-therapie tijdens de start van de ibrutinib-therapie.
Deze patiënten werden succesvol behandeld met ibrutinib, waarna 19 de
AIC-therapie konden discontinueren.
De
onderzoekers concluderen dat ibrutinib geassocieerd is met een lage incidentie
van behandelingsgerelateerde AIC.
1.Rogers KA, Ruppert AS, Bingman A et al.
Incidence and description of autoimmune cytopenias during treatment with
ibrutinib for chronic lymphocytic leukemia. Leukemia 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)