Brigitte
Rack (Ludwig-Maximilians-Universität, München) en collga’s publiceerden
gisteren in JNCI de resultaten van de SUCCESS-studie, die laat zien dat bepaling
van tumorcellen in het bloed van matig-tot-hoog-risico patiënten met vroege
borstkanker gebruikt kan worden voor het inschatten van de prognose.1
In SUCCESS werden bloedmonsters genomen van 2026 patiënten na primaire
chirurgie en voor systemische behandeling, en van 1492 patiënten na
chemotherapie.
De
onderzoekers zagen CTCs bij 21,5% van de patiënten voor chemotherapie (19,6%
van de patiënten met kliernegatieve en 22,4% van de patiënten met
klierpositieve ziekte). Er was geen associatie met tumorgrootte, grading of
HR-status. Na chemotherapie was 22,1% van de patiënten CTC-positief.
Aanwezigheid
van CTCs was geassocieerd met slechtere ziektevrije overleving (p<0,0001), afstands-DFS
(p<0,001), borstkankerspecifieke overleving (p=0,008), en totale overleving
(p=0,0002). De prognose was het slechtst bij patiënten met vijf of meer CTCs
per 30 ml bloed. Aanwezigheid van persisterende CTCs na chemotherapie had een
negatieve invloed op DFS (HR 1,12; p=0,02) en op totale overleving (HR 1,16;
p=0,06).
1.Rack B, Schindbeck C, Jückstock J et al.
Circulating tumor cells predict survival in early average-to-high risk breast
cancer patients. J Natl Cancer Inst 2014;epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)