Borstdichtheid
(MD) is een van de sterkste determinanten van sporadisch mammacarcinoom. Dr.
Marina Pollàn (Gezondheidinstituut Carlos III, Madrid) en collega’s hebben een
studie uitgevoerd van de MD in BRCA1/2-mutatiedraagsters
en niet-draagsters uit BRCA1/2-mutatiepositieve
families. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Breast Cancer Research.1
Deelneemsters waren 1093 vrouwen die gevolgd worden door zestien Genetic
Counseling Units in Spanje.
De MD van de
deelnemers werd aan de hand van mammogrammen beoordeeld door een geblindeerde radioloog.
Voor deelneemsters met mammacarcinoom werd een mammogram geselecteerd van voor
de diagnose of van de contralaterale borst; voor niet-patiënten werd het
laatst-beschikbare screening-mammamogram beoordeeld.
De
onderzoekers vergeleken mammogrammen van 341 BRCA1- en 350 BRCA2-mutatiedraagsters
en 229 niet-draagsters. Vergeleken met de niet-draagsters was de MD significant
lager onder BRCA2-mutatiedraagsters
(OR 0,71; p=0,04), maar niet onder BRCA1-mutatiedraagsters
(OR 0,81; p=0,33). MD was geassocieerd met toekomstige ontwikkeling van
mammacarcinoom (OR per 25%-categorie 1,45; p<0,001), met geen significante
verschillen tussen BRCA1- en BRCA2-mutatiedraagsters. Er waren geen
statistisch significante verschillen in associaties van MD met specifieke mammacarcinoomsubtypes.
De
onderzoekers concluderen dat de studie bevestigt dat MD een onafhankelijke
risicofactor is voor alle mammacarcinoomsubtypes in zowel BRCA1- als BRCA2-mutatiedraagsters.
1.Ramón y Cayal T, Chirivella I, Miranda J et al.
Mammographic density and breast cancer in women from high risk families. Breast
Cancer Res 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)