Prof. Carl
June en zijn collega’s van de University of Pennsylvania in Philadelphia rapporteren in The New England Journal of
Medicine over de behandeling van een patiënt met refractair multipel
myeloom.1 Vier jaar tevoren had de patiënt autologe
stamceltransplantatie ondergaan na myeloablative chemotherapie met standaard
dosering melfalan (200 mg/m2). Deze behandeling had geresulteerd in
slechts partiële voorbijgaande respons.
De patiënt
kreeg nu een lagere dosering melfalan (140 mg/m2) en autologe
stamceltransplantatie, twaalf dagen later gevolgd door infusie van CLT019
cellen. Dit is een cellulaire therapie bestaande uit autologe T cellen die
waren getransduceerd tot expressie van CD19-specifieke chimeric antigen receptors. De behandeling leidde tot complete
respons, zonder aanwijzingen van progressie en geen detecteerbaar monoklonaal eiwit
in serum of urine bij de meest recente evaluatie, twaalf maanden na de
behandeling. Deze respons werd bereikt ondanks afwezigheid van CD19-expressie
in 99,95% van de neoplastische plasmacellen.
Transplantatie-gerelateerde
toxiciteiten waren graad 4- neutropenie, graad 4-trombocyopenie, graad
3-mucositis, en graad 2- misselijkheid, anorexie, neutropene koorts en Stafylococcus aureus bacteremie. Voor de
transplantatie had de patiënt hypogammaglobulinemie, die na de transplantatie
bleef bestaan waarschijnlijk vanwege effecten van CTL019 op normale B-cellen en
plasmacellen. Er waren geen andere bijwerkingen die konden worden toegeschreven
aan CTL019.
De patiënt
is een van de deelnemers in een lopende studie. Tot op heden zijn tien
patiënten behandeld. Zes van de tien patiënten zijn vrij van progressie. Tot de
additionele bijwerkingen behoorden één geval van graad 1-cytokine release syndrome en één geval van graad 3-enterocolitis
vanwege autologe GVHD.
1. Garfall AL, Maus MV, Hwang W-T et al. Chimeric antigen
receptor T cells against CD19 for multiple myeloma. N Engl J Med
2015;373:1040-1047
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)