Een
toenemend percentage van de patiënten met maagcarcinoom heeft bij de diagnose
distante metastasen. Dr. Marc Schiesser (Kantonsspital St. Gallen) en collega’s
hebben een studie uitgevoerd van ontwikkelingen in de overleving van patiënten
met stadium IV maagcarcinoom in de periode van 1998 tot 2009. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Gastric Cancer.1 De analyses zijn gebaseerd op gegevens
van 8249 patiënten in de SEER-database.
Het
percentage patiënten met metastatische ziekte nam toe van 31,0% in 1998 tot
37,5% in 2009 (p<0,001). Er waren 1445 patiënten (17,4%) die palliatieve
gastrectomie ondergingen. Hun mediane overleving was 7 maanden. De mediane
overleving van de 6804 patiënten die geen palliatieve gastrectomie ondergingen
bedroeg 3 maanden. In de niet-gastrectomiegroep nam mediane overleving toe van
2 maanden in 1998 tot 3 maanden in 2009. In de gastrectomiegroep nam de mediane
overleving toe van 6,5 maanden in 1998 tot 8 maanden in 2009. De drie-jaars
kankerspecifieke overleving was 2,1% (95%-bti 1,7-2,5%) voor patiënten die geen
gastrectomie ondergingen en 9,4% (95%-bti 7,8-11,2%) voor patiënten die wel
gastrectomie ondergingen (p<0,001). In propensity-score gecorrigeerde
regressie-analyse was palliatieve gastrectomie geassocieerd met toename van de
kankerspecifieke overleving (HR 0,50; p<0,001).
De
onderzoekers concluderen dat er tussen 1998 en 2009 bescheiden
verbeteringen zijn opgetreden in de prognose van patiënten met metastatisch
maagcarcinoom, zowel met als zonder palliatieve gastrectomie. Slechts een
geringe subgroep van patiënten heeft profijt van pallatieve gastrectomie.
1.Ebinger SM, Warschkow R, Tarantino I et al.
Modest overall survival omprovements for 1998 to 2009 in metastatic gastric
cancer patients: a population-based SEER analysis. Gastric Cancer 2015; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)