
Uit de meta-analyse bleek dat de BC-incidentie verhoogd was in 42 van 61 beroepsklassen, en dat de BC-specifieke mortaliteit verhoogd was in 16 van 40 beroepsklassen. Verlaagde incidentie en mortaliteit werd gezien in 6 van 61 respectievelijk 2 van 40 klassen. Het risico was hoger voor mannen dan voor vrouwen (SIR 1,03; p<0,001). De hoogste incidentierisico’s werden gezien voor werkers in de tabaksindustrie (RR 1,72; 95%-bti 1,37-2,15) en in de verfindustrie (RR 13,4 (95%-bti 1,5-48,2). De hoogste BC-specifieke mortaliteitsrisico’s werden gezien voor arbeiders in de metaalindustrie (RR 10,2; 95%-bti 6,89-15,09) en tuiniers (RR 5,5; 95%-bti 0,84-35,89).
Tussen de zestiger en tachtiger jaren van de vorige eeuw was er een continue afname in de SIR van BC voor beide geslachten. Deze trend werd omgekeerd na de tachtiger jaren, en in het decennium 2000-2010 nam de SIR toe toe 1,13 voor mannen en 1,27 voor vrouwen. De mortaliteit van BC nam af van de zestiger tot de negentiger jaren.
De onderzoekers noemen als beperkingen van de meta-analyse mogelijke publicatiebias, het feit dat in de meeste studies de deelnemers zijn gestratificeerd naar beroepsaanduiding en niet naar werkelijke taak, dat niet in alle studies is gecorrigeerd voor roken, en dat de meeste studies in Westerse landen uitgevoerd zijn. Ze concluderen dat de incidentie van occupational BC lijkt toe te nemen.
1.Cumberbatch MGK, Cox A, Teare D, Catto JWF. Contemporary occupational carcinogen exposure and bladder cancer. A systematic review and meta-analysis. JAMA Oncol 2015; epub ahead of print