Interval- of
post-screen carcinomen die in retrospect zichtbaar zijn op de CT van de
voorafgaande longkankerscreening worden vooral verklaard uit detectiefouten van
solide nodules, verdikking van de bulla wand, of endobronchiale lesies. Slechts
zelden komen interval- of post-screen carcinomen voor die niet kunnen worden
verklaard uit menselijke fouten. Zo luidt de conclusie uit een Nederlandse studie die vandaag online wordt gepubliceerd in European Radiology.1 Ernst
Scholten (die volgende week in Utrecht promoveert) en zijn collega’s analyseerden
CT-kenmerken van interval- en post-screen carcinomen uit de NELSON (Nederlands
Leuvens Longkanker Screenings Onderzoek)-studie. Twee ervaren radiologen
beoordeelden de CTs van de voorafgaande screening, met kennis van de
tumorlocatie op de diagnostische CT.
In de studie
werden CTs beoordeeld van 61 patiënten (53 mannen) met een interval- of
post-screen carcinoom. Van de carcinomen waren er 22 in retrospect zichtbaar op
de screening-CT. Bij 20 van deze 22 was er sprake van een detectiefout, bij de
overige 2 was er een interpretatiefout. De fouten betroffen intrabronchiale
tumor (n=5), bulla met verdikte wand (n=5) lymfadenopathie (n=3) pleurale
effusie (n=1) en intraparenchymale solide nodules (n=8). Deze waren bij de
screening gemist vanwege brede pleura-aanhechting (n=4), extensieve reticulatie
om een nodule (n=1), en extensieve scarring. Bij geen van de interval- of
post-screen carcinomen was er sprake van een subsolide nodule.
1.Scholten ET, Horeweg N, de Koning HJ et al.
Computed tomographic characteristics of interval and post screen carcinomas in
lung cancer screening. Eur Radiol 2014;epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)