Oncologieverpleegkundige
José Koldenhof (UMC Utrecht) en haar collega’s uit Utrecht en Amsterdam
publiceren vandaag in Supportive Care in
Cancer de resultaten van een studie naar de invloed van door patiënten
gerapporteerde symptomen op beslissingen bij de behandeling met sunitinib of
sorafenib.1 Deelnemers aan de studie waren volwassen ambulante patiënten
van het UMCU en het VUmc, die tussen december 2007 en april 2010 werden
behandeld met sunitinib (n=26) of sorafenib (n=16). De primaire diagnose van de
patiënten was mRCC (n=32), HCC (n=8), GIST (n=1), en metastatische solitaire
fibreuze tumor (n=1).
De mediane
behandelingsduur bedroeg 16 weken. De mediane tijd tot aanpassing van de dosering
bedroeg 10 weken. De belangrijkste reden voor doseringsveranderingen was het
optreden van meerdere milde bijwerkingen. De prevalentie van deze bijwerkingen
was hoger dan de prevalentie die in de literatuur wordt gevonden. Zestig
procent van de patiënten gaf aan dat de bijwerkingen de gezondheidsgerelateerde
kwaliteit van leven verlaagde.
Omdat
ernstige bijwerkingen van behandeling met sunitinib en sorafenib zelden
voorkomen is het van belang aandacht te schenken aan het behandelen en
voorkomen van meerdere milde bijwerkingen met invloed op de HRQL, aldus de
onderzoekers. Deze benadering kan bijdragen aan het realiseren van behandeling
met een optimale dosering.
Referentie 1. Koldenhof JJ, Witteveen PO, de Vos R et al.
Symptoms from treatment with sunitinib or sorafenib: a multicenter explorative
cohort study to explore the influence of patient-reported outcomes on therapy
decisions. Support Care Cancer 2014;epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)