De BRAF-V600E basesubstitutie is een bekend
target voor BRAF-remmers in melanoom. BRAF-genfusies
zijn tot op heden niet onderzocht als targets voor middelen tegen solide
tumoren, schrijven dr. Jeffrey Ross (Albany Medical College NY) en collega’s in
een publicatie die online is in het International
Journal of Cancer.1 In de publicatie presenteren ze uitkomsten
van een inventarisatie van BRAF-genfusies
in verschillende typen tumoren.
De
onderzoekers zagen genfusies met het intacte in-frame BRAF kinase domein in 55
van 20.573 tumoren, over twaalf verschillende tumortypen. De genfusies werden
gezien in 3% van melanomen, 2% van gliomen, 1% van schildkliercarcinomen, 0,3%
van pancreascarcinomen, 0,2% van NSCLCs, en 0,2% van CRCs. De genfusies waren
verrijkt in piloctytische versus niet-pilocytische gliomen (30% versus 1%;
p<0,0001), in Spitzoïde versus niet-Spitzoïde melanomen (75% versus 1%;
p=0,0001), in acinaire versus niet-acinaire pancreascarcinomen (67% versus
minder dan 1%; p<0,0001), en in papillaire versus niet-papillaire
schildkliercarcinomen (3% versus 0%; p<0,03).
De
onderzoekers geven twee causbeschrijvingen. De MEK-remmer trametinib leidde in
veertien dagen tot respons in een patiënte met ZKCCAN1-BRAF fusie bevattend Spitzoïd melanoom. Na 45 dagen kon ze
robot-geassisteerde lobectomie ondergaan voor haar longmetastasen. De
combinatie van sorafenib, bevacizumab en
temsirolimus resulteerde in respons in een spindle cell tumor met een KIAA1549-BRAF fusie.
De
onderzoekers concluderen dat BRAF-genfusies
zeldzaam zijn in veel verschillende maligniteiten, maar in sommige typen
neoplasmen verrijkt en behandelbaar zijn.
1.Ross JS, Wang K, Chmielecki J et al. The
distribution of BRAF gene fusions in solid tumors and response to targeted
therapy. Int J Cancer 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)