Een probleem bij deze benadering is dat systemisch toegediende T-cellen zich ook naar andere inflammatiehaarden in het lichaam verplaatsen. Dit vereist een additioneel niveau van specificiteit om toxiciteit in non-target tissues te voorkomen. Om dit doel te bereiken kan genetic engineering worden ingezet om de expressie van het protoxine afhankelijk te maken van T-cel herkenning van prostate specific membrane antigen door een chimeric antigen receptor (CAR). Selectieve activering van het protoxine kan verder worden bevorderd door het gebruik van een weefsel- of tumorspecifiek protease, zoals PSA.
1. Brennen WN, Drake CG, Isaacs JT. Enhancement of the T-cell armamentarium as a cell-based therapy for prostate cancer. Cancer Res 2014;epub ahead of print