
De eerste reden voor de onderbenutting van de middelen is dat huisartsen niet getraind zijn in borstkankerpreventie, en bovendien in een consult van zes minuten geen tijd hebben voor risico-inventarisatie en voorlichting. Medisch oncologen zien de vrouwen uit de hoog-risico categorie over het algemeen pas als de ziekte tot ontwikkeling is gekomen. Veel vrouwen hebben angst voor bijwerkingen. Veel artsen schrikken terug voor het voorschrijven van potentieel toxische middelen aan gezonde personen. Producenten hebben weinig baat bij het promoten van middelen die uit patent zijn. En vrouwen die een risicoverlagend middel gebruiken hebben geen manier om vast te stellen of het middel werkt.
Peres beschrijf in het artikel gesprekken die ze heeft gevoerd met acht experts op het gebied van borstkanker. De conclusie uit de interviews is dat er meer aandacht dient te worden besteed aan het voorlichten van vrouwen met een hoog risico, en dat onderzocht dient te worden of lagere doseringen van de middelen werkzaam zijn en minder bijwerkingen veroorzaken. Peres citeert Per Hall (Karolinska Instituut, Stockholm), die met zijn collega’s binnenkort zal beginnen met een studie bij 1000 Zweedse vrouwen die verschillende doseringen tamoxifen krijgen, uiteenlopend van 0 tot 20 mg per dag. Eindpunten van de studie zijn borstdichtheid en therapietrouw.
1. Peres J. Why is breast cancer chemoprevention such a hard sell? J Natl Cancer Inst 2014;epub ahead of print