
De onderzoekers zagen CTCs bij 21,5% van de patiënten voor chemotherapie (19,6% van de patiënten met kliernegatieve en 22,4% van de patiënten met klierpositieve ziekte). Er was geen associatie met tumorgrootte, grading of HR-status. Na chemotherapie was 22,1% van de patiënten CTC-positief.
Aanwezigheid van CTCs was geassocieerd met slechtere ziektevrije overleving (p<0,0001), afstands-DFS (p<0,001), borstkankerspecifieke overleving (p=0,008), en totale overleving (p=0,0002). De prognose was het slechtst bij patiënten met vijf of meer CTCs per 30 ml bloed. Aanwezigheid van persisterende CTCs na chemotherapie had een negatieve invloed op DFS (HR 1,12; p=0,02) en op totale overleving (HR 1,16; p=0,06).
1.Rack B, Schindbeck C, Jückstock J et al. Circulating tumor cells predict survival in early average-to-high risk breast cancer patients. J Natl Cancer Inst 2014;epub ahead of print